met veel vrijwilligers is verstarren. Zorg dat je constant blijft vernieuwen, trek voortdurend nieuwe mensen aan.” Het vrijwilligerswerk voor de begraafplaats kwam toevallig op Jansens pad. Hij ging regelmatig met moeder in de rolstoel naar het kerkhof. Mooi dat mensen een plek hebben om te herdenken. Een plaats om rustig de gedachten weer op een rij te zetten. “In een blaadje las ik dat ze voor de begraafplaats vrijwilligers zochten. Zo’n tuinman was ik niet. Maar zocht wel een klus die kan rusten als de handen even niet willen. Geen haastwerk dus. In 2004 begon ik bij de onderhoudsploeg. Van blad harken tot gras maaien, alles komt op je pad.” In 2008 stond het poortgebouw leeg. De laatste bewoners waren in de jaren negentig vertrokken. Het rijksmonument dreigde te vervallen. Wie zou het gebouw opknappen? De gemeente of de kerk met zijn vrijwilligers? Aanvankelijk lag het niet in de bedoeling om van het gebouw weer een woning te maken. Laatste functie was een soort kantine. Gaande het proces tot restauratie veranderden de inzichten. Poortgebouw uit 1902. Op de begraafplaats van poortwachter Jansen vinden jaarlijks tien tot twaalf teraardebestellingen plaats. Sinds het begin van de negentiende eeuw gingen misschien wel vijfduizend Zutphenaren hun laatste weg naar het terrein. In beheer zijn zeven- tot achthonderd graven. Een groep van vrijwilligers zorgt voor het onderhoud en levert hand- en spandiensten bij de uitvaarten. “Op een dag verdween het lood van het dak. Die ene keer was ik blij met het dievengilde. Een discussie kwam op gang om het poortgebouw weer bewoonbaar te maken. Dan ontvang je huurpenningen en ontstaat een stuk controle. Maar ja, wie wil nou graag op een begraafplaats wonen?” Jansen had stilletjes wel oren naar een verhuizing. Tjonge, een poortgebouw. Dat was nog eens iets anders dan het appartement waar hij woonde. “Met wat smoezen heb ik mijn vrouw meegenomen. Vroeg op gegeven moment: zou je in zo’n huis willen wonen? Waarom ook niet. We willen hier nooit meer weg.” De Jansens betrokken het poortgebouw in 2009. Van de begraafplaats werd een kleine tuin afgesnoept. Je moet toch ook een stukje grond privé kunnen gebruiken. “Doordat wij in het poortgebouw gingen wonen, veranderde mijn functie. Je wordt vraagbaak. Officieel ben ik assistent-beheerder. De stadsdichter noemde mij poortwachter. Steenhouwers informeren waar ze moeten wezen. Handig. Want ik ken als weinig anderen de weg. Bezoekers komen met hun vragen. Je probeert ze dan zo goed mogelijk te helpen. Eerste vraag: is de persoon katholiek? Anders moeten ze aan de overkant zijn op de protestantse begraafplaats. Wie na 1969 overleden is vindt zijn laatste rust waarschijnlijk op de nieuwe Oosterbegraafplaats.” Theo leoné 15
16 Online Touch Home