98

Lang heeft Martine niet kunnen genieten van haar aankoop. Reeds op 2 april 1628 overlijdt zij. Jarenlang vernemen we niets meer over het huis. Pas op 21-1-1660 verklaart Johan Wils, apothecaris, dat hij op 12-6-1658 gekocht heeft uit ’s-Heerehant (gedeeltelijke beslaglegging) zijn onderpand zijnde de huijsinge aan de veemerctstraete aan de westzijde van het huijs Het Sweert, toebehorend notaris en procureur Johan Beris . De akte vertelt verder dat het huis bewoond werd door luitenant Overschie en dat nu luitenant Wittenhorst er woont. De erfgenamen van Martine hebben het dus verhuurd na haar dood. Ook staat in de akte dat het huis behoort aan de weduwe van Hr. Doctor Frederick Vermie. Johan Wils legt beslag wegens een vordering van 735 gld. tegen penning 20 sedert 8 juli 1657 , een vordering van 1000 gld sedert 26 februari 1658 en nog een som van 100gld en een van 250 gld. wegens gedane reparaties aan dit huis. Tevens gedaan wegens ontlasting van de borgtocht ,bij hem aangegaan, voor de weduwe Vermie in het proces tegen Heeren wethouderen bij Joost Borckhouts, maior op Louvesteijn.18 92 Enkele jaren later op 5 april 1660 verkoopt Johan Wils aan Godefroy Le Maire, schoolmeester en gehuwd met Juffr. Judith Drentwedde het huis met het achterhuis en de gang neve de weduwe Pedro Blandino. Hij heeft het opgewonnen bij veste van 21 januari 1660, zoals wij hierboven reeds zagen. De omschrijving is dat het gelegen is naast notaris Johan Beerse huijs gen. ’t Sweert op deen en Jan Niclaes Keijsers huijs gen. St. Huijbert op dandere zijde. Noord de weduwe Blandino en voorts moet alles blijven zoals Juffr. Elia van Dunne ,weduwe van Dr. Frederick van der Mie, toebehoort heeft en haar bij doode van haar moeder Martine van der Eijgen is toegecomen. De verkoopsprijs is 4400 gld.19 Johan Wils was geen onbekende van de familie. Gedoopt te Breda in januari 1613 in de rk kerk aan de Brugstraat huwde hij op 27 november 1636 met Perina van Bernagien, dochter van de brouwer Cornelis Goos van Bernagien en Maeijke Henrick Cornelis van Dun. Hij was een zeer vermogend man en behoorde tot de katholieke elite van Breda. Naast zijn apotheek aan de Grote Markt bezat hij nog diverse huizen in Breda, landerijen en moeren voor de turfwinning. Samen met Johan de Wijse, gehuwd met Ida van Ruckphen was hij ook eigenaar van hoeve, huijsinge en landerijen van Grimhuijsen in Ulvenhout. Hier liet hij illegaal de pastoor van Ulvenhout zijn godsdienst oefeningen houden tijden de 80 jarige oorlog. Hij stierf kinderloos op 2 oktober 1679. In zijn testament stond als bijzondere bepaling dat de dienstbode haar leven lang het huisje De Pomp mochtblijven bewonen, gelegen op de hoek van de Waterstraat. Hierna zouden de profijten van dit huis en de twee daarachter gelegen wooningen 50 jaar lang aangewend moeten worden ten behoeve van de armste en behoeftigste bloedverwanten.20 18 SAB R 537 f 11v, 21-­‐1-­‐1660 19 SAB R 537 f 33 , 5-4-1660 20 G.J. Rehm , De Bredasche Apothekers van de 15e tot de 19e eeuw

99 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication