141

nu dezelfde breedte als de bovenkas, de consoles vervielen. Raammaker leverde ook piedestallen voor de door M. Walles op de orgelkassen geplaatste nieuwe beelden en andere ornamenten (nota Raammaker d.d. 4 oktober 1815). [afb. 00, Nota Walles] Niet alleen Timpe was bij de overplaatsing betrokken, ook de Leeuwarder orgelmaker Lambertus van Dam speelde een rol: op 8 en 9 augustus 1815 keurde hij het ‘gedeeltelijke verplaatste Orgel in de A:kerk’ en gaf toen ‘eene aanwijzing hoe ingevolge bestek tusschen Heeren Kerkmeesteren en den orgelmaker Timpe, door laatstgenoemde behoorde te worden gehandelt’. Kennelijk waren er meningsverschillen opgetreden. Van Dam ontving voor zijn bezoek f. 20,-­‐ en verrichtte van 26 – 31 december 1815: ‘een finaal examen’. Zijn onkosten bedroegen in totaal f. 139=16=: [afbeelding 000, nota L. van Dam] Daarnaast werd het wel en wee van het orgel tijdens de transitieperiode van demontage tot wederopbouw ‘bewaakt’ door J.C. van Dunné (als ‘kundig organist’ daartoe door H.H. kerkvoogden aangewezen), getuige diens navolgende verklaring: “Ik ondergetekende, Organist te Groningen, bekenne en verklare by dezen volkomen te willigen en tot volmachtigen de Heer S: Neumark alhier woonachtig om ten mynen behoeve te vragen, en te ontvangen van de H:H: Voogden van de A.Kerk te Groningen de gelden door dezen aan my toegelegd of als nog aan my zullende toeleggen voor een douceur voor alle geleverde myne gepresteerde Werkzaamheden van toevoorzigt over het uit de Academiekerk gedemoveerde en in de voornoemd A.Kerk wederom gerestablisseerde Orgel; -­‐ voorts om. des vereischt, daar voor Kwitancie te passeren, -­‐ zullende het geen door ZEd. in dezen zal worden verrigt; door my voor deugdelyk even als of door zulks door my zelfs ware geschied, gehouden worden.-­Groningen den 20 October 1816 [w.g] J:C: van Dunné Het bedrag ‘wegens het gehouden opzicht over het orgel’ werd hem, getuige de bewaard gebleven kwitantie van S.[M.] Neumark, inderdaad op 30 december van dat jaar betaald.50 Uiteindelijk zouden de kosten voor overplaatsing, aanpassing, nieuwe ornamenten etc. in totaal 9545 gulden bedragen.51 Naar een nieuwe organist Om het Schnitgerorgel opnieuw te laten functioneren zou er na de voorgaande orgelloze periode weer een organist moeten worden aangesteld. De kerkeraad ontving niet lang na de demontage van het instrument in de Academiekerk al een brief van “De organist van Dúnnen recommendeerende zich schriftelijk om in de Der Aakerk als organist geplaatst te worden, dit zijn verzoek daarmede aandringende dat hij ook in de academiekerk dit orgel bediend had.’52 Het betrof duidelijk Johannes Christianus van Dunné, zoals we al zagen de opvolger van (grootvader) Johannes Tammen in de Academiekerk vanaf 1809. Hij kende het Schnitgerorgel derhalve goed. De kerkeraad van de Der Aa-kerk besloot echter 50 Salomon Meijer Neumark was geboren in Leeuwarden. Hij overleed op 31 juli 1819 op vijfentwintigjarige leeftijd in Groningen. Na eerst in 1811 aan de Franker universiteit ingeschreven te zijn, had hij vanaf 1812 in Groningen rechten gestudeerd, was er op 19 juni 1817 ook gepromoveerd en was bij zijn overlijden advocaat. 51 GrA, toegang 1517, inv. nr. 8, d.d. 19 februari 1817. 52 Idem, d.d. 23 november 1814. 135

142 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication