120

inderdaad zweren dat hun bedoeling niets dan goed is, maar Allah verklaart dat ze zeker leugenaars zijn" (Koran 9:107). Mohammed beval zijn volgelingen dat de moskee tot de grond toe afgebrand zou worden.32 De Profeet van Islam ontving nog meer openbaringen door degenen die hadden geweigerd mee te gaan op expeditie naar Tabuk. Allah herinnerde de Moslims eraan dat hun eerste plicht jegens hem en zijn profeet was, en dat degenen die weigerden jihad te voeren een vreselijke straf zouden krijgen: Verkiest u het leven van deze wereld boven het Hiernamaals? Maar weinig is de troost van dit leven, vergeleken met het Hiernamaals. Tenzij dat u uitgaat, zal Hij u straffen met een zware straf en anderen in uw plaats stellen… (Koran 9: 38-39) Niet dat Mohammed hun hulp nodig had: ... Allah hielp hem inderdaad, toen de ongelovigen hem verdreven: hij had niet meer dan één metgezel; zij waren beiden in de grot, en hij zei tegen zijn metgezel: "Vrees niet, want Allah is met ons.” Toen zond Allah Zijn vrede over hem, en versterkte hem met krachten die u niet zag, en vernederde de woorden van de ongelovigen tot de diepste diepten (Koran 9:40) Alhoewel Mohammed deze hulp misschien niet nodig had, is jihad omwille van Allah – (jihad fi sabil Allah, die in de Islamitische theologie gewapende strijd aanduidt om de hegemonie van de Islamitische sociale orde te vestigen) – de beste daad die een Moslim kan verrichten (Koran 9:41). De Profeet van Islam benadrukte dit bij vele gelegenheden. Op een keer vroeg een man hem: “Leid me naar een daad, die gelijk staat aan Jihad (in beloning)." Mohammed antwoordde: "Ik vind zo'n daad niet."33 Voor de Moslims die hem niet naar Tabuk hadden vergezeld, had Mohammed erg harde woorden van Allah. Hij gaf openbaringen waarin ze werden beschuldigd het gemakkelijke leven te verkiezen boven de zware reis van de jihad: Als er onmiddellijk winst (in zicht) was geweest en de reis gemakkelijk was geweest, zouden ze u (allemaal) ongetwijfeld hebben gevolgd, maar de afstand was lang (en woog zwaar) op hen. Ze zouden inderdaad zweren bij Allah: "Als we zouden kunnen, dan waren wij zeker met u meegegaan": Ze zouden hun eigen ziel vernietigen, want Allah weet dat zij zeker liegen. (Koran 9:42) Allah bestrafte zelfs zijn Profeet, omdat hij diverse Moslims had toegestaan niet deel te nemen aan de Tabuk-expeditie. (Koran 9:43) Hij vertelde Mohammed dat ware Moslims niet aarzelden om jihad te voeren, zelfs tot op het punt dat ze hun eigendommen en hun levens riskeerden. Degenen die dit weigerden, waren geen echte gelovigen. (Koran 9: 44-45) Een groep die door Allah eruit werd uitgelicht voor bijzonder harde kritiek waren de Bedoeïenen-Arabieren: "Deze rondzwervende Arabieren zijn hardnekkiger in hun ongeloof en huichelarij, en zij zullen eerder geneigd zijn de bevelen die Allah aan Zijn boodschapper heeft geopenbaard te negeren. En Allah is Alwetend, Wijs" (Koran 9:97). Allah beschuldigde enkele 120

121 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication