27

WATERBOUW Viering van de verdieping van de Nieuwe Waterweg. Zouttong De extra diepte van de Nieuwe Waterweg zorgt onvermijdelijk voor een grotere ‘zouttong’ landinwaarts, zeker bij lage rivierstanden. Vanuit het projectbudget is daarom geld beschikbaar om de zoetwatervoorziening te garanderen voor landbouw, drinkwater, natuur en industrie rondom de Nieuwe Waterweg. Zo zal er waarschijnlijk vaker extra aanvoer van zoet water vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal (KWA-systeem) nodig zijn. Bij de Rotterdamse Leuvehaven wordt een nieuwe verbinding gemaakt met de Nieuwe Maas om extra zoet water te leveren aan de Leuvekolk, een uitloper van rivier de Rotte. En er is een financiële bijdrage voor Delfland om extra zoet water te genereren uit afvalwater. De werkelijke verziltingseffecten worden de komende jaren nauwkeurig gemonitord. Scheepswrak De baggerwerkzaamheden verliepen lang probleemloos. De draaiboeken voor de vondst van WOII-munitie hoefden slechts één keer uit de kast, voor een klein explosief. Stofbergen: “In dit gebied kun je oude munitie tegenkomen. De kans is niet groot, maar de impact groot, dus alles was voorbereid.” Maar de grootste verrassing was begin april een oud scheepswrak ter hoogte van de Poortershaven bij Maassluis. Geen prettige verrassing, zeker niet omdat het wrak in de laatste fase van de werkzaamheden werd ontdekt. Hupkes: “We zaten op een strak tijdschema. Het eerste new-Panamaxschip dat de Botlekhaven zou aandoen, de tanker Delta Mariner, was al onderweg vanuit Afrika en zou binnen drie weken arriveren.” Na onderwaterinspectie was snel duidelijk dat het ging om resten van het Griekse stoomvrachtschip Chryssi, dat op 26 oktober 1938 zonk na een aanvaring in dichte mist. De opvarenden werden destijds gered, maar het schip was reddeloos verloren. Het wrak werd met dynamiet tot ontploffing gebracht om de waterweg snel vrij te maken. Dat niet alle brokstukken waren opgevist, was bekend, maar op de wrakkenkaarten lagen ze zeker honderd meter uit de vaargeul. Stofbergen: “Het wrak is door de explosie en stroming een flink stuk verplaatst.” Op 10 april startte een spoedberging. Hupkes: “Echt spannende dagen. We zaten hier voor het beeldscherm om alles te volgen. Toen de laatste stukken loskwamen, was dat echt een grote opluchting.” Diep, dieper, diepst Amper tien dagen later kon supertanker Delta Mariner keurig op tijd aanleggen in de haven. Hupkes: Ik ben in alle vroegte mijn bed uitgekomen, want ik wilde haar met eigen ogen de haven zien binnenvaren. Daar hebben we het tenslotte allemaal voor gedaan. Mooi en imposant was dat.” WATERFORUM DECEMBER 2019 27 “Ik ben toch blijven liggen”, vertelt Stofbergen. “En heb later de filmbeelden gezien. Zeker indrukwekkend, maar dat heb ik elke keer in de haven. Die gigantische schepen, al dat staal. Dan zie en merk je pas hoe mondiaal de Rotterdamse haven is.” Ligt over tien of twintig jaar niet opnieuw de vraag om verdieping op tafel? Hupkes: “De trend naar steeds grotere schepen blijft, maar wij zitten met deze diepte echt aan de max. Door de Maeslantkering, maar ook door de Blankenbergtunnel die onder de Nieuwe Waterweg loopt. Maar nog grotere schepen kunnen terecht op de Maasvlakte en in de Europoort, tot wel 23 meter diepte. Daarmee heeft Rotterdam een unieke positie.” Nu de verdieping gereed is, heeft Stofbergen het even wat rustiger. “Dat is welkom. Het was een geweldig project van enorme relevantie. Dat geeft veel energie, maar is ook intensief.” Voor Hupkes betekent de verdieping het begin van een aantal nieuwe projecten. “De vaargeul is nu verdiept, maar er zijn nu slechts twee geschikte ligplaatsen in de Botlek, bij de Koole terminal. Daarom meren er nu ook nog niet dagelijks new-Panamaxschepen af.” Meer ligplaatsen creëren betekent extra baggerwerk en werk aan kademuren. Ook op de wal zijn aanpassingen nodig van bijvoorbeeld laadarmen en pijpleidingen. Hupkes: “Geïnteresseerde bedrijven melden zich en vervolgens plannen en investeren we samen. De komende vijf tot tien jaar zijn we daar als Havenbedrijf nog mee bezig.”

28 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication