23

Waterelementen De grootste biodiversiteit kan gevonden worden in water met een diepte van 20-40 centimeter. Schoon in 3 tot 5 jaar een vijver op en ga gefaseerd te werk. De werkzaamheden kunnen het beste rond september tot oktober plaatsvinden. Uitzondering: bladeren en fruit die in grote hoeveelheden in water terechtkomen moeten hoe dan ook verwijderd worden, omdat ze het water te voedselrijk maken. Water met een pH 4 is te zuur en moet bekalkt worden. Dit water is anders zo zuur dat de eieren van amfi bieën wegschimmelen. Water na de aanplant Zeker in de eerste paar jaar na aanplant dient de nieuwe aanplant goed in de gaten gehouden te worden. Verdrogingsverschijnselen Bladeren die slap hangen, verschrompelen of bruin worden of wanneer de schors rimpelt. Hoe te voorkomen? • Bij voorkeur houtige gewassen ’s avonds watergeven. Kruidachtige kunnen het beste in de ochtend water krijgen. • Eventueel een richeltje maken om de boomspiegel om te vermijden dat water wegloopt. • Grotere bomen en struiken royaal water geven (ong. 30 liter per boom, afhankelijk van de frequentie, droogte en bodemtype). Een andere vuistregel is 3 cm water over de gehele kroonomvang per keer. • Bedek de grond met een mulchlaag van ruim 10 cm hoog, met een straal van ongeveer 1 meter om de stam, en houd de stamvoet (ongeveer 10cm) vrij om rot te voorkomen. • Houd de boomspiegel vrij om wortelconcurrentie te voorkomen. Gewasbescherming In het voedselbos-park dient in verband met natuurlijke bestrijding voldoende rekening gehouden te worden met voldoende nest- en schuilgelegenheid voor predatoren zoals vogels, egels, amfi bieën en insecten. Door wat ruigte en gevarieerde vegetatiehoogtes toe te laten in het voedselbos-park kunnen allerlei dieren schuilen of nestgelegenheid vinden. Deze diversiteit zorgt voor een natuurlijk balans. Er zou gekozen kunnen worden voor het plaatsen van nestgelegenheden zoals een uilenkast, roofvogelkast en gewone kleine nestkastjes in verschillende soorten en maten. Vooral insecteneters en roofvogels dragen bij aan een natuurlijke plaagcontrole. Vraatschade aan de planten Zeker in de eerste paar jaar na aanplant dient de nieuwe aanplant goed in de gaten gehouden te worden. Hoe te herkennen? • Afgebeten twijgen en schillen van de stam (door hazen/konijnen). • Veegschade aan takken of stam en afgebeten knoppen (ree). • Ondergrondse gangen en afgevreten schors aan wortels en stamvoet (woelmuizen). • Gaten in bladeren, afgeschraapte stengels en slijmsporen bij groenten, kruiden, pawpaw en kiwibes (slakken). Hoe te voorkomen? • Plaats een voldoende hoge cilinder van fi jnmazige draad rondom de stam, of plaats een kunststof beschermspiraal. • Omhein (tijdelijk) het gehele perceel. • Plant in grote hoeveelheden en vervang doodgegaan plantmateriaal. Plant in het begin vooral goedkope soorten. • Bescherm de wortels met gaas bij woelratten. De wortels moeten er doorheen kunnen groeien. Er kan ook puin om de wortels heen gegooid worden. • Planten kunnen tegen slakken beschermd worden met: nematoden, voldoende predatoren (bv. gewone pad en egel), koper om de plant heen, fi jngemaakte schelpen, biervallen en nog vele andere manieren. 23 23

24 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication