Deze vrome waarschuwing ergerde Mohammeds oom, Abu Lahab, die de profetische claims van zijn (jongere) neefje niet geloofde. Hij riep uit naar Mohammed, “Moge je handen deze dag helemaal vergaan. Is het met dit doel dat jullie ons (vandaag) bijeengebracht hebt?”3 Abu Lahab keerde zich naar de bijeengekomen Quraish, en hij verklaarde, “Jullie gastheer heeft jullie betoverd.”4 Allah gaf antwoord via Mohammed in een nieuwe openbaring: “Moge de handen van Abu Lahab vergaan! Moge hijzelf vergaan! Niets zal hem baten, niet zijn welvaart en winst. Hij al verbrand worden in een vlammend vuur, en zijn vrouw, overladen met maden, zal hij een touw zijn nek hebben!” (Koran 111:1-5). Een Hadith informeert ons dat Abu Lahab “inderdaad vergaan is.”5 De Hadith vermeld niet de manier van zijn dood, maar een mogelijke oorzaak kan uitgesloten worden: op dit punt in de geschiedenis voerden de Moslims nog geen gewelddadige aanvallen uit op hun vijanden. Yahiya Emerick gaf het verhaal een hele andere draai in zijn apologetische biografie van Mohammed. Nadat Mohammed zijn boodschap afgeleverd had, zei hij, “Abu Lahab, die dichtbij stond, vervloekte Mohammed op een boze toon, en vertelde hem dat hij zou sterven. Mohammed hield zijn mond, omdat hij bekend was met een oude gedragscode om respect te hebben voor oudere mensen. Al snel daarna werd een kleine couplet van het vers toegevoegd in een openbaring, waarin Abu Lahab verteld werd dat hij degene was die gedoemd was.”6 Mohammed ging door met prediken, maar met weinig resultaat. Zijn tegenstanders vroegen hem waarom hij geen wonderen kon doen, en vroegen hem om bergen in de buurt van Mekka in goud te veranderen, of deze bergen geheel te verwijderen, zodat hun landbouw makkelijker zou zijn. Allah antwoordde tot Mohammed: “Als je wilt ben Ik geduldig en geef Ik hen meer tijd, maar als je wil, zal Ik doen wat je vraagt. Maar als zij ongelovig blijven, dan zullen ze worden vernietigd, net zoals de landen en naties voor hen vernietigd werden.”7 Mohammed vroeg dat hen meer tijd gegund werd, en vertelde zijn vijanden dat de Koran het wonder was. Een keer vroegen de Quraish hem of hij Gabriël of een andere engel naar hen kon sturen, die hen kon vertellen om in hem te geloven: “O Mohammed, als (alleen maar) een engel met je gezonden zou zijn, om tot mensen te spreken, en om samen met je gezien te worden!”8 Maar Allah gaf antwoord in een openbaring dat als Hij een engel zou sturen, dat “Wij een engel zouden aanstellen, en zouden hem als mens doen voorkomen en zo zouden Wij voor hen nog verwarrender maken, wat zij verwarren.” (Koran 6:9). Hij troostte Mohammed en vertelde hem dat het een algemeen lot was van de profeten voor zijn tijd: (Vele) boodschappers werden bespot voor je, maar de spotters worden gevangen en ingesloten door datgene zij bespotten” (Koran 6:10). Alhoewel de Moslims tot dusver alleen maar een kleine groep waren, begon de connectie met geweld al heel vroeg in de geschiedenis van Islam. Ibn Ishaq vertelt het volgende verhaal: Toen de metgezellen van de apostel baden, gingen zij naar een nauw dal, zodat hun volk hen niet zou zien bidden. En terwijl Sa’d bin Abu Waqqas met een aantal van de metgezellen van de Profeet samen kwamen in een nauw bergdal bij Mekka, kwam een horde polytheisten voorbij, net waar zij aan het bidden waren, en zij werden ruw onderbroken. Zij gaven hen de schuld wat zij aan het doen waren, totdat er klappen uitgedeeld werden, en bij die gelegenheid sloeg Sa’d een polytheist met een kaakbeen (stuk bot) van een kameel en verwondde hem. Dit was het eerste bloed dat vloeide in (de geschiedenis van) Islam.9 63
64 Online Touch Home