16

Rond 800 treden er belangrijke veranderingen op. Geen lijkverbranding meer, maar bijzetting in grafheuvels met bijgaven. Vooral voor hun vorsten en mogelijk ook hun priesters (druïden) zijn deze bijgaven vaak zeer kostbaar. In Hallstatt beginnen de Kelten nu ook ijzeren voorwerpen te vervaardigen. Vooral hun zwaarden vinden overal gretig aftrek. Het is tevens het begin van het belangrijkste tijdperk van de Keltische cultuur. Deze breidt zich uit in het oosten tot Praag en Wenen, in het westen naar Bourgondië. Bij Augsburg op de Hexenbergle wordt een adellijke Kelt in een grafheuvel bijgezet met een met brons beslagen vierwielige wagen. Dit wordt beschouwd als het oudste wagengraf van de Kelten. Het werd samen met nog 7 andere grafheuvels in 1960 gevonden. Rond 750 komen ten zuiden van de Alpen de Etrusken zich vestigen. Tussen hen en de Kelten ontstaat een intensief ruilverkeer en ook hun culturen beïnvloeden elkaar. Ook rond deze tijd sterft op het gebied van de huidige stad Frankfurt een Keltische vorst. In zijn grafheuvel, met een omtrek van 36 m. vindt men later in een eikenhouten kamer zijn gebeente. Hij moet ongeveer 50 à 60 jaar oud geweest zijn en 1.75 meter groot. De bijgaven zijn zo bijzonder dat hij wordt gezien als de eerste Keltische vorst. Een van die bijgaven is een zeer fraai bewerkt zwaard. 10 Ook rond deze tijd vestigen zich Keltisch sprekende stammen op het Iberisch Schiereiland en vermengen zich, volgens Griekse bronnen, met de daar levende bevolking. De Grieken zelf stichten rond 600 de stad Marseille. Zij hadden al een levendige ruilhandel met de Kelten. Wijn en keramiek werden geruild tegen bronzen of ijzeren metaalwaren, dierenvellen en slaven. Door de Grieken werden zij gezien als een drank en oorlogszuchtig volk. Een van hun grote centra is de Heunenburg, een omwalde vesting van 70 ha met 5000 à 10.000 inwoners. Gelegen aan de bovenloop van de Donau tussen Ulm en Sigmarinen. Diorama in het Heuneburg museum

17 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication