377

Bijzonder is dat de kinderen ook nog recht hebben op 400 gld. van de erfgenamen Wilbert Philips te Worcum. (oude naam voor Woudrichem). Wijlen Henrick van Dunne had hier een brouwerij in gemeenschap met Lenaert Philips. Hierna worden alle onkosten genoemd en ook de reparaties aan de huizen. Genoemd o.a. een rekening van Philip de Later, schalidecker, voor 800 schaliën (leistenen) voor brouwerij De Werelt. Van het huis De Drie Ruijten wordt als beschrijving gegeven; winkel, keukenen achterkamer, 50 voet samen. Achter het huis een plaats met planken afgeschermd. Het huis is voor met schaliën en achter met pannen bedekt. De waarde is geschat op 1050 gld. Het huis De Weerelt bestaat uit winkel, keuken, achterkamer met zijkamerke, samen 56 voet lang en breed 21 voet. Achter het huis is een plaats met een huiske.Daarachter komt de mouterij, die 27 voet breed is en lang 30. Op de mouterij is een vliering met pannen bedekt. Dan is er nog de brouwerij met turfhok, 56 voet breed en 84 lang met zolder. Neffens de brouwerij is een afganck (overdekte opslagplaats) om tonnen op te slaan. Tevens is daar een mogelijkheid om brandewijn te maken. Aan de oostzijde is de gang met poort komend aan een grote plaats met paardestal en tendeele onderkeldert. Dit grenst achter aan de Drie Ruijten. Ook de onkosten voor de kinderen worden nu vermeld. Dit voor elk kind afzonderlijk. Als eerste de uitgaven voor FRANCHOIS. Ook hier weer slechts enkele voorbeelden. Deze geven echter wel een goed inzicht in de opvoeding en scholing. In april 1652 is Franchois met rendants vrouw en Jenneke Put zijn moeije (tante) naar Antwerpen gegaan op bezoek bij zus Cathelijne. Een rekening laat ook zien dat Franchois tot 12 april 1650 in de kost is geweest bij zijn oom Heer Peter van Dunne, pastoor te Rethy. Aan mondkost betaalt hij hiervoor 86 gld. per jaar. Vandaar is Franchois op 1 mei 1650 naar Wouter Hoevenaaers gegaan in Turnhout voor 108 gld. per jaar. Hij gaat dan op school in Turnhout. Op 1 augustus 1650 is hij ten huize van de rendant gekomen en daar verbleven tot 5 oktober, waarna hij weer naar zijn school in Turnhout is vertrokken. Regelmatig zijn er ook rekeningen voor boeken, papier en schrijfgerei. Ook veel rekeningen betreffende zijn kleren. Op 22 september 1650 zijn bij Michiel van de Avoirt, laeckenkoper op de Haeghdijck 7 ellen stof gekocht voor 46 rgld. om een nieuw kleed te maken. Aan Geraert Ballet, knoopmaecker worden 12 rgld. betaald voor zilveren en zijden knopen. Willem van der Hulst, kleermaker mag er voor 7 rgld. een kleed van maken. Franchois krijgt ook een nieuwe hoed voor 4 gld. bij Jacop Janssen, hoedemaker in de Lange Brugstraet. Tot slot levert schoenmaker Jan Claessen een nieuw paar voor 38 st. Franchois gaat zijn studie in Antwerpen vervolgen waar hij verblijft bij de weduwe van Ambrosius van Dijck. Tot 30 juli 1653 wordt aan de weduwe mondkost betaald. Voor de laatste 10 maanden is het bedrag 168 gld. Hierna gaat Franchois in Leuven studeren. Voor de eerste 3 maanden mondkost wordt aan Boerke de Voerman 24 pattacons betaald, overeenkomend met 60 rgld. In 1660 wordt weer een lange lijst opgesteld. Voogd Jan Michiel van de Avoirt is dan al overleden op 6 januari 1658. Franchois is nu 25 jaar en licentiaat in de rechten. Hij is op 19 maart 1656 van Leuven naar Breda gekomen en tot 30 mei bij zijn voogd verbleven. Daarna naar ’s-Gravenhage vertrokken en gaan wonen bij Augustijn Boomaerts. Dit om op het comptoir (kantoor) te gaan schrijven van de procureur Ravesteijn om de praktijk te leren. 371

378 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication