0

NUMMER JAARGANG 16 - DECEMBER 2020 € 12,50 7 Marjan Minnesma wil 25-puntenplan voor waterkwaliteit Water Mining haalt waarde uit afvalwater Hoe waterschappen de micro’s bestrijden Burgerwetenschappers

Betrouwbare en veilige industriële datacommunicatie oplossingen vragen om samenwerken WESTERMO heeft een jarenlange geschiedenis in het ontwikkelen en produceren van betrouwbare industriële netwerk oplossingen met een bijzonder lange levensduur. In een steeds sneller veranderende omgeving, met meer                 WESTERMO heeft een decennia terug WeOS geïntroduceerd, haar eigen robuuste besturingsplatform voor de gehele netwerk switch lijn. Toekomstgericht met periodiek functionele uitbreidingen om adequaat kwetsbaarheden te                   MODELEC, waarmee kunnen wij je helpen? • Netwerk ontwerpen    • Afname testen FAT/SAT • Ondersteuning op locatie • Trainingen Industrieel Ethernet switch, compact voor laag 2 switching tot routing Industrieel Ethernet extender switch, voor bestaande 2 draads bekabeling Industrieel Ethernet routing switch, krachtig voor de meest robuuste vorm van ICT www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

Inhoudsopgave ‘Nederlands waterkwaliteitsbeleid is te halfslachtig’ 11 Citizen Science Dankzij de onderzoeken van ‘burgerwetenschappers’ ontstaat een beter beeld van de kwaliteit van de kleine wateren in ons land. 23 29 42 19 Urgenda-directeur Marjan Minnesma vindt dat Nederland moet stoppen met ‘pappen en nathouden’ en zich sterker moet richten op uitvoering en handhaving van de KRW. Greep krijgen op opkomende stoffen Het Nederlandse oppervlaktewater bevat niet zozeer meer, maar wel steeds meer verschillende verontreinigingen, doorgaans in lage concentraties. De strijd tegen de micro’s De roep om alle microverontreinigingen op de rwzi tegen te houden neemt toe en waterschappen komen in beweging. Deel 2 van een tweeluik. Grondstoffen uit afval- en zeewater Een consortium onder leiding van de TU Delft zoekt naar combinaties van watertechnologieën om grondstoffen terug te winnen uit afval- en zeewater. Verder in dit nummer Nieuws 6 - Personalia 9 - Terugblik op 2020 15 - Bron- en ketenaanpak 16 - Column Sander Mager 18 Fotoreportage Stuw Linne 26 - Drones 33 - Column Jac van Tuijn 41 - InfraTech Series 46 Column Esther de Wit 53 - Bedrijvenregister 54 WATERFORUM DECEMBER 2020 3

Kleine investeringen VOOR GROTE OPLOSSINGEN U zoekt een - tijdelijke - oplossing voor een waterzuivering, waterhergebruik of andere waterbehandeling? En u wilt liever niet investeren? Europa’s grootste verhuurvloot biedt u complete full-scale                            Bel of mail Logisticon Verhuur voor een áltijd passende huur- of lease-oplossing. Logisticon Water Treatment B.V. Logisticon Verhuur B.V. Energieweg 2 2964 LE Groot-Ammers, Nederland T +31 (0)184 60 82 60 E water@logisticon.com W www.logisticon.com

Gedragswetenschap en waterkwaliteit De waterkwaliteit is al jarenlang een ondergeschoven kindje in het Nederlandse beleid. Of, zoals Natuur en Milieu het wellicht wat stellig verwoordt, het krijgt geen prioriteit op de politieke agenda en de versnippering van de taken zorgt ervoor dat geen enkel overheidsorgaan zich verantwoordelijk voelt. Zo zijn er bijvoorbeeld nog geen lozingseisen voor duizenden stoffen die de waterkwaliteit bedreigen, zoals organische microverontreinigingen, microplastics en pathogenen in rioolwater. Nederland, op milieugebied ooit een Europese koploper, geeft op eigen houtje geen normen af en wacht op Europees beleid. Hoewel in dit vacuüm de roep om microverontreinigingen op een rwzi tegen te houden toeneemt, aarzelen de waterschappen met de inzet van geavanceerde en kostbare zuiveringstechnieken. Er zijn immers geen wettelijke richtlijnen en een extra behandelingsstap leidt tot extra kosten en een hoger energieverbruik, leest u in het tweede deel van het tweeluik over ‘De strijd tegen de micro’s’. Schoon water vraagt echter niet alleen verandering van waterschappen, landbouw en industrie, maar ook van gewone burgers. Wat spoel je wel of niet door de wc of je gootsteenputje? Gebruik je bestrijdingsmiddelen in je tuin? Het lijken kleine vragen, met kleine effecten. Maar ook die kleine acties van al die Nederlanders hebben samen een behoorlijk effect op de waterkwaliteit, schrijft Sander Mager, bestuurslid van de Unie van Waterschappen in een column in deze editie. Gedragswetenschappers kunnen helpen om het gedrag de gewenste richting te sturen. Er mogen dan talloze regels zijn die Nederland moeten helpen om de kwaliteit van gronden oppervlaktewater op peil te houden, uit de column van Esther de Wit-De Vries van de WUR blijkt dat we met regels niet elk gewenst gedrag bereiken. Om dat gedrag te veranderen, kan de inzet van gedragswetenschappen helpen. Gedrag is ook essentieel om de coronapandemie onder controle te krijgen. Het merendeel van de werkende bevolking is het thuiswerken en videobellen meer dan beu. De mens is en blijft nu eenmaal een sociaal dier dat niet alleen een gevoel van autonomie nodig heeft, maar vooral door verbinding met anderen pas volledig tot zijn recht komt. Hopelijk kunnen we het normale leven zo spoedig mogelijk hervatten. Voor nu wenst de redactie van WaterForum u fijne feestdagen en een voorspoedig en gezond 2021! Adriaan van Hooijdonk Hoofdredacteur WaterForum Coverfoto Vang de Watermonsters is een landelijk burger - onderzoek om de waterkwaliteit van kleine wateren in kaart te brengen. Het onderzoek wordt georganiseerd door Natuur en Milieu en de ASN Bank, zeven waterschappen, de Unie van Waterschappen en de Waterschapsbank (foto: Natuur en Milieu). Marjan Minnesma wil 25-puntenplan voor waterkwaliteit Water Mining haalt waarde uit afvalwater Hoe waterschappen de micro’s bestrijden NUMMER JAARGANG 16 - DECEMBER 2020 € 12,50 7 Burgerwetenschappers Colofon WaterForum Vakblad voor de watersector Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht T +31 (0)184 - 48 10 40 E info@acquimedia.nl Bladmanagement en advertentieverkoop Henno Ploeg, henno@waterforum.net T +31 (0)184 - 48 10 46 Abonnementenadministratie Waterforum Magazine wordt op aanvraag en tegen betaling van abonnementsgeld (€ 49,95 ex. BTW) toegestuurd aan relevante doelgroepen. Aanvraag en/of mutaties via info@waterforum.net Disclaimer AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volle digheid van de gegevens. Uitgever, hoofdredactie en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op informatie in deze uitgave. Redactie Hoofdredactie Adriaan van Hooijdonk, redactie@waterforum.net Eindredactie Jeroen Bezem Redacteuren Esther Rasenberg, Pieter van den Brand, Marga van Zundert en Jac van Tuijn Vormgeving D’sign Rotterdam © AcquiMedia 2020 Auteursrecht op inhoud en vormgeving zijn voorbehouden aan de uitgever. Gehele of gedeeltelijk overname van artikelen uit WaterForum is slechts toegestaan met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. www.waterforum.net WATERFORUM DECEMBER 2020 5

Nieuws Deltacommissaris wil water sturend maken bij beleid landgebruik Deltacommissaris Peter Glas (foto: John van Hamond). Als het aan deltacommissaris Peter Glas ligt, wordt de factor water voortaan sturend bij beleids- en investeringsbeslissingen betreffende landgebruik. “We konden ons technisch veel permit teren bij investeringsbeslissingen en het democratisch toedelen van functies aan landgebruik. Het water is volgend en het waterschap zorgt ervoor dat het water wordt gefikst. Die tijd hebben we wat mij betreft achter ons gelaten. Water moet integraal deel gaan uitmaken van alle ruimtelijke afwegingen en planuitwerkingen”, zei hij bij de toelichting op zijn Deltaprogramma 2021 in de Tweede Kamer. Glas ging in zijn toelichting nader in op de drie pijlers van het programma: waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimtelijke klimaatadaptatie. Bij alle fysieke ingrepen in ons land moet rekening worden gehouden met die drie pijlers, vindt de deltacommissaris. “Dit moet doorwerken in de omgevingsvisies van Rijk, provincies en gemeentes”, zei hij. Glas noemde de bouwopgave als voorbeeld: “Hou bij locatiekeuze en gebiedsinrichting van nieuwe woonwijken rekening met klimaatverandering, zowel op de korte als de lange termijn. Dat geldt ook voor investeringen in beheer en onderhoud van infrastructuur, natuur, landbouw en energie.” Na de coronacrisis Wat betreft de waterveiligheid ligt het Deltaprogramma tot 2050 goed op koers, liet Glas weten. “Gelukkig is voor de waterveiligheid in het Deltafonds tot 2034 al 16,8 miljard euro structureel gereserveerd”, stelde hij. Toch waarschuwde de deltacommissaris voor bezuinigingen: “Nederland zit in zwaar weer. De gevolgen van Covid-19 manifesteren zich op de Rijksbegroting. Daarom doe ik een oproep om juist nu te investeren in de existentiële veiligheid, leefbaarheid en het klimaatadaptief inrichten van ons land. Een klimaatbestendige delta is misschien wel de eerste basisvoorwaarde voor een duurzaam economisch herstel na de coronacrisis.” Er komt een digitale proeftuin voor droogtebestrijding Het inzetten van nieuwe technologieën en data science kan helpen bij de aanpak van de droogteproblematiek. In een ‘DigiTuin Droogte’ komt daarom ruimte voor innovatie en experimenten met nieuwe data-sciencetechnieken. Deze digitale proeftuin wordt ‘aangelegd’ in DigiShape, een open innovatieplatform van bedrijven, kennisinstellingen en overheden die samen de potentie van digitalisering voor de watersector benutten. De DigiShape-programmalijn Droogte wordt getrokken door Deltares, in samenwerking met o.a. Rijkswaterstaat en HKV lijn in water. De basis voor een digitale proeftuin werd gelegd tijdens het DigiShape Droogtewebinar, dat begin november plaatsvond. De vijftig deelnemers, afkomstig uit waterbeheer, bedrijfsleven en kennisinstellingen, wezen op het belang van meer samenwerking op het gebied van droogte en data science, zowel voor kennisuitwisseling tussen experts als voor co-creatie tussen experts en eindgebruikers. Zo ontstond het idee voor de DigiTuin Droogte. Het idee moet nog verder worden uitgewerkt, maar de initiatiefnemers voor deze digitale proeftuin hopen dat ze nu al meer mensen, organisaties en bedrijven enthousiast kunnen maken om zich bij dit initiatief aan te sluiten. Meer info: www.digishape.nl/programma/droogte 6 WATERFORUM NR 7

Nieuws Herziene Europese Drinkwaterrichtlijn kan snel van kracht zijn In januari 2021 zou de herziening van de Europese Drinkwaterrichtlijn een feit kunnen zijn, nu de Europese Raad het voorstel voor de herziening heeft geadopteerd. Onder de nieuwe regels worden de kwaliteitsnormen voor drinkwater geactualiseerd en wordt een kosteneffectieve, risicogebaseerde benadering voor het bewaken van de waterkwaliteit geïntroduceerd. Ook komen er eisen voor materialen die in contact komen met drinkwater, zoals leidingen. In de nieuwe Drinkwaterrichtlijn is verder de toegang tot drinkwater voor iedereen vastgelegd en de Europese Raad komt ook tegemoet aan de groeiende bezorgdheid over de effecten van hormoonontregelaars, geneesmiddelen en microplastics op de menselijke gezondheid. Door de invoering van een watchlist kan de EU nieuwe kennis over deze stoffen en hun relevantie voor de menselijke gezondheid opvolgen. Na goedkeuring door het Europees Parlement, naar verwachting in de week van 14 december, wordt de richtlijn officieel gepubliceerd door de Europese Unie en twintig dagen later zullen de nieuwe regels van kracht zijn. Daarna hebben de lidstaten twee jaar de tijd om de nationale wet- en regelgeving aan te passen om aan de vereisten van de nieuwe drinkwaterrichtlijn te voldoen. Nieuwe satelliet brengt zeespiegelstijging beter in kaart Het Europese ruimtevaartprogramma ESA lanceerde op 21 november even na 18 uur de nieuwe aardobservatiesatelliet Sentinel-6 Michael Freilich. Deze levert een bijdrage aan het wereldwijde onderzoek naar klimaatverandering en gaat nauwkeurig de stijging van de zeespiegel in kaart brengen. De Sentinel-6-missie is onderdeel van het Europese aardobservatieprogramma Copernicus, waarin ook het KNMI deelneemt (foto: ESA/NASA). Tweede Kamer wil dat Volkerak-Zoommeer zoet blijft De Tweede Kamer heeft een motie van CDA en SGP aangenomen waarin de regering wordt verzocht het plan voor verzilting van het Volkerak-Zoommeer definitief te schrappen. Vorig jaar besloot het kabinet het zout maken van het Volkerak-Zoommeer al tot 2030 uit te stellen. Het is nu aan de minister van IenW om uitvoering te geven aan deze motie. Chris Stoffer (SGP), die de motie indiende samen met Jaco Geurts (CDA), heeft er goede hoop op dat het kabinet zich aansluit bij de mening van de Tweede Kamer. “Ik heb de indruk dat de minister eieren voor haar geld kiest. Ze reageerde redelijk positief op onze motie.” De motie werd niet unaniem aangenomen: GroenLinks, SP en PvdA stemden tegen. Vissen in het Volkerak-Zoommeer (foto: Rijkswaterstaat / Ruben Smit). WATERFORUM DECEMBER 2020 7

Water. Driven. Society. Water. Driven. Business. Water. Driven. Future. Water dient miljarden mensen en vraagt om een duurzame aanpak. Gericht op een toekomst waarin we in balans leven met de natuurlijke grondstoffen die de aarde te bieden heeft. NWP is een netwerkorganisatie met een missie om mondiale waterproblemen op te lossen. Door internationale zichtbaarheid te vergroten, samenwerking mogelijk te maken, marktinzichten te verbinden met oplossingen en proactieve kansen te ontwikkelen, verbeteren we het succes van de Nederlandse watersector. Word lid van het grootste internationale waternetwerk van Nederland netherlandswaterpartnership.com

Personalia Ahmed Aboutaleb, burgemeester van Rotterdam, is toegetreden tot de raad van bestuur van het Resilient Cities Network (RCN), het wereldwijde netwerk dat zich inzet om steden weerbaar te maken tegen de sociale, economische en klimatologische uitdagingen van de 21e eeuw. Rotterdam is lid van het RCN via het programma Resilient Rotterdam (foto: Marc Nolte). Jeroen Roosien is bij Holland Water gestart als chief operating officer. Hij wordt bij Holland Water verantwoordelijk voor de dagelijkse operatie, schaalvergroting van de organisatie en de integratie van geacquireerde bedrijven. Boerenvoorman Jakob Bartelds is door LTO Noord benoemd in het algemeen bestuur van Waterschap Hunze en Aa’s. Bartelds volgt Jan Batelaan op, die onlangs vertrok om wethouder te worden in Smilde in Midden-Drenthe. Bartelds neemt plaats in de fractie Geborgd Ongebouwd (Landbouw). Helga Linnartz volgt Rob Hommersen op als directeur Endress+Hauser Nederland. Hommersen gaat na 42 jaar met pensioen. Linnartz, geboren in Duitsland en doctor in de fysica, begon in 1998 bij Endress+Hauser in Reinach als productspecialist voor flowmeting. Sinds 2004 werkte zij in Nederland lange tijd in managementfuncties op de afdelingen marketing, service en sales. Sinds 2018 ondersteunt zij Hommersen als manager Sales. Voormalig KWR-directeur Wim van Vierssen is gekozen als vice-president Innovatie van Water Europe. Tomas Michel werd tot juni 2022 herkozen als president. Naast Wim van Vierssen zijn er nog vier andere vice-presidents gekozen: Hans Goosens als eerste vice-president (VP), Marie-Renée de Roubin als VP for Finance, Chrysi Laspidou als VP for Technology and Research en David Martin als VP voor Advocacy. Miguel Delcour is benoemd tot directeur van het KIVIbureau. Hij heeft per direct de taken van interim-directeur Bart Struwe overgenomen. Delcour studeerde Technische Bedrijfskundige/Grafisch Management aan de hogeschool in Tilburg en Bedrijfswetenschappen aan de RSM Erasmus Universiteit te Rotterdam. Eveline Buter en Wouter Bijman zijn tijdens de aandeelhoudersvergadering van ingenieursbureau Witteveen+Bos, benoemd tot respectievelijk directeur en algemeen directeur. Deze directiewissel stond al gepland voor het voorjaar van 2020, maar moest vanwege de coronacrisis worden uitgesteld. Karin Sluis is teruggetreden als algemeen directeur. Stephan van der Biezen zet zijn huidige rol in de directie voort. Met de toetreding van de ingenieurs Buter en Bijman groeit de directie van Witteveen+Bos van twee naar drie leden. Het algemeen bestuur van Water schap Vallei en Veluwe beveelt Marijn Ornstein aan als nieuwe dijkgraaf voor het waterschap. Als de voordracht door een Koninklijk Besluit wordt bekrachtigd, wordt Ornstein de opvolger van Tanja Klip-Martin, die per 1 februari 2021 zal terugtreden. SNV Nederlandse Ontwikkelingsorganisatie heeft Simon O’Connell benoemd tot nieuwe ceo, als opvolger van Meike van Ginneken, die SNV verliet om in Rome aan de slag te gaan als vice-president Strategie en Kennis bij het International Fund for Agriculture Development (IFAD). SNV Nederlandse Ontwikkelingsorganisatie is werkzaam in 35 landen in Afrika, Azië, Latijns-Amerika en de Balkan en is daar vaak nauw betrokken bij uiteenlopende water- en sanitatieprojecten. Gerhard van den Top is herbenoemd als dijkgraaf van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht (AGV). Hij werd in het Provinciehuis van Noord-Holland beëdigd door de Commissaris van de Koning, Arthur van Dijk. De benoeming geldt voor een periode van zes jaar. Meer personaliaberichten op www.waterforum.net/personalia WATERFORUM DECEMBER 2020 9

Mensen doen het Watermonsters-project vaak samen met hun kinderen. Waterkwaliteit Waterkwaliteit kan profiteren van burgerwetenschap Citizen Science Door Esther Rasenberg Er zijn steeds meer programma’s waarmee burgers onderzoek kunnen doen naar waterkwaliteit. Deze ‘citizen science’-onderzoeken zijn ooit gestart om het waterbewustzijn van burgers te vergroten, maar dankzij deze initiatieven ontstaat nu ook een beter beeld van de kwaliteit van de kleine wateren in ons land. Kan burgerwetenschap dan ook een bijdrage leveren aan het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water? “Burgerwetenschap gaat het verschil niet maken, maar het kan wel helpen om de metingen uit te breiden en het meetnetwerk verder te verdichten. Voor het vaststellen van de kwaliteit van waterlichamen in het kader van de Kaderrichtlijn Water is burgerwetenschap overigens niet per se nodig. Een goed monitoringssysteem kun je niet vervangen door citizen science, maar het kan een goede aanvulling zijn”, stelt Arnold van Vliet van Wageningen University (WUR). Hij is gespecialiseerd in de ontwikkeling en coördinatie van citizen science-netwerken. Ook Diederik van der Molen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat erkent dat ‘sommige aspecten van de waterkwaliteit om zeer specifieke metingen vragen, die alleen in gecertificeerde laboratoria plaatsvinden’. Maar hij benadrukt dat de betrokkenheid van burgers bij de waterkwaliteit ook een belangrijk doel is van de Kaderrichtlijn Water. En die betrokkenheid neemt door dit soort onderzoeken toe. Van der Molen: “Door meer ‘ogen en oren’ in het veld te hebben, kunnen waterbeheerders ook sneller anticiperen op specifieke situaties.” Financiële ondersteuning Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat volgt de verschillende initiatieven voor burgerwetenschap nauwlettend. Van der Molen: “Wij De burgerwetenschapsprojecten vergroten de betrokkenheid van burgers bij de waterkwaliteit en dat is een belangrijk doel van de Kaderrichtlijn Water. WATERFORUM DECEMBER 2020 11

Waterkwaliteit hebben ook financieel bijgedragen aan verschillende projecten. Bijvoorbeeld aan de ontwikkeling van waterdiertjes. nl en aan het opzetten van een community of practice waterbewustzijn, in samenwerking met STOWA, het kennisinstituut van de waterschappen. Dit soort onderzoek draagt bij aan waterbewustzijn en helpt ook om ons als beleidmakers scherp te houden.” Veel mensen denken dat onderzoek laten uitvoeren door burgers een makkelijk en goedkoop alternatief is voor professionele monitoring. Volgens Arnold van Vliet is dat een misvatting. “Citizen science is niet goedkoop, het is niet eenvoudig te organiseren en er is veel expertise voor nodig. Burgerwetenschapsprojecten kunnen profiteren van de vele meetgegevens die al verzameld worden in professionele monitoringprogramma’s. Er is een rijkdom aan data, maar die is moeilijk toegankelijk of te interpreteren. Deze data biedt kansen om vrijwilligers te motiveren om mee te helpen met het onderzoek, als je ze beter en meer uitlegt hoe het met de waterkwaliteit staat en hoe zij kunnen bijdragen aan het onderzoek en de uiteindelijke verbetering van de waterkwaliteit.” Communicatie Volgens Van Vliet is het vooral belangrijk dat er dankzij burgerwetenschap in de samenleving een gesprek wordt gevoerd over waterkwaliteit. “Als je wilt gaan monitoren, moet je er actief over communiceren.” Bij elk citizen science-programma hoort een uitgebreide communicatiecampagne. Onlangs nog werden de resultaten bekendgemaakt van het nationale wateronderzoek ‘Vang de watermonsters’ van Natuur en Milieu en de ASN Bank. Ruim 2600 burgeronderzoekers deden dit jaar met behulp van een meetkit onderzoek naar de waterkwaliteit van slootjes, vennen, beekjes en kleine plassen. Uit de resultaten van ‘Vang de watermonsters’ blijkt dat de waterkwaliteit bij 80 procent van kleine wateren die normaal niet worden bemonsterd, matig tot slecht is. In totaal werden er voor dit onderzoek 14.830 meetkits verspreid onder burgeronderzoekers. Gedurende een periode van zeven weken konden burgerwetenschappers met een Watermonsters-meetkit op een zelfgekozen locatie en moment metingen uitvoeren en vervolgens de meetgegevens en foto’s van de gemeten locatie uploaden via een interactieve website. Niet alle burgers die een meetkit ontvingen, voltooiden de onderzoeksopgaven. Met 2611 unieke inzendingen was de response rate bijna 18 procent. Secchi-schijf Volgens woordvoerder Wietske de Lange van Natuur en Milieu hangt de respons af van het type onderzoeker. “Je kunt werken met ervaren onderzoekers of eenmalige onderzoekers. Watermonsters richt zich op mensen die nog niet echt betrokken zijn bij waterkwaliteit en biodiversiteit. Voor deze doelgroep zijn we tevreden met het responscijfer. Mensen doen het ook vaak samen, met kinderen bijvoorbeeld. Op die manier zijn er ook meer burgers bij het onderzoek betrokken. Uit de reacties van het laatste onderBurgerwetenschappers In ons land worden meerdere citizen science-projecten uitgevoerd. Het is niet mogelijk om alle projecten hier te benoemen. Vandaar dat we inzoomen op een kleine selectie van aansprekende voorbeelden. Nationale waterdiertjestelling De Nationale waterdiertjestelling is een onderzoeksproject om de biodiversiteit van ons water beter in kaart te brengen. Deelnemers vangen met een schepnet minimaal 50 waterdiertjes en zij verzamelen die in een witte bak met water. Met behulp van GPS en de mobiele telefoon voeren zij vervolgens op de website www.waterdiertjes.nl in welke waterdiertjes ze in welke hoeveelheid hebben aangetroffen. Ieder dier op waterdiertjes.nl heeft een kwaliteitsindex. Een dier met 5 druppels vind je vooral in heel schoon . Een dier met maar 1 druppel is een indicatie van vies water. Wie veel soorten diertjes met 5 druppels eft, weet dat hij of zij te maken heeft met gezond water. Mooie insecten, zoals libellen, zijn afhankelijk van gezond water omdat hun larven daarin leven. De waterdiertjestelling is een initiatief van het educatieve onderzoeksprogramma GLOBE. Dit project wordt Een dier me water. Een vies wate aantreft gezon afha daa in ondersteund door de WUR, Ons Water, IVN, NIOO-KNAW, de Unie van Waterschappen, STOWA, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en Watereducatie. Vang de watermonsters Vang de Watermonsters is een landelijk burgeronderzoek om de waterkwaliteit van de kleine wateren van Nederland in kaart te brengen. Het onderzoek wordt georganiseerd door Natuur en Milieu en de ASN Bank, zeven waterschappen, de Unie van Waterschappen en de Waterschapsbank. In 2020 heeft de tweede editie van dit citizen scienceproject plaatsgevonden. Alle deelnemers krijgen een meetkit waarmee de waterkwaliteit op een paar punten kan worden onderzocht. Onder meer de helderheid van het water met een zelfgemaakte secchi-schijf, het nitraatgehalte met een meetstripje uit de kit en de aanwezigheid van planten en dieren. Burgeronderzoekers maken ook foto’s om vast te leggen waar is gemeten en om de begroeiing en helling van de oever te laten zien. 12 WATERFORUM NR 7

Waterkwaliteit zoek bleek dat sommige deelnemers moeite hadden met het maken van de secchi-schijf (die wordt gebruikt om de troebelheid van het water te meten – red.) en dat zij daarom de metingen soms niet helemaal hebben afgemaakt.” Uit onderzoek van de TU Delft uit 2017 blijkt dat professionals in eerste instantie ook twijfelden aan de betrouwbaarheid van de data die gemeten zijn door burgers. Van Vliet geeft aan dat de betrouwbaarheid van de metingen inmiddels redelijk goed is. “Dat komt omdat in de regel 10 procent van de waarnemers 90 procent van de ingestuurde metingen doen. Zij hebben veel ervaring en worden behoorlijk professioneel. De betrouwbaarheid zal ook verder toenemen als er sensoren gebruikt gaan worden. Je kunt dan bijvoorbeeld werken met kleuropzetstukjes en met de camera in je mobiele telefoon kleuren van diverse wateren vastleggen.” Factor van belang Dankzij een toename van het aantal initiatieven en technische ontwikkelinNiet alleen voor burgers zijn er citizen Boerenwetenschappers Niet alleen voor burgers zijn er citizen science-projecten, ze zijn er ook specifiek voor boeren. Agrariërs kunnen de waterkwaliteit in hun sloten en akkers meten, maar door middel van sensoren ook vaststellen of er te weinig of te veel water aanwezig is. Nitraat App Met de Nitraat App kunnen boeren zelf vaststellen hoeveel nitraat er in hun oppervlakte- en grondwater terechtkomt. Met behulp van een teststrip kunnen ze via de app natte nitraatstrips uitlezen. Het gebruik van de Nitraat App is gratis; alleen de benodigde teststripjes van Hach kosten zo’n 50 cent per stuk. Met behulp van deze app kunnen boeren werken aan het verbeteren van de waterkwaliteit. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat mest niet meer rechtstreeks in sloten terechtkomt. Agrarische ondernemers moeten voldoen aan de nitraatrichtlijn uit 1991, die erop gericht is de waterkwaliteit in heel Europa te beschermen. Dit jaar won de Nitraat App van Deltares een Europese innovatieprijs: de digital water award van Water Europe. (S)ken je sloot In het project (S)ken je sloot meten boeren die hun land natuurvriendelijk beheren, zelf het aantal waterplanten in hun sloten. Zij gebruiken daarvoor de App Survey 123. Het project is een initiatief van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, dat samen met ingenieursbureau Tauw dit project heeft opgezet. De boeren krijgen voor hun deelname een financiële vergoeding van het waterschap. Boeren Meten Water In het project Boeren Meten Water werken boeren, waterschappen en Acacia Water samen om inzicht te krijgen in het watersysteem om zo verzilting en bodemdaling te signaleren. Met behulp van de meetapparatuur de AquaPin en de AquaMobile meten zij waterkwaliteit, bodemvocht en de (grond)waterstand in perceel, drain en sloot. De deelnemers kunnen de individuele en regionale data bekijken via een interactief dashboard. Op basis van deze gegevens kunnen de boeren en waterschappen beslissingen nemen zoals extra beregenen, niet met een zware machine het land op te gaan of om de sloten en drains door te spoelen. science-projecten, ze zijn er ook specifiek voor agrariërs, zoals het project Boeren Meten Water. gen is de kans dus groot dat burgerwetenschap een factor van belang wordt bij het behalen van de doelen van de Kaderrichtlijn Water. Als de data uit de verschillende onderzoeken worden gebundeld, kan er in de toekomst gericht onderzoek worden uitgevoerd om kennisleemtes te vullen of om de effectiviteit van maatregelen in kleine wateren te monitoren. Betrokken burgers kunnen zich dan ontpoppen als hoeders van de waterkwaliteit. WATERFORUM DECEMBER 2020 13

Column Terugblikken op 2020 Door Rogier van der Sande, voorzitter Unie van Waterschappen Eind 2019 blikte ik vooruit en zei dat 2020 het jaar van ‘doen’ zou worden. We hadden veel gepraat over het Klimaatakkoord, het Deltaprogramma, het Hoogwaterbeschermingsprogramma en nog legio andere overeenkomsten gesloten. 2020 zou in het teken staan van de overgang van praten naar doen. En dat is het ook geworden. Ondanks dat de wereld gedeeltelijk plat kwam te liggen door een pandemie, gingen de waterschappen door met de zorg voor sterke dijken, schoon en voldoende water. Onder andere onze helden op de rioolwaterzuiveringsinstallaties, de peilbeheerders en de dijk- en water kwaliteitsinspecteurs zorgen ervoor dat Nederland, ook tijdens de coronacrisis, schoon en veilig wordt gehouden. Waarbij ze door metingen op onze rioolwaterzuiverings installatie ook nog inzicht weten te geven in de verspreiding van het virus en dus helpen aan de bestrijding van het virus. Aanpassen aan nieuwe realiteit Het werk ging dus door en we pasten ons aan. En niet alleen door corona werd een beroep gedaan op ons aanpassingsvermogen. Ook de toenemende weersextremen lieten zien dat aanpassen aan de nieuwe realiteit van extreem droge zomers en extreem intense hoosbuien nodig is om schade en overlast zoveel mogelijk te beperken. We begonnen het jaar met de uitzonderlijke situatie dat lokaal grondwaterstanden na de droge zomer nog steeds niet op het gewenste peil waren en er tegelijkertijd hoogwater was bij de grote rivieren. Te veel en te weinig water. Het bestaat in Nederland naast elkaar. Als waterschappen staan we voor de uitdaging: hoe houden we het water tegen en hoe houden we het water vast? We bereiken de grenzen van ons watersysteem en daarom is overlast op dit moment onvermijdelijk. Dit is geen status quo die we in stand willen houden. We willen Nederland klimaatbestendig maken en samen met provincies, gemeenten, het Rijk en stakeholders in de regio zorgen voor meer waterberging en een gezonde bodem die als spons kan werken. De ambities zijn groot, maar het realisme ook: niet alles kan. Groen uit de crisis Wat een jaar van actie moest worden, is ook een jaar van reflectie geworden. Door de coronacrisis veranderde ons dagelijks leven drastisch en konden we reflecteren op ons gedrag van vóór de crisis. Waar willen we naar terug en wat laten we achter in 2020? De waterschappen hebben al aangegeven net als het kabinet te kiezen voor investeren in plaats van bezuinigen. Met een jaarlijks investeringsbudget van 1,7 miljard euro zorgen de waterschappen voor veilige dijken, schoon water en het voorbereid zijn op wateroverlast en droogte. Ook geven we een impuls aan de waterbouw in Nederland en dragen we eraan bij om groen uit de coronacrisis te komen. De waterschappen houden de kosten, en daarmee de lastenstijgingen, zo laag mogelijk. Zeker in deze onzekere tijden voor onze inwoners en bedrijven is dat erg belangrijk. Dat doen we door te innoveren en samen te werken met andere partijen. Ondanks de coronacrisis zijn de waterschappen erin geslaagd hun investeringen op peil te houden en ook daadwerkelijk uit te voeren. Ook hier uit zich het aanpassingsvermogen van de waterschappen. Onze bestuurders en medewerkers wisten zich verder in korte tijd te bekwamen in het online vergaderen, waardoor ook op afstand het werk en het democratische proces dat hoort bij het besturen van een waterschap door kon gaan. Met de opgedane ervaring en onze doe-mentaliteit heb ik alle vertrouwen in 2021. Benieuwd naar onze ambities voor 2021? Kijk op uvw.nl en meld u aan voor de nieuwsbrief! WATERFORUM DECEMBER 2020 15

Waterschappen Bronaanpak speerpunt waterkwaliteitsbeleid van de waterschappen Voorkomen is beter dan genezen Door Michaël Bentvelsen en Edith Kruger-Schippers De waterschappen werken met veel ambitie aan het terugdringen van de CO2 -uitstoot, meer hergebruik van grondstoffen en een milieu dat vrij is van vervuilende stoffen. Maar dat gaat niet vanzelf. Een betere waterkwaliteit betekent bijvoorbeeld meer zuiveren en dus meer energieverbruik. En teruggewonnen grondstoffen zijn vaak niet vrij van verontreinigingen. Hoe ga je daarmee om? Volgens de Unie van Waterschappen ligt de sleutel in de ketenaanpak én in bronaanpak. Een klimaatneutraal 2050. Dat is de overkoepelende ambitie van de Europese Commissie met haar Green Deal. De pijlers van deze Green Deal, die eind 2019 is gepresenteerd, zijn erg relevant voor de waterschappen. De Europese Commissie benoemt belangrijke uitgangspunten: een reductie van de emissie van broeikasgassen, een circulaire economie met hergebruik Technieken voor verdergaande waterzuivering vragen bijna altijd om extra inzet van grondstoffen en meer verbruik van energie. van grondstoffen en een milieu dat vrijwel vrij van toxische stoffen is. Ook in de herziening van de Richtlijn stedelijk afvalwater komen deze uitgangspunten terug. Ze vormen de basis voor een toekomstperspectief van rioolwaterzuivering. De Nederlandse waterschappen zijn op alle drie uitgangspunten van de Green Deal al een tijd bezig. Via de Energie- en Grondstoffenfabriek wordt al samengewerkt aan energieneutraliteit en aan het hergebruik van grondstoffen. Daarnaast werken de waterschappen samen aan de ont wikkeling van technieken om microverontreinigingen (met een focus op medicijnresten) uit rioolwater te verwijderen. 16 WATERFORUM NR 7

Waterschappen Een betere waterkwaliteit past bij één van de pijlers van de Europese Green Deal: een milieu dat vrijwel vrij van toxische stoffen is. Waterschappen meten regelmatig de waterkwaliteit van de oppervlaktewateren. Duurzame ambities De combinatie van deze drie doelstellingen levert echter ook interne spanningen op. Immers, technieken voor verdergaande zuivering vragen bijna altijd om extra inzet van grondstoffen en meer verbruik van energie. De mogelijkheden voor hergebruik van grondstoffen gewonnen uit rioolwater staan onder druk door de beeldvorming dat deze grondstoffen (deels) verontreinigd kunnen zijn. Daarom wordt het rioolslib van de waterschappen verbrand, wat minder duurzaam is dan hergebruik als compost of organische stof. Volledig voldoen aan de Europese uitgangspunten voor duurzaamheid kunnen de waterschappen daarom niet alleen. En er is meer nodig dan alleen technische innovaties. Ook de maatschappij moet meebewegen. Belangrijke begrippen daarbij zijn bronaanpak en ketenaanpak. Met bronaanpak wordt bedoeld dat we zoveel mogelijk voorkomen dat milieubelastende stoffen in ons rioolwater terechtkomen. Dit maakt extra inspanningen bij het zuiveren immers niet nodig. Bron- en ketenaanpak Met ketenaanpak bedoelen we dat alle partijen die betrokken zijn bij de productie en het gebruik van milieubelastende stoffen, een steentje bijdrage aan het oplossen van het probleem. In het verlengde daarvan ligt de aanpak via ‘extended producers responsibility’ (EPR). Hiermee wordt bedoeld dat een producer van stoffen of producten verantwoordelijk blijft voor deze producten, ook als ze via consumenten bij het afval belanden. Die verantwoordelijkheid kan zich bijvoorbeeld vertalen in een gezamenlijk inzamelingsprogramma, of een financiële verwijderingsbijdrage. Voor autobanden, plastic verpakkingen en witgoed wordt dit al toegepast. Deze uitgangspunten zijn niet nieuw, maar momenteel wel actueel door de vergrote aandacht voor ‘opkomende stoffen’, zoals microplastics, nanodeeltjes, persistente stoffen als PFAS, hormoonontregelende stoffen en medicijnresten. Voor veel van deze stofgroepen weten we niet precies in welke mate ze invloed hebben op de ecologie of volksgezondheid, maar we zien wel dat ze overal opduiken en moeilijk te verwijderen zijn. Voor deze stoffen is een technologische oplossing - beter zuiveren met behulp van technieken als actieve kool, ozon, UV of membraantechnologie - natuurlijk mogelijk en soms nodig. Maar die oplossing is duur en niet duurzaam. De keuze voor een bronaanpak is lastiger, omdat daarmee de inzet van een hele reeks partijen en gedragsverandering bij de consument gevraagd wordt. Uiteindelijk is die aanpak wel duurzamer en effectiever. Watersector pakt handschoen op Inmiddels worden de principes van bronaanpak en ketenaanpak ook steeds meer vertaald naar de watersector. De ketenaanpak medicijnresten is daarvan een voorbeeld, waarin de overheid, farmacie en zorgsector samen tot bronmaatregelen komen - uiteraard met randvoorwaarde dat elke patiënt moet kunnen beschikken over de juiste medicatie. Voor een stofgroep als PFAS wordt inmiddels door veel partijen ingezien dat een brede restrictie van het gebruik van dit soort stoffen wenselijk is. De Unie van Waterschappen ziet graag dat de EPR-aanpak verder wordt uitgewerkt en zich vertaalt in consequent beleid. De vervuiler aan zet dus. De waterschappen willen hier samen met hun partners naartoe werken en dit begint bij het delen van kennis. In de Kennis Impuls Water Kwaliteit (KIWK) zijn daarom ook projecten opgenomen die alle partijen moeten helpen bij het bewerkstelligen van deze gedragsverandering. Dit betekent dat we het probleem van waterverontreiniging niet louter technisch benaderen, maar juist ook aanvliegen vanuit de bestuurskunde en gedragswetenschap. Door de ketenaanpak met verschillende ‘vervuilers’ op te zetten, ontstaan zinvolle ingrepen die uiteindelijk moeten leiden naar een effectieve bronaanpak. De waterschappen zetten dus stappen richting een structurele bron- en ketenaanpak om gevaarlijke stoffen zoveel mogelijk te weren uit het milieu, waarbij inzet voor een klimaatneutraal Europa geen energie en grondstoffen kost, maar juist oplevert. Kijk voor informatie over wat de Unie van Waterschappen doet op deze onderwerpen op uvw.nl en schrijf u in voor de nieuwsbrief. WATERFORUM DECEMBER 2020 17

Column Schoner water begint bij jezelf Door Sander Mager, bestuurslid Unie van Waterschappen Meer blauwalg en verzilting door toenemende droogte, afspoeling van gewasbeschermingsmiddelen en mest, opkomende chemische stoffen zoals PFAS en microplastics: de waterkwaliteit in Nederland staat onder druk. Dit terwijl de vraag naar schoon water groter is dan ooit. Onze natuur, drinkwaterproductie, industrie, landbouw en recreatie vragen allemaal om voldoende water van goede kwaliteit. Deze enorme opgave zullen de waterschappen nooit alleen kunnen realiseren. Zorgen voor schoon water moet, maar het lukt alleen samen. Deze zin vat de inzet van de waterschappen als het gaat om waterkwaliteit doeltreffend samen. Daarom ben ik ook zo enthousiast over het citizen science-project Vang de Watermonsters! Vang de Watermonsters is een samenwerking tussen Natuur en Milieu, zeven waterschappen, de Unie van Waterschappen en de ASN Bank. 2600 vrijwilligers onderzochten afgelopen zomer de kwaliteit van kleine wateren zoals slootjes, vennen, vijvers, grachten en kleine plassen in Nederland. Zij deden mee uit interesse voor water, om er lekker op uit te gaan als ‘onderzoeker’ en misschien zelfs uit zorg over kwaliteit van ons water. Fantastisch als mensen zo hun betrokkenheid bij water tonen. Kleine vragen Schoon water vraagt niet alleen verandering van waterschappen, landbouw en industrie, maar ook van gewone burgers. Wat spoel je wel of niet door de wc of je gootsteenputje? Gebruik je onkruidbestrijdingsmiddelen in je tuin? Ruim je hondenpoep op? Voer je de eendjes in de sloot met brood? Het lijken kleine vragen, met kleine effecten. Maar ook al die kleine acties van al die Nederlanders hebben samen een behoorlijk effect op de waterkwaliteit. We kunnen dus nog veel meer waterbetrokken burgers gebruiken. Wat mij betreft leggen we dus de lat voor de volgende editie nog hoger, laten we twee keer zoveel mensen activeren om volgend jaar mee te doen. Betrokkenheid van mensen is enorm belangrijk om de noodzakelijke veranderingen in Nederland te realiseren. Juist nu we ons steeds meer gaan realiseren dat zelfs in Nederland Waterland voldoende water geen vanzelfsprekendheid meer is en schoon water ook steeds vaker een uitdaging wordt. Problemen benoemen De resultaten van Vang de Watermonsters laten zien dat we nog een enorme opgave voor de boeg hebben. De waterschappen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de waterkwaliteit. Helaas nog lang niet overal met voldoende effect. Wij kiezen ervoor om duidelijk te benoemen waar de problemen zitten. Heel actief zoeken waterschappen de samenwerking met al die partijen die nodig zijn om de problemen weg te nemen en samen de waterkwaliteit verder te verbeteren. Met een stevige aanpak aan de bron om vervuiling te voorkomen, want wat er aan vervuiling niet in gaat, hoeven wij er ook niet uit te halen. Slimme maatregelen om bestaande vervuilingen uit het water te zuiveren, komen daar dan bij. Ik ben er trots op dat de waterschappen de afgelopen tijd veranderd zijn van civieltechnische organisaties naar maatschappelijke partners die samen met medeoverheden, bedrijven en inwoners, verantwoordelijkheid nemen voor de grote opgaven van deze tijd. Want zorgen voor schoon water moet, maar het lukt alleen samen! 18 WATERFORUM NR 7

Marjan Minnesma kreeg landelijke bekendheid met de door stichting Urgenda gewonnen ‘Klimaatzaak’ (foto: Chantal Bekker/Urgenda). Interview Urgenda-directeur Marjan Minnesma: ‘Stel een 25-puntenplan voor waterkwaliteit op’ Door Pieter van den Brand Nederland is het slechtste jongetje van de klas bij het halen van de Europese waterkwaliteitsdoelen. Niet Brussel, vindt Urgenda-directeur Marjan Minnesma, maar de lidstaten zelf moeten zich de slechte waterkwaliteit van meren en rivieren aantrekken. En anders heeft ze nog een voorstel: maak een uitgebreid puntenplan voor de waterkwaliteit en smeed daar een brede maatschappelijke coalitie voor. Directeur Marjan Minnesma verwierf zo’n vijf jaar geleden landelijke bekendheid met de door stichting Urgenda gewonnen ‘Klimaatzaak’. In 2015 verplichtte de rechter de Nederlandse staat om de uitstoot van broeikasgassen met 25 procent terug te dringen in 2020. Samen met 900 mede-eisers had Urgenda de staat aangeklaagd, omdat de overheid te weinig maatregelen neemt om de risicovolle klimaatverandering te voorkomen en daarmee burgers in gevaar brengt. Het duurde nog tot eind december 2019 tot ook de Hoge Raad Urgenda in het gelijk stelde en het kabinet knarsetandend werk moest gaan maken van de klimaatdoelen, die ons land nota bene zelf alweer zo’n tien jaar geleden heeft ondertekend en erkend. Nu het Urgendadoel voor 2020 ondanks de economische malaise door de coronacrisis vermoedelijk niet wordt gehaald, zoals het Planbureau voor de Leefomgeving recent heeft voorspeld, dringt Urgenda bij het kabinet aan op extra maatregelen. Zo niet, dan volgt een hernieuwde gang naar de rechter. Minnesma’s voornaamste wens is dat Nederland in 2030 energieneutraal is. “We kunnen dat doen als we dat willen en zelfs voor een betaalbare prijs. De techniek is er, maar dan moet er wel een andere houding komen.” Als landelijk ambassadeur van WATERFORUM DECEMBER 2020 19

Interview Het CV van Marjan Minnesma Marjan Minnesma (1966) studeerde bedrijfskunde, rechten en filosofie en begon haar carrière bij adviesbureau Slot & Partners. Als adviseur innovatie en duurzaamheid ging ze in 1994 naar uitvoeringsorganisatie Novem van de rijksoverheid (het huidige RVO). Vijf jaar later werd ze campagnedirecteur voor Greenpeace. Daarop kreeg Minnesma een baan als onderzoeker bij het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Ze werkte daar aan milieu- en rechtsvraagstukken en ontmoette er de huidige hoogleraar transitiekunde Jan Rotmans, die haar overhaalde naar de Erasmus Universiteit in Rotterdam te komen. In 2007 startten de twee stichting Urgenda. Sinds 2010 is Minnesma fulltime directeur van deze organisatie voor innovatie en duurzaam heid, die het proces van verduurzaming in ons land wil versnellen met een ‘urgente agenda’. Minnesma realiseert zich dat haar doelen ambitieus zijn, maar tegelijkertijd wil ze hoog inzetten. Urgenda doet spraakmakende projecten en helpt koplopers met opschalen, terwijl ze bouwt aan een brede duurzaamheidsbeweging. Uiteindelijk moeten bedrijven, particulieren en overheden het wel zelf doen. Minnesma is al verschillende malen tot nummer 1 gekozen van de Duurzame 100, de lijst met de meest invloedrijke ‘duurzame’ Nederlanders van dagblad Trouw. politieke partij Water Natuurlijk wil ze ook de waterschappen tot actie manen, onder meer door drijvende zonnepanelen op hun wateren te zetten, die meedraaien met de zon. Maar het is Minnesma niet alleen om het klimaat en de energietransitie te doen. Ook waterkwaliteit en biodiversiteit gaan haar aan het hart. “Deze twee thema’s zijn bepalend voor een gezonde leefomgeving”, licht ze toe. Een aantal maanden terug is Urgenda een crowdfundingactie gestart om in ons land duizend hectare aan kruidenrijk grasland in te zaaien. De actieorganisatie heeft voor boeren een prijs weten te realiseren die bijna de helft onder die van een hectare aan Engels raaigras ligt. “Er is dan minder kunstmest nodig”, zegt Minnesma, “wat weer scheelt aan nutriëntenuitspoeling naar de sloten. Zo werken agrariërs niet alleen aan het verduurzamen van de landbouw, maar ook aan een schone waterkwaliteit. We hebben al zo’n 800 hectare weg kunnen zetten.” Is ons land wel voldoende waterkwaliteitsbewust? “Mijn indruk is dat alleen de experts weten dat het niet goed is gesteld met de kwaliteit van ons oppervlaktewater. Ik denk dat de doorsneeburger daar nog amper bekend mee is. Uit onderzoek weten we dat 80 procent van de burgers zich zorgen maakt om de gevolgen van de klimaatverandering, maar slechts weinig inwoners zijn zich bewust van de slechte kwaliteit van ons water. Als je naar het water in je omgeving kijkt, lijkt het schoon. De blauwe Middellandse Zee ziet er ook schoner uit dan de grijze Noordzee, maar dat is helemaal niet zo. In waterkwaliteit schieten ze beide tekort. Zolang de bevolking zich daar niet druk over maakt, komen politici niet in actie.” Nederland is Europees hekkensluiter bij het halen van de doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Hoe verklaart u dit falen? “Dat Nederland in Europa slecht scoort in waterkwaliteit was me bekend, maar dat we onderaan het lijstje van de KRW bungelen, wist ik niet. Vergaande maatregelen zijn vereist. Het kabinet voert een te halfslachtig waterkwaliteitsbeleid. Het zou zich sterker moeten richten op de uitvoering en handhaving van de KRW. Intussen vragen we in Brussel uitzonderingen aan voor het merendeel van onze KRWwateren. Er heerst een beleid van pappen en nathouden. Dat is funest om de waterkwaliteit te bevorderen. In het VVD-programma voor de Tweede Kamerverkiezingen bespeur ik minachting voor de verdragen die ons land 20 WATERFORUM NR 7 Strokenteelt, met verschillende gewassen op één perceel, is niet alleen goed voor het bodemleven en de biodiversiteit, er zijn ook minder gewasbeschermers nodig (foto: Dronewerkers/WUR).

Interview ondertekend heeft. Als we de doelen niet halen, spelen we de vermoorde onschuld. Dat was bij de CO2 -doelen en bij de stikstofaanpak al zo, en zie je nu bij waterkwaliteit. Dat is ronduit hypocriet. Nederland heeft zich aan de KRW gecommitteerd en moet nu actie ondernemen. Natuurlijk zijn we een dichtbevolkt land, maar we hebben veel dieren per vierkante kilometer. Dat heeft ons veel gebracht als exportland, maar we hebben ons milieu flink vervuild. Al dat spuiten met chemicaliën heeft voor een ophoping van persistente gifstoffen in bodem- en waterleven gezorgd. De dit jaar overleden toxicoloog Henk Tennekes heeft daar altijd voor gewaarschuwd, maar door de chemiereuzen werd hij verketterd. Intussen gebeurde er niets. Nu pas ziet iedereen in dat hij eigenlijk gelijk had, maar de impact op ons ecosysteem is behoorlijk desastreus.” In een recent Kameroverleg over het mestbeleid suggereerde minister Schouten dat we in gebieden waar de KRW niet wordt gehaald, niet langer bepaalde gewassen moeten telen. Is dat een opening? “Minister Schouten wil vooral de rit uitzitten tot de verkiezingen in maart. Dit is hooguit een aanzetje voor haar opvolger. Als minister heeft ze een mooi stuk geproduceerd over kringlooplandbouw, maar het hangt van abstracties aan elkaar. Het is de hoogste tijd dat ze haar beleid concreet maakt, bijvoorbeeld door minder op dierlijke producten en meer op plantaardige teelten in te zetten. De trend in de maatschappij is immers dat steeds meer mensen vegetarisch eten. Over andere gewassen gesproken, vroeger verbouwden we in Nederland eiwitrijk lupine en koolzaad en allerlei soorten erwten. Dat zijn goede stikstofbinders en ze bevorderen een gezonde bodem en zo een schonere waterkwaliteit. Als we vijf eurocent meer betalen voor onze liter melk of onze kilo aardappelen of graan en ervoor zorgen dat dit geld direct bij de boer terechtkomt, krijgt hij meer armslag voor verbetering. Denk aan strokenteelt met verschillende gewassen op één perceel – dat is niet alleen goed voor het bodemleven en de biodiversiteit, er zijn ook minder gewasbeschermers nodig. Boeren kunnen dan veel preciezer spuiten. Koploperboeren experimenteren hier al mee. Maar het is niet de teeltmethode die de boer van zijn vader heeft geleerd. Om zo’n omslag te bewerkstelligen, hebben boeren extra middelen nodig en dat moeten we ervoor over hebben. Anders gebeurt er niets aan het terugbrengen van nutriëntenemissies en het verbeteren van de waterkwaliteit.” Zou de Europese Commissie niet in actie moeten komen met inbreukprocedures tegen landen die de KRW-doelen niet halen? “Europa valt niets te verwijten. Brussel stelt de kaders, het heet niet voor niets de Kaderrichtlijn Water. De uitvoering ligt bij de lidstaten zelf. Als er dan niets van terechtkomt, heeft de Europese Commissie niet veel tanden. Er is geen Europese politie. Dan resten alleen inbreukprocedures, maar dat instrument wordt zelden ingezet. Er is altijd sprake van een politieke context. Al vind ik dat de Europese Commissie het niet moet nalaten met rechtszaken tegen individuele lidstaten een duidelijk signaal af te geven. De EU-landen moeten de hand in eigen boezem steken. Regeringsleiders moeten zich de waterproblematiek aantrekken en samen afspraken maken om de waterkwaliteit te verbeteren. Uiteindelijk zullen de landen zelf moeten leveren. Maar ze doen niet genoeg. Eerder het omgekeerde. Om een uitweg te vinden uit de stikstofimpasse heeft minister Schouten het terugbrengen van het aantal Natura 2000-gebieden laten onderzoeken, overigens een verzoek van de CDA- en VVD-Kamerfracties. Dat is niet alleen een enorm zwaktebod, maar een totaal averechtse oplossing.” Is er een parallel met de Klimaatzaak en zou eenzelfde rechtsgang denkbaar zijn voor een betere waterkwaliteit? “Het is moeilijk om hetzelfde te doen voor andere dossiers. Voor het aanpakken van de klimaatverandering lag er een algemeen aanvaarde en wetenschappelijk geschraagde norm om de temperatuurstijging op aarde onder de twee graden te houden en de uitstoot van broeikasgassen met 25 tot 40 procent terug te dringen, uiterlijk in 2020. Als dat niet gebeurt, heeft dat nog deze eeuw zeer ernstige gevolgen, dus al voor huidige generaties. Zo’n 200 landen, waaronder Nederland, hebben deze afspraak ondertekend, nog voor Parijs, waar de doelen werden aangescherpt. Zo’n wereldwijde precieze en erkende gevaarzetting ontbreekt voor de gevolgen van een slechte waterkwaliteit. Daar zijn niet zulke afspraken over. In onze zaak konden we nadrukkelijk betogen dat we niet op de stoel van de politiek zitten. De politiek had al besloten dat klimaatverandering gevaarlijk is en de norm erkend. Ons doel was ons kabinet aan dat commitment te houden. Dat maakt dit wel een vrij uitzonderlijk dossier. Voor het aanpakken van de slechte waterkwaliteit zijn vooralsnog andere acties nodig.” Wat stelt u dan voor? “Toen wij de rechtszaak tegen de staat voerden, hebben we met een groep van 800 organisaties een 54-puntenplan gemaakt, waarmee het kabinet het CO2 -reductiedoel kan halen. We hadden daar geen enkele verplichting toe. Maar we dachten: kabinet, doe er je voordeel mee. De eerste versie had zo’n 40 punten, maar het draagvlak groeide en uit alle gaten en hoeken van de samenleving kwamen er punten bij. Een bestaand punt, namelijk het verhogen van het waterpeil in veen- en natuurgebieden, scheelt bijvoorbeeld 0,2 megaton aan broeikasgasemissies per jaar, doordat het veen niet verder uitdroogt. Daar kwam de maatregel bij om boeren te belonen, als ze het peil op hun land een paar decimeter willen ophogen. Uit de medische sector kwam er een advies bij om lachgas als partydrug te verbieden. Dat levert 0,1 megaton CO2 -reductie op. Mijn voorstel zou zijn om experts voor het verbeteren van de waterkwaliteit eenzelfde, misschien ’25-puntenplan’ op te laten stellen. Zoek daar een brede maatschappelijke coalitie bij. Doe een beroep op de creativiteit in de samenleving.” WATERFORUM DECEMBER 2020 21

Innovatieve holle vezel   voor zuiver en betaalbaar water                          Koeltorenwaterbehandeling Bifipro® systeem voor legionella en biofilm preventie Continue monitoring met de bifipro.com software en Silco® Sensor Complete waarborging koelwaterproces Duurzame techniek van koper- en zilverionisatie Chemicaliën vrije waterbehandeling ROI < 5 jaar Conform Nederlandse en Europese wetgeving Sinds 2013 bewezen > 700 systemen o.a.: Schiphol Group Friesland Campina Nederlands Forensisch Insituut Legionella Preventie info@hollandwater.com +31 (0) 343 475 090 www.hollandwater.com Holland Water - Safe Water

Na een herstart van een fabriek op Chemelot ging het onopgemerkt mis in de waterzuiveringsinstallatie van Sitech. Het gevolg: de ‘pyrazool-affaire’. Waterkwaliteit Nieuwe vergunningsprocedure voor industriële lozingen Elke stof bekend en onderzocht vóór lozing Door Marga van Zundert Het oppervlaktewater bevat steeds meer verschillende verontreinigingen. Een nieuwe wijze van vergunningverlening voor industriële lozingen moet meer ‘grip’ bieden op deze opkomende stoffen en een volgende ‘pyrazool-affaire’ voorkomen. “Heel welkom”, aldus Harrie Timmer van Vewin. “We speuren ons te pletter naar vreemde piekjes.” “Na de millenniumwisseling heerste het idee van we-hebben-de-boel-op-orde”, vertelt Roel Kwanten, coördinator opkomende stoffen en waterkwaliteit bij Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. “Op de winkel passen zou de waterkwaliteit op orde houden”. Dat idee kantelde echter definitief in 2015 met de ‘pyrazool-affaire’. Mosselen in de mosselmonitoren sloten massaal hun schelpen voor een mysterieuze stof in het water. Een grote speurtocht leidde uiteindelijk naar de stof en de vervuiler: pyrazool en een chemische fabriek op het Chemelot-terrein. Er was geen opzet in het spel, na een herstart van een fabriek ging het onopgemerkt mis in de waterzuiveringsinstallatie van Sitech. Het gevolg: een maanden lange innamestop voor Maaswater. Een problematische situatie, want zeven miljoen Nederlanders zijn afhankelijk van drinkwater uit de grote rivieren. Een wake-up call, aldus Kwanten, die versterkt werd door incidenten met melamine en de PFAS-problematiek. Het Nederlandse oppervlaktewater bevat niet zozeer meer, maar wel steeds meer verschillende verontreinigingen, doorgaans in lage concentraties. Vaak zijn dat onbekende stoffen met onbekende effecten. Een trend die duidelijk niet past bij de ‘gifvrije samenleving’ die Europa nastreeft in haar Green Deal, of bij de ‘preventie en voorzorg bij nieuwe stoffen’ waar het WATERFORUM SEPTEMBER 2020 WATERFORUM DECEMBER 2020 23

Waterkwaliteit Miljoenen Nederlanders zijn voor hun drinkwater aangewezen op Maaswater (foto: Rijkswaterstaat). recente rapport ‘Greep op gevaarlijke stoffen’ van de Raad voor de Leefomgeving voor pleit. Minisymposium Begin oktober vond een online minisymposium plaats over de ‘opkomende stoffen’, georganiseerd door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, VNO-NCW, de VNCI en WECF. Harrie Timmer van Vewin, de vereniging van drinkwaterbedrijven, pleitte vooral voor meer transparantie: “We meten en speuren ons te pletter naar honderden onbekende piekjes die we in metingen zien. Dat moet echt anders.” Timmer is senior beleidsmedewerker en specialist in de meest beruchte stofcategorie ‘PMT’, dat staat voor persistent, mobiel en toxisch. In andere woorden: stoffen die in water oplossen, niet of nauwelijks afbreken en zo stapelen in het milieu tot mogelijk gevaarlijke concentraties. Transparantie moet, volgens Timmer, bijvoorbeeld komen van een openbaar register van alle geloosde stoffen per stroomgebied en een toetsing voor elke stof op gevolgen voor ecologie en drinkwaterbereiding vóórdat er mag worden geloosd. Nu is het voor drinkwaterbedrijven vaak zoeken naar spelden in een hooiberg wanneer een nieuwe stof opduikt. Wat is het? En is het gevaarlijk? Timmer: “De bron van vervuiling kan om de hoek liggen, maar 24 WATERFORUM NR 7 ook in Zwitserland of Duitsland, waar deelstaten soms alleen een papieren register hebben. Het duurt soms maanden voor we eruit zijn om welke stof het gaat.” “Maar we komen er altijd uit”, klinkt het vervolgens gedecideerd. Een waarschuwing richting lozers, maar ook een geruststelling richting consumenten. Elke stof benoemd Kwanten brengt goed nieuws. Binnen drie jaar moeten de meest risicovolle bedrijven in Nederland allemaal in het bezit zijn van een nieuwe watervergunning. En daarin moet elke stof die op het oppervlaktewater wordt geloosd zijn getoetst, op de gevolgen voor zowel de ecologische waterkwaliteit als voor de drinkwaterbereiding. Kwanten: “Voorheen zijn vergunningen verleend voor producten of stofgroepen, in de nieuwe aanpak gaat het altijd om individuele stoffen, en om alle stoffen.” De nieuwe aanpak volgt op een analyse van 66 van de circa 800 huidige lozingsvergunningen. Daaruit bleek dat driekwart niet up-to-date is, en bij een kwart daarvan is vernieuwing urgent omdat het gaat om stoffen op de ZZSlijst (‘zeer zorgwekkende stoffen’ waarvoor uitfasering is gewenst). Kwanten: “Uit de analyse blijkt overigens geen acuut gevaar, maar we willen dat de vergunningen snel op orde zijn, te beginnen met de meest risicovolle bedrijven.” Om deze nieuwe, landelijke aanpak te ondersteunen worden door Rijkswaterstaat dertien extra mensen aangesteld. En huidige medewerkers krijgen training in de nieuwe methodiek. Sitech, dat de afvalwaterzuivering van industrieterrein Chemelot verzorgt, is als eerste aan de slag gegaan (zie ook kader). Na een extra half jaar uitstel heeft de ontwerpvergunning ter inzage gelegen en zijn inmiddels zienswijzen ingediend. Hans Geijselaers, manager afvalwaterzuivering bij Sitech Services: “Het was een berg werk, die wij toch ook nog hebben onderschat. Er moesten 630 verschillende stoffen worden uitgeplozen. Voor meer dan de helft van die stoffen bestaat nog geen norm. Die moesten we zelf afleiden op basis van bestaande procedures en voorleggen bij het RIVM ter goedkeuring.” Maar door de “enorme klus” heeft Sitech (en Chemelot) ook “enorme stappen gezet”, aldus Geijselaers. “We weten nu met meer dan 98 procent precisie wat hier in het effluent zit, wat er uit elk van de 54 fabrieken stroomt en door de diverse rioolbuizen. We hebben vijf verschillende technieken in huis waarmee we het effluent

Waterkwaliteit bewaken en er wordt op vijf verschillende plekken gemeten vóór de waterzuivering. Vinden we een afwijking, dan gaan hier direct alarmbellen af en gaan we op zoek naar stof en bron. Ik heb het gevoel dat we echt alles uit de kast hebben getrokken om in control te zijn. En we hebben een goede basis om lozingen verder te reduceren.” ‘Lege’ dossiers Timmer is blij met de nieuwe vergunningsmethodiek en ook met de per één juli ingestelde plicht voor bedrijven om waterschap en drinkwaterbedrijf in de regio te informeren over nieuwe, voorgenomen lozingen. “De lozer wordt aan het werk gezet om helder en precies informatie te delen. Dat principe juich ik toe.” Tegelijkertijd is hij voorzichtig: “Het moet nu allemaal nog gaan lopen en het liefst zie ik dit Europabreed gebeuren. Maas en Rijn zijn het afvoerputje van Europa. Voor de fysieke realiteit is de situatie in Zwitserland net zo belangrijk.” De VNCI, vertegenwoordigd door directeur Marion Bloemer, is het hier grondig mee eens. ”Wij pleiten altijd voor milieubeleid op EU-niveau om een gelijk speelveld te creëren.” Maar de chemische industrie krijgt tijdens het minisymposium ook forse kritiek. Van veel ‘opkomende stoffen’ blijken de effecten op waterkwaliteit niet goed onderzocht, ondanks de REACH-plicht (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en restrictie van Chemische stoffen) die sinds 2018 geldt. En nieuwe stoffen - bijvoorbeeld in de PFAS-groep - blijken met regelmaat ‘lookalikes’ waarvoor nog geen verbod of norm geldt, terwijl ze vaak dezelfde problemen veroorzaken. Ook ontglippen stoffen aan de registratieplicht omdat ze als bijproduct zijn gekwalificeerd. Bloemer: “Veel REACH-dossiers zijn inderdaad niet volledig en niet van voldoende kwaliteit. We zijn als VNCI druk bezig om dat met de bedrijven te verbeteren, en dat doen we in nauwe samenwerking met de Europese brancheorganisatie voor chemische bedrijven Cefic.” De chemische industrie op industrieterrein Chemelot bij Heerlen loost het afvalwater via de afvalwaterzuivering van Sitech Services op de Ur, een beek die hier, bij Urmond, in de Maas stroomt (foto: Rijkswaterstaat). Chemelot: geen norm voor 400 van de 630 geloosde stoffen 54 Fabrieken op het chemische industrieterrein Chemelot bij Heerlen lozen hun afvalwater via de afvalwaterzuivering van Sitech Services op de Ur, een kleine (kunstmatige) zijtak van de Maas. Sitech doorloopt als eerste de nieuwe procedure voor een watervergunning voor lozing van effluent. Belangrijk verschil met vorige vergunningen is dat voor elke, individuele stof een ABM-toets moet worden gedaan. ABM staat voor Algemene Beoordelingsmethodiek. De aanvrager moet allereerst nagaan of de stof niet anders kan worden afgevoerd dan via effluent, rekening houdend met de best beschikbare technieken. Is dat onmogelijk, dan volgt een immissietoets: wat zijn de gevolgen van deze stof voor ecologie en drinkwaterbereiding? En voldoet het oppervlaktewater na lozing aan de norm? “Een enorme klus waarvoor we alle registers van de verschillende bedrijven hebben uitgeplozen en uiteindelijk kwamen we uit op 630 stoffen die in het effluent kunnen zitten”, vertelt verbeteringsmanager Hans Geijselaers, die het proces coördineerde. Een lastige kwestie was dat voor veel van deze stoffen het REACH-dossier geen of summiere informatie gaf over de effecten van de stof op waterkwaliteit. En voor 400 van de 630 stoffen bleek geen officiële norm te bestaan. “Daarom hebben we vaak advies moeten inhuren.” Uit alle berekeningen volgden 65 stoffen die mogelijk niet voldoen aan de drinkwaternorm, en maar liefst 100 niet aan ecologische norm. Toch geen reden om in paniek te raken, aldus Geijselaers. “De berekeningen zijn conservatief. Bij daadwerkelijke meting vinden we vaak veel lagere waarden na zuivering. Onze inschatting is dat slechts enkele stoffen misschien niet voldoen aan de vergunningsaanvraag. Daar is dus extra actie nodig.” Welk advies kan Sitech als ‘proefkonijn’ meegeven aan anderen over de nieuwe vergunningsmethodiek? Geijselaers: “Weet wat er op je afkomt. Onderschat bijvoorbeeld niet hoeveel tijd het kost. Ik en collega’s moesten zelf kennis bijspijkeren en advies inhuren. En de normen die je afleidt, moeten langs een klankbordgroep bij het RIVM, die vergaderen niet wekelijks.” Geijselaers deelt overigens graag zijn ervaringen. “Ik heb al bij verschillende gelegenheden uitleg gegeven en ervaringen gedeeld.” Alvast een tip: “In het traject zijn het waterschap en drinkwaterbedrijf vroeg betrokken. Dat was leerzaam voor ons. Je krijgt de probleemstoffen scherper in beeld.” WATERFORUM SEPTEMBER 2020 WATERFORUM DECEMBER 2020 25

Waterbouw Februari: de losgeslagen duwbakken botsen tegen de stuw en beschadigen een deel van de veertien jukken. April/mei: nadat door de aanleg van twee tijdelijke dammen een bouwkuip is gecreëerd, kunnen de oude jukken gedemonteerd worden. Stuw Linne op tijd klaar voor hoogwater Door Jeroen Bezem - Foto’s: Rijkswaterstaat / Mourik Op maandagochtend 10 februari 2020 raakten door de storm Ciara twee lege duwbakken los in de haven van Maasbracht. De bakken raakten op drift en botsten even verderop tegen de stuw bij Linne. Vijf van de veertien jukken van de stuw raakten ernstig beschadigd, maar de stuw bleef gelukkig voldoende stabiel, zodat de mensen die stroomafwaarts van Stuw Linne wonen, niet hoefden te vrezen voor natte voeten. Rijkswaterstaat kon al snel vaststellen dat voor een goede reparatie de stuw deels droog moest worden gezet, zodat ook het deel van de stuw dat normaliter onder water staat, kon worden geïnspecteerd. Besloten werd om bovenstrooms een tijdelijke breuksteendam te bouwen, een klus waarvoor drie weken werd uitgetrokken. In maart kreeg de Maas echter te maken met hoge waterafvoeren en de daarbij behorende hoge stroomsnelheden bemoeilijkten de bouw van de dam aanzienlijk. Met groot materieel werd de klus, met de nodige vertraging, toch geklaard, waarna de onderwaterinspecties veilig konden plaatsvinden. Op basis van die inspecties is een herstelplan gemaakt en half april is er vervolgens ook benedenstrooms een breuksteendam aangelegd, waardoor een bouwput werd gecreëerd. Het reparatiewerk werd in juni voor ruim 12 miljoen euro gegund aan aannemerscombinatie Mourik-Dynniq uit Echt, die eind 2019 ook al voor vier jaar het onderhoud van de bediening van bijna alle objecten (sluizen, stuwen, gemalen en bruggen) in de Maas en de Maaskanalen gegund kreeg. In augustus en september zijn veertien nieuwe jukken en 26 WATERFORUM NR 7 brugdelen geplaatst, daarna zijn de schotten waarmee het water wordt tegengehouden tegen de jukken geplaatst en uiteindelijk zijn de tijdelijke dammen rondom de stuw verwijderd en is de werking van de stuw getest. Sinds 6 november is Stuw Linne weer operationeel. Toch is de renovatie nog niet volledig afgerond. De kraan die wordt gebruikt om de schuiven te bedienen die aan de jukken zijn bevestigd, zal in de zomer van 2021 worden opgeleverd. En dan kan de stuw volgens Rijkswaterstaat weer mee tot 2035. Oktober: de tijdelijke breuksteendammen worden weer afgebroken.

Waterbouw Augustus: de nieuwe jukken worden aangevoerd. September: alle veertien nieuwe jukken zijn gemonteerd. Het wachten is nog op de schotten die het water kunnen tegenhouden. Juni: werkers op de fundering van de stuw. WATERFORUM DECEMBER 2020 27

Water is ons leven In de water- en afvalwaterindustrie draait het om het verbeteren van de waterveiligheid en het verlagen van de kosten. Of het nu gaat om het behandelen voor consumptie of het lozen, de complexiteit van de processen neemt toe. Ons portfolio biedt meet-, analyse- en onderhoudsoplossingen voor het behalen van automatiserings- en bewakingsdoelstellingen en vergemakkelijkt geavanceerd kwaliteitsmanage ment op het gebied van wateronttrekking, -behandeling en -distributie, met inbegrip van documentatiebeheer, instrumentverificatie en onderhoudsstrategieën voor optimaal risicobeheer en waterveiligheid. • Complete containeroplossingen voor optimale watersysteem monitoring. • Uitgebreid portfolio ter ondersteuning van de nauwkeurigheid in de meeste waterbehandelingsmetingen. • Robuuste oplossingen voor online analysetaken en remote control oplossingen voor fabrieksonderdelen op afstand. • Intelligente technologieën voor de identificatie en bewaking van kritieke controlepunten en voor de optimalisatie van het onderhoud, kalibratie en verificatie. Drinkwaterveiligheid Drinkwaterveiligheid is complexer te handhaven naarmate de waterschaarste wereldwijd toeneemt. Waterwinning uit putten, bronnen en rivieren moet worden gemonitord om onherstelbare schade aan de lokale waterhuishouding te voorkomen. Microverontreinigingen, hormonen en andere verontreinigingen vergroten de complexiteit van het veilig maken van water om te drinken, terwijl de veiligheidsnormen en risicomanagementsystemen nog nooit zo streng zijn geweest. Onze nauwkeurige meet- en slimme monitoringoplossingen maken actieve waterveiligheid mogelijk. Services van Endress+Hauser: • Kalibratiemanagement en onderhoudsadvies • Engineering services • Telefonische helpdesk • Inbedrijfstelling • Optimalisatie in onderhoud Endress+Hauser Nederland Nikkelstraat 6, 1411 AJ Naarden Tel: +31 35 695 86 11, www.nl.endress.com info.nl@endress.com 28 WATERFORUM NR 7 Afvalwaterbehandeling De beluchting van afvalwater is goed voor ongeveer 60% van het totale energieverbruik in afvalwaterzuiveringsinstallaties. Het energieverbruik is de belangrijkste kostenfactor in de afvalwaterzuivering. Optimalisatie ervan is één van de vele uitdagingen voor de exploitanten van installaties die ook moeten voldoen aan de steeds strengere veiligheidswetgeving. Onze online oplossingen voor het meten van zuurstof en nutriënten zorgen niet alleen voor energiebesparing bij de regeling van de beluchting, maar maken ook aantoonbare verbeteringen in biologische processen mogelijk. Services Wij ondersteunen u bij het bereiken van uw doelstellingen. Deze ondersteuning eindigt niet met de levering van onze instrumentatie ter plaatse. Endress+Hauser heeft een heel scala aan diensten. Van inbedrijfstelling tot verificatie, onderhoud, tot ondersteuning van uw analyzers.

De laatste ‘behandeling’ op een rwzi bestaat uit het gezuiverde water dat over de rand loopt van de nabezinktank. Hier op rwzi Rijssen, die het effluent loost op Midden-Regge. Afvalwaterzuivering Meerdere aanleidingen voor doorbraak in rioolwaterzuivering De strijd tegen de micro’s (2) Door Jac van Tuijn De roep om microverontreinigingen op een rwzi tegen te houden neemt toe. Maar waterschappen aarzelen, omdat er geen wettelijke richtlijnen zijn en een extra behandelingsstap leidt tot extra kosten en een hoger energieverbruik. In een tweeluik doet WaterForum verslag van de ‘eindstrijd’ tegen de organische microverontreinigingen. Na de watertechnologieleveranciers is nu het woord aan de waterschappen. Deel 2: Op zoek naar de doorbraak. “Leveranciers van watertechnologie zeggen ons dat ze mooie, bewezen en betaalbare technieken hebben voor het extra zuiveren van rioolwater. Waarom gebruiken jullie die niet voor het verwijderen van medicijnresten, vragen ze ons.” Aan het woord is Maarten Nederlof, beleidsadviseur bij het waterschap Aa en Maas. Samen met Jaap Nonnekens, beleidsadviseur bij waterschap Vechtstromen, zit hij regelmatig aan tafel met watertechnologiebedrijven om te kijken naar de technische mogelijkheden voor het verwijderen van organische microverontreinigingen, microplastics en pathogenen uit rioolwater. Voor waterschappen is het een taai dossier, omdat de gangbare drijfveer voor extra zuivering, de lozingseisen, ontbreekt. “Het gaat om duizenden stofjes. Het is onmogelijk om daarvoor individuele lozingsnormen te ontwikkelen, zoals dat destijds is gebeurd voor fosfaat en stikstof bij de uitbreiding van de derde trap”, constateert Nederlof. Volgens hem is het ontbreken van lozingseisen de belangrijkste reden waarom het realiseren van een aanvullende zuivering voor de verwijdering Vlnr: beleidsadviseur Maarten Nederlof (Aa en Maas) en senior adviseur waterketen Jaap Nonnekens (Vechtstromen) bij het lozingspunt van rwzi Rijssen op de Vecht. WATERFORUM SEPTEMBER 2020 WATERFORUM DECEMBER 2020 29

Afvalwaterzuivering Rwzi Oijen krijgt als een van de eerste in Nederland een extra zuivering met dosering van actief kool. Deel 2 van een tweeluik Drie Nederlandse watertechnologiebedrijven kunnen morgen beginnen met de bouw van een hybride zuiveringstechniek die alle organische microverontreinigingen kan verwijderen uit het effluent van een rwzi. Het hele verhaal reikt echter veel verder dan alleen de techniek. WaterForum sprak in het eerste deel van dit tweeluik met de directeuren van de betrokken watertechnologiebedrijven over hun concept. In dit tweede deel bespreken twee experts bij de waterschappen de kansen voor dit soort hybride oplossingen. van medicijnenresten nog zo moeizaam gaat. “We hebben nog geen idee hoe die normering eruit gaat zien. Worden het ecotoxicologische normen, worden het stroomgebiedsnormen, een best beschikbare techniek onder de IPPC-richtlijn voor installaties, of misschien toch stofnormen? Nederland gaat op eigen houtje geen normen afgeven”, voorspelt hij. “Europa is wel bezig met de herziening van de richtlijn Stedelijk afvalwater en wellicht komen er extra maatregelen voor de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water. Maar Europa werkt niet snel. Dus blijft dit vacuüm nog een tijdje bestaan.” In Zwitserland speelt dat vacuüm niet meer. Het land heeft in 2016 bij wet eisen gesteld aan het lozen van medicijnresten. Een aantal specifiek genoemde stoffen moet voor minimaal 80 procent uit het rioolwater worden verwijderd. Dat heeft ertoe geleid dat een flink aantal van hun rwzi’s nu worden uitgebreid met ozonoxidatie en koolfiltratie. “Dat is precies de uitzondering. Zwitserland is geen EU-lidstaat”, aldus Nederlof. “Ook bepaalde Duitse deelstaten hebben gebruikgemaakt van hun vrijheid ten opzichte van Berlijn om aanvullende effluentnormen te stellen. En wij, als Nederlandse waterschappen, zijn daarin ook vrij. Er wordt mij vaak gevraagd van wie wij medicijnresten moeten verwijderen. Op dit moment van niemand. Het is 30 WATERFORUM NR 7 geen moeten. Wel is er een toenemende maatschappelijke druk. Ik denk dat we het als waterschap zelf moeten willen, in het belang van de waterkwaliteit.” Veelbelovende technieken Dat er voorlopig geen sprake zal zijn van extra Europese of Nederlandse lozingseisen, betekent niet dat rwzi’s nog lange tijd organische microverontreinigingen zullen blijven lozen. In tegendeel, Nederlof en Nonnekens zien allerlei interessante ontwikkelingen die voor een doorbraak kunnen zorgen. Zo liggen er mogelijkheden in de combinatie van zuiveringstechnieken. Nonnekens praat hierover als vertegenwoordiger van het waterschap Vechtstromen binnen het Water Experiment Center Twente (WECT), een platform van kennisinstellingen, bedrijfsleven en overheden waar nieuwe zuiveringstechnieken op uitvoeringsniveau worden getest en verder worden ontwikkeld. Daarnaast is WECT een overlegplatform in Oost-Nederland om waterkennis te delen en naar een hoger niveau te tillen. “Het WECT geeft ons de mogelijkheid om samen op zoek te gaan naar de verbetering van onze zuiveringstechnieken”, aldus Nonnekens. En precies zo ging het bij de combinatie van oxidatie met UV en scheiding met capillaire nanofiltratie, een veelbelovende hybride techniek die op dit moment door Van Remmen UV Technology, Jotem Waterbehandeling en NX Filtration samen met waterschappen Vechtstromen en Aa en Maas verder wordt uitgewerkt. Hotspot De waterschappen zijn heel erg gericht op doelmatigheid en het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen. Investeringen in een extra zuivering die meer energie verbruiken en niet vereist zijn, passen daar niet echt in. Toch groeit het besef dat niets doen geen optie is en recent zijn op veel rwzi’s projecten gestart voor het verwijderen van medicijnresten. Daarbij is de bijdrageregeling van 60 miljoen euro van het ministerie van IenW een welkome katalysator. “Het bestuur van Vechtstromen wil de tariefstijging zo beperkt mogelijk houden”, stelt Nonnekens. “Want we zien meer zaken op ons afkomen die om investeringen vragen. Zo komen eerst de maatregelen die nodig zijn om aan de Kaderrichtlijn Water te voldoen. Die moeten in 2027 genomen zijn. Dat is al heel snel.” De uitvoering van de Kaderrichtlijn Water zou de aanpak van microverontreinigingen in de kaart kunnen spelen, werpen Nederlof en Nonnekens op. Vooral in combinatie met de toenemende droogte. In de zomer kan het water in een beek namelijk voor 100

Afvalwaterzuivering Aangekondigde extra zuiveringsstappen Dit jaar hebben veel waterschappen aangekondigd op een of andere manier aan de slag te gaan met het extra zuiveren van het rioolwater op hun rwzi’s. In bijna alle gevallen gaat het om de verwijdering van medicijnresten: • Delfland - Rwzi’s Groote Lucht en Nieuwe Waterweg krijgen een full scale ozoninstallatie. Nieuwe Waterweg gaat het effluent terugleveren als gietwater aan de tuinders. Het effluent van Groote Lucht wordt gebruikt om ‘s zomers het water in vaarten en sloten op peil te houden. • Vallei en Veluwe - Rwzi Wilp wordt een nieuwgebouwde zuiveringsinstallatie met een totaal nieuw fysisch-chemisch behandelingsproces, dat geen gebruikmaakt van actief slib. • Rijnland - Rwzi Leiden-Noord krijgt een full scale Pacas poederkooldosering. • Stichtse Rijnlanden - Rwzi Houten krijgt een full scale ozoninstallatie. • Waterbedrijf Limburg - Rwzi Simpelveld krijgt een proefinstallatie voor het testen van poederkooldosering in een Nereda-installatie. • Hollands Noorderkwartier - Rwzi Wevershoof krijgt een full scale ozoninstallatie en daarnaast een proefinstallatie voor extra hybride zuivering met ijzerchloride, keramisch membraanfiltratie en actief koolfiltratie. • Aa en Maas - Rwzi Oijen krijgt een full scale poederkooldosering en op rwzi Dinther komt een demoinstallatie om adsorptie aan poederkool te vergelijken met ozonisatie. • Vechtstromen - Rwzi Emmen krijgt een testinstallatie voor nader onderzoek naar biologische actieve koolfiltratie met zuurstofdosering (BODAC). De BODAC van de Puurwaterfabriek is al tien jaar in gebruik en verwijdert nog steeds medicijnresten met de eerste lading actiefkool. • Rijn en IJssel - Rwzi Winterswijk krijgt een pilotinstallatie voor de hybride toepassing van ozon en Usonic, een ultrasone technologie waarmee microverontreinigingen kunnen worden afgebroken. procent uit rwzi-effluent bestaan en dan bepaalt de kwaliteit daarvan eenop-een de kwaliteit van het beekwater. “Het gaat dan om rwzi’s die ook als hotspot zijn aangemerkt omdat de medicijnresten die ze lozen een grote invloed op de waterkwaliteit hebben”, legt Nederlof uit. “Dan mag de rwzi als inrichting wel aan de lozingseisen voldoen, maar het gaat dan ook om de effecten op het oppervlaktewater. Met alleen de aanpak van nutriënten en het hermeanderen van de beken gaan we de doelen van de Kaderrichtlijn Water niet halen. We zullen in deze gevallen ook iets moeten met de microverontreinigingen die door een rwzi worden geloosd en die zorgen voor een toxische druk in het ontvangende oppervlaktewater. In Zwitserland hebben ze de problematiek van de medicijnresten een-op-een gekoppeld aan de visstand in hun meren.” Goedkoopste oplossing Desondanks blijven de meerkosten van een extra zuivering een heel gevoelige zaak. Het is niet voor niets dat veel interesse op dit moment uitgaat naar het doseren van actief kool. Nederlof vindt het een geen zaligmakende oplossing, omdat het alleen de microverontreinigingen verwijderd maar geen antwoord geeft op het bredere vraagstuk met de microplastics en de antibioticaresistentie. Toch heeft zijn waterschap ervoor gekozen de poederkooldosering full scale te gaan toepassen op rwzi Oijen. “We moeten die rwzi nu aanpakken vanwege een noodzakelijke renovatie en kunnen de verwijdering van medicijnresten nu met een kleine extra investering meenemen. De extra kosten zijn vooral de vrachtwagens met kool en die kunnen we dus makkelijk stopzetten als zich een betere oplossing aandient.” Vlucht vooruit Voor de ontwikkeling en invoering van nieuwe zuiveringstechnologie willen Nederlof en Nonnekens vooral verder kijken dan alleen het verwijderen van medicijnresten en andere organische microverontreinigingen. En daarvoor zijn ze uitgekomen bij de toenemende droogte en de zomerse behoefte aan schoon zoetwater. “Al pratende over hybride technieken groeide het besef dat het effluent heel erg schoon kan worden”, vertelt Nonnekens enthousiast. “Dan kan je er als waterschap ineens heel veel andere dingen mee gaan doen. Zoals het leveren van schoon water aan derden. Wij, als zuiveraars, kunnen bijdragen aan de oplossing van het klimaatprobleem en een alternatief leveren voor het bovenmatige grondwatergebruik. En het mooie is dat we samen met de leveranciers van watertechnologie daarvoor een stip op de horizon kunnen zetten, zodat we onze innovatiegelden zo goed mogelijk kunnen inzetten.” Nederlof en Nonnekens willen het leveren van schoon water door waterschappen niet zien als een business case. Als er steeds strengere limieten worden gesteld aan het onttrekken van grondwater, dan zal drinkwater het eerste alternatief zijn. “En dat is nog veel te goedkoop”, merkt Nederlof op. Een waterschap zal dus niet kunnen verdienen aan het leveren van schoon effluent, maar het kan wellicht wel de extra investeringen compenseren die het mogelijk maken om van die laatste verontreinigingen af te komen.” Het leveren van schoon water door waterschappen is volgens Nederlof en Nonnekens een ‘value case’. “We gaan dan als waterschap wel over het randje onze kerntaak heen. Daar zullen waterschapbestuurders hun mening over moeten gaan bepalen”, daagt Nonnekens uit. WATERFORUM SEPTEMBER 2020 WATERFORUM DECEMBER 2020 31

RADAR ULTRASOON IS DE BETERE 80 GHz radar sensor met vaste aansluitkabel (IP68) 436,- € VEGAPULS C 11 www.vega.com/vegapuls Alle voordelen van radar technologie:

Veel bedrijven op Unmanned Valley wachten op nieuwe regels die het zogeheten ‘beyond visual line of sight’-vliegen (BVLOS) mogelijk maken. Drones Voormalige vliegbasis Valkenburg wordt hét dronecentrum van Nederland De toekomst is ‘onbemand’ Door Adriaan van Hooijdonk Het voormalige marinevliegkamp Valkenburg bij Katwijk biedt dronebedrijven uitgebreide indoor en outdoor testfaciliteiten, vestigingsopties en mogelijkheden voor vergaderen, trainen en events. De eerste tien bedrijven zijn er inmiddels actief. “Hiervan opereren er meerdere in de watersector”, weet Theo de Vries, programmanager van Unmanned Valley, zoals het fieldlab op Valkenburg heet. “Wij hebben een permanente luchthavenregeling om met drones te vliegen. Daarom hoeven wij niet voor iedere vlucht een aparte ontheffing aan te vragen”, benadrukt programmamanager Theo de Vries. De voormalige directeur van internetprovider XS4ALL staat sinds een jaar aan het roer bij Unmanned Valley, dat zich in snel tempo ontwikkelt tot hét dronecentrum van Nederland. “Ik werkte ruim 25 jaar in de telecomindustrie. Was altijd bezig met nieuwe technologie. De laatste jaren kreeg ik steeds vaker het gevoel dat het om oude wijn in nieuwe zakken ging. Het lijkt of je met nieuwe technologie bezig bent, maar de basis blijft hetzelfde. De dronetechnologie is wezenlijk nieuw. Alle wetmatigheden zijn anders, de mensen verschillen, evenals het netwerk. Ook vind ik het leuk om veel meer te opereren op het snijvlak van publieke en private samenwerking.” De rol als programmamanager is hem daarom op het lijf geschreven. Unmanned Valley is immers een initiatief van de TU Delft en de gemeente Katwijk, en wordt mede mogelijk gemaakt door bijdrages van het Rijksvastgoedbedrijf, de provincie Zuid-Holland, het ministerie van Economische Zaken en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Van de laatste drie organisaties ontving Unmanned Valley in maart 2019 3,1 miljoen euro subsidie. WATERFORUM DECEMBER 2020 33 Meerdere faciliteiten Naast de permanente luchthavenregeling biedt Unmanned Valley uitgebreide indoor en outdoor testfaciliteiten voor dronebedrijven. Het meest in het oog springend is het enorme blauwe gebouw van ruim 8000 vierkante meter, waar in het Het meest in het oog springende gebouw op Unmanned Valley is gebouw 356, waar in het verleden de Koninklijke Marine de Orion-patrouillevliegtuigen onderhield.

Drones verleden de Koninklijke Marine de Orion-patrouillevliegtuigen onderhield. Ook beschikt het fieldlab over een 2500 m2 grote hangar en een 25 ha grote zogenoemde ‘outdoor flightbox’, waar drones en dronetoepassingen kunnen worden getest. Binnenkort komt er nog meer ruimte, zo’n 1700 m2 , beschikbaar in de oude onderhoudswerkplaats, voor een mix van startups en scale-ups, volwassen bedrijven en kennisinstellingen, waaronder de drone-opleidingen van MBO College Airport, die van Hoofddorp naar Valkenburg verhuizen. Het Rijksvastgoedbedrijf investeert in de revitalisering van de gebouwen. De Vries zorgt voor de komst van dronebedrijven, waarvan de huur weer naar het Rijksvastgoedbedrijf gaat, en de ontwikkeling van het ecosysteem. Bovendien loopt er momenteel een vergunningaanvraag voor een corridor naar zee. Het betekent dat drones in de toekomst bij Unmanned Valley kunnen opstijgen om vervolgens over de provinciale weg, een waterwingebied en het strand naar zee te vliegen, terug te keren en weer te landen. “Het is stugge materie. Hopelijk hebben we volgend jaar de vergunning binnen”, zegt De Vries. Nieuwe EU-regels De snelgroeiende drone-industrie wacht volgens hem verder in spanning op de nieuwe Europese regels voor drones, die in januari 2021 van kracht worden. Bovenaan het verlanglijstje van alle bedrijven: verder vliegen. Nu moet een piloot zijn of haar drone uit veiligheidsredenen binnen het gezichtsveld houden. Dat komt neer op 500 meter. “Veel partijen wachten op het zogeheten ‘beyond visual line of sight’vliegen (BVLOS). Dan komen nieuwe mogelijkheden voor dronetoepassingen in zicht”, licht De Vries toe (zie kader). Ook is het volgens hem belangrijk dat de samenleving meer vertrouwen in de dronetechnologie krijgt. “Drones halen vaak alleen de krantenkoppen als bedreiging voor het luchtverkeer of als pizzabezorgservice. De bedrijven op Unmanned Valley laten zien dat de realiteit anders is en dat de economische en maatschappelijke potentie voor Nederland gigantisch is.” Uit verschillende studies blijkt dat de markt voor drones de komende jaren ongeveer 15 procent groeit, jaar op jaar. Wereldwijd groeit de markt voor drones van 22,5 miljard dollar nu naar 43 miljard over vijf jaar. In Europa verdubbelt de markt van circa vijf naar tien miljard euro de komende vijf jaar. Incorporatie businessmodel De Vries verwacht nog veel meer groei als grote bedrijven, zoals Amazon of Vattenfall, de dronetechnologie in hun businessmodel incorpereren. “Wanneer Vattenfall besluit om geen boten meer naar windmolenparken te sturen voor onderhoud, maar drones inzet, kan het snel gaan. Dat geldt ook als Amazon op een veilige en betrouwbare manier pakjes met drones kan bezorgen”, denkt De Vries. Ook moet er betrouwbare technologie komen die ervoor zorgt dat drones niet met andere luchtruimgebruikers in contact komen. Denk bijvoorbeeld aan geavanceerde software en anti-botssystemen. Het 5G-netwerk biedt hiervoor goede mogelijkheden. Daarnaast is het belangrijk om de conservatieve luchtvaartindustrie mee te krijgen en in haar kielzog de risicomijdende 34 WATERFORUM NR 7 Een drone op de start- en landingsbaan van de voormalige vliegbasis Valkenburg.

Drones wetgever. De luchtvaartindustrie wil nu dat drones met transmitters worden uitgerust om onder meer botsingen te voorkomen. Deze transmitters wegen nu nog een paar kilo per stuk. Veel soorten drones kunnen met het zware gewicht niet opstijgen. “Ik verwacht dat drones binnen een jaar of tien geïntegreerd zijn met het overige luchtverkeer, waarbij professionele BVLOS-operaties met ongeveer vijf jaar onderdeel worden van het Nederlandse luchtruim”, aldus De Vries. Grotere actieradius Tot de vaste gebruikers van Unmanned Valley behoren de onderzoekers van het Micro Air Vehicle Laboratory (MAVLab) van de TU Delft. Samen met de Koninklijke Marine en de Kustwacht Nederland ontwikkelden zij een waterstofdrone die verticaal kan opstijgen en landen, en urenlang horizontaal als een vliegtuig kan vliegen op waterstof. De nieuwe drone maakte de afgelopen maanden diverse succesvolle testvluchten van ruim 3,5 uur vanaf een varend schip op de Noordzee. Dat biedt weer tal van nieuwe mogelijkheden in vergelijking met elektrisch aangedreven drones. Zo kunnen ze niet alleen veel verder vliegen, maar ook een zwaardere lading vervoeren. Voordat de drone op volle zee zijn vuurdoop kreeg, is hij uitgebreid getest op Unmanned Valley. Een van de redenen waarom Unmanned Valley een waterstofinstallatie wil installeren die drones van waterstof kunnen voorzien. Unmanned Valley en dronebedrijven Nieuwe EU-regels vergroten toepassingsmogelijkheden Met de invoering van de Europese droneregelgeving in 2021 heeft Nederland de ruimte om gebieden in te stellen waar minder strenge regels gelden voor het vliegen met drones; bijvoorbeeld om testen en experimenten mogelijk te maken. In aanloop daarnaartoe wil Unmanned Valley samen met MAVLab BVLOS-vliegen mogelijk maken. Hierdoor komen talloze nieuwe toepassingen in zicht. Bijvoorbeeld op zee, voor de inspectie en het onderhoud van windparken of het opsporen van drenkelingen; in de logistiek, voor het vervoer van materialen van en naar schepen of spoedtransport van medische goederen; in de opsporing en monitoring, bij de signalering van beginnende duin- of heibranden of inspectie van waterkwaliteit; of in de precisielandbouw, voor de bepaling waar en hoeveel gewasbeschermingsmiddelen moeten worden toegediend. Unmanned Valley en dronebedrijven in de watersector Unmanned Valley biedt onderdak aan meerdere bedrijven die in de watersector actief zijn. Hierbij gaat het om bedrijven die boven het water actief zijn, bijvoorbeeld bij de inspecties van dijken of om watervervuiling in waterwingebieden op te sporen, maar ook bedrijven die specifieke software ontwikkelen of professionele drone-opleidingen verzorgen. Rijkswaterstaat speelt in Nederland een enorme voortrekkersrol voor wat betreft het gebruik van drones en de ontwikkeling van nieuwe toepassingen, waarbij vanuit Unmanned Valley meerdere bedrijven betrokken zijn. Rijkswaterstaat zet steeds vaker drones in, bijvoorbeeld voor de ondersteuning bij calamiteiten op het water of inspecties van bruggen, sluizen en dijken. Zo vond in november nog een inspectie van de Afsluitdijk plaats. Verschillende types drones maakten opnames van de ‘Levvel Blokken’. Deze betonnen blokken zijn golfbrekerelementen om de Afsluitdijk de komende jaren te versterken. De Vries wil overigens graag samenwerken met de Dronehaven in de dokhaven van RDM in Rotterdam. Hier vinden sinds de opening in 2016 verschillende proeven plaats met varende drones. Net zoals dat geldt voor vliegende drones en autonoom rijdende auto’s, zullen ook varende drones steeds vaker worden ingezet. De noodzakelijke technologie voor een veilige aansturing is hiervoor inmiddels beschikbaar. Intercontinentaal varende drones laten nog wel langere tijd op zich wachten, maar op lokale scheepvaartverbindingen binnen territoriale gebieden - zoals de kust- en binnenwateren - kan de dronetechnologie al sneller worden ingezet. Met de Europese droneregelgeving kan Nederland in 2021 gebieden instellen waar minder strenge regels gelden voor het vliegen met drones. WATERFORUM DECEMBER 2020 35

Drones Demcon Unmanned Systems en Van Oord ontwikkelen innovatief onbemand vaartuig Stil, schoon en wendbaar Door Adriaan van Hooijdonk Demcon Unmanned Systems ontwikkelt innovatieve onbemande vaartuigen en autonome navigatietechnologie. Zoals de DUS V2500, een klein, licht en breed inzetbaar drijvend platform vol technologische hoogstandjes. Van Oord heeft de eerste DUS V2500 omgedoopt tot VO:X Metiri. De maritieme ondernemer kan hiermee hydrografische inspecties uitvoeren op plaatsen die ontoegankelijk zijn voor bemande schepen, zoals in bouw kuipen en natuurgebieden. “Vooralsnog focussen wij op de Nederlandse markt. Maar wij verkennen ook buitenlandse kansen met deze innovatie”, zegt Fedor Ester, directeur van Demcon Unmanned Systems. Het team van Demcon Unmanned Systems in Delft heeft veel ervaring met onbemand vliegende systemen. Dat kwam goed van pas bij de ontwikkeling van een nieuw innovatief onbemand vaartuig, samen met de survey ingenieurs van Van Oord. “De technische en functionele bouwblokken van een onbemand platform, of het nu rijdt, vliegt of vaart, zijn immers vergelijkbaar”, stelt Ester. De civiel ingenieur en technisch bestuurskundige - afgestudeerd aan de TU Delft - wijst op enkele belangrijke eigenschappen: het onbemande platform moet een goede controle hebben over de bewegingen, degelijk zijn en betrouwbare communicatie hebben. Ester werkte ruim een jaar met zijn team aan de ontwikkeling van het vaartuig, dat in april 2020 werd opgeleverd aan Van Oord. Meer inspectiegegevens Ester kwam via zijn netwerk in contact met Van Oord. Tijdens een verkennend gesprek met de survey-afdeling - binnen het bedrijf onder andere verantwoordelijk voor het hydrografisch inspectiewerk - brachten ze samen in kaart waar de maritieme aannemer nu precies behoefte aan had op het gebied van autonoom en onbemand varen. Een belangrijk doel was om met een duurzaam systeem tegen lagere kosten meer inspectiegegevens voor klanten te verkrijgen. Om de onderhoudskosten zo laag mogelijk te houden, koos Demcon Unmanned Systems voor een ontwerp met zo min mogelijk bewegende onderdelen. Dat is belangrijk in de maritieme industrie, waar apparatuur tegen een stootje moet kunnen. En alles wat beweegt, kan immers ook defect raken. Het team ontwikkelde een uniek, gepatenteerd positioneringsysteem voor het onbemande vaartuig. Die bestaat uit een besturingscomputer en drie vaste elektrische ‘rim driven’ (asloze) 36 WATERFORUM NR 7

Het is vanwege de huidige wet- en regelgeving nog niet mogelijk om de VO: X Metiri grootschalig op open vaarwegen in te zetten. Daarom zet Van Oord het vaartuig vooralsnog in op eigen projecten op afgesloten terreinen. Drones schroeven. De schroeven geven apart van elkaar onder een hoge frequentie voor- of achterwaartse stuwkracht. “Deze innovatie zorgt ervoor dat het vaartuig volledige bewegingsvrijheid heeft in elke richting, zonder gebruik van bewegende onderdelen zoals een roer”, licht Ester toe. “Het resultaat: een veilig, betrouwbaar en onderhoudsarm vaartuig. Dat automatisch op gps-coördinaat nauwkeurig stil kan blijven liggen, om metingen uit te voeren, of zijwaarts kan uitwijken voor de verkeersveiligheid op het water.” Lichter en minder diepgang Door de kleine afmetingen - 2,5m x 1,1m x 0,8m - kan de VO:X Metiri opereren op plaatsen die ontoegankelijk zijn voor normale, bemande surveyschepen, zoals in natuurgebieden. Het ondiepe (0,3m) elektrische vaartuig is stil, heeft geen uitstoot en geen vloeistoffen aan boord. Hierdoor kan het gegevens verzamelen zonder de lokale boven- en onderwaterfauna te verstoren. Het voordeel van een onbemand alternatief is besparing van ruimte, materiaal en voorzieningen, zonder in te leveren op operationele functionaliteiten en de kwaliteit van de meetgegevens. Het onbemande vaartuig is ook veel lichter: tussen de 200 en 300 kilo, afhankelijk van de sensoren apparatuurconfiguratie aan boord, die hetzelfde is als op de 7 à 8 meter lange, bemande peilboten. Demcon Unmanned Systems heeft bovendien een kleinere variant ontwikkeld, die nog eenvoudiger is te vervoeren, bijvoorbeeld in de achterbak van een auto. Daarnaast werkt het team aan de ontwikkeling van een groter, zeewaardig systeem voor offshore inspectie en onderhoud toepassingen om het productportfolio mee uit te gaan breiden. De wet- en regelgeving voor onbemande varende platforms is, net als bij vliegende en rijdende varianten, volop in ontwikkeling. “De eerste inzet is vooral gericht op bouwprojecten, afgesloten terreinen en natuurgebieden. Om daarna met de betrokken partijen op te kunnen schalen naar meer inzet op vaarwegen”, zegt Ester. “Van Oord heeft het vaartuig inmiddels al tientallen keren kunnen inzetten in verschillende projecten in zoet- en zoutwateromgevingen.” Nieuwe functionaliteiten De oplevering in april 2020 leidde tot de vervroegde toevoeging van nieuwe functionaliteiten aan het vaartuig. Zo kunnen werkvoorbereiders een voudig op kantoor de digitale vaar plannen aanmaken en ‘no-go’ veiligheidsgebieden intekenen. Op locatie start de operator het vaartuig, dat het plan automatisch uitvoert en zelfstandig terugkeert naar de startlocatie als het werk gedaan is. Ook kunnen de statusgegevens van het vaartuig en de sensoren naast de aanlegplaats rechtstreeks naar kantoor worden gestuurd, zodat medewerkers daar kunnen inloggen, meekijken en deelnemen. Deze functies zorgen ervoor dat minder mensen in het veld bij elkaar hoeven te komen. Het onbemande vaartuig wordt ook voor andere maritieme toepassingen en bedrijven gemaakt. Vooralsnog focust Demcon Unmanned Systems op de Nederlandse markt. “Nederland heeft een sterke maritieme sector met toonaangevende, internationaal opererende bedrijven”, zegt Ester. Door de coronapandemie kon het bedrijf niet naar binnen- en buitenlandse beurzen. “Dat zijn wij in de toekomst wel van plan, samen met de brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology. De afwezigheid van beurzen zorgt er wel voor dat we meer focus kunnen geven aan onze autonome navigatietechnologieontwikkelingen.” Vooralsnog maakt het team grote stappen om nieuwe onbemande en autonomiefuncties toe te voegen en de vaartuigen veiliger en slimmer te maken. “Denk bijvoorbeeld aan oplossingen waarmee het vaartuig de omgeving digitaal in kaart kan brengen. Die kaart wordt dan gebruikt voor de navigatie. Het vaartuig kan dan beslissen hoe het moet omgaan met naderende objecten om een botsing te voorkomen.” Demcon Demcon werd 27 jaar geleden opgericht door Dennis Schipper en Peter Rutgers. De twee mechatronica-ingenieurs studeerden af aan de Universiteit Twente en startten een mechatronisch ingenieursbureau voor de hightech (semicon) sector. Anno 2020 ligt de hoofdfocus nog steeds op high-end mechatronica. Demcon groep is uitgegroeid tot 750 medewerkers, gevestigd op acht locaties in Nederland, Duitsland, Singapore en Japan. Daarnaast telt de groep verschillende technische bedrijven met gespecialiseerde producten en diensten. Het Nederlandse hightechbedrijf kwam het afgelopen jaar veel in het nieuws. Zo ontwikkelde het, samen met partners uit Duitsland, in slechts drie weken tijd een nieuw beademingssysteem voor coronapatiënten. Demcon kreeg hiervoor in november de Duits-Nederlandse Prijs voor de Economie van de Duits-Nederlandse Handelskamer. www.demcon.com WATERFORUM DECEMBER 2020 37

Werken bij Waterschap Brabantse Delta Buiten Gewoon Doen! Waterschap Brabantse Delta is een modern waterschap in Midden en WestBrabant. Ons gebied is divers met hoge zandgronden en laag gelegen polders, kleigronden, prachtige natuurgebieden, landbouw, grote (internationale) bedrijven en industrie, logistiek, scheepvaart, steden en dorpen. Net Nederland in het klein. Tel de historie van de watersnoodramp en een intensief dijkversterkingsprogramma daarbij op. Plus het feit dat ons werkgebied grenst aan België. Dit maakt dat wij een uniek waterschap in Nederland zijn en maatwerk leveren. We staan voor onze waterschapstaken: de zorg voor voldoende oppervlaktewater van goede kwaliteit en veiligheid tegen overstroming. Deze taken voeren we op een moderne en betrouwbare manier uit. Met ervaring en gebiedskennis uit het verleden en met vakmanschap, passie en talent van deze tijd. Uitdagingen pakken wij buitengewoon aan Als waterschap dragen wij bij aan een mooiere en betere leefomgeving. Zo kan iedereen rondom water veilig wonen, werken en genieten. Nu en in de toekomst. Om de toekomst bij te houden pakken wij grote uitdagingen aan. Hoe doen we dat? Buiten gewoon. Bij waterschap Brabantse Delta werken mensen met hart voor de omgeving. Mensen die BUITEN werken. Mensen die BUITENGEWONE dingen doen. Mensen die GEWOON doen. Mensen die DOEN! Kom jij bij ons buitengewone dingen doen? Onze ruim 500 enthousiaste collega’s zetten zich elke dag in voor de uitdagingen van vandaag en morgen. Dat doen we niet alleen maar samen met onze omgeving. Ga jij met ons de uitdaging aan om Brabant mooier te maken? Ben jij vernieuwend en omgevingsgericht? Kijk dan eens naar onze vacatures: www.brabantsedelta.nl/vacatures of meld je aan voor onze e-mailservice.

Inspectie en monitoring 2.0 Met veranderende arealen en krappere bemensing neemt de druk toe om te blijven voldoen aan de waterveiligheidseisen. Goede en efficiënte inspectie en monitoring wordt steeds belangrijker. Hiervoor zijn enorme hoeveelheden data beschikbaar, maar de vertaling naar de dagelijkse praktijk blijft achter. Geautomatiseerde visuele inspectie en monitoring kan van grote meerwaarde zijn, nu en in de toekomst. Nieuwe technieken bieden een helpende hand voor beheerders door efficiëntere en gerichtere inspectie en monitoring mogelijk te maken. Activiteiten HKVEYE. Er wordt steeds meer data gegenereerd, opgeslagen en toegankelijk gemaakt. Denk aan open data van satellieten, hoge resolutie luchtfoto’s en dagelijks gebruik van drones. Hierbij wordt nog niet alle potentie benut. Binnen het innovatietraject HKVEYE ontwikkelt HKV samen met eindgebruikers nieuwe algoritmen en tools die bruikbare informatie en handelingsperspectief voor inspectie en monitoring creëren. In de watersector draait het vaak om een zo exact mogelijke benadering van specifieke parameters. Denk aan de sterkte van onze dijken en het inschatten van hoogwaters. Met recht wordt hier veel zorg aan besteed. Het gebruik van visuele data vereist een nieuwe manier van denken. Het is ingewikkeld om precieze informatie te vergaren over één specifieke parameter, bijvoorbeeld het vochtgehalte in Detectie zandmeevoerende wellen. een kering. Daarentegen biedt visuele data juist de mogelijkheid om verschillende omgevingsfactoren tegelijkertijd te monitoren en kan informatie over bijvoorbeeld het vochtgehalte daarmee ook op indirecte wijze worden verkregen. Deze omgevingsfactoren, op een slimme manier gevisualiseerd, worden dus omgezet in bruikbare informatie voor de beheerder. De kracht van inspectie en monitoring 2.0 is het inzetten van gecombineerde visuele databronnen als ondersteuning voor de beheerder. Wij ontwikkelen heatmaps die inzicht geven in de locaties waar extra aandacht vereist is en locaties waar juist geen verandering is opgetreden en waar dus fysieke inspectie voorlopig niet nodig is. Dit ontwikkelden wij onder andere voor detectie van wellen, stortleidingen en duikers, detectie van verschillen op de kering als gevolg van medegebruik en voor monitoring van grasbekleding ten behoeve van droogte en biodiversiteit. Goed gebruik maken van gigantische hoeveelheden visuele data is steeds belangrijker. Door nu in te zetten op ontwikkeling van kennis en nieuwe algoritmen bereiden we ons voor op een nieuwe manier van werken. Wil je meedenken? Of meedoen? Heb je een goed idee of een andere blik? Contacteer Joost Stenfert via info@hkv.nl of kijk op www.hkv.nl. WATERFORUM DECEMBER 2020 39

Klaar voor 2021 met JUMO CLOUD en smartWARE SCADA Tegenwoordig worden steeds meer industriële processen automatisch bewaakt en gecontroleerd en steeds meer data wordt verzameld en geanalyseerd. Om al deze gegevens te kunnen blijven bewerken is digitale transformatie noodzakelijk. Deze transformatie is wereldwijd gevonden in de Cloud. Momenteel maakt 49% van alle bedrijven in Nederland al gebruik van de Cloud. De meeste gebruikte vormen van Cloud-computing zijn database hosting en opslag van bestanden (als clouddienst), volgens het CSB. Belangrijkste drijfveer voor deze ontwikkeling is digitalisering. Als producent van industriële en digitale sensoren en automatiseringsoplossingen, is de stap naar een eigen Cloud omgeving voor JUMO niet meer dan logisch. Hoewel JUMO niet tot pioniers van deze technologie behoort, heeft het heel bewust de tijd genomen om een zeer complete cloudoplossing te introduceren. Deze innovatie stellen wij graag verder aan u voor. De combinatie van hoogwaardige hardware, innovatieve engineering en de moderne Cloud omgeving biedt de gebruiker een zorgeloze systeemoplossing. JUMO CLOUD is een IoT platform voor procesvisualisatie, data-acquisitie, evaluatie en archivering en maakt wereldwijde toegang tot meetgegevens via standard webbrowsers mogelijk. De gebruiker kan meerdere plants, processen of locaties in één dashboard bewaken. JUMO CLOUD kenmerkt een hoge mate van veiligheid en biedt zeer waardevolle visualisatie-, alarm- en planningsfuncties. Naast JUMO CLOUD introduceren wij het nieuwe JUMO smartWARE SCADA. Deze softwareoplossing bevindt zich in de automatiseringspiramide op besturingsniveau. Hoewel een SCADA-oplossing al jaren in het uitgebreide JUMO portfolio beschikbaar is, is deze in de loop van de ontwikkeling van de Cloud vervangen door een volledig nieuw, modern systeem op basis van JUMO CLOUD technologie. Welke functies kunnen worden geïmplementeerd in de JUMO CLOUD? Dat varieert van eenvoudige alarmmeldingen en conditiebewaking tot volledige systeembesturingen. De Cloud is optimaal afgestemd op het nieuwe JUMO JUPITER hardware- en softwareplatform dat in 2019 werd gepresenteerd en vormt de kern van het eveneens nieuwe automatiseringssysteem JUMO variTRON. Ons ervaren engineeringteam staat ook in 2021 weer voor u klaar om branche- en projectgerichte Cloud en SCADA applicaties te implementeren. De mogelijkheden van JUMO automatisering zijn eindeloos en wij vertellen u er graag alles over. Meer weten? Ga naar www.jumo.nl en bezoek onze website. JUMO more than sensors and automation. 40 WATERFORUM NR 7

Column De randstukjes van mijn Kerstpuzzel Door Jac van Tuijn, waterjournalist droge zomers te overbruggen. En bredere rivieren die meer kunnen afvoeren als dat nodig is. Te veel puzzelstukjes Bij de publicatie van de 5e Gebogen over de eettafel bind ik iedere Kerst de strijd aan met 3000 nieuwe puzzelstukjes. Terwijl het huiselijke leven zich om mij heen afspeelt, tikken de laatste dagen van het jaar rustig weg. Als ik begin met de legpuzzel, ga ik altijd eerst op zoek naar de randstukjes. Snel te vinden en makkelijk te leggen. Voordat het echt moeilijke puzzelwerk begint, ligt het hele speelveld op tafel. Rest nog het vinden van het juiste plekje voor al die andere, minder duidelijke stukjes. Ik moest aan dit jaarlijkse geworstel denken toen de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) een voorstel publiceerde om de waterpeilen in de landelijke veenweidegebieden in de Randstad en Friesland te verhogen en daarbij toch mogelijkheden ziet voor een melkveehouderij. Het voorstel zou het behoud betekenen van typisch Hollands polderlandschap met groene weiden en grazende koeien. Goed nieuws dus, maar hoe zit het met al die andere ruimtelijke claims, zoals de een miljoen woningen die gebouwd moeten worden, de opwekking van groene stroom met zonne-, thermische en windenergie, de aanleg van nieuwe bedrijfsterreinen en de vergroting van de mobiliteit met meer wegen en spoorbanen? En daar komen nog de waterbergingen bij die nodig zijn om Nota Ruimtelijke Ordening in 2000 - de laatste poging om Nederland vanuit de Haagse cockpit te verdelen in rode, groene en blauwe gebieden - is ooit berekend dat de ruimtevraag in Nederland groter is dan er feitelijk aan ruimte beschikbaar is. Om in de beeldspraak van mijn Kerstpuzzel te blijven: we proberen een puzzel van 5000 stukjes te leggen binnen de randstukjes van een 3000-stukjespuzzel. Dat gaat niet lukken en de politiek zal moeten kiezen welke stukjes wel een plek krijgen en welke niet. Dat maakt de komst van de Omgevingswet zo belangrijk. De wet vervangt 26 bestaande wetten en zal vanaf 1 januari 2022 de nieuwe wettelijke basis vormen voor overheden om vergunningen af te geven voor activiteiten met een ruimtelijke claim. De wet beoogt het handwerk van de ruimtelijke ordening meer over te laten aan regionale overheden, de besluitvorming transparanter te maken en burgers en bedrijven eerder bij de planvorming te betrekken. Dus: waar leggen we samen welke stukjes? Dwars doorheen Tot dusver alles goed. Maar wat doen we met de stukjes waar geen plaats voor is? Wat als Rotterdam, met al zijn economische belangen, in de regionale omgevingsvisie kiest voor het openhouden van de Nieuwe Waterweg? Wat als de gemeente Zuidplas, het diepste punt van Nederland, in alle lokale wijsheid besluit er duizenden woningen bij te bouwen? Mooi voor de woningbouwambitie, maar is het wel verstandig met het oog op de te verwachten zeespiegelstijging? Water heeft de eigenschap dat het zich niet houdt aan bestuurlijke grenzen. Het stroomt overal dwars doorheen en ook onderdoor. Als regenwater, als grondwater, als rivierwater en als zeewater. Het zijn elementaire puzzelstukjes die niet mogen ontbreken. Wie gaat er toezicht houden op die noodzakelijke puzzelstukjes? Wie durft op te staan tegen grote economische belangen? Of komt het uiteindelijk toch weer neer op heel dure watermaatregelen waarmee we Nederland veilig moeten houden.? Wie durft te eisen dat er andere puzzelstukjes worden gelegd dan waar op regionaal niveau voor is gekozen? De nieuwe procesvormen zijn mooi bedacht, maar zetten de deur wagenwijd open naar het wegduiken voor moeilijke besluiten. Het lijkt me cruciaal dat de Haagse cockpit niet alleen goed oog houdt op het proces van de besluitvorming maar ook op de inhoud: een uitvoerbare, betaalbare, nationale waterveiligheid. Niet alleen op papier, maar echt. Ik wens u heel prettige feestdagen en hoop van harte dat we volgend jaar het coronavirus definitief achter ons kunnen laten en weer in volle teugen van het leven kunnen genieten. Ik luid straks het jaar uit met mijn 3000-stukjespuzzel en hoop dat onze kat niet aan het puzzelkleed gaat hangen, zodat ik weer helemaal opnieuw moet beginnen. WATERFORUM DECEMBER 2020 41

Watertechnologie TU Delft leidt internationaal project Water Mining Grondstoffen uit afval- en zeewater Door Adriaan van Hooijdonk Een consortium onder leiding van de TU Delft is op 26 oktober gestart met het internationale project Water Mining. Doel is onder meer om met nieuwe combinaties van al in EU-verband onderzochte watertechnologische oplossingen nutriënten, mineralen, energie en water terug te winnen uit industrieel en stedelijk afvalwater en zeewater. Hoe vormen we afvalwaterzuiveringen om tot ‘geïntegreerde fabrieken’ die schoon water, biogas én waardevolle grondstoffen tegelijkertijd uit afvalwater halen? Dat is een belangrijke uitdaging in het internationale project Water Mining. Het publiek-private consortium onder leiding van de TU Delft kreeg in april 17 miljoen euro subsidie van de Europese Commissie om onder meer deze ‘geïntegreerde grondstoffenfabriek’ te ontwikkelen. Het consortium bestaat uit 38 publieke en private partners en nog vier derde partijen in twaalf landen. De grondstoffenfabriek van waterschap Rijn en IJssel in Zutphen produceert sinds oktober 2019 Kaumera Nereda Gum uit afvalwater (foto: waterschap Rijn en IJssel). Een van de bekendste grondstoffen die momenteel uit zui veringsslib wordt gehaald, is het biopolymeer Kaumera Nereda Gum. Dat gebeurt in Nederland sinds 2019, met restwater uit twee zuivelfabrieken van Friesland Campina op de Nereda-zuiveringsinstallatie van waterschap Rijn en IJssel in Zutphen. Waterschap Vallei en Veluwe haalt het sinds dit voorjaar op vergelijkbare wijze uit communaal afvalwater in Ede. Kaumera heeft een aantal unieke eigenschappen. Het is een bind- en lijmmiddel, maar ook een brandvertrager. Omdat het water kan vasthouden, maar ook afstoten, zijn de toepassingsmogelijkheden zeer veelzijdig, bijvoorbeeld in de 42 WATERFORUM NR 7

Watertechnologie land- en tuinbouw, de papier- en de betonindustrie. Denk hierbij aan coating van meststoffen, waardoor de gewassen de meststoffen beter opnemen. Zo belanden er minder meststoffen onnodig in het water of de bodem. Als coating van zaden zorgt Kaumera ervoor dat de plantjes weerbaarder zijn en beter groeien. In beton zorgt Kaumera ervoor dat het beton niet te snel uithardt voorkomt het en scheurvorming. Kwaliteitsverschillen “Uit zuiveringsslib kun je echter nog veel meer grondstoffen halen”, benadrukt Mark van Loosdrecht, onderzoeksleider en hoogleraar milieubiotechnologie en waterzuivering aan de TU Delft. De inspanningen zijn nu vooral gericht op de Kaumera-extractie. “In het project willen we niet alleen Kaumera, maar bijvoorbeeld ook fosfaat in een geïntegreerde grondstoffenfabriek terugwinnen. De energie hiervoor wekken we op met biogas.” Ook in het buitenland draaien inmiddels verschillende Nereda-installaties die het biopolymeer uit zuiveringsslib terugwinnen. Een van de onderzoeksvragen in Water Mining is of er kwaliteitsverschillen zijn tussen Kaumera uit de verschillende installaties in binnen- en buitenland. Zo draaien zuiveringsinstallaties in de Algarve in Portugal het hele jaar door bij een gemiddelde temperatuur van boven de 20 graden Celsius, terwijl de meer noordelijk gelegen installaties vaak onder deze temperatuur hun werk doen. “Wij gaan een mobiele pilotinstallatie bouwen om de eventuele kwaliteitsverschillen op verschillende Europese zuiveringsinstallaties te testen”, zegt Van Loosdrecht. “Denk aan een container met verschillende technologieën.” Afvalwaterzuivering met Nereda-technologie in het Portugese Faro (foto: TU Delft). Wet- en regelgeving Om de gewonnen grondstoffen ook daadwerkelijk te vermarkten, moeten in de praktijk nog obstakels worden overwonnen. Daarom richt Water Mining zich ook voor een belangrijk deel op het wegnemen van publieke zorgen en belemmerende wet- en regelgeving die grootschalige toepassing in de weg kan staan. Deze opdracht ligt op het bordje van Patricia Osseweijer, hoogleraar biotechnologie en maatschappij aan de TU Delft en coördinator van het internationale onderzoeksproject. Een van de uitdagingen is ervoor te zorgen dat nieuwe weten regelgeving veel beter aansluit bij de door de Europese Commissie beoogde circulaire economie. De huidige wetgeving is immers nog deels gericht op een lineaire economie waarin grondstoffen uiteindelijk een afvalstof worden. Het is een ingewikkelde juridische puzzel om grondstoffen uit zuiveringsslib op de markt te brengen. Daarom is aanpassing van de afvalstoffenregelgeving nodig, zodat schone grondstoffen uit zuiveringsslib niet langer het stigma van afval dragen. Het project sluit dan ook goed aan bij de recentelijk gepubliceerde Europese Green Deal. Sociale acceptatie Daarnaast speelt sociale acceptatie een belangrijke rol. Is er daadwerkelijk een verhoogd risico bij het gebruik van grondstoffen uit zuiveringsslib, of is het alleen de perceptie daarvan? Ook de rol die publieke organisaties als de waterschappen spelen bij de productie van de grondstoffen, komt WATERFORUM DECEMBER 2020 43

Watertechnologie Het ruwe Kaumera-product kan worden gecombineerd met andere grondstoffen, om het geschikt te maken voor diverse toepassingen (foto: Jac van Tuijn). Water Mining zet augmented reality in De initiatiefnemers gebruiken tijdens de beoogde workshops met deskundigen, beleidsmakers, de industrie en het publiek onder meer augmented reality. Zo komen er 3D-geprinte modellen van de demo’s. Via een smart phone-applicatie kunnen de deelnemers aan de workshops dankzij augmented reality extra informatie zien op het scherm. Ook komen er dashboardapplicaties om de kritische procesparameters te visualiseren en waar mogelijk te verbeteren. in het project aan de orde. Het merendeel van de Nederlandse grondstofterugwinningsprojecten bij de waterschappen draait vooralsnog bij de gratie van subsidies, maar hoe is het als het economisch wel interessant wordt? “Is het dan een taak van een publieke organisatie of niet? En hoe verdeel je de kosten en opbrengsten tussen het reinigen van afvalwater en het produceren van een biopolymeer? Deze vragen komen onherroepelijk aan de orde”, verwacht Van Loosdrecht. Osseweijer denkt ook aan vragen over de nieuwe relatie tussen de afvalwaterproducent en gebruiker in een circulair systeem. Het vergt overleg om tot de gewenste specificaties voor de nieuwe gebruikers te komen. “In het project zijn 24 workshops voorzien om dat soort zaken te bespreken, waarbij we open staan voor input die veranderingen aan het technische design vereisen. In de workshops bespreken we ook de nieuwe soorten contracten die nodig zijn in een circulair systeem, bijvoorbeeld tussen boeren en industrie of stedelijke afvalwaterorganisaties. Deze grote aandacht voor brede betrokkenheid is nieuw in demonstratieprojecten en bedoeld om een goede maatschappelijke inbedding van de innovaties te realiseren.” Verhouding Perceptie speelt immers een belangrijke rol bij het gebruik van gezuiverd afvalwater voor uiteenlopende toepassingen, zoals irrigatie in de landbouw of als koelwater voor de industrie. Een bedrijf als Dow Benelux gebruikt al jaren het gezuiverde afvalwater van de inwoners van Terneuzen als proceswater. Van Loosdrecht wijst erop dat het gezuiverde afvalwater voor bijvoorbeeld agrariërs weer aan andere eisen moet voldoen. Voor de landbouw is de natrium-kaliumverhouding bijvoorbeeld een belangrijke kwaliteitsparameter. Verschillen in kwaliteitseisen hebben de partijen in Nederland die waterhergebruik met gezuiverd effluent van rwzi’s promoten, volgens hem niet altijd even scherp op het netvlies. Bovendien vrezen de industrie en de landbouw dat de overheid maatregelen voor waterhergebruik aankondigt die in de praktijk onwerkbaar zijn. “Daar hebben we in het verleden 44 WATERFORUM NR 7 verschillende voorbeelden van gezien. En dat maakt partijen kopschuw.” Meer bewustwording Daarom zijn in Water Mining organisaties als wetenschapsmuseum NEMO in Amsterdam en de Floating Farm in Rotterdam aangehaakt. Floating Farm staat voor circulair boeren: een groot deel van het dieet van de koeien op de drijvende boerderij bestaat uit organische reststromen afkomstig uit de stad. Zo krijgen de koeien bierbostel gevoerd van een aantal Rotterdamse brouwerijen, zemelen van Schiedamse molens, gras van sportvelden in de buurt en aardappelschillen van een lokale verwerker. “Door met deze organisaties samen te werken, willen wij bij het algemene publiek meer bewustwording creëren voor de circulaire economie, circulaire watersystemen en de introductie daarvan”, stelt Van Loosdrecht. In NEMO komen tentoonstellingen en kunnen jongeren actief aan de slag met het onderwerp. Water Mining richt zich eveneens op de opschaling, integratie en verbinding van verschillende op zichzelf losstaande watertechnologische oplossingen die al in Europees verband zijn onderzocht, bijvoorbeeld in het Zero Brine project. Sinds 2017 onderzoeken 22 partners van onderzoeksinstituten, mkb, bouwbedrijven en eindgebruikers uit tien landen oplossingen om industriële zoutwaterafvalstromen te verminderen door mineralen en schoon water terug te winnen en te hergebruiken. De TU Delft coördineert ook dit project, dat vier jaar loopt. Water Mining voorziet verder in zes grootschalige demo-installaties in verschillende landen, waaronder Nederland (zie kader). Doel is om een integraal beeld te krijgen en de problemen op te lossen die ontstaan bij de opschaling, verbinding en integratie van de verschillende watertechnologieën. Nieuwe businessmodellen Een ander belangrijk element in het project is de ontwikkeling van nieuwe, innovatieve businessmodellen en publiekprivate samenwerkingsverbanden. Van Loosdrecht neemt

Watertechnologie Waar komen de demo-installaties? Water Mining richt zich op de terugwinning van grondstoffen uit zee, het stedelijk gebied en de industrie. Er komen zes grootschalige demonstratieprojecten, waarvan twee in Nederland op industrieel en stedelijk gebied. Dr. Dimitris Xevgenos, die met Mark van Loosdrecht en Patricia Osseweijer deel uitmaakt van het coördinerende team van Water Mining, zet ze op een rij. Zo komt er in de Botlek een industrieel demoproject met chloorproducent Nouryon en afnemer Hexion. Doel is een betere circulariteit binnen het chlooralkalicluster. Nouryon gebruikt nu zout uit Delfzijl voor de chloorproductie, maar dat kan met technologie uit de afvalwaterstromen van de afnemers worden gehaald. De bedrijven moeten de afvalwaterstromen nu voor veel geld behandelen voor ze deze mogen lozen. “Het idee is om dat geld te gebruiken om het zout eruit te halen, zodat er geen zout meer uit Delfzijl nodig is.” Het demoproject verkent tevens het ‘chemical leasing concept’. Dat zou erop neerkomen dat Nouryon chloor gaat leasen aan de afnemers om het eigendom te behouden en het chloor ook terug te nemen. Partijen verdelen zo niet alleen de kosten, maar ook de opbrengsten. “Samen kunnen ze zo bijvoorbeeld de brijnzuiveringsunit financieren die nodig is voor het project”, zegt Xevgenos. Het stedelijke project richt zich op de terugwinning van Kaumera en fosfaat. Demo-installaties ‘sea mining’ De ‘sea mining’-projecten vinden plaats in Spanje en Italië. Bij een pilot op het Italiaanse eiland Lampedusa wordt de brijnstroom, die bij de ontzilting van zeewater ontstaat, behandeld met restwarmte van een energieproducent. Doel is om zo schade aan het aquatisch zeemilieu te voorkomen. Brijnstromen zorgen ervoor dat het ecosysteem in de Middellandse Zee, waaronder zee grasvelden, dreigt te verdwijnen. In het Zuid-Spaanse Almeria vindt een vergelijkbaar project plaats. Alleen gebruiken de initiatiefnemers hier geen restwarmte maar zonne-energie. Dat is afkomstig van het grootste onderzoekscentrum voor zonne-energie in Europa: Plataforma Solar de Almeria. Het idee erachter is dat alle EU-lidstaten volgens de Green Deal in 2025 klimaatneutraal moeten zijn. Voor ‘urban mining’ komen er vier demo-installaties: Utrecht, Barcelona, Faro en Cyprus. In Utrecht en Faro ligt de focus op de terugwinning en de vergelijking van Kaumera. In Cyprus staat fosfaat centraal en zero liquid discharge om het aquatisch milieu niet te belasten. In Barcelona gaat het vooral om energiewinning. Kaumera als voorbeeld. Betrokken partijen moeten investeren in procesapparatuur en verdienen aan de verkoop van het biopolymeer. Maar een bedrijf kan niet investeren en vervolgens van een afnemer eisen om de komende jaren het biopolymeer af te nemen. “Voor publieke organisaties als de waterschappen zitten daar allerlei juridische haken en ogen aan. Zo moeten ze aanbestedingsprocedures volgen. Ook moeten ze nadenken over de financiële risico’s. Waar leg je die? Bij publieke of private organisaties? En hoe verdeel je de winsten?” Volgens de Europese Investeringsbank is er, om de EU-doelstellingen voor energie, klimaat en milieu te realiseren, jaarlijks een extra financiering van 270 miljard euro nodig. Hiervan neemt de watersector 90 miljard voor zijn rekening. Om de infrastructuur- en investeringskloof in de watersector te dichten, bouwt Water Mining voort op ervaringen uit succesvolle publiek-private partnerschappen. Een mooi voorbeeld is de Nereda-technologie, uitgevonden bij TU Delft en naar de markt gebracht in een unieke PPS tussen de TU Delft, waterschappen en Royal HaskoningDHV. De hamvraag is natuurlijk wanneer Water Mining in de ogen van Van Loosdrecht geslaagd is. “Wij hebben onder meer een aantal technische en economische doelen en KPI’s voor de Europese Commissie opgesteld. Die variëren van het aantonen van de voordelen van ontzilting met zonne-energie en restwarmte tot de kosteneffectieve verwijdering van fosfaat uit communaal afvalwater. Wanneer we deze doelen halen, is het project voor mij een succes.” Mark van Loosdrecht, onderzoeksleider en hoogleraar milieubiotechnologie en waterzuivering aan de TU Delft (foto: Ivan Pel). WATERFORUM DECEMBER 2020 45

InfraTech Bruggen, viaducten, sluizen en kades die in de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd, bereiken nu het einde van hun levensduur (foto: Rijkswaterstaat). InfraTech Series over vervanging en renovatie ‘Waterschappen kunnen best vaker naar andere sectoren kijken’ Door Armand Landman Alleen door kennis en ervaring met elkaar te delen is de enorme vervangingsopgave waar de Nederlandse infrasector voor staat, goed te managen. Dat bleek tijdens de vierde uitzending van de InfraTech Series, de online talkshow in aanloop naar InfraTech 2021 Hybride. In de uitzending spraken Marco Hofman van De Bouwcampus en Bas Nanninga van Hoogheemraadschap Delfland over het thema ‘Vervanging en renovatie’. Precieze aantallen zijn lastig te geven. “Er zijn organisaties die heel goed weten hoe het er met hun areaal voorstaat”, zegt Marco Hofman van De Bouwcampus. “Rijkswaterstaat bijvoorbeeld. Dat heeft een programma waarin heel veel kunstwerken zijn opgenomen waarvan ze weten: ‘Daar moet binnenkort echt iets mee gaan gebeuren’.” Volgens Hofman is er daarnaast een tweede categorie assetbeheerders die dat ook goed weet en die bovendien aangeeft er ook voldoende middelen voor te hebben. En dan is er een redelijk grote groep van opdrachtgevers die weliswaar stellen dat ze geen problemen voorzien, maar die simpelweg geen idee hebben van de omvang van de verouderde kunstwerken die ze beheren. “Er worden wel eerste schattingen gemaakt en dan zie je oplopende curves van miljarden euro’s.” Italiaanse toestanden Overigens verwacht Hofman in Nederland geen Italiaanse toestanden, waarbij bruggen of viaducten letterlijk op 46 WATERFORUM NR 7 instorten staan. “Ik denk niet dat we het in Nederland zover laten komen. Aan de andere kant: inzakkende kademuren in Amsterdam zijn wel een waarschuwing. En ik denk niet dat dit het laatste geval zal zijn.” Bas Nanninga van het Hoogheemraadschap van Delfland constateert dat de enorme aantallen bruggen, viaducten, sluizen en kades die in de tijd van de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog zijn gebouwd, nu het einde van hun levensduur bereiken. “Overigens is dat al jaren bekend. We zijn dus niet verrast, maar dat doet niets af aan de enorme opgave.” Nanninga ziet bovenop de reguliere vervanging echter ook een aantal andere ontwikkelingen. “Waar wij als waterschap veel mee te maken krijgen, is bijvoorbeeld de klimaatverandering. Meer regen die gevolgd wordt door periodes van langdurige droogte. Dat betekent niet alleen dat we moeten vervangen of renoveren, maar dat we tegelijk moeten kijken of het allemaal nog wel de juiste afmetingen heeft. Om met de nieuwe ontwikkelingen mee te kunnen, hebben we op veel plaatsen extra waterberging en extra capaciteit van sluizen en gemalen nodig.” Nanninga vertelt dat het Hoogheemraadschap van Delfland rond de eeuwwisseling al veel last had van de hevige regenval, waardoor er veel wateroverlast was. “Er is toen al fors geïnvesteerd in bergings- en afvoercapaciteit. Daar zijn we nog steeds mee bezig. En de laatste jaren zien we dat we steeds meer met droogte te maken krijgen. Gelukkig kunnen we nog prima aan de watervraag voldoen, maar het laat duidelijk zien dat we een transitieperiode meemaken.” Samenwerking Juist de enorme omvang en complexiteit van de vervangings- en renovatieopgave maken samenwerking volgens Hofman onontbeerlijk. “De Bouwcampus is ooit opgericht om opdrachtgevers en opdrachtnemers op neutraal

InfraTech InfraTech 2021 Hybride Naast de fysieke beursvloer verrijkt vakbeurs InfraTech haar 14e editie met een online programma en wordt InfraTech 2021 hybride. Tijdens InfraTech komt de keten samen om verbindingen te leggen, samenwerkingen te versterken, kennis te delen en elkaar te inspireren. De pijlers ‘ontmoeten’, ‘kennisoverdracht’ en ‘innovatie’ zullen centraal staan en ook deze editie zal InfraTech op een verantwoorde manier belangrijke ontmoetingen in de sector faciliteren. Zowel fysiek, waar op een veilige en gepaste afstand voldoende ruimte wordt geboden om te netwerken, als digitaal op het nieuwe (online) InfraTech Netwerk Platform. De fysieke beursvloer krijgt een aangepaste indeling, volledig gericht op de 1,5-meterrichtlijn. Er is een verruiming van de gehele beursindeling met bredere gangpaden, meer ruimte op plekken waar voorheen drukkere bezoekersstromen waren, een aangepaste inrichting van de hybride studio’s en de cateringpunten worden anders opgesteld. De diverse kennissessies in samenwerking met de partners van InfraTech zullen te volgen zijn via het nieuwe InfraTech Netwerk Platform. Waar de partners hun programma eerder op hun pleinen lieten zien, worden er nu verbindingen gezocht om een aantrekkelijk, actueel digitaal programma neer te zetten. Op het InfraTech Netwerk Platform krijgen bezoekers en exposanten van InfraTech ook de mogelijkheid om elkaar op basis van hun zakelijke interesse te ontmoeten en zowel fysieke als digitale afspraken met elkaar te maken. Op het platform hebben exposanten hun eigen omgeving, waarin ze kennis kunnen delen over onder meer hun producten en innovaties en eventuele live kennissessies kunnen streamen. Lees meer op www.infratech.nl WATERFORUM DECEMBER 2020 47

InfraTech Rijkswaterstaat heeft een programma waarin veel kunstwerken zijn opgenomen waarvan bekend is dat ze binnenkort moeten worden gerenoveerd (foto: Rijkswaterstaat). terrein en zonder tussenkomst van juristen met elkaar te laten praten. En gebruik te maken van de triple helix van opdrachtgevers, opdrachtnemers en kennisinstituten. Vervanging en renovatie is bij uitstek een opgave waarbij de één niet zonder de ander kan. Waar we niet zonder kennis delen kunnen en juist elkaars oplossingen moeten kopiëren.” Hofman geeft overigens toe dat juist die samenwerking nog “ingewikkeld” is. “Iedereen kent de opgave. Maar ik observeer tegelijkertijd dat iedereen zo druk is met zijn eigen uitdagingen, dat niemand voldoende tijd neemt om eens bij de buren te gluren. Of als iemand iets heel goeds bedacht heeft, diegene de tijd neemt dat bij de buren te gaan vertellen. Het positieve is dat er gigantisch veel gebeurt op het gebied van innovatie, maar het delen blijft wat achter. Dat is erg lastig.” InfraTech is dé plek om elkaar te ontmoeten, te netwerken, kennis te delen en innovaties in de infrabranche te ontdekken. Nanninga meent dat juist waterschappen wel degelijk regelmatig bij ‘de buren gluren’. “Wij hebben een aantal platforms waar we dingen met elkaar uitwisselen, zoals bijvoorbeeld de energie- en grondstoffenfabrieken, waarbij we innovaties op het gebied van terugwinning van grondstoffen en energie uit afvalwater met elkaar uitwisselen. Maar ik herken ook veel van wat Marco zegt: te vaak gaan we nog zelf op zoek naar oplossingen, zonder dat we weten dat iemand anders daar ook al mee bezig is. Aan de andere kant is het ook niet erg om verschillende oplossingen voor eenzelfde probleem te hebben. Want alleen maar van elkaar kopiëren bevordert innovatie ook niet altijd. Toch zouden we als waterschappen best eens wat vaker naar andere sectoren kunnen kijken.” InfraTech Series In de aanloop naar InfraTech 2021 - dat plaatsvindt van 12 tot en met 15 januari 2021 in Rotterdam Ahoy en op het online InfraTech Netwerk Platform – wil InfraTech het platform zijn waar de verschillende partijen elkaar treffen en van elkaar leren. Mede daarom zijn er iedere maand online talkshows waar gepraat en gediscussieerd wordt over de verschillende thema’s van de vakbeurs. Onder de titel ‘InfraTech Series’ staan er al vijf afleveringen online: een over mobiliteit in een anderhalvemetersamenleving, een over de digitale infra, een over klimaat en verduurzaming in de gebouwde omgeving en twee over vervanging en renovatie. Er verschijnt dit jaar nog een aflevering: December - Trend: Human Capital Daarin worden alle eerder besproken thema’s samengebracht, want voor alles is Human Capital nodig. Waar liggen de uitdagingen nu, wat hebben we geleerd (ook m.b.t. de afgelopen maanden) en how do we move forward? Abonneer u op het YouTube kanaal van InfraTech via: Infratech.nl/Series 48 WATERFORUM NR 7

Hydrostatische (draadloze) drukmeting in tanks, peilbuizen en afvalwater www.keller-holland.nl

Hydrostatische tankinhoudsmeting In een vloeistofkolom is de hydrostatische druk evenredig met het waterpeil. Hoe hoog die druk precies is, hangt af van de dichtheid van de vloeistof en de zwaartekracht die erop werkt. Nivosensoren meten deze druk en houden daarbij metrologisch en constructief rekening met de omgevingsdruk. De drukmeting dient gedurende een langere termijn zeer stabiel te blijven om te voldoen aan de hoge eisen van statische metingen. Voordelen van piëzo-resistieve druksensoren KELLER speelt een voortrekkersrol op het gebied van piëzoresistieve druksensoren en heeft de opbouw van geïsoleerde siliciumcellen geperfectioneerd. De robuuste metalen behuizing maakt interne afdichtingen overbodig. Het monokristallijne sensorelement is ideaal voor statische drukmetingen en kent geen hysteresis. Bovendien zijn piëzo-resistieve druksensoren bij uitstek geschikt voor zeer compacte constructies. Kenmerken van de meetapparatuur p (h,p0) – Hydrostatische druk als functie • Hoge nauwkeurigheid, uitstekende langetermijnprestaties, geen last van hysteresis • Gemeten temperatuurwaarden zijn afleesbaar via een digitale interface (handig bij dichtheidsberekening) • Goed beschermd tegen omgevingsinvloeden • Polariteit- en overspanningsbeveiliging • Robuuste rvs-behuizing • Kleine diameter, geschikt voor peilbuizen vanaf 16 mm • Grote keuze in drukmeetbereiken • Verschillende materialen en kabels voor verschillende mediums h  van de vloeistofkolom in samenhang met de omgevingsdruk; [p] = Pa³  – Dichtheid (bijvoorbeeld voor water: 1.000 kg/m³ bij 3,98 °C); [] = kg /m³ g – Locatievariabele (versnelling als gevolg van de zwaartekracht, p gnorm = 9,80665 m/s2); [g] = m /s²² h – Hoogte van de vloeistofkolom; [h] = m p0 zeeniveau, p0 = 0 voor relatieve drukmeting); [p0] = Pa Hydrostatische druk met inachtneming van de omgevingsdruk p (h, p0 ) =  x g x h + p0 Deze formule kan worden toegepast op open water en op statische vloeistoffen in tanks. In geval van gesloten tanks dient een drukverschilmeting voor de bepaling van p0 (dekseldruk) te worden ingezet. Om bij de open toepassingen ook de omgevingsdruk mee te nemen, wordt gebruik gemaakt van relatieve druksondes of van AA-technologie (absoluut-absoluut). p0 – Omgevingsdruk (norm.101.325 Pa op Nivosensoren Analoog   Analoog Serie 26 Nau Serie 26 Y / 26 C  Digitaal en analoog Serie 36 XW / 36 XS / 46 X* Meetbereik van 0 ... 1 tot 0 ... 300 mH2O Uitgangen: stroom/spanning, ook ratiometrisch Nauwkeurigheid: 0,25% FS eurigheid: 0,25% FS Meetbereik van 0 ... 1 tot 0 ... 300 mH2O Uitgangen: stroom/spanning  Meetbereik van 0 ... 0,01 tot 0 ... 300 mH2O  RS485-Modbus RTU-interface, te combineren met SDI-12 of stroom/spanningsuitgang  Nauwkeurigheid: <0,02% FS  Compact en robuust ontwerp van roestvrij staal, Hastelloy® of titanium  Beschermkap of schroefdraad  Geoptimaliseerde kosten  Digitaal en analoog  Geïntegreerde temperatuurmeting  Grote stabiliteit op lange termijn  Modellen vanaf ø 16 mm  Hercalibreerbaar  Analoge uitgang instelbaar via RS485-interface * Capacitieve meetcel 50 WATERFORUM NR 7

Autonome Dataloggers 2G 3G 4G Grondwater en riooloverstort dataloggers DCX-16 / DCX-18 / DCX-22 / DCX-22 AA  ondwater en riioolo erstort datalog  Meetbereik van 0 ... 1 tot 0 ... 300 mH2O Nauwkeurigheid: 0,02% FS  Batterijlevensduur 10 jaar  AA-technologie met geïntegreerde barometer  Gratis bijbehorende software  Modellen van ø 16 mm, 18 mm en 22 mm  Keuze uit accu- / batterijvoeding of externe voeding  Geïntegreerde temperatuurmeting Meerkanaals modemlogger voor 2G, 3G, 4G LORA of NB-IoT* ARC-1 (opvolger GSM-2)  Communicatie via (s)FTP, compatible met KOLIBRI CLOUD  Alarmering op diverse parameters  Verschillende sensor-interfaces (tot 5 nivosensoren)  Autonoom; batterijlevensduur 10 jaar  Gegevensbeheer met KELLER KOLIBRI CLOUD  Geschikt voor montage in 2“-peilbuis  Waterdicht / onderdompelbaar  Geïntegreerde barometer Multiparametersensoren Speciale modellen DCX 22 CTD / Serie 36 Xi W CTD TD/ Serie 36 XiW CTD    Druk/Nivo-, temperatuur- en geleidbaarheidsmeting Geleidbaarheidsmeetbereik 0...200 mS/cm Onderhoudsvrij Dr Geleidbaarheidsmeetbereik 0...200 mS/cm Onderhoudsvrij Opties en keurmerken  Klantspecifieke aanpassingen, ook voor kleine aantallen  Temperatuurcompensatie op alle druksensoren  PT1000-variant, nauwkeurigheid van 0,1 K  Diverse kabelmateriaalopties zoals PE / TPE / FEP (Teflon ®)  Meetbereik en kabellengte naar wens  Bliksembeveiliging  Staal, titanium, Hastelloy® - voor alle wetted parts  Energiezuinig ontwerp (apparatuur met batterijvoeding)  RS485 Modbus RTU en /of SDI-12-interface ATEX- en IECEx-keurmerk Drinkwaterkeurmerk Serie 36 X KY / 33 X / DCX-25 PVDF    Vuilafstotend Kynar® SubConn® -Stekker Behuizing van PVDF voor toepassing in agressieve media an PVDF v -Membraan-Membraan ISO gecertificeerd WATERFORUM DECEMBER 2020 51

Welkom bij KELLER AG für Druckmesstechnik. DE Zwitserse druksensor specialist. KELLER AG für Druckmesstechnik is gevestigd in Winterthur (Zwitserland) en is de meest toonaangevende producent van druktransducers- en -transmitters in Europa. Oprichter / Jaar van oprichting Hannes W. Keller, dipl. Phys. ETH / 1974 Directeur en eigenaar Het volledige produktieproces vindt plaats op de hoofdlocatie in Winterthur, van de vervaardiging van onderdelen en de calibratie van de druksensoren tot en met de controle van het eindprodukt. Alle KELLER-produkten zijn dus „Made in Switzerland“. De toepassingen van onze druksensoren zijn net zo veelzijdig als het gehele KELLER assortiment. KELLER AG für Druckmesstechnik en KELLER Ge sellschaft für Druckmesstechnik mbH Jestetten zijn gecertificeerd volgens de ISO9001-richtlijnen. Personeel 400 medewerkers Omzet 80 miljoen CHF Magazijn / Verzending Winterthur (CH), hoofdkantoor en produktie Jestetten (D), Europees transportcentrum Dochterondernemingen en wederverkopers wereldwijd. KELLER Software OEM – op maat gemaakte produkten KELLER AG beschikt over een eigen software afdeling. De soms zeer uitgebreide software maakt altijd deel uit van de levering van de betreffende produkten. Er zijn geen licentiekosten. Daarnaast heeft KELLER een eigen cloud: KOLIBRI Cloud kent geen maandelijkse kosten en is beschikbaar voor alle KELLER IoT systemen. Wilt u KOLIBRI Cloud proberen? Kijk op www.kolibricloud.com O OEM d k KELLER AG is niet alleen bekend om zijn druktransmitters, digitale manometers en nivosensoren, maar produceert en ontwerpt ook vele OEM druksensoren. Onze OEM produkten, waaronder druksensoren met elektronische compensatie en klantspecifieke maatoplossingen voor alle ontwikkelingsfasen, worden toegepast in door onze klanten ontwikkelde apparatuur. De serie PRD-33X is bijvoorbeeld ontworpen voor toepassingen die in het lagere verschildrukbereik uiterst nauwkeurig, maar ook extra bestand tegen overbelasting moeten zijn. Deze serie is geschikt voor niveaumetingen in gesloten tanksystemen en meet ook de absolute basisdruk voor de regulering v tinoo g v de binnendruk tot 40 bar met maximale nau keurigheid. nau Hoofdkantoor KELLER AG für Druckmesstechnik St. Gallerstrasse 119 CH-8404 Winterthur Zwitserland Vestiging voor Nederland en België KELLER Nederland Leeghwaterstraat 25 NL -2811DT REEUWIJK Nederland Tel. +41 (0)52 235 25 25 Fax +41 (0)52 235 25 00 info@keller-druck.com www.keller-druck.com Tel. +31 (0)182 399840 Fax +31 (0)182 399841 sales@keller-holland.nl www.keller-holland.nl 52 WATERFORUM NR 7 nivonl052017

Column Met gedragswetenschappen kom je achter de voordeur Door Esther de Wit-De Vries MSc MA, WUR - Wageningen Environmental Research Hoe zorg je dat iemand korter doucht of zijn zwembadje niet vult in de zomer? Dat een boer bovenwettelijke maatregelen neemt of een arts minder injectiespuiten leeg spuit in de gootsteen? Er zijn talloze regels in Nederland die moeten helpen om de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater op peil te houden, zodat we dit ook in de toekomst kunnen blijven gebruiken. Maar met regels bereik je niet elk gedrag. Toch kan het gedrag van bepaalde groepen wel heel bepalend zijn voor de waterkwaliteit. Om dat gedrag te veranderen kan de inzet van gedragswetenschappen helpen. In de watersector liggen nog veel kansen voor het oprapen. Er wordt echter nog niet zo vaak over het inzetten van gedragswetenschappen nagedacht. Soms wordt er zelfs huiverig op gereageerd omdat men bang is ‘mensen te manipuleren’. Helaas voor deze mensen: niet manipuleren gaat niet. Door elke vorm van communicatie wordt er ‘gemanipuleerd’ en dan kun je het maar beter goed doen. Anders loop je het risico een bord te plaatsen waarop staat dat er geen eendjes gevoerd mogen worden, maar dat uitstraalt dat het wél mag (echt gebeurd). Of is er onvoldoende respons op je subsidieregeling voor bovenwettelijke maat regelen (helaas ook dagelijkse praktijk). Gedragsbeinvloeding kan wel degelijk op een respectvolle manier, die mensen nog steeds de vrije keus laat. Je kunt ze een duwtje geven in de juiste richting. Gewenst gedrag Veel gedrag gaat op de automatische piloot. En die piloot heeft soms een goede navigator nodig. Waar in het verleden vaak is ingezet op informeren, weten we ondertussen dat informatie over ongewenst gedrag, of gevolgen daarvan, vaak niet leidt tot het vertonen van het gewenste gedrag. Voor het doen van het juiste, moeten mensen weten wat het juiste gedrag is, op het juiste moment getriggerd worden om dat gedrag te vertonen en gefaciliteerd worden om zich juist te gedragen. Tijd dus om kansen voor het inzetten van gedragsverandering te gaan signaleren en gedrag dat eerder onbereikbaar was op een vriendelijke manier te beïnvloeden. Al was het maar door duidelijk te maken wat het gewenste gedrag dan wel is. Bijvoorbeeld door artsen te vragen te beloven om hun injectiespuit voortaan op een papiertje leeg te spuiten en dat weg te gooien (het kan helpen om je goede voornemens aan iemand te vertellen, dan hou je je er beter aan). En ze een poster geven die ze als reminder bij hun wasbak kunnen ophangen. Of het gewenste gedrag makkelijk te maken, bijvoorbeeld door inleverpunten voor medicijnresten beter zichtbaar te maken en op de juiste plek neer te zetten. Waar liggen die kansen dan? Bij al het gedrag wat ‘achter de voordeur’ plaatsvindt, oftewel waarop regels geen vat hebben, kun je nadenken over het inzetten van gedragswetenschap. Gedragswetenschap kan ook helpen in aanvulling op andere instrumenten, bijvoorbeeld om boeren te werven voor een subsidieregeling. Een goede vuistregel is dat degene die het gedrag moet gaan vertonen, wel een persóón moet zijn – een bedrijf zelf vertoont geen gedrag, dat doen zijn medewerkers. In het project gedragswetenschappen binnen de kennisimpuls waterkwaliteit wordt de watersector hiermee op weg geholpen. Kijk voor meer inspiratie op www.kennisimpulswaterkwaliteit.nl WATERFORUM DECEMBER 2020 53

Bedrijvenregister C-mark B.V. Munsterstraat 9, 7418 EV Deventer www.c-mark.nl info@c-mark.nl T: +31 (0)88 - 831 05 00 Deltares Postbus 177, 2600 MH Delft www.deltares.nl info@deltares.nl T: +31 (0)88 - 335 82 73 Endress+Hauser BV Nikkelstraat 6, 1411 AJ Naarden www.nl.endress.com info@nl.endress.com T : +31 (0)35 - 695 86 11 EnviroChemie BV Waarderweg 52 c, 2031 BP Haarlem www.envirochemie.com sales-benelux@envirochemie.com T: +31 (0)23 - 534 54 05 Festo BV Schieweg 62, 2627 AN Delft www.festo.com info.nl@festo.nl T: +31 (0)15 - 251 88 90 Hiller GmbH Schwalbenholzstr. 2, D-84137 Vilsbiburg (D) www.hillerzentri.de info@hillerzentri.de T: +31 (0)318 - 73 14 00 Imbema Holland BV Nijverheidsweg 5- 7, 2032 CN Haarlem www.imbema.com info@imbema.com T: +31 (0)88 - 130 60 30 Keller Nederland Leeghwaterstraat 25 2811 DT Reeuwijk sales@keller-holland.nl T: +31 (0)182 - 39 98 40 Krohne Nederland B.V. Kerkeplaat 14, 3313 LC Dordrecht www.krohne.com infonl@krohne.com T: +31 (0)78 - 630 62 00 Landustrie Sneek B.V. LANXESS NV Pieter Zeemanstraat 6, 8600 AD Sneek www.landustrie.nl info@landustrie.nl T:+31 (0)51 - 548 68 88 Ketenislaan 2, bldg 7748/2, 9130 Kallo, BE www.lpt.lanxess.com bart.goossens@lanxess.com T:+32 3 653 44 65 Logisticon Water Treatment B.V. Energieweg 2, 2964 LE Groot Ammers www.logisticon.com water@logisticon.com T: +31 (0)184 - 60 82 60 Modelec Galvanistraat 38, 6716 AE Ede www.modelec.nl sales@modelec.nl T: +31 (0)318 - 63 62 62 Nijhuis Water Technology Innovatieweg 4, 7007 CD Doetinchem www.nijhuisindustries.com info@nijhuis-water.com T: +31 (0)314 - 74 90 49 NWP (Netherlands Water Partnership) Bezuidenhoutseweg 2 2594 AV Den Haag www.nwp.nl, info@nwp.nl T: +31 (0)70 - 304 37 00 PROCENTEC Nederland Klopperman 16 2292 JD Wateringen info@procentec.com T: +31 (0)174 - 67 18 00 SUEZ Water NV Willem Barentszweg 4, 5928 LM Venlo www.water-benelux.com contact.water.nl@suez.com T: +31 (0)77 - 323 12 31 VEGA Meet- en Regeltechniek Arnhemseweg 213-2 3817 CG Amersfoort info.nl@vega.com T: +31 (0)33 - 450 25 02 54 WATERFORUM NR 7

Grond waterstanden In de Cloud Serie 36XiW niveausensor ARC-1 3G / NB-IoT module ADT-1 LoRa module • Zwitserse precisie: Nauwkeurigheid vanaf 0,05%FS TEB* • Interne datalogger voor backup (ARC-1) • NB-IoT, LoRa, 2G / 3G / 4G • Optioneel: geleidbaarheidmeting, andere materialen (Hastelloy of Titanium), ATEX • KELLER Kolibri Cloud :    * TEB = Total Error Band, dus de maximale fout van de niveausensor 2G 3G 4G keller-holland.nl kolibricloud.com

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication