92

Het onderwijs is voor leerlingen overzichtelijker, het contact met de docent is intensiever door de langere lessen en de mogelijkheid direct feedback te krijgen. Door het werken met rubrics, vanaf het begin van de module, weten leerlingen waar ze naartoe werken. Per les zijn er lesdoelen en succescriteria en zij kunnen zelf afvinken wat ze al hebben gedaan. Dat draagt eraan bij dat leerlingen zelfstandiger en doelgerichter bezig zijn met hun eigen leerproces: ze vragen zich af ‘waar moet ik naartoe, ben ik op de goede weg?’ Leerlingen komen door de werkwijze in een ‘andere, actievere stand’, leren reflecteren op hun werkhouding en zijn gewend aan het geven en vragen van peer-feedback. Via het aanbod op expertniveau en via de excellentietrajecten is het goed mogelijk om ook de leerlingen die meer aankunnen, te blijven uitdagen. Hoe gaat de school verder? Een aandachtspunt voor de toekomst is het ontwikkelen van een bovenbouwprogramma dat goed past in het onderwijsconcept. Een aandachtspunt zijn de insteek en wijze van toetsen bij het Centraal Examen, “maar als de basis er is, dan kan het oefenen op het type toetsen in vrij korte tijd.” Verder gaat de school inzetten op het grip krijgen op de benodigde docentvaardigheden voor co-teaching en assessments en op (nog) meer zelfsturing en minder werkdruk voor leraren. In co-teaching kunnen nog stappen gezet worden als het gaat om: samenwerking tijdens de voorbereiding en evaluatie van de modules, en in het elkaar evalueren en bewuster feedback geven. Ook ondersteuning van mentoren, met name voor begeleiding op maat voor leerlingen met speciale behoeften, staat op de agenda. ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. Anders organiseren? Teamwork! | 92

93 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication