47

Kort overzicht van de geschiedenis van Alphen: Een eerste vermelding van Alphen vinden we al in 709 wanneer Engelbert, zoon van Gaotbert, aan bisschop Willibrord al het erfgoed schonk, dat hij bezat te Alphen in de gouw Taxandria. Dit erfgoed bestond uit 11 hoeven, met herenhuis, met de horigen en hun goed en vee. 41 In 726 schenkt Willibrord deze bezitting aan de Benedictijnenabdij van Echternach. Rond deze tijd zal ook een kerk in Alphen zijn gesticht. In 1175 staat de abdij van Echternach de kerk van Alphen, wegens lange onachtzame besturing door haar pastoors, af aan Wilbert de abt van de Norbertijnenabdij van Tongerlo, tegen een vergoeding van een mark zilver. Als tegenprestatie moet de abdij van Tongerlo de pastoor voor de parochie leveren. 1 Toch blijkt Echternach het eigendomsrecht te houden. Iedere nieuwe abt van Tongerlo moet n.l. door de abt van Echternach als pastoor van Alphen worden aangesteld. Op zijn beurt had deze dan weer het recht om de werkelijk dienstdoende zielzorger in Alphen aan te wijzen. Tot 1833 heeft Tongerlo dit patronaatsrecht behouden. Vooral in de 13e eeuw heeft de abdij er veel bezittingen bijgekregen. Deze werden tot 1796 verpacht aan lokale families. In de 12e eeuw krijgt de Heer van Breda meer invloed. Diverse jongere zonen van deze Heer dragen de titel Heer van Alphen. Alphen blijkt dus een heerlijkheid te zijn. In 1229 is Gilles van Breda er de heer. Ook genoemd Philips van Liederkerke die tevens heer was van Ulvenhout en een zoon van Raso van Gavere, de heer van Breda. In 1342 komt de heerlijkheid aan Willem van Duivenvoorde, die haar weer overgeeft aan Jan van Polanen, waardoor zij definitief komt bij het land van Breda. 1 Dr. M.A.Erens De oorkonden van de abdij van Tongerloo, deel I nr. 27

48 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication