18

In het voorjaar worden de vissen met een zoete lokstroom naar een verzamelbak gelokt. Een paar keer per dag wordt het peil in de verzamelbak verlaagd en kunnen de vissen de polder in. zee In de Zeeuwse Delta zwemmen veel ‘trekvissen’, zoals bijvoorbeeld paling en bot. Ze leven normaal in zoet water, maar ze willen in het najaar naar zout water trekken om zich voort te planten. In het voorjaar willen ze juist weer naar het binnenwater. Om de trek mogelijk te maken worden er vispassages aangelegd. gemaal afsluiter A lokstroom pomp verzamelbak afsluiter B In het najaar is het precies andersom. Er is een zoute lokstroom, de vissen zwemmen tot in de put. Als het peil in de put wordt verhoogd, kunnen ze naar het zoute buitenwater. afsluiter warme golfstroom glasaal larve warme golfstroom juveniel Een bijzonder verhaal vormen de palingen. Die trekken niet zomaar vanuit de polder naar zee, maar zwemmen zo’n vijfduizend kilometer tot ze in de Sargassozee zijn. Het nageslacht komt als glasaal weer in de Zeeuwse Delta. Via verschillende soorten vispassages door en soms over de dijk kunnen ze de polders intrekken. Het einde van een lange reis. eieren rode aal Sargassozee voortplanting paling l e v e n s y c u c l s l e v e n s c lc y u s

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication