135

daardoor veel Joden en Christenen het vertrouwen gegeven dat Westerse landen in grote aantallen Moslim immigranten kunnen accepteren zonder noemenswaardige verstoring van hun pluralistische samenlevingen. Het grote gewicht van het getuigenis die de Profeet van Islam in de Koran en de Hadith heeft achtergelaten, is niet in het voordeel van tolerantie en harmonie tussen Moslims en nietMoslims, maar juist het tegenovergestelde. Een fundamenteel onderdeel van de opvatting van de Koran over niet-Moslims, is het vaak herhaalde en onverzoenlijke geloof in zijn eigen absolute waarheid, waarbij geen rivaal wordt toegestaan: "De religie voor Allah is de Islam" (3:19), of, zoals een andere vertaling zegt: "Het enige ware geloof in Gods ogen is Islam." De meeste Joden en Christenen ("mensen van het boek") zijn kwaaddoeners: "Als de mensen van het Boek alleen maar geloof zouden hebben, zou dat het beste voor hen zijn: onder hen zijn sommigen die geloof hebben, maar de meesten van hen zijn perverse overtreders" (Koran 3: 110). Zoals we hebben gezien, impliceert de Koran dat Joden en Christenen na de tijd van Mohammed afvalligen zijn, omdat zij zijn profeetschap hebben afgewezen, en daarom zijn zij ‘corrupt en boosaardig’. Mohammed beschuldigt de Joden en Christenen; de Christenen worden door hem veroordeeld omdat zij geloven dat Jezus werd gekruisigd, en Joden omdat ze geloven dat ze hem hebben gekruisigd: "Zij zeiden (opschepperig): 'We hebben Christus Jezus gedood, de zoon van Maria, de boodschapper van Allah,' maar ze doodden hem niet, en kruisigden hem niet, maar zo leek het aan hen getoond te worden. En degenen die daarin verschillen [van mening] zijn vol twijfels, zonder (zekere) kennis, maar zij hebben alleen een vermoeden dat ze moeten volgen, want voorzeker zij doodden hem niet" (Koran 4:157). Het idee dat Joden en Christenen vervloekt zijn, komt meerdere keren terug in de Koran. Beiden hebben Allah en zijn boodschapper Mohammed afgewezen: Allah heeft voorheen een verbond gesloten met de kinderen van Israël. … Maar vanwege hun schending van hun verbond, hebben Wij hen vervloekt, en hebben hun hart verhard; zij veranderden de woorden van hun (juiste) plaats (context) en vergaten een groot deel van de boodschap die aan hun werd gestuurd. … Ook degenen die zichzelf Christenen noemen, Wij sloten met hen een verbond, maar zij vergaten een groot deel van de boodschap die hen werd gestuurd: dus vervreemdden Wij hen, met vijandschap en haat tussen de een en de ander, tot de dag des oordeels. (Koran 5:12-16) De Koran staat zo ver af van de moderne begrippen van tolerantie en vreedzaam samenleven, dat het zelfs Moslims waarschuwt om geen vriendschappen te sluiten met Joden en Christenen – blijkbaar met inbegrip van degenen die "zich onderworpen voelen" en de Djizja betalen: "O jullie die geloven! Neem de Joden en de Christenen niet als uw vrienden en beschermers. Ze zijn slechts vrienden en beschermers van elkaar. En degene onder jullie die zich tot (wel) hen keert (voor vriendschap) is èèn van hen. Voorwaar, Allah leidt geen onrechtvaardig volk." (5:51). Dit alles in beschouwing nemend, is het erg ironisch dat de Koran ook Joden en Christenen bekritiseert omdat ze onverdraagzaam zouden zijn. Allah waarschuwt Mohammed dat "de Joden of de Christenen nooit met u tevreden zullen zijn, tenzij je hun vorm van religie volgt. Zeg: ‘De leiding van Allah, dat is de (enige) leiding.’ Als jullie hun verlangens zouden volgen nadat de kennis tot jullie is gekomen, dan zullen jullie geen beschermer of helper tegen Allah vinden" (2:120; vgl. 2:135). 135

136 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication