voor- als tegenstanders waren vertegenwoordigd. Ze hebben in dit proces gebruik gemaakt van het veranderkwadrant van Stichting Leerkracht. Het heeft hen geholpen om na te gaan op welk punt het vast loopt. Dat bleek het punt van vaardigheden te zijn: zijn de collega’s in staat om op andere wijze onderwijs te verzorgen? “Het vraagt wel van je dat je heel goed gaat nadenken over Wat doe je in een les? Hoe profiteer je van elkaars aanwezigheid? Hoe kun je differentiëren?” De docenten die aan hun eigen vaardigheden twijfelden, hebben ze meegenomen naar andere scholen om te laten zien dat het kan. Daarnaast heeft de school sterk ingezet op begeleiding van docenten. Er wordt aandacht aan besteed na afloop van lesbezoeken, in de gesprekkencyclus, in de afdelingsvergadering. De school biedt docenten de cursus didactisch coachen aan, er zijn intervisiegroepen voor docenten opgericht en de school heeft schoolopleiders en beeldcoaches om docenten te begeleiden. Ook richting leerlingen en ouders is veel gecommuniceerd over de invoering van de keuzewerktijd in het vwo, bijvoorbeeld tijdens ouderavonden, in ouder- en leerlingenarena’s en individuele gesprekken met ouders en leerlingen, via nieuwsbrieven en per mail. Ze hebben uitleg gegeven en de ouders en leerlingen de mogelijkheid geboden voor inspraak. Ze hebben ook ouderpanels per afdeling en daarin is innovatie ook een gespreksonderwerp. “In het begin was er best wel wat scepsis, maar nu (anderhalf jaar later) is het eigenlijk geen issue meer.” “We zijn ook op scholen geweest waar ze vergaten om de roostermaker mee te nemen in een soortgelijk proces. Dat was daar meteen al een cruciale fout. Wij hebben echt iedereen gesproken: op en oop, de roostermaker, conciërges, het MT, het College van Bestuur, de Raad van Toezicht, de adviesraad, de MR, de OR, de ouderpanels. Je kunt het zo gek niet bedenken.” Gevolgen van anders organiseren Voor de inhoud van het werk en verantwoordelijkheden Invoering van keuzewerktijd in het vwo betekent het volgende voor docenten dat: • Zij in plaats van in twee of drie uur tijd de stof uitleggen en verwerken met alle leerlingen, hiervoor één uur hebben waarin zeker is dat alle leerlingen er zijn en één of twee uur waarin ze niet zeker weten welke leerlingen er komen. Dit vraagt dat zij het onderwijs zo aanbieden dat leerlingen niks missen ook al komen ze maar één uur. • Zij leerlingen moeten coachen bij het kiezen van hun rooster. “Want als leerlingen gaan kiezen naar welk vak ze toe gaan: kiezen kunnen ze wel, maar verstandig kiezen kunnen ze niet automatisch.” Elke docent in het vwo is mentor/coach. Om docenten hierin te ondersteunen, biedt de school scholing aan (didactisch coachen). Dit aanbod is uitgebreid naar de hele school, zodat op alle niveaus didactisch coachen wordt toegepast (tussen leerling en mentor, tussen docent en afdelingsleider en door het MT). • Zijn of haar rol verandert van de deskundige die het voordoet en vertelt hoe het moet naar de deskundige die het op de goede momenten voordoet en voor de rest heel veel met begeleiding bezig is. Docenten zien de leerlingen minder vaak bij de instructie, maar moeten hen wel meer begeleiden als coach en achterhalen hoe ver ze zijn. Daarvoor werken ze met studiewijzers en leerdoelen. Wat betreft methodiek heeft de school overwogen om het systeem Kunskapsskolan te adopteren en het concept en materiaal te kopen, maar dat doet geen recht aan de eigenheid en autonomie van afdelingen. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 79
80 Online Touch Home