periode niet in trek volgens docenten, maar korter op de toetsweek kiezen leerlingen vaker voor een vakstudiewerktijd om vragen te stellen (en niet alleen voor een stempel). Ook is er een dagcoördinator aangewezen (dit zijn docenten) om leerlingen te begeleiden bij het vinden van lokalen tijdens flexuren. Gevolgen van anders organiseren Voor de inhoud van het werk en verantwoordelijkheden Het flexmodel heeft invloed op veel zaken in school, zoals onderwijskundig (leerlingen hebben meer keuzevrijheid in welke flexuur ze volgen) en organisatorisch (roostertechnisch en lokaleninrichting). Het was een omslag voor docenten, met name de lesuren van 50 naar 80 minuten. Het flexmodel dwingt docenten keuzes te maken voor de inhoud van de lessen, onder andere om de aandacht van leerlingen vast te houden. Een van de docenten geeft aan: “Je kunt als docent meer kwijt in een les van 80 minuten. Je moet beter je lessen voorbereiden, wat eerder op de ‘automatische piloot’ kon. Later zal dit misschien weer makkelijker worden”. Een andere docent vult aan: “Je moet meer variëren in werkvormen, zoals boek lezen, filmpjes kijken, uitleg geven, in groepen werken. Je kunt soms uitgebreidere opdrachten uitvoeren”. De docenten vinden dat zij normaal gesproken hun programma goed kunnen draaien in de beschikbare tijd. Wel geven ze aan dat ze in twee lessen van 50 minuten meer lesstof kwijt kunnen dan in één van 80 minuten. Als de lessen onvoldoende tijd bieden voor de te bespreken lesstof, kunnen docenten een extra uur inroosteren tijdens een flexuur. Dit doen de docenten eigenlijk alleen bij lesuitval, want dan missen ze direct vrij veel tijd met de leerlingen. Docenten merken op dat zij extra uitleg zijn gaan geven in de les, waardoor huiswerk vaker thuis gemaakt moet worden of tijdens de flexuren. Docenten zijn verantwoordelijk voor hun ‘eigen’ 80 minuten, maar daarnaast ook voor de flexuren van 40 minuten. Leraren hebben verschillende taken bij de flexuren, zoals toezicht houden tijdens het huiswerkuur of de uitvoering van een expert-uur. De opzet van de flexuren vormden geen probleem voor docenten en tijdens ontwikkelgroepen praten docenten over de inhoud van bijvoorbeeld de expert-uren. Voor samenwerking, zelfstandigheid en regelruimte De directie ziet wel wat meer samenwerking tussen docenten dan voorheen, maar dit komt niet per se dankzij de invoering van het flexmodel. Het flexmodel is niet bedoeld om vakoverstijgend te werken, en dit gebeurt dan ook weinig. De directie wil graag meer aandacht voor collegiale consultatie en ziet al wel dat er vaker klasdeuren open staan en dat het meer zichtbaar is dan voorheen waar docenten en leerlingen mee aan het werk zijn. Er zijn weinig momenten in het rooster voor uitwisseling van ervaringen, behalve tijdens vergaderingen in de middag. Een docent merkt op dat ze het jammer vindt dat ze collega’s minder ziet doordat er minder leswisselingen zijn en doordat docenten minder lang op school blijven. Je moet dus een afspraak maken om met iemand te praten. Voor tevredenheid en werkdruk De werkdruk is relatief minder volgens de directie: de hoeveelheid werk en de taken van docent zijn goeddeels onveranderd terwijl de manier van invulling van de lesdag veranderd is. Hierdoor zouden docenten meer vrijheid kunnen ervaren. De werkdruk wordt door de geïnterviewde docenten als wisselend ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 83
84 Online Touch Home