7

De boerin vroeger We trachten een beeld te scheppen van leven en werken van een boerin op het platteland in vroeger dagen. Natuurlijk is het overzicht niet compleet, maar iedereen kan hierover aanvullingen of correcties insturen. begon aan haar huishoudelijke taken, zoals het schuren van het fornuis met schuurpapier en Tante Blank om het weer mooi glimmend zwart te krijgen. De keukenvloer moest geveegd worden. Die was meestal van cement, baksteen of potscheurde langwerpige steentjes. Ook de deel kreeg een beurt. Als de koeien op stal stonden, moesten ze water krijgen, wat uit de put werd gehaald met emmers. Voor de koe werd een teil gezet en daarin werd het water gedaan. Dan moesten ze nog worMelken met de hand. Twee keer per dag. De boerin hielp mee Deze pagina gaat niet specifiek over Kotten, maar geeft wel een algemeen beeld van het leven op het platteland vroeger 's Morgens moest er eerst gemolken worden. De boerin hielp natuurlijk mee, want het melken geschiedde met de hand. 's Zomers liepen de koeien in de weide en meestal moest men eerst een eindje fietsen om bij de weide te komen. De boer zelf met de transportfiets met de melkbus voorop en de boerin erachter met de eigen fiets. Ook ging men wel met de kar. Men hield elkaar nauwlettend in de gaten hoe vroeg men "in het veld" was. "Bij ow waren vanmorgen de vensters nog dichte, ton'k hen melken ging" was niet zelden een opmerking. Na het melken werd er meestal gegeten en na het eten ruimde de boerin de tafel af en den voorzien van hooi, bieten of knollen , die meestal midden op de deel lagen. Ook het uitmesten van de stal en het schoonmaken van de varkenshokken was niet zelden een taak van de boerin. In huis moesten de bedden worden opgemaakt. Vaak zat er stro in de matrassen en die moesten goed worden opgeschud. Later kreeg men matrassen met kapok erin. Dan was het langzamerhand al weer tijd om aan het middageten te denken. De aardappelen moesten worden geschild en de groente van het land gehaald en schoongemaakt worden. Dan kon de pan op het fornuis gezet worden. Ondertussen was de melkrijder weer langs gekomen, die 's morgens de volle melkbussen, die langs de weg gezet waren, had opgehaald. Van de melkfabriek bracht hij meestal ondermelk, karnemelk of boter mee terug. De ondermelk werd gebruikt voor het voeren van de varkens en de kalveren. De karnemelk gebruikte men zelf, want heel vaak werd er 's avonds karnemelkse pap gekookt. Als de melkbussen leeg waren, moesten ze gewassen worden. 9 _________________________________________________________________

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication