403

Christoffel de Bringues en Adriana Sophia van Bernagien (IXb). Uit dit huwelijk nog geen kinderen bekend. Sebastiaan Sebastiaan van Bernagien, tr. (2) met Anna Emmerentia Kerckrinck, dr. van Willem Kerckrinck (koopman) en Emmerentia Nuijts, ged. te Amsterdam op 25 mrt 1672. Uit dit huwelijk nog geen kinderen bekend. Anna Emmerentia Kerckrinck, dr. van Willem Kerckrinck (koopman) en Emmerentia Nuijts, tr. (2) met mr. Jacob Beck, directeur van Curacao van 1704 tot 1709, ovl. te Bergen Noorwegen [Norway] in jun 1709. Loopbaan op Curacao 1682-1700, Sebastiaan vertrekt op 30 mei 1682 met het schip de Margriet voor de W.I.C. vanaf de rede van Texel naar Curacao. Hij begint als assistent met een salaris van 16 gld per maent. Op 3 november 1685 bevordert tot vaendrig met salaris van 32 gld per maent. Hij wordt commissaris over den slavenhandel op 13 augustus 1691 en verdient dan 41 gld. en 30 ct. per maent. Commissaris representerende de directeur volgt op 2 maart 1693 en een aanzienlijke salarisverhoging tot 141 gld. per maent. Op 2 juli van datzelfde jaar wordt hij provisioneel directeur en commissarios over den treijn en slavenhandel en verdient dan 191 gld. Tot slot wordt hij directeur van Curacao op 31 december 1694. Het salaris is dan 1000 gld. per maent. Hij blijft dit tot zijn overlijden op 19 april 1700. Als directeur kreeg hij de opdracht om zijn aandacht te wijden aan de katoencultuur en kreeg via een schrijven van de Heren XIX te horen dat hij het godsdienstig leven op Curacao diende te behartigen omdat aan kerkgang weinig werd gedaan en men zelfs op zondagen de koffiehuizen bezocht voor vermaak bij spel en drank. In 1699 kreeg hij een aanschrijving om geen uitvluchten meer te zoeken om de bezuinigingsplannen niet sneller uit te kunnen voeren. Een andere vermaning had hij al ontvangen op Kerstavond 1694 van de Heren XIX. Er waren toen 4 slaven gevonnist wegens een misdrijf. Een werd opgehangen, een tweede de rechterhand afgehakt en de twee anderen moesten met een strop om de hals onder de galg staan. De Heren vonden dat door het afkappen van de hand de slaaf zijn handelswaarde kwijtraakte en ten laste kwam van de Compagnie. Deze gegevens zijn afkomstig van L. Lapikás uit de genealogie van Kerckrick. 397

404 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication