10

regel schijnt te zijn, dat eerst de broers en zusters van de moeder en daarna die van den vader aan de beurt zijn. Ook is de traditie algemeen, dat de dode voorrang boven de levende heeft. Wanneer er een broer of zuster der ouders overleden is, een der grootouders of de vader, een eerder geboren broertje of zusje, dan krijgt de kleine in afwijking van elke andere geldende regel de naam van de overledene. Terstond daarna wordt de normale volgorde van naamgeving hersteld. Echter speelt niet alleen de natuurlijke familieband een rol, maar bij het Katholieke deel der bevolking ook de geestelijke band, die uit het peter- en meterschap ontstaat. Doorgaans maakt het praktisch geen verschil, omdat in beide gevallen dezelfde rangorde bestaat en de grootouders dus tevens peter en nieter zijn. Maar het kan verschil geven, als hun gedrag hen van de keuze uitsluit en ongeschikt maakt om de waardigheid van peter en meter te bekleden en de plichten ervan te vervullen. Omdat deze zowel natuurlijke als geestelijke naamgevers voor de helft tot de familie van de man behoren en voor de andere helft uit verschillende families aangetrouwd zijn, vormen de namen van de kinderen en in den vervolge van de ganse familie niet alleen naar de vorm, maar ook innerlijk een eenheid, waarbij de van elders ingebrachte in de minderheid zijn. Zij zijn het bezit der familie en dit uitsluitend karakter wordt, als de traditie lang genoeg is voortgezet, ook voor den buitenstaander duidelijk, wanneer er namen bij zijn, die elders buiten gebruik geraken. Was de traditie altijd volgehouden, dan zouden wij allen Germaanse namen dragen. Op de bovenstaande regels wordt uitzondering gemaakt door het vernoemen, niet naar een natuurlijk of geestelijk familielid, maar naar een patroon. Ik behoef dit gebruik nauwelijks te verdedigen, want het is duidelijk, dat er naast natuurlijke ook geestelijke banden bestaan. Is men lid der Katholieke Kerk, dan gaat men met hare wetten en gebruiken akkoord en hiertoe behoort het patronaatschap, dat is in dit geval het stellen van een gelovige in de bescherming van een heilige, ten bewijze en ten gevolge waarvan diens naam wordt, gegeven of aangenomen. Ook bij deze naamgeving 12 speelt de traditie een rol. Het meest voor de hand liggend is de patroon der parochie te kiezen, maar meestal laten de ouders een persoonlijke voorkeur gelden en kiezen zij den heilige van den, dag of in wiens octaaf het kind geboren is, of hem, die het bijzonder voorwerp van hunne devotie uitmaakt. Men begeeft zich hierbij op een pad, waarbij uitglijden mogelijk is, maar men komt op een dwaalweg, indien men als naam van zijn kind die van een beroemd of zelfs maar populair man uitkiest. Dergelijke onberaden ingevingen wreken zich. Hoe dit alles in bijzonderheden toegaat, mocht wel eens nader nagegaan worden en of hierin een correctie niet nodig of wenselijk is. Het is een teder onderwerp, dat men daarbij aanroert, dat niet tot het gebied van recht en verstand, maar tot dat van liet sentiment behoort. Het is een onderwerp, dat in deze tijd van verwarring al evenzeer gevaar loopt te ontaarden als dit met het vernoemen der kinderen op grond van de natuurlijke familieband het geval is. Daarmede wil echter niet gezegd worden, dat er tussen de tot het uiterst gedreven traditie en de allerindividueelste willekeur geen middenweg bestaat. J. P. W. A. SMIT Oud-Rijksarchivaris in Noord-Brabant. (uit: "Brabants Heem", jaargang 1949, nummer 1) (uit: De Sprange”, jaargang 2004, nummer 1) PASTOOR TE GOIRLE Vincent Jan Hendrik van Dun (ne) geboren rond 1540, huwt Jenneke Peter Michiel Jan Soffaerts. Het gezin woonde te Goirle in de Vensche akkers. Zij hebben 4 kinderen: -Peter Vincent Jan geboren in het jaar 1570 en overleden 27-6-1635 te Goirle. Pastoor te Goirle. Toen zijn voorganger, pastoor Danulaeus in 1598 bedankte, vergaderde het kapittel van Hilvarenbeek den 14e maart in het convent der Predikheeren te 's Hertogenbosch en presenteerde Peter Vincent van Dun als pastoor van Goirle. Zijn aanstelling volgden den 27e mei. De 4e april 1605 gaf de pastoor een wijbrief aan den diaken Antonius Vincentius van Dun. Dat is zijn jongere broer. Bij de kerkvisitatie van 29 juni 1615 verklaarde van Dun, dat

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication