19

3.1 Onderhoud en sociale activiteiten Om het nodige werk op te delen per onderhoudsactiviteit zijn er beheergroepen gemaakt. Deze zijn dus aan elkaar gekoppeld. In het Excelbestand ‘Voedselbos houtig gewassen beheer & oogsten’ zijn de voedselbosgewassen beschreven. Vervolgens zijn deze onderverdeeld in beheergroepen (zie derde kolom). Voor elk van de beheergroep geldt een specifi eke uitleg hoe de bijbehorende plant het beste onderhouden kan worden (zie bijlage I). Drie beheergroepen van houtige gewassen worden in dit hoofdstuk uitgelicht. De rest is te vinden in bijlage I. Snoeien Snoei zorgt voor de juiste boomvorm en brengt licht, lucht en zon in de kruin. Al deze elementen zijn nodig om veel en gezonde vruchten aan de bomen en struiken te krijgen, tevens om takbreuk en ziektes te voorkomen en bomen een lang en gezond leven te geven. Let op: hieronder zijn de algemene snoeirichtlijnen omschreven; voor specifi eke informatie per beheergroep van verschillende houtige gewassen, raadpleeg bijlage I. Algemene snoeirichtlijnen: • Houd de kroon open. • Zorg dat de takken de gewenste hoeveelheid licht krijgen. • Verwijder kruisende takken. • Verwijder beschadigde en dode takken. • Verwijder probleemtakken. • Snoei nooit meer dan één vijfde van een kroon in 1 jaar weg. • Verjong de kroon, zodat de boom blijft groeien (een boom met alleen oude takken wordt sneller ziek). • Snoei bij droog weer. • Snoei prunussen alleen in de zomer. • Snoei ABC bomen in de herfst. • Snoei matig winterharde soorten, zoals bv. vijg in het late voorjaar. • Snoei altijd met schoon en scherp gereedschap. • Snoei takken af aan de takkraag (zie afbeelding). Basisregels bij de vormsnoei: • Dikke en grotere takken beperkt snoeien om de vorming van veel scheuten niet te stimuleren. • Dikke takken eerst van onderen inzagen en daarna van boven afzagen. • Normale twijggroei- matig snoeien om eenzelfde groei te behouden. • Zwakke twijggroei – sterk snoeien om zo de twijg ontwikkeling te prikkelen. • Vormsnoei wordt gedaan tot en met de opbrengstfase van de bomen (tussen de 8 tot en met 12 jaar na aanplant). Hakhout: • Wordt om de 6-15 jaar gekapt. Dit kan gedaan worden met hazelaar, eik, linde, els, wilg, es, iep, witte acacia, haagbeuk en tamme kastanje. • Kan gedaan worden om: • De bomen en struiken niet te groot te laten worden. • Een open en tijdelijke lichte plek in de begroeiing te creëren. • Het hout te oogsten. • De boom te verjongen. • De bomen worden tot drie keer ouder dan ze eigenlijk zouden worden. 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication