46

InfraTech Bruggen, viaducten, sluizen en kades die in de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd, bereiken nu het einde van hun levensduur (foto: Rijkswaterstaat). InfraTech Series over vervanging en renovatie ‘Waterschappen kunnen best vaker naar andere sectoren kijken’ Door Armand Landman Alleen door kennis en ervaring met elkaar te delen is de enorme vervangingsopgave waar de Nederlandse infrasector voor staat, goed te managen. Dat bleek tijdens de vierde uitzending van de InfraTech Series, de online talkshow in aanloop naar InfraTech 2021 Hybride. In de uitzending spraken Marco Hofman van De Bouwcampus en Bas Nanninga van Hoogheemraadschap Delfland over het thema ‘Vervanging en renovatie’. Precieze aantallen zijn lastig te geven. “Er zijn organisaties die heel goed weten hoe het er met hun areaal voorstaat”, zegt Marco Hofman van De Bouwcampus. “Rijkswaterstaat bijvoorbeeld. Dat heeft een programma waarin heel veel kunstwerken zijn opgenomen waarvan ze weten: ‘Daar moet binnenkort echt iets mee gaan gebeuren’.” Volgens Hofman is er daarnaast een tweede categorie assetbeheerders die dat ook goed weet en die bovendien aangeeft er ook voldoende middelen voor te hebben. En dan is er een redelijk grote groep van opdrachtgevers die weliswaar stellen dat ze geen problemen voorzien, maar die simpelweg geen idee hebben van de omvang van de verouderde kunstwerken die ze beheren. “Er worden wel eerste schattingen gemaakt en dan zie je oplopende curves van miljarden euro’s.” Italiaanse toestanden Overigens verwacht Hofman in Nederland geen Italiaanse toestanden, waarbij bruggen of viaducten letterlijk op 46 WATERFORUM NR 7 instorten staan. “Ik denk niet dat we het in Nederland zover laten komen. Aan de andere kant: inzakkende kademuren in Amsterdam zijn wel een waarschuwing. En ik denk niet dat dit het laatste geval zal zijn.” Bas Nanninga van het Hoogheemraadschap van Delfland constateert dat de enorme aantallen bruggen, viaducten, sluizen en kades die in de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd, nu het einde van hun levensduur bereiken. “Overigens is dat al jaren bekend. We zijn dus niet verrast, maar dat doet niets af aan de enorme opgave.” Nanninga ziet bovenop de reguliere vervanging echter ook een aantal andere ontwikkelingen. “Waar wij als waterschap veel mee te maken krijgen, is bijvoorbeeld de klimaatverandering. Meer regen die gevolgd wordt door periodes van langdurige droogte. Dat betekent niet alleen dat we moeten vervangen of renoveren, maar dat we tegelijk moeten kijken of het allemaal nog wel de juiste afmetingen heeft. Om met de nieuwe ontwikkelingen mee te kunnen, hebben we op veel plaatsen extra waterberging en extra capaciteit van sluizen en gemalen nodig.” Nanninga vertelt dat het Hoogheemraadschap van Delfland rond de eeuwwisseling al veel last had van de hevige regenval, waardoor er veel wateroverlast was. “Er is toen al fors geïnvesteerd in bergings- en afvoercapaciteit. Daar zijn we nog steeds mee bezig. En de laatste jaren zien we dat we steeds meer met droogte te maken krijgen. Gelukkig kunnen we nog prima aan de watervraag voldoen, maar het laat duidelijk zien dat we een transitieperiode meemaken.” Samenwerking Juist de enorme omvang en complexiteit van de vervangings- en renovatieopgave maken samenwerking volgens Hofman onontbeerlijk. “De Bouwcampus is ooit opgericht om opdrachtgevers en opdrachtnemers op neutraal

47 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication