3

telijkheid en medeleven. Echter — en di t tekende zijn gehechtheid aan zijn ouders, zijn zus ter en zi jn broers — met het avondeten probeerde hij thuis te zijn, in de ouderl ijke woning, waar hij zich gelukkig voelde in de stille beslotenheid van de huiselijke kring. Het heeft hem veel verdriet gedaan, dat, vooral de laatste moeilijke maanden voor de bevrijding, de omstandigheden hem zo ver van huis hielden. Maar hij wist, dat het niet anders kon; voor zijn eigen veiligheid en, dat was voor hem het doorslaggevende, voor de veiligheid van die meer dan honderd jongemannen, die aan zijn hoede waren toevertrouwd en voor wie hij zich verantwoordelijk voelde. En die hem kenden als: Jan de Waard; deze naam had hij zich gekozen in de bezettingstijd. En onder die naam is hij steeds bekend gebleven, ook later, toen hij reeds commandant was van 1-11-3 R.I. te Brielle en de schuilnamen plaats hadden gemaakt voor de eigennaam. „Jan de Waard", voor zijn vrienden uit de illegale tijd; „commandant De Waard" voor de manschappen van de 18de Compagnie B.S.- S.G., waarvan hij de stichter was. Voor beiden: de man tot wie je je kon wenden als er iets was fout gegaan, hoe dan ook; die je hielp als je in moeilijkheden zat, die je met een enkel woord en gebaar op je gemak stelde, als je niet goed wist hoe je het hem zou vertellen; de begrijpende vriend, die naast je stond, altijd en die al zijn energie, zolang hij leefde, in dienst heeft gesteld van hen, die hem nodig hadden. En dat zijn er velen geweest. Hij wist dit en die wetenschap drukte hem wel eens zwaar. Zijn bescheidenheid duldde niet dat hij een middelpunt werd, maar zijn hulpvaardigheid en zijn vechtersnatuur brachten hem als vanzelf daartoe. Dat trad sterk op de voorgrond in de laatste maanden voor de bevrijding. Dank zij zijn vaste kern van medewerkers, Johan de Groot, Ton en Emiel, is er bergen werk verzet, maar bij alles gaf Jan de Waard in grote trekken de lijnen aan, hoe het zou en moest gebeuren. Hij liet het dappere trio, dat evenals hij geen vrees kende en dat nooit vroeg naar het „hoe" of, waarom", maar altijd iedere opdracht uitvoerde, veel zelfstandigheid. Doch hij bleef de centrale figuur. Het is hem meermalen kwalijk genomen, dat hij te veel zelf deed en te weinig aan anderen overliet. Hij verdedigde zich dan: Ja, je hebt gelijk; maar als het mis gaat, zou ik mezelf nooit kunnen vergeven, dat ik dat zaakje niet heb opgeknapt". Hij was trots op zijn medewerkers en als zij bijv. een wapentransport tot een goed einde hadden gebracht of zich op een andere wijze verdienstelijk hadden gemaakt, voelde hij zich en was hij ook even gelukkig als zij. Het is niet mogelijk over Jan van Dun te schrijven en over Jan de Waard te zwijgen. Maar schrijven over Jan de Waard is ook schrijven over de 18de Compagnie B.S.S.G. Want die twee zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden, evenals 1-11-3 R.I. — voor ons gevoel — niet meer 1-11-3 R.I. was, toen Commandant Van Dun door de dood was weggenomen. Hij heeft voor de 18de Compagnie verdienstelijk werk gedaan; zijn talenten op organisatorisch gebied heeft hij daar ten volle kunnen ontplooien. Hij wist en durfde in te grijpen op het juiste ogenblik, zonder aanzien des persoons; hij was iedere situatie volkomen de baas. Meesterlijk soms leidde hij de vergaderingen van zijn kring van medewerkers, waar niet altijd eenheid van gedachte heerste. Zoveel mensen, zoveel zinnen. Maar Jan de Waard wist eenheid te brengen in het geheel. Zijn Compagnie had een goede naam in het bataljon. Het was dan ook met te verwonderen, dat hij uit meer dan twintig compagniescommandanten kort na de bevrijding werd gekozen _______________________________________________________________ 5

4 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication