0

JAARGANG 15 / DECEMBER 2019 / E 12,50 NR 7 De voetafdruk van Arjen Hoekstra De Maas: kwetsbaar als drinkwaterbron Kwaliteit grote wateren onder druk Houdt Venetië het hoofd boven water?

KOLIBRI Cloud Backend KOLIBRI Cloud WebApp KOLIBRI Cloud API KELLER unlimited! Al uw druk- en nivometingen beschikbaar in de KELLER Cloud Gestructureerde data op elk moment veilig opgeslagen en toegankelijk vanaf elk apparaat met een browser en internetverbinding „State of the Art“ beveiliging LoRa & ARC-1 data direct opgeslagen in de KOLIBRI Cloud. PC software (Datamanager) niet meer nodig en onderhoudsvrij Gebruik KELLER KOLIBRI Cloud als opslaglocatie Compatible met diverse KELLER IoT producten en IoT protocollen: GSM, ARC, LoRa, KOLIBRI Mobile App en Desktop App. Programmeer en ontvang sensor en systeem alarmmeldingen Data is toegankelijk voor meerdere gebruikers op hetzelfde moment Visualiseer en bekijk opgeslagen data in KOLIBRI Cloud Flexibele toegang via standaard interfaces tot uw eigen cloud services of lokale databases LoRa & ARC1 systemen geleverd. Datatoegang zonder instellingen Open source programma‘s en tools met gedetailleerde documentatie «ONE SOFTWARE» Geen installatie noodzakelijk data wordt getoond in browser kolibricloud.com

INHOUDSOPGAVE Arjen Hoekstra, grondlegger van de watervoetafdruk Vorige maand overleed volkomen onverwacht professor Arjen Hoekstra van de Universiteit Twente. Hoekstra kreeg wereldwijde bekendheid als grondlegger van de watervoetafdruk, waarmee hij inzichtelijk maakte hoeveel water het kost om de producten te maken die wij in de winkel kopen. Als eerbetoon aan Hoekstra plaatsen wij een verkorte weergave van een interview dat hij eerder dit jaar gaf voor de Belgische website EOS-Tracé. Waterkwaliteit grote wateren blijft zorgenkindje De waterkwaliteit van de grote wateren staat onder druk. De eisen uit de Europese natuur- en waterrichtlijnen blijven een loden last. Honderden miljoenen euro’s gaan naar het herstel van de ecologie. Maar hoe dat voor de waterkwaliteit uitpakt, blijft een lastige vraag. WaterForum gaat op zoek naar een antwoord. Nieuwe Waterweg klaar voor superschepen De Botlek is sinds begin oktober toegankelijk voor new-Panamaxschepen, schepen tot 15 meter diepgang. Verdieping van de watergeul vond plaats terwijl de scheepvaart op de Nieuwe Waterweg en het drukke havengebied volop doordraaiden. WaterForum sprak met de mensen die deze klus klaarden in minder dan een jaar. 12 17 Nationale Omgevingsvisie gaat óók over water Sturing op de toekomstige inrichting van Nederland blijft een politieke nachtmerrie. Jan Pronk deed met zijn Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening in 2001 voor het laatst een serieuze poging. Het huidige kabinet wil proberen om met de Nationale Omgevingsvisie de ruimtelijke versnippering tegen te gaan. Volgens waterbouwkundig ingenieur Frank Spaargaren ligt besluiteloosheid echter op de loer. Stormvloedkering met Italiaanse slag Drie keer in één novemberweek werd Venetië getroffen door een vloedgolf hoger dan 110 cm. De Venetianen zuchten er onder, maar moeten nog geduld hebben. Vijftien jaar geleden is begonnen met de bouw van een stormvloedkering met een uniek ontwerp. Nederlandse waterexperts kijken reikhalzend uit naar de ervaringen die er straks mee worden opgedaan. 25 De Maas bij droogte kwetsbaar als drinkwaterbron Drinkwaterbedrijven en bestuurders maken zich zorgen over de kwetsbaarheid van de Maas als bron voor drinkwatervoorziening. Vooral in tijden van droogte kunnen de lage afvoeren, in combinatie met lozingen van chemische stoffen, voor een slechtere waterkwaliteit zorgen. Daarom werken ze aan maatregelen om water langer vast te houden. Maar hoe? 32 38 Verder in dit nummer Actueel & agenda Column In de Praktijk: waterkwaliteitssensoren 6 11 22 Fotoreportage: Nederlandse pompen in Polen 28 ICT Water Congres Verdygo-Nereda-rwzi in Weert Ballenlijnen Bedrijvenregister 42 46 48 51 55 WATERFORUM DECEMBER 2019 3

Wie zegt mij dat ik beter af ben bij Mourik? Denk je aan een nieuwe baan in de infrastructuur of industrie? Waar kijk je dan naar? Bij Mourik zeggen we: “Praat gewoon met de mensen die bij Mourik werken.” Vraag ze naar hun ervaringen en het vertrouwen dat je krijgt bij Mourik. Over de ruimte die er is voor jouw vakmanschap en ondernemerschap. Je toekomstige collega’s staan voor je klaar! Ontmoet ze op www.werkenbijmourik.com. Mourik. Het betere werk.

COLOFON WaterForum Vakblad voor de Watersector Uitgever AcquiMedia, Henk van der Brugge Amstelwijckweg 15, 3316 BB Dordrecht T +31 (0)184 - 48 10 40 E info@acquimedia.nl Bladmanagement en advertentieverkoop Henno Ploeg, henno@waterforum.net T +31 (0)184 - 48 10 46 Hoofdredactie Jac van Tuijn, redactie@waterforum.net Eindredactie Jeroen Bezem Redacteuren Esther Rasenberg, Pieter van den Brand, Marga van Zundert en Adriaan van Hooijdonk Concept en vormgeving Blind Angle en D’sign Rotterdam Abonnementenadministratie Waterforum Magazine wordt op aanvraag en tegen betaling van abonnementsgeld (e 49,95 ex. BTW) toegestuurdaan relevante doelgroepen. Aanvraag en/of mutaties via info@waterforum.net Disclaimer AcquiMedia heeft deze uitgave op de meest zorgvuldige wijze samengesteld. AcquiMedia (hoofd)redactie en auteurs kunnen echter op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volle digheid van de gegevens. Uitgever, hoofdredactie en auteurs aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor schade, van welke aard dan ook, die het gevolg is van handelingen en/of beslissingen die gebaseerd zijn op informatie in deze uitgave. Copyright AcquiMedia 2019 Auteursrecht op inhoud en vormgeving zijn voorbehouden aan de uitgevere. Gehele of gedeeltelijk overname van artikelen uit WaterForum is slechts toegestaan met bronvermelding en na schriftelijke toestemming van de uitgever. WaterForum als crossmediaal platform WaterForum biedt een platform waarbij meerdere mediavormen (magazine, website, digitaal magazine, digitale nieuwsbrief) kunnen worden ingezet voor het bereiken van uw communicatieve en commerciële doelstellingen. Coverfoto Er wordt in Venetië al vijftien jaar gebouwd aan een stormvloedkering die de monumentale stad moet behoeden voor overstromingen. In november was het maar liefst drie keer raak. Het gaat minstens tot 2021 duren voordat de kering kan worden ingezet (foto: Ihor Serdyukov/Shutterstock). www.waterforum.net WATERFORUM DECEMBER 2019 5 Pompen én verzuipen Ja, het staat er goed. Er staat niet óf maar én. Pompen en toch nog verzuipen. In deze laatste editie van WaterForum van 2019 gaat het opmerkelijk vaak over pompen. Zelfs het artikel over Venetië gaat erover, want de stad is jaren geleden heel erg gezakt door grondwateronttrekkingen. Nu de onttrekkingen zijn stopgezet is de daling ook niet meer zo erg, maar bepaalde delen van de lagune waarin Venetië ligt, zakken nog steeds. We zouden het haast vergeten. Iedereen heeft het over klimaatverandering en zeespiegelstijging. Maar bodemdaling door het oppompen van grondwater is in veel kuststeden een minstens zo groot probleem. Pompen kwamen er afgelopen zomer ook aan te pas om nog een beetje meer water via de Maas naar Nederland te krijgen. Vlaanderen zette zelfs Nederlandse pompen in om het spuiwater van de sluizen in het Albertkanaal weer terug naar de Maas te krijgen. En Nederlandse pompen werden ook ingezet in Warschau, waar een breuk was ontstaan in een persriool onder de Wisla rivier. U ziet er mooie foto´s van in deze editie. In deze WaterForum ook aandacht voor de Nationale Omgevingsvisie, waarmee de regering de versnippering in de ruimtelijke ordening wil tegengaan. Belangenpartijen gaan volgens dit nieuwe bestuurlijke format met elkaar aan tafel zitten en, voor een bepaald gebied, een gezamenlijk wensbeeld ontwikkelen, bijvoorbeeld voor de veenweidegebieden. Maar wie durft de boeren in die gebieden het brood uit de mond te stoten? Zal het gaan als in Venetië: eindeloos doormodderen, intussen gewoon doorpompen en uiteindelijk toch verzuipen? Zolang het stikstofdebat nog niet is neergedaald, zullen Natura2000-gebieden ter discussie blijven staan. Dat geldt ook voor sommige grote wateren, zoals het Grevelingenmeer. In zijn artikel maakt Pieter van den Brand in dit nummer duidelijk dat het met de ecologie in de grote wateren nog altijd slecht is gesteld. Ik vrees dat het stikstofdebat zeker geen bijdrage gaat leveren aan een snelle verbetering. Hier lijkt het geen kwestie van én-én, maar van ‘ouderwets’ pompen óf verzuipen. Erop of eronder. Heel fijne feestdagen en veel leesplezier Jac van Tuijn Hoofdredacteur Waterforum Magazine

ACTUEEL Amsterdam International Water Week: aansluiting met mondiale watervraagstukken De vijfde editie van de Amsterdam International Water Week vond plaats van 4 tot en met 8 november, met de internationale AIWW-conferentie en de Aquatech vakbeurs als hoogtepunten. Het evenement trok deelnemers en bezoekers uit maar liefst 200 landen en daarmee verovert het een vaste plek tussen alle andere grote mondiale waterevenementen, zoals de Stockholm World Water Week en de Singapore International Water Week. Opvallend was dat de conferentie vooral aansluiting vond bij het VN duurzaamheidsdoel (SDG) voor water. De Aquatech vakbeurs ontwikkelt zich steeds meer tot een netwerkevenement, met veel podia waar experts hun ervaringen deelden. Zo was er dit jaar voor het eerst een speciaal forum over de digitalisering in de watersector. Watergezant Henk Ovink sprak tijdens de opening van de AIWW-conferentie over de klimaatveranderingen en de mondiale waterproblemen die nu al zichtbaar zijn. Ovink vestigde de aandacht op de doelen van SDG#6 voor water, die in 2030 bereikt zouden moeten worden. De Sarphati-award werd dit jaar postuum uitgereikt aan de Indiase ‘toiletman’ Jockin Arputham, oprichter van Slum Dwellers International. Aputham heeft heel veel gedaan voor schone sanitatie in sloppenwijken in India en Zuid-Afrika. Twee medewerkers van de stichtring namen de prijs tijdens de AIWW in ontvangst. Tijdens de AIWW werden vijf nieuwe Amsterdam Agreements getekend, waarbij coalities zich committeren aan een innovatieve samenwerking rond een complex watervraagstuk. Directeur Roelof Kruize van Waternet tekende een overeenkomst met Pam Elardo van het Department of Environmental Protection (DEP) in New York City. Ieder jaar wordt het Holland Paviljoen op Aquatech groter. Dit jaar toonden maar liefst 35 Nederlandse bedrijven hun nieuwste producten aan de ruim 22.000 bezoekers uit de hele wereld. Foto’s: Amsterdam RAI en NWP Ocean Cleanup al actief op drie rivieren De stichting Ocean Cleanup van oprichter Boyan Slat is al met drie plasticvangers actief op rivieren in Indonesië, Malei sië en Vietnam. Bij onthulling van de vierde al gebouwde Interceptor in Rotterdam op 26 oktober maakte de stichting bekend vóór het einde van 2025 de duizend meest vervuilende rivieren in de wereld te willen aanpakken. Samen met de grote schoonmaakactie op de Stille Oceaan, die nu echt op gang komt, kan het plasticprobleem nu van beide kanten worden aangepakt. De Interceptor werkt volledig op zonne-energie en kan dankzij de ingebouwde lithium-ionbatterijen dag en nacht doorgaan, zonder geluid te maken of uitlaatgassen uit te stoten. Het systeem is verankerd aan de rivierbedding en de natuurlijke stroming van de rivier wordt gebruikt om het plastic op te vangen. 6 WATERFORUM NR 7

ACTUEEL Tien procent elektriciteit uit water haalbaar Deltacongres over zeespiegelstijging Het Deltaprogramma in uitvoering richt zich heel sterk op de klimaatadaptatie door gemeenten. Hoe gaan zij om met extreme regenbuien en lange periode van droogte? Daar werd veel over gesproken op het tiende Deltacongres in Goes. Het was het eerste congres van de nieuwe deltacommissaris Peter Glas. Toch trok de deelsessie over de zeespiegelstijging veruit de meeste aandacht. Waarom stijgt de zeespiegel mondiaal steeds sneller en die voor de Nederlandse kust niet? Een kwestie van tijd, voorspelde KNMI-klimaatexpert Rob van Dorland. Deltacommissaris Glas wil eerst de bevinding afwachten van de speciaal hiervoor gevormde kennisgroep. Het zal niet voor 2026 zijn dat hij de huidige Deltascenario’s gaat aanpassen. Op verzoek van Stowa, Rijkswaterstaat en het ministerie van IenW hebben Witteveen+Bos en CE Delft onderzoek gedaan naar de potentie van water voor het opwekken van duurzame energie. Volgens de bureaus kan die productie oplopen tot 10 procent in 2050. Op dit moment beperkt de productie zich nog tot een relatief klein aandeel met bewezen technieken, zoals zonnepanelen op water en kleine waterkrachtcentrales. Samen hebben die een potentieel van 7,4 PetaJoule in 2030. Dat staat gelijk aan 2 procent van de landelijke elektriciteitsvraag, Als daar nieuwe technieken bijkomen met een veel grootschaliger potentieel, zoals zonne-energie op zee, energie uit zoet-zoutverschillen, golven en getijde, dan is er een technisch potentieel van 37 PJ, zo berekenden de bureaus. Bubble barrier in Amsterdam Recente overnames in de watersector Nijhuis Industries heeft Deba UK overgenomen. Het Engelse bedrijf levert installaties voor legionellapreventie en afvalwaterbehandeling. Met de overname versterkt Nijhuis zijn positie op de Engelse en Ierse watertechnologiemarkt. Waterbouwbedrijf GMB heeft Insituform Nederland overgenomen. Het van oorsprong Nederlandse bedrijf was onderdeel van de Amerikaanse multinational Aegion Corporation. Insituform Nederland is gespecialiseerd in leidingrenovatie. Canadees ingenieursbureau WSP heeft de aandelen overgenomen van het Nederlandse bureau Lievense. WSP zet hiermee voet op de Nederlandse markt voor bouw, infra, water en milieu. Hitma Instrumentatie, de Nederlandse fabrikant van meetapparatuur, heeft Leiderdorp Instruments overgenomen. Het overgenomen bedrijf blijft onder de eigen bedrijfsnaam vanuit Leiderdorp opereren. Door de overname is Leiderdorp Instruments nu ook, net als Hitma, onderdeel van de technische handelsgroep Indutrade Benelux. Geen overname maar een nauwere samenwerklng: GIS-speler Esri Nederland en ingenieursbureau Antea Group gaan intensiever samenwerken. Antea Group treedt toe tot het partnernetwerk als Silver-partner. Aanvulling fotorecht In de vorige editie van WaterForum is abusievelijk geen naam vermeld van de fotograaf bij de foto op pagina 13. Deze foto is gemaakt door Annemiek Kool. The Great Bubble Barrier heeft een bellenscherm geplaatst op een van de uitstroompunten van de Amsterdamse grachten naar het IJ, waarmee voorkomen wordt dat grachtenplastic naar de Noordzee stroomt. Het scherm is geplaatst in opdracht van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht en de gemeente Amsterdam. Jaarlijks vist Waternet 42.000 kilo plastic uit de grachten. Dat gaat vooral om grote drijvende stukken plastic op het water. De kleine deeltjes zweven onder water. Die kunnen niet op deze manier uit het water worden gehaald. De Bubble Barrier kan dat wel. Uit een buis onderin de gracht worden luchtbellen naar boven geperst. De luchtbellen duwen het plastic in het grachtenwater naar boven. Daarna brengt de stroming van het water het plastic naar de waterkant. Het eerste bellenscherm in Amsterdam. WATERFORUM DECEMBER 2019 7

Personalia ACTUEEL Boskalis goes bio Chris Dekker, wethouder van de gemeente Middelburg, is voorzitter geworden van de Samenwerking Afvalwaterketen Zeeland. Hij volgt Loes Meeuwisse op, die burgemeester is geworden van de gemeente Noord-Beveland. Luzette Kroon is aanbevolen als nieuwe dijkgraaf van Wetterskip Fryslân. Zij volgt daarmee Paul van Erkelens op, die per 1 januari 2020 met pensioen gaat. Kroon is burgemeester van gemeente Waterland. Harry Boels, Richard Koopmans, Dennis Smit en coach Paul Knot van Waterbedrijf Groningen zijn voor de tweede keer op rij wereldkampioen pijpfitten geworden. Het kampioenschap vond plaats tijdens Aquatech Amsterdam. Durk-Jan Nederlof is toegetreden tot directie van Bosch Rexroth BV. Voorheen was hij managing director shiprepair & conversion bij Damen Shipyards Group. Paul Verheul is met ingang van 1 januari 2020 benoemd tot directeur van MerweOord BV, de familieholding van Van Oord. Hij volgt daarmee Hans van der Ven op. Stientje van Veldhoven is benoemd tot minister voor Milieu en wonen. Ze neemt tijdelijk een deel van het pakket over van de zieke minister Ollongren. De benoeming zal worden teruggedraaid zodra Ollongren weer aan het werk gaat. Naut de Vroome (16) is de nieuwe jeugdbestuurder van Waterschap Drents Overijsselse Delta (WDODelta). Caroline Gehrels van Arcadis is benoemd tot voorzitter van de kersverse Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie, die minister Wiebes van Economische Zaken heeft ingesteld. Yang Lei, onderzoeker bij Wetsus, heeft de Marcel Mulder Award 2019 gewonnen. Jaap IJff, oud-voorzitter van de Unie van Waterschappen, is op 90-jarige leeftijd overleden. Tot aan zijn pensioen in 1994 was hij dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Sluizen. Daarvoor was hij onder meer gedeputeerde van Noord-Holland (PvdA). Evelien van der Kuil is gestart als tijdelijk directeur bij de Unie van Waterschappen. Ze neemt de functie waar tot er een opvolger is gevonden voor algemeen directeur Albert Vermuë, die naar de VNGH is gegaan. MEER PERSONALIABERICHTEN OP: WWW.WATERFORUM.NET/PERSONALIA Tijdens een crisisoefening door Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in november werd samen met militairen van de Nationale Reserve geoefend op het dichten van dijken en afsluiten van wateren, zoals hier een wetering in Woerden. Acquaint wint derde prijs bij de Global WaterTech Challenge in oktober in Nanjing, China. Het Friese bedrijf ontving de prijs voor de verschillende innovatieve in-line inspectietechnieken die zijn ontwikkeld voor waterleidingen. Directeur Rudy Dijkstra ging naar huis met een cheque van 60.000 dollar. Boskalis zet samen met biobrandstoffenleverancier GoodFuels een volgende stap in de overschakeling op duurzame bio-stookolie. Het baggerbedrijf kondigde aan dat de Willem van Oranje als eerste baggerschip ter wereld gaat varen op 100 procent bio-stookolie. De stap volgt na het succesvol toepassen van zogenoemde ‘drop-in’ blends, een mengsel van lichte biobrandstof en fossiele gasolie. Goodfuel uit Amsterdam werkt ook samen met het Belgisch baggerbedrijf Jan de Nul, dat ook zijn vloot geschikt wil maken voor biobrandstof. Sleephopper Willem van Oranje wordt omgebouwd om als eerste baggerschip helemaal op biodiesel te kunnen varen. 8 WATERFORUM NR 7

Verzilting Zeeuwse delta onder druk Na het Haringvliet zouden ook in het Volkerak-Zoommeer en het Grevelingenmeer doorlaten komen voor zeewater. De instroom van zout water is bedoeld om de waterkwaliteit te verbeteren. Maar het tij voor het langzaam verzilten van de Zeeuwse Delta om een meer geleidelijke overgang te krijgen van zout- naar zoetwater, lijkt te keren. De verzilting van het Volkerak-Zoommeer is voorlopig opgeschort en de Natura 2000-status van het Grevelingenmeer is vanwege het stikstofdebat onder vuur komen liggen. Agenda JANUARI 10 januari TU Delft Vakantiecursus Delft 16 januari Waterlink Leeuwarden FEBRUARI Regering komt met tijdelijke PAS en PFAS-maatregelen Een noodwet voor dijkprojecten en de openstelling van depots voor PFAS-houdende baggerspecie. Twee maatregelen uit de lange lijst van de regering om bouwprojecten in Nederland weer aan de gang te helpen. De noodwet moet ervoor gaan zorgen dat de uitvoering wordt gegarandeerd van projecten voor de veiligheid van vaarwegen en de waterveiligheid. Voorlopig zijn er nog steeds allerlei uitvoeringsproblemen, omdat voor veel projecten waar stikstofuitstoot speelt, nieuwe (deel)vergunningen nodig zijn. Voor de PFAS-problematiek zijn nog veel bodemkwaliteitskaarten nodig, om vast te kunnen stellen wat de achtergrondwaarde is op locaties waar PFAS-houdende grond of baggerspecie naartoe wordt gebracht. Volgend jaar verwacht de regering de definitieve maatregelen te kunnen presenteren. 2 februari World wetlands day wereldwijd 6 februari Rioneddag 2020 Utrecht MAART 16 maart Waterschapsdag Den Haag 17-19 maart Aqua Nederland vakbeurs Gorinchem 22 maart Wereld Water Dag wereldwijd 28 maart Waterinfodag Den Bosch APRIL 20-24 april International Symposium on Land Subsidence (TISOLS) Delft MEI 4-8 mei IFAT2020 Vervanging loden leidingen Ondanks een omvangrijke vervangingsactie in de eind jaren 90, hebben naar schatting nog steeds 100.000 tot 200.000 huizen een loden drinkwaterleiding. Die bewoners lopen volgens het RIVM en de Gezondheidsraad een verhoogd gezondheidsrisico. De raad adviseert de leidingen te saneren. Drinkwaterbedrijven en gemeenten zouden de sanering moeten faciliteren en een aanbod doen aan bijvoorbeeld starters, kinderdagverblijven en scholen in oude wijken (van voor 1960) om het loodgehalte in kraanwater te meten. München, Duitsland 16 mei Vismigratiedag wereldwijd MEER EVENEMENTEN IN DE MEEST COMPLETE AGENDA VAN DE WATERSECTOR OP DE WEBSITE WWW.WATERFORUM.NET/AGENDA LEES MEER DAGELIJKS NIEUWS OP WWW.WATERFORUM.NET 27-29 mei Knowledge and Capacity for the Water Sector Delft 13 februari Rijnministersconferentie ntb 30 januari NHI-dag: NHI, je kunt niet zonder Amersfoort WATERFORUM DECEMBER 2019 9

RADAR ULTRASOON IS DE BETERE 80 GHz radar sensor met vaste aansluitkabel (IP68) 436,- € VEGAPULS C 11 www.vega.com/vegapuls Alle voordelen van radar technologie:

COLUMN Het werkt, echt Column Jac van Tuijn, hoofdredacteur Het werkt. ‘Wat?’, zult u zich afvragen. Dat Nederland eindelijk aansluiting heeft gevonden bij de echte mondiale waterproblemen. Goed nieuws toch! Voor mij was de lustrumeditie van de International Water Week het bewijs dat de Nederlandse watersector nu helemaal is aangehaakt. In die zin was de waterweek een groot succes. De vijf nieuwe Amsterdam Agreements zijn daarvan volgens mij het levende bewijs. Tien jaar geleden ging het vooral over waterprojecten in deltalanden, nu gaat het om langdurige partnerschappen met lokale organisaties om de doelen te halen van SDG#6 voor water in 2030. Niet langer staan Nederlandse kunstjes voorop, maar lokale oplossingen die het beste passen bij het voorkomen van te veel water, te weinig water en te vies water. Nederland doet mee. En toch wringt ergens nog de schoen. Onvermoeibaar Maar, zult u denken, we worden toch allang geroemd om onze waterkennis? Wat is hier het nieuws? Zeker, dat klopt ook, maar onze vermaarde waterbouw vormt maar een klein deel van de oplossingen voor de mondiale watervraagstukken. Eigenlijk zijn waterschaarste en sanitatie de twee grootste problemen. En daar waren we tot voor kort nog niet helemaal op aangehaakt. En nu wel. We weten inmiddels veel beter wat er in de wereld speelt. En de VN-duurzaamheidsdoelen hebben ons een mondiaal raamwerk gegeven. Dat was ook de setting van de AIWW. Geen presentaties van Nederlandse wijsheden uit onze rijke waterhistorie, maar rondetafelgesprekken waarbij de inbreng van speciaal uitgenodigde experts kon worden gebruikt om knelpunten beter te begrijpen en met nieuwe Amsterdam Agreements, in allianties, doorbraken te realiseren. Geen voorgekookte high-tech oplossingen uit Nederland die stoelen op een uitermate betrouwbaar stelsel van overheden en regelgeving. Wringende schoen Maar waarom geven die buitenlanders dan zo hoog op over Nederland, zult u zich afvragen. In weinig landen hebben ze een goed functionerend waterbeheer. Vaak omdat dat nooit echt nodig is geweest. Als dan door economische ontwikkelingen, veranderende neerslagpatronen en langere droogteperioden ineens serieuze waterproblemen ontstaan, is er geen overheid die erop kan toezien dat de watervoorraden goed worden beheerd. De Nederlandse watersector heeft die landen veel kennis en ervaring te bieden, maar dan moeten we onze eigen typische ‘waterjas’ wel afdoen. Laat het over aan de lokale overheidsstructuren en geef ruimte aan de lokale culturen. En hier wringt de schoen nog steeds, want onze hulp draait op belastinggelden en daarom verwachten wij er wat voor terug. Het is ons niet te doen om onbaatzuchtige waterhulp, het gaat ons om meer export. Hulp en handel is het adagium. Serieus waterbeheer De doelen van SDG6 voor water gaat ervoor zorgen dat de mondiale watermarkt sterk gaat groeien. Deels zal dat gaan volgens de klassieke lijnen van open markten voor infrastructuur en waterbehandeling. Daar kunnen de Nederlandse exporterende bedrijven sterk van profiteren met hun bestaande producten en diensten. Zeker als het ze lukt om daar aanvullende financiering bij aan te bieden. Maar er zal vooral vraag ontstaan naar producten en diensten die te maken hebben met water schaarste. Landen gaan hun waterbeheer serieus nemen en behoefte krijgen aan monitoringsystemen met slimme water meters, aan waterbesparende technieken zoals drip-irrigatie, aan technieken die waterhergebruik mogelijk maken, aan ‘zachte’ technieken zoals het aanleggen van wetlands, het aanleggen van verkoelende parken, het verruimen van rivierbeddingen. Er liggen grote kansen in het verschiet voor de exporterende Nederlandse waterbedrijven. Allianties Nederland heeft aangehaakt. We worden gevraagd voor onze slimme waterbouw en innovatieve waterbehandelingstechnologie. Rest nog de aanpassing van de producten en diensten die zich richten op waterschaarste. In landen waar de bestaande instanties daar niet op zijn ingericht, zal het onvermijdelijk zijn dat overheden en maatschappelijke organisaties hierin de regie nemen. Allianties die een begin maken met demonstratieprojecten - niet alleen technisch maar ook bestuurlijk, financieel en met lokale betrokkenheid. Allianties. Juist, heel veel Amsterdam Agreements. Daarom bracht de AIWW mij goed nieuws. De schouders gaan eronder: we gaan SDG6 halen in 2030. WATERFORUM DECEMBER 2019 11

INTERVIEW Postuum: professor Arjen Hoekstra, TU Twente De grondlegger van de watervoetafdruk Door Merel Deelder en Jac van Tuijn Vorige maand overleed volkomen onverwacht professor Arjen Hoekstra van de Universiteit Twente. Hoekstra kreeg wereldwijde bekendheid als grondlegger van de watervoetafdruk. Daarmee maakte hij inzichtelijk hoeveel water het kost om de producten te maken die wij in de winkel kopen. Eerder dit jaar gaf hij een interview voor de Belgische website EOS-Tracé, waarin hij duidelijk zijn betrokkenheid toont bij de waterschaarste in de wereld en wat de consument daaraan kan doen. Als eerbetoon aan Hoekstra plaatsen wij een verkorte weergave van dat interview. Het idee van de watervoetafdruk zou hem onder de douche zijn ingegeven, valt te lezen in de vele interviews die professor Arjen Hoekstra heeft afgeven. Zijn noeste arbeid als wetenschapper, zijn vele lezingen en zijn betrokkenheid bij de mondiale waterschaarste, hebben hem wereldwijde bekendheid gebracht. Door zijn werk weet inmiddels iedereen in de wereld dat voor de productie van 1 kilo rundvlees 15.000 liter water nodig is. Op 18 november werd hij onwel toen hij van zijn werk naar huis fietste. Geheel onverwacht overleed de geestelijke vader van de watervoetafdruk, op 52-jarige eeftijd. Doordenkend op het concept van ‘virtueel water’ van de Engelse professor Tony Allen, ontwikkelde Hoekstra een rekenmodel waarmee het watergebruik voor één specifiek product kan worden berekend. Daarmee legde hij bloot dat in gebieden met waterschaarste een onevenredig beroep wordt gedaan op water voor de productie van bepaalde producten die naar waterrijke gebieden worden geëxporteerd. Voor Nederland gaat het dan bijvoorbeeld over veevoer dat wordt geïmporteerd uit gebieden waar weinig regen valt of waar de regen in de verkeerde periodes valt. Voor de productie van dat veevoer is dan irrigatie nodig, dat het regenwater ‘weghaalt’ voor andere doeleinden, zoals voor de natuur zelf. In een interview met journaliste Merel Deelder legde Hoekstra eerder dit jaar nog eens heel duidelijk uit hoe zijn watervoetafdruk de consument kan helpen iets aan die ongelijkheid te doen. WaterForum geeft hier een samenvatting van dat interview. Interview met EOS-Tracé van februari 2019 Dit is een ingekorte versie van het interview dat journaliste Merel Deelder had met Arjen Hoekstra en dat in februari op de website van Eos Tracé verscheen. Het Vlaamse journalistieke platform Eos Tracé brengt in kaart welke weg onze voeding aflegt: van teelt, verwerking, transport en consumptie tot afvalverwerking. Met hulp van de wetenschap onderscheid je feiten van fabels. Meer over Eos Tracé: www.eostrace.be Vanwege het ‘onzichtbare’ gebruik van regenwater, laat de watervoetafdruk vooral bij voedingsmiddelen een hoog watergebruik zien. Zo blijkt rundsvlees een heel grote watergebruiker te zijn. 12 WATERFORUM NR 7

Arjen Hoekstra werd niet ouder dan 52 jaar (foto: Rikkert Harink). INTERVIEW Paspoort Naam Geboren : Arjen Hoekstra : 28 juni 1967 Overleden : 18 november 2019 Opleiding : Civiele techniek, TU Delft Loopbaan : 1991 - 1992 Project engineer WL | Delft Hydraulics 1993 - 1997 PhD Policy Analysis, Water Management, TU Delft 1993 - 1997 Researcher, RIVM 1997 - 1998 Postdoc, Vrije Universiteit Amsterdam 1999 - 2005 Associate Professor/ afdelingshoofd, Unesco-IHE 2005 - 2019 Hoogleraar Watermanagement, Universiteit Twente 2008 2015 Oprichter Water Footprint Network Mede-oprichter Water Footprint Research Alliance 2016- 2019 Gastprofessor, Lee Kuan Yew School of Public Policy, Singapore Waar gaat het meeste water naartoe? “De landbouw, en dus de voedselproductie. Daarom zeg ik altijd: wil je je watervoetafdruk verkleinen, begin dan bij je boodschappen. Korter douchen, de kraan dichtdraaien tijdens het tandenpoetsen: het is geen complete onzin, maar leef niet in de illusie dat je het waterprobleem daarmee oplost. Korter douchen doe je om de energie die verwarming van het water vergt te sparen, niet zozeer om het water zelf.” Waarom is het wereldwijde waterverbruik problematisch? “Het verbruikte water komt altijd op een andere plek terecht dan waar het is weggehaald. Op bepaalde plekken en op bepaalde momenten levert dat problemen op. Stel, je gebruikt water uit een rivier om je velden te besproeien. Een deel zal de grond inzakken en uiteindelijk terug de rivier instromen. Een ander deel belandt in dat wat je verbouwt en nog een aanzienlijk restdeel verdampt. Dat verdampte water en het water in het gewas komen niet terug in de rivier waar je het weghaalde. Trek die gedachte even door: schep je een rivier helemaal leeg, dan zit je lokaal onvermijdelijk in de problemen.” Water halen we uit verschillende bronnen. Maakt de herkomst ervan een verschil uit? “Regen is onze bron voor zoet water. Regenwater splitst zich uit in twee componenten: deels stroomt het af en deels verdampt het. Watermanagers spreken in dat verband over blauw en groen water. Blauw water halen we uit de grond en uit rivieren en meren. Als we het oppompen en vervolgens niet terug laten afstromen naar de plek waar het vandaan kwam, tellen we het gebruik ervan mee voor de berekening van de blauwe watervoetafdruk. Het groene water is de hoeveelheid regenwater die tijdens een productieproces wordt verbruikt. Dat is vooral aan de orde binnen de landbouw. Het aandeel regenwater dat verdampt plus dat deel dat wordt opgeslagen in landbouwproducten tellen we mee als de groene watervoetafdruk. Dat belandt immers niet terug op de locatie waar het vandaan is gehaald. Regen is een hernieuwbare bron. Het biedt ons een constante stroom aan zoetwater. Maar dat betekent niet dat het altijd beschikbaar is. We kunnen nooit méér water gebruiken dan er in een bepaalde periode beschikbaar is. Bovendien wil je ook niet alles benutten. De natuur en haar ecosystemen zijn volledig afhankelijk van die voorraad.” Arjen Hoekstra (foto: Universiteit Twente). WATERFORUM DECEMBER 2019 13

In bewustzijnscampagnes over de hele wereld wordt de watervoetafdruk gebruikt, zoals door de Amerikaanse organisatie Get Green Now. Hoeveel blauw en groen water kunnen we wereldwijd op één moment verbruiken? “In een duurzame situatie laten we van het blauwe water ongeveer 80 procent aan de natuur. Grof gezegd kan je 20 procent van de natuurlijke aanvulling van rivieren, meren en grondwatervoorraden benutten voor consumptie zonder dat je daarmee problemen veroorzaakt. Van het regenwater kunnen we ongeveer 25 procent duurzaam benutten. Pakweg 75 procent is voor de natuur of is water dat we niet kunnen benutten, bijvoorbeeld omdat het buiten het groeiseizoen valt of in steile gebieden waar we geen landbouw kunnen bedrijven. Voor de berekening van de watervoetafdruk tellen we het groene waterverbruik mee. Critici zeggen daarover: ‘Dat verbruik maakt niet uit, het is toch regen.’ Maar net als water uit meren, rivieren en de grond kan je dat maar deels gebruiken. Ook van groen water is maar een beperkte hoeveelheid beschikbaar. Wil je iets kunnen zeggen over de duurzaamheid van ons waterverbruik, dan moet je dat aandeel in kaart brengen.” Hoe ga je na of een product op waterefficiënte wijze tot stand is gekomen? “Daarvoor bekijken we de watervoetafdruk per eenheid. De vraag is dan: had de fabrikant hetzelfde product op die locatie ook met minder water kunnen maken? Stel dat een boer 2000 liter water verbruikt om een kilo tarwe te produceren, terwijl de boer in het areaal ernaast dat met slechts 1000 liter voor elkaar krijgt. Misschien heeft hij betere irrigatietechnieken of doet hij aan ‘mulching’, waarbij hij organische resten op het veld aanbrengt en zo onnodige verdamping voorkomt. De werkwijze van de eerste boer kan je dan verkwistend noemen. Met het nodeloos verbruikte water had hij een ander veld kunnen irrigeren en dus meer tarwe kunnen produceren. Aangezien de vraag naar water op mondiale schaal te groot is, kan je dat onduurzaam noemen.” Waar komt watervervuiling bij de berekening kijken? “Naast het groene en blauwe waterverbruik brengen we ook het zogenoemde grijze water in kaart. We bekijken hoeveel door de mens toegevoegde chemicaliën in het water terecht zijn gekomen. Nitraat, fosfaat en pesticiden bijvoorbeeld, die op het land gebracht worden door de boer en afstromen. Ook schoonmaak- en geneesmiddelen uit huishoudelijk afvalwater tellen mee. Elke stof is in variërende concentraties schadelijk. Grenswaarden voor die concentraties zijn vrijwel overal wettelijk vastgelegd. Om de grijze watervoetafdruk te bepalen, berekenen we hoeveel liter water er nodig is om de chemicaliën te verdunnen tot beneden het schadelijke niveau. Zo kunnen we per locatie nagaan of de grijze watervoetafdruk duurzaam is.” Wat leert u dat? “Onder meer dat in Nederland ongeveer de helft van de watervoetafdruk uit gebieden komt waar het verbruik niet duurzaam is. Voor België verwacht ik vergelijkbare conclusies. Mijn vakgroep en ik zoeken uit: welke helft is dat? En wat kunnen we eraan doen?” 14 WATERFORUM NR 7

INTERVIEW Arjen Hoekstra was sinds 2005 hoogleraar Watermanagement aan Universiteit Twente (foto: Universiteit Twente). Heeft u daar antwoorden op? “Simpele oplossingen heb ik wel. De belangrijkste: eet minder vlees en minder andere dierlijke producten. Als je in de plaats daarvan plantaardige producten eet, dan verbruik je slechts 250 liter. Je bespaart daarmee in één klap ruim 1000 liter water per dag. Vergelijk dat maar eens met je douche - water. Je moet ruim twintig douchebeurten overslaan voordat je evenveel water bespaart als wanneer je één dag het vlees van je menu schrapt. Dat verbruik is natuurlijk niet over de hele lijn onduurzaam. Ik noem het liever ‘inefficiënt’. Aangezien we er met z’n allen zoveel van eten, draagt het bij aan een te hoge mondiale watervraag. We halen onze eiwitten daarom veel beter uit granen of peulvruchten als bonen en soja.” Hoe brengen we die kennis over aan de consument? “In ieder geval niet door hem te vermoeien met alle cijfers. Daarachter zitten eindeloos complexe verhalen. Wat mij betreft zou de watervoetafdruk moeten leiden tot een classificatie per product. Een label dat is geïntegreerd in bestaande duurzaamheidslabels. De duurzaamheid van een product heeft met meer van doen dan alleen water. Het kan een duurzaamheidsgraad zijn, waarin milieu- en sociale criteria meetellen en water ook is meegenomen. Het allerbelangrijkste is wat mij betreft de rol van de overheid. Zij moet limieten leggen op de watervoetafdruk per stroomgebied en overschrijding aanpakken. Zij moet van bedrijven eisen dat ze transparant zijn en aan de gestelde benchmarks voldoen. Want zoals de huidige situatie nu is, hoeven bedrijven nauwelijks verantwoording af te leggen.” In veel wetenschappelijke publicaties haalde Arjen Hoekstra deze wereldkaart erbij om te laten zien waar de gebieden liggen met (toekomstige) waterschaarste. In die landen gaat de productie van waterintensieve producten vaak ten koste van de natuur of ander lokaal watergebruik. WATERFORUM DECEMBER 2019 15

Your worldwide partner in aeration, mixing, floating decanters and foam processing equipment Aeration Mixing SYSTEMS AQUA TURBO Waste Water Treatment Equipment TM Decanting Foam Breaking AQUASYSTEMS INTERNATIONAL N.V. Brusselsesteenweg 508, B-1500 Halle, Belgium Tel.: +32 2 362 02 62, asi@aquaturbo.com www.aquaturbo.com

WATERKWALITEIT In het Eems-Dollard estuarium zijn veel kwelders en slikken in het estuarium ingepolderd en kan het slib niet meer neerslaan. De grote concentraties slib in het water verslechteren de kwaliteit en daarom is het afvangen van slib een belangrijk onderdeel van het Eems-Dollar 2050 project. Het slib wordt gerijpt en het is de bedoeling de klei te gebruiken voor bouwmaterialen, onder meer in de waterbouw. Ecologisch herstel van rivieren, meren, estuaria en zee Groot water, grote zorg De waterkwaliteit van de grote wateren staat onder druk. De eisen uit de Europese natuur- en waterrichtlijnen blijven een loden last. Honderden miljoenen euro’s gaan naar het herstel van de ecologie. Maar hoe dat voor de waterkwaliteit uitpakt, blijft een lastige vraag. WaterForum gaat op zoek naar een antwoord. Door Pieter van den Brand Nederland worstelt met de waterkwaliteit van zijn vijf grote wateren. De Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Waddenzee, de Eems-Dollard en de grote rivieren voldoen nog niet aan alle eisen uit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Sterker nog, in enkele grote wateren dreigt de kwaliteit zelfs te verslechteren. Ook ligt er een opgave voor de natuurkwaliteit, want de grote wateren herbergen meerdere Natura 2000-gebieden. De biodiversiteitsdoelen uit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn zijn nog ver uit zicht. Honderden miljoenen euro’s (zie kader) gaan er de komende jaren naar de verbetering van de water- en natuurkwaliteit. Marja van der Tas (Commissie-MER): “Als de verbetering van de water- en natuurkwaliteit straks uitblijft, moet er wel een plan-B zijn. Anders gaat het net als met de stikstofaanpak.” De Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), zo heet het extra gaspedaal dat wordt ingetrapt. De aanpak vloeit voort uit een verkenning van Rijkswaterstaat uit 2017 hoe de grote wateren uiterlijk in 2050 ecologisch gezond te maken. Daar rolden welgeteld 33 maatregelen uit. Uit deze lijst pikten de ministers Cora van Nieuwenhuizen (IenW) en Carola Schouten (LNV) er in juli veertien uit. Begin november ging dat aantal terug naar acht. Niet alleen ecologische urgentie, maar ook de financiële en technische haalbaarheid spelen een rol bij de inkrimpende selectiekeuze. Complex De ministeries worstelen echter met een fundamentele vraag: zullen de maatregelen ook effect hebben? Marja van der Tas mocht erover meedenken. De voormalig CDA-wethouder (Apeldoorn) en burgemeester (Steenwijkerland) is plaatsvervangend voorzitter van de Commissie-MER. Het onafhanWATERFORUM DECEMBER 2019 17

WATERKWALITEIT De afsluiting van het Grevelingenmeer met de Brouwersdam heeft ervoor gezorgd dat het meer zoet is geworden. Maar door het stilstaande water is de waterkwaliteit verslechterd en het zuurstofgehalte in het water sterk afgenomen. Volgend jaar wil Rijkswaterstaat beginnen met de bouw van een doorlaat in de Brouwersdam, zodat er weer zout zeewater het meer in kan stromen. kelijke toetsingscollege van milieueffectrapportages werd gevraagd over de PAGW te adviseren. Van der Tas leidde de betreffende werkgroep. “Het is positief dat de PAGW er is, een boost is hard nodig. De opgave voor de grote wateren wordt door de ministeries en uitvoerders Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer echter als complex ervaren. Het inzicht in wat de knelpunten zijn neemt toe, maar onzeker blijft of de gekozen maatregelen positief uitpakken. Het gaat om robuuste ingrepen, die schadelijke effecten kunnen opleveren. Door het herstel van het getij in de Grevelingen wordt het grondwater onder de eilanden in dit water zouter en dat verkleint het leefgebied voor beschermde soorten als de groenknolorchis. Dus richting Brussel heb je een goede onderbouwing nodig. Ook is niet altijd duidelijk hoe de effecten beoordeeld moeten worden en door wie. Je hebt met veel verschillende overheden te maken, met bevoegdheden op en langs het water. Hier zou de PAGW een rol in moeten spelen.” Hetzelfde geldt voor de toepassing van technieken, stelt Van der Tas. “Voor sommige problemen zijn weliswaar al bewezen technieken beschikbaar, maar is het nog niet duidelijk hoe grootschalig deze moeten worden ingezet om tot een ‘weerbaar’ watersysteem te komen, zoals bij de slibinvang in de Eems-Dollard en het IJsselmeergebied. De kennis die vergaard wordt bij het toepassen van deze technieken, is mogelijk ook nuttig bij andere projecten binnen de grote wateren. Hier moet het Programma grip op krijgen. De PAGW kost miljoenen, maar het is niet zinvol geld uit te geven aan iets wat je continu een zetje moet geven. Als de verbetering van de water- en natuurkwaliteit straks uitblijft, moet er wel een plan-B zijn. Je moet kunnen bijsturen. Anders gaat het net zo als met de stikstofaanpak. Destijds is er onvoldoende nagedacht over een ‘escape route’ en nu zit ons land met de gebakken peren. Als Commissie-MER waren we daar indertijd al zeer kritisch over.” Jeroen Veraart (Wageningen UR): “Effecten op de ecologische waterkwaliteit blijven lastig te voorspellen. Stapsgewijs moet blijken of maatregelen en technieken schaalbaar zijn en toepasbaar op andere plekken.” 18 WATERFORUM NR 7 Urgentie De proof of the pudding is inderdaad in the eating, vindt ook milieu- en bestuurskundige en onderzoeker klimaatadaptatie en watermanagement Jeroen Veraart van Wageningen UR. Veraart doet beleidsondersteunend onderzoek voor het ministerie van LNV en kijkt met name naar de betekenis van de PAGW-maatregelen voor de Natura 2000-doelen. “Het is toch een kwestie van lerend implementeren. Stapsgewijs moeten we ontdekken of maatregelen en technieken schaalbaar en toepasbaar zijn op andere plekken. Nederland heeft circa tienduizend hectare aan buitendijkse kwelders, schorren en slikken. Daarvoor gelden Natura 2000-instandhoudingsdoelen. Bij de Eems-Dollard is tussen 2006 en 2012 circa vijftig hectare kwelder verloren gegaan. Met slibsedimentatie proberen we de buitendijkse kwelders daar weer te versterken. Dat lijkt niet veel, maar kwelderherstel draagt ook bij aan de waterveiligheid en er wordt een behoorlijke hoeveelheid broeikasgassen in vastgelegd. Als het goed uitpakt, kunnen

WATERKWALITEIT Impressie van de herinrichting van een oude Maasmeander bij Megen. we dat ook elders doen. Effecten op de ecologische waterkwaliteit blijven echter lastig te voorspellen.” De grote-waterenaanpak roept ook bij delta-expert Bas Roels van het Wereld Natuur Fonds (WNF) nog veel twijfels op. “Met de PAGW levert het Rijk eindelijk boter bij de vis. Lange tijd bestonden deze ambities alleen op papier. Wel moeten sommige maatregelen nadere invulling krijgen. Maar dat is niet het probleem. We kunnen geen prioritering maken. De situatie is overal urgent. Het kanaliseren van rivieren en het afsluiten van zeearmen heeft veel watergebonden natuur doen verdwijnen. Een groot aantal diersoorten is verdwenen en plantensoorten zijn letterlijk verdronken. Intussen neemt de afvoer van de grote rivieren toe en moeten we het natuurrijke ooibos kappen, omdat het de waterafvoer hindert. Het gebied van de Maas, Rijn en IJssel beslaat vijftigduizend hectare, waarvan vijftienduizend natuur. Als we naar levende en klimaatbestendige rivieren toe willen, dan is een ver dubbeling van dat areaal nodig, maar dan wel met hoogVerbetering van de waterkwaliteit: Rupsje Nooitgenoeg Nederland geeft jaarlijks honderden miljoenen euro’s uit om de water- en natuurkwaliteit van de grote wateren te verbeteren. Wie er de Deltabegroting voor 2020 op naslaat, ziet enorme bedragen staan. De miljoenen gaan onder meer naar een nieuwe doorlaat in de Brouwersdam om het stilstaande en deels afgestorven onderwatermilieu in de Grevelingen met nieuw getij te reanimeren (75 miljoen), naar het herstel van buitendijkse slibinvang in de Eems-Dollard om het troebele water daar weg te krijgen (10 miljoen) en naar een verkenning om het geïsoleerde en natuurarme Markermeer met de voedselrijke Oostvaardersplassen te verbinden (1 miljoen). Bas Roels (Wereld Natuur Fonds): “Met name op de biologische waterkwaliteit scoort ons land als een van de slechtste in Europa. Daar zit nog weinig verbetering in.” WATERFORUM DECEMBER 2019 19 Ook zet het kabinet 70 miljoen euro extra in voor bronmaatregelen en extra zuivering bij de rwzi’s. Het wrange is dat voor de realisatie van de PAGW de benodigde miljoenen ontbreken. Zelfs de gereserveerde 248 miljoen euro op de begrotingen van IenW en LNV is niet genoeg om alle veertien geselecteerde maatregelen uit te voeren. Het hele pakket kost 580 miljoen. Begin november brachten de ministeries daarom een verdere prioritering naar acht maatregelen aan. Alle maatregelen tegelijk uitvoeren is onhaalbaar en onbetaalbaar, aldus het Rijk. De acht die nu doorgaan, kunnen op bijdragen rekenen van regionale stakeholders. Twee maatregelen liften mee op dijkversterkingen binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma (zie ook het kader over de Meanderende Maas).

WATERKWALITEIT De Meanderende Maas: optimum voor waterkwaliteit De Maas is in de afgelopen eeuwen flink veranderd. Door de van oudsher meanderende rivier werd een strak kanaal getrokken. Voor de scheepvaart kwamen stuwen en sluizen en werden oevers met stortsteen vastgelegd, mede om het afkalven van landbouwgrond te voorkomen. Wat allemaal averechts uitpakte voor het waterleven: veel inheemse planten, vissen en andere dieren verdwenen door een gebrek aan ondiep en rustig stromend water. Een studie van Bureau Waardenburg in opdracht van Rijkswaterstaat liet in 2015 zien dat er nog veel verbetering nodig is op de biologische KRW-parameters macrofauna en vis, en op de chemische eisen voor stikstof- en fosfaatgehalten. In tal van projecten wordt inmiddels aan het ecologisch herstel gewerkt. De Meanderende Maas is er een van. Het 26 kilometer lange tracé tussen Ravenstein en Lith krijgt de komende jaren een ingrijpende herinrichting. In de uiterwaarden aan de Brabantse zijde komt een rivier- en moeraslandschap waarin twee oude meanders, nu nog als landbouwgebied in gebruik, worden teruggebracht. Ook worden geulen aangelegd met flauwe natuurvriendelijke oevers en een maximale waterdiepte van 1,5 meter. Het werk begint in 2023 en moet in 2028 zijn afgerond. Projectmanager Petra van den Brand benadrukt dat het enige harde doel van het project binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma is dat de dijk voldoet aan de nieuwe waterveiligheidsnormen, “maar de waterkwaliteit heeft onze volle aandacht. Vergeet niet dat de Maas in drinkwater voor zo’n zes miljoen Nederlanders voorziet. Daarom hebben we nadrukkelijk geschakeld met het KRW-team. In een aantal gevallen takken we oude meanders juist niet aan vanuit het oogpunt van de waterkwaliteit, maar houden we geïsoleerde waterpartijen in stand, wat dat is daar beter voor. We zoeken echt naar het optimum.” Hans van Engen (landschapsarchitect): “De oude Maasmeanders zijn nu landbouwgebied, maar maken straks plaats voor natuur. Dat zal positief op de waterkwaliteit uitwerken.” 20 WATERFORUM NR 7 Volgens landschapsarchitect Hans van Engen, vanuit de provincie Noord-Brabant bij het project gedetacheerd, is het onmogelijk een heel watersysteem om te turnen. “Op de chemische waterkwaliteit hebben we geen enkele invloed. Net als elke andere rivier heeft de Maas wel een bepaalde mate van zelfreinigend vermogen. We gaan dan ook de juiste omstandigheden scheppen die daar een positieve rol bij spelen, zoals het stimuleren van planten en dieren die het water schoner maken. We creëren een goede en brede overgang van water op land, zodat de impact van het water maximaal is. Een zanderige bodem is goed voor het bodemleven, wat kansen biedt op een betere waterkwaliteit. De oude meanders zijn nu landbouwgebied, maar maken straks in een groot deel van het gebied plaats voor natuur. Dus zal er veel minder uitspoeling van meststoffen zijn en ook dat zal positief uitwerken op de waterkwaliteit.”

WATERKWALITEIT Het rivierproject Meanderende Maas van het Hoogwaterbeschermingsprogramma zit momenteel in de verkenningsfase. Langs de Maas van Ravenstein tot Lith zullen niet alleen 26 km Maasdijk worden versterkt, maar zullen ook de oude meanders aan de Brabantse kant in natuurgebieden worden veranderd. Hierdoor spoelen minder nutriënten af. De start van de uitvoering staart gepland voor 2023. kwalitatieve natuur met meestromende geulen, laag-dynamisch moeras en ruimte voor bosvorming.” Nutriënten Met de PAGW zet het Rijk voornamelijk in op herstel van flora en fauna. Lange tijd ging het bij het verbeteren van de waterkwaliteit juist om de nutriënten uit de landbouw en chemische stoffen. Notoire ‘normoverschrijders’, zo bevestigt de in november door het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) uitgebrachte tussenrapportage van de Nationale Analyse Waterkwaliteit, zijn nog altijd de PAK’s, de zware metalen en de gewasbeschermers. WUR-onderzoeker Veraart benadrukt dat de natuurkwaliteit binnen de PAGW het heetste hangijzer is. “Daar is het merendeel van de 33 maatregelen voor bedoeld. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit in de grote wateren kan het Rijk nog sturen met de derde tranche van maatregelen voor de KRW die in de maak zijn. Op chemische waterkwaliteit grijpen de PAGW-maatregelen niet direct in. Het Rijk is hiervoor ook afhankelijk van andere actoren, zoals de rioolwaterzuiveringen en de industrie. Wel kunnen de PAGW-maatregelen indirect de nutriëntenconcentraties beïnvloeden. Inrichtingsmaatregelen, zoals een moeraszone, kunnen ook goed uitpakken voor de gehalten aan nutriënten. Planten nemen in principe nutriënten op.” Roels van het WNF stelt de maatschappelijke waarde van water voorop. “Burgers zijn niet geïnteresseerd in hoeveel stikstof of ijzer er in het water zit. Wezenlijk is of je erin kunt zwemmen en dat je er goedkoop drinkwater van kunt maken. Daarom moeten we eerst naar het natuurlijk systeem kijken. Dat daar nu meer aandacht voor is, is alleen maar goed. Het gaat bij waterkwaliteit niet uitsluitend om de chemische conditie van het water. Met name op de biologische waterkwaliteit, afgemeten aan de hoeveelheid flora en fauna die WATERFORUM DECEMBER 2019 21 voor biodiversiteit zorgt, scoort ons land als een van de slechtste in Europa. Daar zit nog weinig verbetering in. Van de honderden dieren- en plantensoorten die kunnen terugkomen, is dat nog maar bij een vijfde gelukt.” In haar PAGW-advies wijst de Commissie-MER erop om bij de uitvoering van het Programma focus te houden op de KRW- en Natura 2000-doelen. Marja van der Tas: “De PAGW gaat om grote ingrepen, maar Nederland wordt in Brussel afgerekend op harde parameters, bijvoorbeeld het aantal dieren. Alle rapportages bevestigen dat ons land er een harde dobber aan zal hebben de doelen tijdig te halen. Bovendien kiest het kabinet nu nog maar voor acht van de 33 maatregelen uit de PAGW en ligt nog niet eens het volledige geldbedrag op tafel. Maar ons advies ligt er en het is niet aan de Commissie om de vinger aan de pols te houden. Straks zijn er voor de PAGW-projecten echter omgevingsvergunningen nodig en dan komen we weer aan de beurt om de milieueffectrapportages te toetsen. Dan zien we vanzelf of ons advies is opgevolgd.”

WATERKWALITEIT In de praktijk Boeren meten water Boeren Meten Water is een initiatief van Acacia Water en LTO Noord, dat genomineerd werd voor de Waterinnovatieprijs 2019. Agrariërs en het waterschap meten sámen de waterkwaliteit, het bodemvocht en de waterstanden in een drain of sloot, met behulp van de AquaPin en AquaMobile. Dit helpt de agrariër bij de keuze om te beregenen of het land op te gaan. Het waterschap kan met de informatie kiezen om vaker door te spoelen, bijvoorbeeld wanneer het zoutgehalte te hoog is. Meer informatie Acacia Water www.acaciawater.com Pelikaandrone spoort algen op Sensor om illegale lozingen op te sporen De Duitse kennisinstellingen Fraunhofer IIS en Fraunhofer IZM hebben een sensorsysteem ontwikkeld voor het opsporen van Illegale lozingen van afvalwater. De sensor kan in de afvoerpijp van een verdachte lozer worden geplaatst. Als de fysische voelers - voor temperatuur, pH, geleidbaarheid - iets abnormaals meten, neemt de chemische voeler een staal van enkele microliter, die op vervuilende stoffen geanalyseerd wordt. Worden er anomalieën vastgesteld, dan stuurt het apparaat een alarm, zodat een uitgebreidere controle kan plaatsvinden. Momenteel voert het Europees consortium MicroMole een grootschalige veldtest uit in vijf Europese steden. Meer informatie TU Delft - Mavlab www.mavlab.tudelft.nl De Duitse kennisinstellingen Fraunhofer IIS en Fraunhofer IZM hebben een sensorsysteem ontwikkeld voor het opsporen van Illegale lozingen van afvalwater. De sensor kan in de afvoerpijp van een verdachte lozer worden geplaatst. Als de fysische voelers - voor temperatuur, pH, geleidbaarheid - iets abnormaals meten, neemt de chemische voeler een staal van enkele microliter, die op vervuilende stoffen geanalyseerd wordt. Worden er anomalieën vastgesteld, dan stuurt het apparaat een alarm, zodat een uitgebreidere controle kan plaatsvinden. Momenteel voert het Europees consortium MicroMole een grootschalige veldtest uit in vijf Europese steden. Meer informatie Fraunhofer/MicroMole www.izm.fraunhofer.de en www.micromole.eu 22 WATERFORUM NR 7

WATERKWALITEIT MP1 dompelpomp voor monitoren mijnwater De provincie Limburg maakt bij het monitoren van de kwaliteit van mijnwater gebruik van de Grundfoss MP1 dompelpomp. Onlangs heeft de provincie het mijnwatermeetnet met zeven nieuwe putten uitgebreid, om de stijging en de kwaliteit van het mijnwater te kunnen volgen. In samenwerking met Eijkelkamp zijn in de putten MP1-pompen geplaatst om het mijnwater te kunnen bemonsteren. Meer informatie Eijkelkamp www.eijkelkamp.com DropletSens voor nitraat SouthWestSensor heeft een apparaat op de markt gebracht voor het continu meten van nitraat in water. Het apparaat was een van de genomineerde inzendingen voor de Aquatech Innovation Award 2019, in de categorie procescontrole. De nieuwe sensor kan de concentraties nitraat en nitriet in proceswater of oppervlaktewater meten met een hoge frequentie en bij een laag vloeistofgebruik. Bij een frequentie van iedere 10 seconden, ligt het reagensverbruik op 2,8 ml per dag. Batterijvrije onderwatersensor Onderzoekers van het Massachusetts Institute of Technology (MIT) werken aan een onderwatersensor die zo goed als volledig zijn eigen energie kan opwekken. De sensor is gemaakt van een materiaal dat onder invloed van druk, bijvoorbeeld door buiging, een elektrische spanning genereert (kristallen met een piëzo-elektrisch effect). Het instituut ontwikkelt de sensor om er meetsystemen in de oceanenmee te kunnen opzetten voor onder meer de temperatuur. Meer informatie SouthWestSensor southwestsensor.co.uk BactoSense cytometer Het Zwitserse Sigrist heeft een volledig geautomatiseerde cytometer ontwikkeld voor het online meten van bacteriën in drinkwater. De BactoSense was een van de genomineerde inzendingen voor de Aquatech Innovation Award 2019, in de categorie drinkwater. Volgrens Sigrist detecteert de meter meer dan 99 procent van alle microbiële cellen in een monster en is het resultaat binnen 20 minuten na bemonstering beschikbaar. De biologische ‘vinger afdruk’ van een vloeistof en verhouding van celgrootte (LNA/HNA) zijn direct beschikbaar en de verandering is snel inzichtelijk. Meer informatie Sigrist photometer AG www.photometer.com WATERFORUM DECEMBER 2019 23 Meer informatie Massachusetts Institute of Technology, Media Lab www.media.mit.edu

Betrouwbare en veilige industriële datacommunicatie oplossingen vragen om samenwerken WESTERMO heeft een jarenlange geschiedenis in het ontwikkelen en produceren van betrouwbare industriële netwerk oplossingen met een bijzonder lange levensduur. In een steeds sneller veranderende omgeving, met meer connectiviteit, meer data en meer cyber dreiging zijn fl exibiliteit en aanpassingsvermogen van het netwerk vereist. WESTERMO heeft een decennia terug WeOS geïntroduceerd, haar eigen robuuste besturingsplatform voor de gehele netwerk switch lijn. Toekomstgericht met periodiek functionele uitbreidingen om adequaat kwetsbaarheden te verhelpen, het productieproces 24/7/365 effi ciënt en veilig te laten functioneren. En MODELEC helpt je daar graag bij. MODELEC, waarmee kunnen wij je helpen? • Netwerk ontwerpen • Confi gureren • Afname testen FAT/SAT • Ondersteuning op locatie • Trainingen Industrieel Ethernet switch, compact voor laag 2 switching tot routing Industrieel Ethernet extender switch, voor bestaande 2 draads bekabeling Industrieel Ethernet routing switch, krachtig voor de meest robuuste vorm van ICT www.modelec.nl Tel. 0318-636262 sales@modelec.nl

WATERBOUW Verdieping Nieuwe Waterweg Botlek klaar voor superschepen Door Marga van Zundert De Botlek is sinds begin oktober toegankelijk voor new-Panamaxschepen, schepen tot 15 meter diepgang. Verdieping van de watergeul vond plaats terwijl de scheepvaart op de Nieuwe Waterweg en het drukke havengebied volop doordraaiden. Door de verdieping van de Nieuwe Waterweg kunnen de grootste zeeschepen met een diepgang van 15 meter het Botlekgebied in de Rotterdamse haven goed bereiken. Het baggerproject werd begin oktober feestelijk afgesloten (foto: Havenbedrijf Rotterdam/Danny Cornelissen). Het wrak van de Chryssi wordt met een grijper in stukjes boven water gehaald. De tijd dringt, want in Afrika is al een olietanker vertrokken die gepland staat om als eerste door de verdiepte Nieuwe Waterweg te varen (foto: Havenbedrijf Rotterdam/ Ries van Wendel de Joode). “Je ziet het verschil pas echt goed als zo’n schip aan de kade ligt”, vertelt Edwin Hupkes van het Havenbedrijf Rotterdam. “Ze zijn flink groter, maar dat zit grotendeels onder water. Aan de kade zie je hoeveel langer ze zijn.” Hupkes was namens het Havenbedrijf projectmanager van de verdieping van de Nieuwe Waterweg en Botlekhavens, waar sinds oktober de zogeheten new-Panamaxschepen welkom zijn. Zeeschepen met een Edwin Hupkes (Havenbedrijf Rotterdam): “We zaten op een strak tijdschema. Het eerste new-Panamaxschip was al onderweg vanuit Afrika en zou binnen drie weken arriveren.” maximumdiepte van 15 meter, die de nieuwe standaard zijn in de zeevaart sinds het Panamakanaal in 2016 is verdiept. “Groot is niet alleen een erekwestie, maar ook een voorwaarde om te kunnen overleven in een moordende mondiale concurrentiestrijd”, stelde minister Cora van Nieuwenhuizen bij de opening. Hupkes: “Een new-Panamaxschip verscheept volgeladen 120.000 ton lading, dat is het dubbele van wat we gewend waren. Die extra anderhalve meter die we hebben uitgebaggerd betekent dus echt een enorm verschil.” Rivierzandmotor Het uitbaggeren van 25 kilometer aan vaargeulen en havenbekkens startte in maart 2018 en duurde ongeveer een jaar. De kosten bedroegen circa 70 miljoen euro. Uitvoerders waren Van der Kamp (Hoek van Holland tot Maassluis) en Koninklijke Boskalis Westminster (Maasluis tot Beneluxtunnel en de Botlekhavens). Zij voerden in totaal zeker vijf miljoen kuub baggerspecie af - tweeduizend olympische zwembaden vol. De scheepsvaart op de Nieuwe Waterweg ging ondertussen gewoon door, terwijl het een van de meest drukbeWATERFORUM DECEMBER 2019 25

WATERBOUW Meer containers, meer olie en gas, minder kolen. Dat meldde het Havenbedrijf Rotterdam met de derdekwartaalcijfers van dit jaar. In september werd de Rotterdamse haven aangedaan door het grootste containerschip Gülsün van MSC Mediterranean Shipping Company. Het schip is een nieuwe Panamax-klasse en zo breed dat het 24 containers naast elkaar kan herbergen (foto: Kees Torn/Creative Commons). Twee kapiteins, één project Het initiatief voor de verdieping van de Nieuwe Waterweg en Botlek kwam van Havenbedrijf Rotterdam. Projectmanager Edwin Hupkes: “Verschillende bedrijven wensten toegang voor grotere schepen. Daarop startten we een voorstudie naar de economische en civieltechnische haalbaarheid.” Het antwoord luidde ‘doen’, waarop Rijkswater staat logischerwijs in beeld kwam als projectpartner, omdat ze beheerder is van de toegangsweg tot het Botlekgebied: de Nieuwe Waterweg. Edwin Stofbergen werd projectmanager vanuit Rijkswaterstaat: “Omdat het initiatief vanuit het Havenbedrijf kwam, stapten wij als het ware op een rijdende trein. De MER was al afgerond bijvoorbeeld, maar alle zaken rondom aanbesteding en contracten hebben we samen geïnitieerd en verzorgd. In die fase hadden we vrijwel dagelijks overleg.” Is werken met ‘twee kapiteins op het schip’ niet lastig? Stofbergen: “Nee, er zijn geen tegengestelde belangen, we willen hetzelfde bereiken: een toegankelijkere haven. Ook was het altijd duidelijk wie waarvoor eindverantwoordelijkheid droeg. Dat ligt geografisch vast: het Havenbedrijf voor de Botlek, wij voor de Nieuwe Waterweg.” En twee Edwins aan het roer was geen probleem? Stofbergen: “Haha, nee hoor, al hoorde je weleens ‘bedoel je mijn Edwin?’” Als de Edwins toch iets moeten noemen wat complex was aan de samenwerking, is het de verschillende inrichting van Havenbedrijf en Rijkswaterstaat. Hupkes: “Iedere organisatie heeft een eigen wijze van werken met eigen procedures die doorlopen moeten worden. Die moet je leren kennen voor een goede afstemming en planning.” Stofbergen: “Bij ons moesten bijvoorbeeld enkele procedures echt de stempel prioriteit krijgen om het tijdspad niet in gevaar te brengen omdat we op die rijdende trein sprongen.” varen waterwegen is: jaarlijks meer dan 15.000 zeeschepen. Edwin Stofbergen, projectmanager vanuit Rijkswaterstaat: “De scheepvaart werd uiteraard geïnformeerd over de aanwezigheid van de baggerschepen, maar de uitvoerders werkten om al dat verkeer heen.” Schone baggerspecie is verspreid op de Noordzee, ter versterking van het kustfundament, maar ook is een deel bovenstrooms teruggestort in de Oude Maas. Natuurlijke stroming moet ervoor zorgen dat dit zand ongewenste kuilen in de rivierbodem weer opvult: de eerste, experimentele rivierzandmotor. Dwars over de Nieuwe Waterweg en door het Botlekgebied lagen een aantal leidingen en kabels die met het oog op de nieuwe vaardiepte te ondiep lagen. Het ging om leidingen voor gas, stoom, kerosine en water, en stroom- en datakabels. Onder de Botlek is een nieuw, dieper tracé voor leidingen en kabels geboord. De leidingen dwars onder de Nieuwe Waterweg waren op één na al buiten gebruik en zijn in stukken gezaagd en verwijderd. Hupkes: “Eén gasleiding moet nog worden verwijderd, maar de Gasunie wacht nog op de vergunning in verband met de PFAS-problematiek.” Edwin Stofbergen (Rijkswaterstaat): “Het was altijd duidelijk wie waarvoor eindverantwoordelijk was. Dat ligt geografisch vast: het Havenbedrijf voor de Botlek, wij voor de Nieuwe Waterweg.” 26 WATERFORUM NR 7

WATERBOUW Viering van de verdieping van de Nieuwe Waterweg. Zouttong De extra diepte van de Nieuwe Waterweg zorgt onvermijdelijk voor een grotere ‘zouttong’ landinwaarts, zeker bij lage rivierstanden. Vanuit het projectbudget is daarom geld beschikbaar om de zoetwatervoorziening te garanderen voor landbouw, drinkwater, natuur en industrie rondom de Nieuwe Waterweg. Zo zal er waarschijnlijk vaker extra aanvoer van zoet water vanuit het Amsterdam-Rijnkanaal (KWA-systeem) nodig zijn. Bij de Rotterdamse Leuvehaven wordt een nieuwe verbinding gemaakt met de Nieuwe Maas om extra zoet water te leveren aan de Leuvekolk, een uitloper van rivier de Rotte. En er is een financiële bijdrage voor Delfland om extra zoet water te genereren uit afvalwater. De werkelijke verziltingseffecten worden de komende jaren nauwkeurig gemonitord. Scheepswrak De baggerwerkzaamheden verliepen lang probleemloos. De draaiboeken voor de vondst van WOII-munitie hoefden slechts één keer uit de kast, voor een klein explosief. Stofbergen: “In dit gebied kun je oude munitie tegenkomen. De kans is niet groot, maar de impact groot, dus alles was voorbereid.” Maar de grootste verrassing was begin april een oud scheepswrak ter hoogte van de Poortershaven bij Maassluis. Geen prettige verrassing, zeker niet omdat het wrak in de laatste fase van de werkzaamheden werd ontdekt. Hupkes: “We zaten op een strak tijdschema. Het eerste new-Panamaxschip dat de Botlekhaven zou aandoen, de tanker Delta Mariner, was al onderweg vanuit Afrika en zou binnen drie weken arriveren.” Na onderwaterinspectie was snel duidelijk dat het ging om resten van het Griekse stoomvrachtschip Chryssi, dat op 26 oktober 1938 zonk na een aanvaring in dichte mist. De opvarenden werden destijds gered, maar het schip was reddeloos verloren. Het wrak werd met dynamiet tot ontploffing gebracht om de waterweg snel vrij te maken. Dat niet alle brokstukken waren opgevist, was bekend, maar op de wrakkenkaarten lagen ze zeker honderd meter uit de vaargeul. Stofbergen: “Het wrak is door de explosie en stroming een flink stuk verplaatst.” Op 10 april startte een spoedberging. Hupkes: “Echt spannende dagen. We zaten hier voor het beeldscherm om alles te volgen. Toen de laatste stukken loskwamen, was dat echt een grote opluchting.” Diep, dieper, diepst Amper tien dagen later kon supertanker Delta Mariner keurig op tijd aanleggen in de haven. Hupkes: Ik ben in alle vroegte mijn bed uitgekomen, want ik wilde haar met eigen ogen de haven zien binnenvaren. Daar hebben we het tenslotte allemaal voor gedaan. Mooi en imposant was dat.” WATERFORUM DECEMBER 2019 27 “Ik ben toch blijven liggen”, vertelt Stofbergen. “En heb later de filmbeelden gezien. Zeker indrukwekkend, maar dat heb ik elke keer in de haven. Die gigantische schepen, al dat staal. Dan zie en merk je pas hoe mondiaal de Rotterdamse haven is.” Ligt over tien of twintig jaar niet opnieuw de vraag om verdieping op tafel? Hupkes: “De trend naar steeds grotere schepen blijft, maar wij zitten met deze diepte echt aan de max. Door de Maeslantkering, maar ook door de Blankenbergtunnel die onder de Nieuwe Waterweg loopt. Maar nog grotere schepen kunnen terecht op de Maasvlakte en in de Europoort, tot wel 23 meter diepte. Daarmee heeft Rotterdam een unieke positie.” Nu de verdieping gereed is, heeft Stofbergen het even wat rustiger. “Dat is welkom. Het was een geweldig project van enorme relevantie. Dat geeft veel energie, maar is ook intensief.” Voor Hupkes betekent de verdieping het begin van een aantal nieuwe projecten. “De vaargeul is nu verdiept, maar er zijn nu slechts twee geschikte ligplaatsen in de Botlek, bij de Koole terminal. Daarom meren er nu ook nog niet dagelijks new-Panamaxschepen af.” Meer ligplaatsen creëren betekent extra baggerwerk en werk aan kademuren. Ook op de wal zijn aanpassingen nodig van bijvoorbeeld laadarmen en pijpleidingen. Hupkes: “Geïnteresseerde bedrijven melden zich en vervolgens plannen en investeren we samen. De komende vijf tot tien jaar zijn we daar als Havenbedrijf nog mee bezig.”

Snelle inzet noodpompen bij rioolbreuk Warschau Breuk rioolpersleiding Op weg Op 27 augustus brak de rioolpersleiding onder de Wisla rivier. Via de leiding werd rioolwater naar de rwzi van Warschau afgevoerd. Overschakeling op een reserveleiding in de ondergrondse tunnel hielp niet, want ook die begaf het. Al snel stroomde 3 miljoen kuub ongezuiverd rioolwater via de nog bestaande overstort de rivier in. De Poolse tak van het bedrijf BBA Pumps in Doetinchem kreeg op 10 september een telefoontje van de Poolse overheid met het verzoek twee noodpompen te leveren met een Speciaal ontwerp BBA heeft de dieselaangedreven noodpompen speciaal ontworpen voor hoogwaterbestrijding en andere calamiteiten waarbij weinig opvoerhoogte nodig is. Bovenop het dak zit een standaard persbuis, zodat de pomp snel kan worden aangesloten. 28 WATERFORUM NR 7 Pontonbrug Intussen had het Poolse leger een pontonbrug over de rivier gelegd, waarop twee tijdelijke rioolbuizen zijn gelegd. Soldaten koppelden

WATERBOUW Tekst: Jac van Tuijn, foto’s: BBA Pumps Door een breuk in een rioolpersleiding had het waterbedrijf van de Poolse hoofdstad Warschau geen andere optie dan het ongezuiverde rioolwater te lozen in de Wisla rivier. Een tijdelijke voorziening met pompen en een pontonbrug zorgde ervoor dat een week later het rioolwatertransport naar de rwzi van Warschau was hersteld. Daarbij zijn twee noodpompen van BBA Pumps uit Doetinchem ingezet. Opbouw totale capaciteit van 7500 m3 /uur. De pompen stonden in Nederland op voorraad en zijn dezelfde dag nog geladen. De volgende dag werden de BA400G en BA500G pompen (blauw op foto) op locatie afgeleverd en kon het opbouwteam beginnen met het aansluiten van de pompen op een tijdelijke bypass naar de overkant van de rivier. 48 elementen aan elkaar en met 6 verbindingsstukken werd de 270 m lange noodbrug met de beide oevers verbonden. Alles weer normaal Een week na de breuk kon de tijdelijke bypass worden aangesloten op de rwzi en stopte de lozing op de rivier. De twee persleidingen in de tunnel onder de rivier zijn inmiddels gerepareerd en sinds half november wordt het rioolwater weer normaal via de ondergrondse tunnel afgevoerd. WATERFORUM DECEMBER 2019 29

JUMO more than sensors and automation JUMO is gespecialiseerd in het leveren van sensoren en automatiseringsoplossingen voor nagenoeg alle industrieën die zich bezighouden met machine- en procesautomatisering voor zowel constructie, onderhoud en optimalisatie. Innovatieve oplossingen Als dochter van het Duitse JUMO GmbH & Co. KG heeft JUMO Nederland ruim 40 jaar kennis en ervaring opgebouwd in de industriële sensoren en automatiseringsmarkt. Een markt die continu in beweging is vraagt om complete en innovatieve oplossingen. Of het nu gaat om de waterbranche, industriële ovenbouw, agricultuur of om klimaattechniek. JUMO heeft de juiste oplossing om processen efficiënter, gebruikersvriendelijker en duurzamer te maken. Kennis is hierbij essentieel. Ondersteunende trainingen en cursussen vormen dan ook een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering. Zo organiseert JUMO meerdere keren per jaar trainingen en kennisevents voor specifieke branches. Samen werken aan innovatieve oplossingen voor morgen, maakt dat JUMO meer is dan alleen sensoren en automatisering. Enthousiast team Achter ieder succesvol bedrijf staat een competent team. Gemotiveerde en ervaren medewerkers leveren samen betrouwbare oplossingen voor klanten in binnen en buitenland. Hoogwaardige innovatieve producten van A- kwaliteit worden door het familiebedrijf op duurzame en verantwoorde wijze 30 WATERFORUM NR 7 geproduceerd. Dat klanten dit waarderen blijkt wel uit de veelal jarenlange relaties die JUMO wereldwijd heeft opgebouwd. Snel en flexibel schakelen om te kunnen voldoen aan individuele eisen maakt JUMO tot de totaalleverancier voor de industrie in Nederland en ver daar buiten. Technologische vooruitgang Tijdig anticiperen op toekomstige technologische ontwikkelingen is de basis van succes. Door bestaande processen opnieuw te bekijken ontstaan vaak nieuwe inzichten. Inzichten die een bedrijf in staat stellen beter, efficiënter, duurzamer en sneller te kunnen produceren. Vanuit deze filosofie heeft JUMO het besturingsplatform JUPITER ontwikkeld. Met dit platform is de Duitse sensoren en automatiseringsproducent in staat om de markt van vandaag én morgen, te voorzien van een compleet nieuw automatiseringssysteem waarin op eenvoudige wijze toekomstige functionaliteiten en technologieën kunnen worden geïntegreerd.

Endress+Hauser Water is our life Waterkwaliteit, wet- en regelgeving, milieu Vertrouw op een partner die de kennis heeft van de eisen in de (afval)waterindustrie. Kies voor het betrouwbare Endress+ Hauser portfolio dat optimaal is afgestemd op uw processen. Met onze unieke en uitgebreide lijn van instrumentatie, diensten en oplossingen helpen wij u de kosten van uw (afval) water behandeling te minimaliseren en de beschikbaarheid van uw installatie te maximaliseren. Optimaliseer uw kwaliteits- en risicomanagement Instrumentatie behelst slechts een klein deel van uw kwaliteits- en risicomanagement. Nauwkeurige metingen in uw water- en afvalwaterzuiveringsproces spelen hierbij echter wel een belangrijke rol. Afwijkingen en fouten kunnen leiden tot een lagere efficiëntie, betrouwbaarheid en functionaliteit van uw gehele installatie. Oplossingen die voldoen aan de behoeften van de waterindustrie Plant Asset Management, netwerkbeheer en klantspecifieke procesregelingen op waterzuiveringen zijn slechts enkele voor beelden van typische toepassingen waar slimme oplossingen voor nodig zijn. Van analysepanelen en -containers tot complete automatiseringsconcepten, onze oplossingen zijn bijzonder veelzijdig en voldoen aan de eisen van de water- en afvalwaterindustrie. Profiteer van up-to-date informatie Het is belangrijk om de instrumentatie in uw installatie periodiek te controleren om zeker te zijn dat het correct werkt en dus het juiste onderhoud wordt uitgevoerd. Hierdoor wordt een beter onderhoudsproces verkregen waarbij relevante documenten en actuele gegevens snel online teruggevonden kunnen worden. Endress+Hauser biedt operators een duurzame oplossing voor Life Cycle Management: het W@M Portal zorgt voor maximale transparantie van uw geïnstalleerde apparatuur en altijd betrouwbare en actuele gegevens zodat u zowel tijd als geld bespaart. Nikkelstraat 6, 1411 AJ Naarden, Nederland, Tel: (035) - 695 86 11, info.nl@endress.com, www.nl.endress.com WATERFORUM DECEMBER 2019 31

WATERBEHEER Nationale Omgevingsvisie geeft wensbeeld toekomstig Nederland Hoge verwachtingen raken ook waterbeheer Sturing op de toekomstige inrichting van Nederland blijft een politieke nachtmerrie. Jan Pronk deed met zijn Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening in 2001 voor het laatst een serieuze poging. Het huidige kabinet wil proberen om met de Nationale Omgevingsvisie de ruimtelijke versnippering tegen te gaan. Volgens waterbouwkundig ingenieur Frank Spaargaren ligt besluiteloosheid echter op de loer. Door Esther Rasenberg Nederland staat aan de vooravond van belangrijke keuzes voor onze fysieke leefomgeving. Hoe laat je 17 miljoen mensen op een postzegel van 41.000 km2 zijn reactie op het verschijnen van de ontwerptekst van de Nationale Omgevingsvisie, is hij uitermate kritisch. over 30 jaar nog steeds prettig, veilig en gezond wonen, werken en leven? De regering vindt het belangrijk het belangrijk om daar nu al over na te denken en kwam afgelopen zomer met de ontwerptekst van de Nationale Omgevingsvisie. Hoe kunnen we op een goede manier plaats geven aan woningbouw, energietransitie, bereikbaarheid, klimaatverandering en circulaire economie? Bij de presentatie sprak verantwoordelijke minister Kajsa Ollongren de volgende woorden: “Grote ontwikkelingen gaan Nederland de komende decennia enorm veranderen. Keuzes die we daar nu over maken, bepalen hoe ons land er straks uit komt te zien. Met de Nationale Omgevingsvisie bied ik oplossingsrichtingen en een manier van werken als leidraad om hiermee aan de slag te gaan.” Verlanglijstje “Het ontwerp voor de Nationale Omgevingsvisie lijkt nog het meeste op de verlanglijstjes van mijn kleinkinderen voor Sinterklaas. Allemaal mooie verlangens, maar zelfs kinderen snappen dat Sinterklaas niet alles kan geven en betalen”, reageert waterbouwkundig ingenieur Frank Spaargaren op het ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Als oud-ingenieur bij Rijkswaterstaat heeft Spaargaren een duidelijk toekomstbeeld van het Nederlandse waterbeheer en dat steekt hij nooit onder stoelen of maken. Gevraagd naar 32 WATERFORUM NR 7 In de Nationale Omgevingsvisie speelt water een cruciale rol. Stijging van de zeespiegel, dijkversterkingen, bouwen in de Noord zee, bodemdaling en de beschikbaarheid van zoetwater. Het zijn stuk voor stuk belangrijke aandachtspunten. Spaargaren vreest dat er in de NOVI te veel en te hoge verwachtingen worden gewekt. “Er is op zich niks mis met het schetsen van een wensbeeld voor de toekomst. Maar met de huidige politieke versnippering is het al moeilijk om oplossingen te vinden voor concrete huidige kortetermijnproblemen. Kijk maar hoe de meningen nu al uiteenlopen over het stikstofprobleem. En doordat de politiek zo versnipperd is, ontbreekt het aan daadkracht”, waarschuwt de gepensioneerde ingenieur. Frank Spaargaren (waterbouwkundig ingenieur): “Er is op zich niks mis met het schetsen van een wensbeeld voor de toekomst. Maar kijk eens hoe de meningen nú al uiteenlopen over het stikstofprobleem.”

WATERBEHEER De omslag van de ontwerp-NOVI die minister Ollongren in juni naar de Tweede Kamer stuurde. Nationale Omgevingsvisie De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) komt voort uit de Omgevingswet, die naar verwachting in 2021 in werking treedt. Voor vraagstukken met een nationaal belang schetst de regering een kader, zodat de betrokken overheden sneller tot overeenstemming komen. Volgens een toelichting op de NOVI moeten ingrepen in de fysieke leefomgeving meer in hun samenhang bezien worden. Speciale aandacht gaat uit naar de regio met complexe en urgente opgaven. Meerdere nationale belangen uit de NOVI zouden in de deze NOVI-gebieden moeten worden samengebracht in een meerjarige aanpak. Specifieke gebieden die in de visie worden genoemd, zijn de Noordzee, veenweidegebieden en mainports zoals luchthaven Schiphol en de haven van Rotterdam. Volgens planning zal nog voor het eind van dit jaar een keuze worden gemaakt uit door de regio’s ingediende voorstellen en de genoemde voorbeelden in de ontwerp-NOVI. Voor de gekozen NOVI-gebieden stellen Rijk en regio een gezamenlijk programma op dat gericht is op het realiseren van de opgaven in de betreffende regio. Clusteren van gebiedsvisies De gedachte achter NOVI is dat Rijk, provincies en gemeenten hun gebiedsvisies gaan toetsen aan enkele nationale belangen. Zoals de waterveiligheid, maar ook de energietransitie en de ontwikkeling van gezonde steden en een vitaal platteland. Maar de verschillende partijen zijn juridisch niet aan de visie in de NOVI gebonden. Om de nationale opgaven samen aan te kunnen pakken, stelt Ollongren voor dat overheden samenwerkingsafspraken maken over de afstemming van de regionale omgevingsvisies. Samenwerken klinkt mooi, maar Spaargaren signaleert dat er in de ontwerp-NOVI vrij veel tegengestelde belangen staan. Neem bijvoorbeeld de waterveiligheid. “Soms worden bij waterveiligheidsprojecten (onnodige) concessies gedaan aan de ecologie en de landschappelijke waarden”, stelt het voormalig hoofd van de bouw de stormvloedkering in de Oosterschelde en directeur van het Waterloopkundig laboratorium. “Nu loopt er bijvoorbeeld een bodemprocedure tegen de dijkversterking Markermeerdijk Hoorn-Amsterdam bij de Raad van State. De bewoners vinden dat de versterking het historische karakter van de dijk verwoest en zij zijn van mening dat de plannen veel te ingrijpend en te duur zijn. Ik ben namens de bewoners betrokken bij de procedure. De dijken waar het om gaat, zijn in 2006 afgekeurd op basis van ongeschikte toetsingscriteria. De overheden gaan uit van een slechte dijk, maar in werkelijkheid is de dijk veel sterker en is een minder ingrijpende versterking afdoende.” Prioriteren Spaargaren benadrukt dat hij in de NOVI de erkenning mist dat er tegenstrijdigheden zijn waardoor niet alles kan worden waargemaakt. “Het zou de politiek sieren als er prioriteiten worden gesteld. Bijvoorbeeld: veiligheid gaat boven ecologie en gebiedsontwikkeling.” De oplossing voor die tegenstrijdigheden wordt door de overheid nu gezocht in meervoudig gebruik. Programma-directeur-generaal Omgevingswet Erik Jan van Kempen stelde tijdens een NOVI-bijeenkomst in Pakhuis De Zwijger dat moet worden onderzocht of er ruimte is voor meervoudig gebruik. Denk aan het combineren van visserij met windmolens in zee. Van Kempen verwacht dat het samenwerken aan gebiedsgerichte opgaven klassieke tegenstellingen weg zal nemen. Spaargaren kijkt minder rooskleurig naar de voordelen van gebiedsgericht samenwerken en denkt dat het stellen van prioriteiten essentieel is. Ruimte voor klimaatadaptatie zou de hoogste prioriteit moeten krijgen. “De aard en omvang van de ruimte en de ingrepen worden bepaald door de situatie die ontstaat na 2050, maar die aanpak werpt zijn schaduw ver vooruit. Bij versnelde zeespiegelstijging moet vanaf 2030 al worden gewerkt aan een bestendige situatie na 2050. Het zou zo maar kunnen dat de zoetwatersituatie/ verzilting al voor 2030 andere ingrijpende maatregelen vergt. Dat raakt dan ook de meeste NOVI-plannen.” WATERFORUM DECEMBER 2019 33

WATERBEHEER Tegengestelde belangen in veenweidengebieden staan een langetermijnaanpak in de weg. Het lukt bestuurders niet om snel tot consensus te komen. De Nationale Omgevingsvisie moet een kader scheppen, zodat iedereen mee aan tafel kan zitten. Zeespiegelstijging Ook de zeespiegelstijging stelt Nederland al snel voor fundamentele vragen. “De Maeslantkering en de stormvloedkering in de Oosterschelde zijn ontworpen op een zeespiegelstijging van een halve meter. Als de stijging een meter wordt, betekent dat het einde van deze keringen en waarschijnlijk ook van de Haringvlietsluizen. Los daarvan is de Maeslantkering al in 2070 technisch afgeschreven. Als de zeespiegelstijging sneller gaat, zal nog voor het eind van deze eeuw moeten worden besloten hoe Nederland eruit gaat zien. Vervanging van deze keringen is namelijk geen optie. De keuze wordt dan een herhaling uit de vorige eeuw: kiezen we voor open of voor afgesloten zeearmen?“ Grote waterbouwkundige projecten vergen een voorbereiding en uitvoeringsduur van 30 tot 50 jaar. “Dat betekent dat voor de meeste NOVI-plannen ruim vóór 2050 bekend moet zijn welke kant het opgaat. Stel dat vanuit milieuoverwegingen de voorkeur uitgaat naar open zeearmen, het zoute zeewater dringt dan ver de rivieren op en de verzilting neemt progressief toe. Over een zeer groot traject moeten alle dijken verder worden verhoogd en versterkt. Steden als Rotterdam en Dordrecht moeten zeer ingrijpende maatregelen treffen om overstromingen te voorkomen. Dat geldt uiteraard ook voor kleinere steden, havens, industriegebieden en recreatiegebieden. Ook de zoetwatervoorziening is niet meer gegarandeerd. Vrijwel alle NOVI-plannen zullen in een dergelijk scenario in een geheel ander daglicht komen te staan.” Multifunctionele ruimten zijn de enige optie om steden leefbaar te houden. Zoals bijvoorbeeld het Van Benthemplein in hartje Rotterdam, dat intensief gebruikt wordt door studenten en winkelend publiek. Bij een hevige regenbui loopt het plein onder en kan het tijdelijk regenwater bufferen, zodat het riool niet overbelast raakt 34 WATERFORUM NR 7

WATERBEHEER Ingewikkeld bestuurlijk figuur Omgevingswet, gebiedsgerichte omgevingsvisie, nationale omgevingsvisie. De rem lijkt los van de bestuurlijke vernieuwing. In de Nationale Omgevingsvisie stelt de regering voor om rond nationale thema’s, zoals energietransitie en klimaatadaptatie, te komen tot ruimtelijke keuzes die door de samenleving worden gedragen. In het lijvige document Nationale Omgevingsvisie zet de regering uiteen hoe lastige dilemma’s bij aanpassingen van de fysieke leefomgeving doorbroken kunnen worden. In de ontwerptekst die in juni naar de Tweede Kamer is gestuurd, zijn vier prioriteiten gesteld: • ruimte voor klimaatadaptatie en energietransitie; • duurzaam economisch groeipotentieel; • sterke en gezonde steden en regio’s; • toekomstbestendige ontwikkeling van het landelijk gebied. Daarnaast worden nog eens 21 specifieke zaken benoemd die van nationaal belang zijn. Dat varieert van het bevorderen van een duurzame ontwikkeling van Nederland tot het realiseren van een goede leefomgevingskwaliteit, en van ruimte voor militaire activiteiten tot het versterken van grensoverschrijdende en internationale relaties. Twee punten hebben betrekking op water. Zo wordt de waarborging van de waterveiligheid en de klimaatbestendigheid benoemd, inclusief vitale infrastructuur voor water en mobiliteit. Ook wordt specifiek benoemd: een goede waterkwaliteit, duurzame drinkwatervoorziening en voldoende beschikbaarheid van zoetwater. Om het nog ingewikkelder te maken, ligt de uitvoering van het gewenste nationale omgevingsbeleid bij een groot aantal verschillende partijen. Het Rijk, provincies, waterschappen, gemeenten, burgers en bedrijven moeten er samen uit zien te komen. De NOVI stelt een aanpak voor die begint bij het vaststellen van toekomstige thema’s die een impact hebben op de fysieke leefomgeving, Daaruit volgen de nationale opgave en vervolgens moeten keuzes worden gemaakt om de ruimte in Nederland beperkt is. Uiteindelijk moet dit leiden tot regionaal maatwerk. Onvoldoende zoetwater Het Deltaprogramma stelt dat de huidige plannen garanderen dat Nederland tot 2050 veilig is en dat voldoende zoetwater beschikbaar is. “Ik deel die mening als we uitgaan van de verwachte zeespiegelstijging in 2050. Maar wat voldoende zoetwater en verzilting betreft, zijn we in 2018 al redelijk dicht bij een niet meer acceptabele grens geraakt. Verzilting van het IJsselmeer bij Andijk, verdroging van hooggelegen gebieden en nauwelijks nog bevaarbare rivieren. Als de trend van vorig jaar doorzet, leveren de huidige plannen tot 2050 onvoldoende zekerheid en zullen ze moeten worden aangepast. De drinkwaterbedrijven in Noord-Brabant, Zeeland en Zuid-Holland hebben recent laten weten dat zij onder meer vanwege extreem lage Maasafvoeren, niet meer garant kunnen staan voor voldoende zoetwater in de Zuid-westelijke Delta en delen van Zuid-Holland. Daarvoor zullen we dus veel eerder nationale omgevingsplannen moeten gaan maken.” WATERFORUM DECEMBER 2019 35

Landustrie Sneek BV al meer dan een eeuw actief in water “onze producten vind je overal in de waterkringloop” Wat ooit begon als handelsfirma in landbouwproducten is inmiddels uitgegroeid tot een bedrijf met ca. 170 werknemers, nationaal en internationaal actief op het gebied van watertechnologie. In eigen huis worden producten ontworpen en gefabriceerd voor de behandeling en het transport van afvalwater en oppervlaktewater. Waterzuivering Voor de afvalwaterzuiveringsmarkt ontwerpt en levert Landustrie installaties en apparatuur die in iedere zuiveringsstap terug te vinden zijn. We beschikken daartoe over de benodigde proceskennis om een zo optimaal mogelijk zuiveringsconcept te realiseren. Bijvoorbeeld op het gebied van aerobe zuivering hebben wij de knowhow en technologie in huis om de meest efficiënte beluchtingsconfiguratie uit te werken en uit te voeren. Waterbeheer De zorg voor een optimaal waterbeheer en een goede waterhuishouding zijn in ons land cruciaal. Landustrie is er trots op al meer dan een eeuw betrokken te zijn bij watermanagement. Dit wordt vormgegeven in het leveren van diverse gemalen en pompinstallaties al dan niet met de bijbehorende besturing en telemetrie. In nauw overleg met de klant kan een compleet design & construct plan worden gemaakt waarbij Landustrie de verantwoording neemt voor het ontwerp, de maatvoering en de uitvoering. Visvriendelijkheid wordt hierbij niet uit het oog verloren. Pompinstallaties De zorg voor een optimaal rioolbeheer is bij ons in goede handen. Landustrie beschikt hiertoe over een uitgebreide eigen LANDY pomprange en levert pompinstallaties compleet met bijbehorend leidingwerk, elektrotechnische besturing en telemetriesystemen. Aan de hand van een eigen pomp36 WATERFORUM NR 7 Pieter Zeemanstraat 6, 8606 JR Sneek Tel. 0515 - 48 68 88 info@landustrie.nl, www.landustrie.nl Productiefaciliteiten Landustrie vervaardigt al haar producten in de eigen productiefaciliteiten te Sneek. Deze omvatten totaal drie productiehallen met een totale oppervlakte van ca. 1,4 ha. Al deze hallen zijn uitstekend geoutilleerd en het personeel is ervaren en heeft kennis van het fabriceren en samenbouwen van producten in diverse materiaalsoorten. selectieprogramma kan voor iedere toepassing de meest efficiënte pomp worden gekozen. Service Voor onderhoud, reparatie, revisie en het beheren van installaties, staat onze eigen servicedienst 24/7 paraat. In geval van storingen of calamiteiten kan zij direct handelend optreden. Dit gebeurt niet alleen vanuit de hoofdvestiging te Sneek maar ook vanuit het servicesteunpunt in Veenendaal.

EnviroChemie EnviroChemie is een leidende Europese installatiebouwer op het gebied van industriële afvalwaterzuivering, proceswaterbereiding en energiewinning uit industrieel afvalwater. Gedurende jarenlang onderzoek en ontwikkeling hebben wij onze eigen technologielijn ontworpen, welke wij in grote getale wereldwijd hebben geleverd. Ons leveringspakket bestaat uit demi-waterinstallaties, ultrapuur water installaties, chemisch-fysische flocculatie installaties, (o.a. Split-O-Mat), flotatie installaties (o.a. Lugan), biologische zuiveringsinstallaties en verschillende membraanfiltratie installaties. Het bedrijf uit Haarlem houdt zich bezig met actuele water- en afvalwaterproblematiek. Enkele voorbeelden hiervan zijn: • De ontwikkeling van nieuwe processen voor de verwijdering van API’s (Activated Pharmaceutical Ingredients) uit afvalwater. Hiervoor wordt de nieuwe Envochem® AOP technologie ingezet. Deze Advanced Oxidation Technologie is uitermate geschikt voor de verwijdering van niet afbreekbare toxische stoffen, zoals vluchtige organische stoffen, uit afvalwater. De techniek kan tevens worden ingezet bij de behandeling van gefiltreerd afvalwater om chemische verontreinigingen verder te reduceren tot onder de lozings norm. • Voor de farmaceutische industrie en gezondheidsinstellingen heeft EnviroChemie, voor het doden van bacteriën, virussen en prionen, speciale installaties in het programma waarbij afvalwater door middel van thermische desinfectie installaties kan worden gesteriliseerd. Deze installaties kunnen volledig worden gevalideerd. • Voor ziekenhuizen zijn speciale betij-systemen ontwikkeld waarbij het radioactieve afvalwater vanuit quarantaine afdelingen kan worden opgevangen en gevalideerd kan worden gebufferd en na de betijtijd kan worden geloosd. Het nieuwe Biochroma proces behandelt het vrijkomende radioactieve afvalwater en houdt alleen de radioactieve stoffen vast. Het gereinigde water kan direct worden geloosd. Groot voordeel hiervan is dat dit nieuwe proces minder dan de helft aan ruimte benodigd. • In het kader van een onderzoeksprogramma is een nieuwe techniek voor de verwijdering van microplastic uit afvalwater ontwikkeld. EnviroChemie maakt hiervoor gebruik van een speciale flotatie installatie in combinatie met een combinatie van organische flocculanten. Met deze techniek kan 99,9 % rendement worden bereikt. • Behalve een betrouwbare levering van de vereiste waterkwaliteiten, vragen klanten tegenwoordig wereldwijd naar energie-efficiënte en duurzame concepten voor water- en afvalwaterbehandeling. Bijvoorbeeld met installaties voor de recycling van water of de regeneratie van afvalwater. Of indien bedrijven energie willen besparen door een warmteterugwinningsconcept te implementeren of energie uit afvalwater te genereren. EnviroChemie gebruikt hiervoor uitsluitend energie-efficiënte componenten voor haar afvalwatertechnologie. Tijdens de levensduur van de waterbehandelingsinstallaties biedt EnviroChemie haar klanten een omvangrijk spectrum van services aan: service en onderhoud, levering van verbruiksmiddelen, procesoptimalisatie tot en met volledige aanpassing, modernisering van installaties of compleet installatiebeheer. Als het in de industrie om proceswaterbereiding, waterrecycling en afvalwaterzuivering gaat is EnviroChemie bedrijf uw partner. Meer informatie: www.envirochemie.nl sales-benelux@envirochemie.com WATERFORUM DECEMBER 2019 37

WATERBOUW Nog steeds geen droge voeten voor Venetianen Stormvloedkering met Italiaanse slag Door Jac van Tuijn Drie keer in één novemberweek werd Venetië getroffen door een vloedgolf hoger dan 110 cm. De Venetianen zuchten er onder. Vijftien jaar geleden is begonnen met de bouw van een stormvloedkering die deze waterhoogte zou moeten kunnen keren, maar deze werkt nog steeds niet. Nederlandse waterexperts merken vooral op dat de Italiaanse kering een uniek ontwerp heeft en kijken reikhalzend uit naar de ervaringen die er straks mee worden opgedaan. Al vijftien jaar wordt gebouwd aan een stormvloedkering voor Venetië, en toen de stad half november drie keer achterelkaar door een vloedgolf werd getroffen, zwol de kritiek aan. De Italiaanse politici spraken er schande van, zoals ze dat vorig jaar ook deden toen de Morandi brug in Genua instortte. De bouw was al in kwaad daglicht komen te staan vanwege corruptieschandalen, waarbij de toenmalige burgemeester en de projectdirecteur betrokken waren. Naast de kritiek op grote infrastructurele werken in het algemeen, betrof de kritiek ook het functioneren van de kering. Zo zou er mosselgroei zijn die verhindert dat de kleppen omhoogkomen. De andere kritiek is dat de kleppen niet meer hoog genoeg zullen zijn vanwege de verwachte zeespiegelstijging. De lange bouwtijd betekent dat het eerste onderhoud heel noodzakelijk is, maar volgens twee Nederlandse waterbouwkundige deskundigen zal het met de invloed van de zeespiegelstijging zo’n vaart niet lopen. Nederlandse nuchterheid Hoewel ze zelf niet bij de bouw betrokken zijn en het ook moeten hebben van de mediaberichten, zijn hoogleraar Bas Jonkman van de TU Delft en adviseur Martin de Jong van Deltares uitermate nuchter over de golf aan kritiek. Zo is Martijn de Jong een stuk minder bezorgd voor een verminderde functionaliteit als de zeespiegel snel gaat stijgen. “De keringen gaan omhoog als het waterpeil boven de 110 cm komt. Als de zeespiegel stijgt, dan zal dat dus vaker het geval zijn. De kering blijft gewoon functioneren. In het geval van heel extreme hoge opzet kan het water er overheen slaan, maar dan nog zal de kering de stad beschermen, omdat het veel water zal tegenhouden.” Martin de Jong (Deltares): “De zeespiegelstijging gebeurt niet van vandaag op morgen. Als de keringen vaker dicht gaan, neemt de kennis over de inzetbaarheid vanzelf toe.” 38 WATERFORUM NR 7 Recentelijk was De Jong bij I-Storm, een ontmoeting van de beheerders van enkele grote stormvloedkeringen, waarbij ook het Consorzio Venezia Nuova aanwezig was. “We zijn onlangs voor alle grote stormvloedkeringen nog eens nagegaan hoe vaak ze dichtgaan. De Thames barrier in London gaat met twaalf keer per jaar het vaakst dicht. Voor Venetië kwamen we uit op een verwachting van vijf keer per jaar, inclusief de testsluitingen.” De Jong wijst erop dat Venetië gaandeweg ervaring kan opdoen met de kering. “De zeespiegelstijging gebeurt niet van vandaag op morgen. Het Italiaanse consortium wisselt binnen I-Storm nu al kennis uit met andere beheerders. Als stormvloedkeringen vaker dicht gaan, dan zal de kennis over de inzetbaarheid vanzelf toenemen”, verwacht hij.

Op drie plekken kunnen de stroomgaten tussen de kusteilanden worden afgesloten en kan Venetië worden beschermd tegen een vloedgolf vanuit de Adriatische Zee. Acqua Alta, de extreme vloedgolf De Venetianen noemen het Acqua Alta: een extreem hoge vloedgolf die de stad onder water zet. Soms gaat het om een extreme afvoer van de Po, maar in de meeste gevallen gaat het om een vloedgolf als gevolg van een storm die het water in de Adriatische Zee opzwiept. Delen van de stad staan ieder jaar wel eens onder water, maar afgelopen november piekte het peil met maar liefst 187 cm en stond 85 procent van de stad blank. Dat was sinds 1994 niet voorgekomen. Destijds werd een piek van 194 cm genoteerd. Het cynische voor de Venetianen is dat de stormvloedkering inmiddels bijna klaar is. Op drie plekken kunnen de stroomgaten tussen de kusteilanden worden afgesloten en kan de stad tegen een vloedgolf vanuit de Adriatische Zee worden beschermd. Maar verder dan het testen van de drie keringen is de aannemerscombinatie nog niet gekomen. De verwachting is dat het nog tot 2021 gaat duren voordat de kering bij een storm kan worden ingezet. Intussen zwelt de kritiek aan. Unieke constructie De Venetiaanse kering laat zich moeilijk vergelijken met bestaande grote stormvloedkeringen zoals de Maeslantkering (1997), de Thames barrier (1984) en de Sint-Petersburg stormvloedkering (2004). Volgens Bas Jonkman van de TU Delft hebben ze gemeen dat het grote civiele werken zijn met een grote opening voor getijde en zeeschepen. Wat betreft het ontwerp zijn de keringen allemaal uniek. “Je hebt de tweearmige oplossing van de Maeslantkering en Sint-Petersburg. Terwijl de Thames barrier meerdere draaiende kleppen heeft. Die lijkt dan ook het meeste op de Mose kering in Venetië”, constateert Jonkman. “Het interessante aan de Mose kering is dat de kleppen onder water liggen en daarmee maximale doorlaat bieden aan scheepvaart en getijde. Het lijkt me dat op den duur de kleppen ook vervangbaar zijn door langere kleppen, als de zeespiegelstijging dat noodzakelijk maakt.” Jonkman ziet ook de nadelen. “De kleppen liggen onder water en zijn gevoelig voor roest en mosselgroei. De tijd zal leren in hoeverre dat problemen gaat geven bij het sluiten.” Bas Jonkman (TU Delft): “De kleppen liggen onder water en zijn gevoelig voor roest en mosselgroei. De tijd zal leren in hoeverre dat problemen gaat geven bij het sluiten.” WATERFORUM DECEMBER 2019 39

WATERBOUW Al vijftien jaar wordt gebouwd aan een stormvloedkering voor Venetië. De bouw is in kwaad daglicht komen te staan vanwege corruptieschandalen. Mose, een miljardenproject Na de grote overstroming in 1966 kwam in Venetië de discussie op gang over de bouw van een stormvloedkering en in 1982 richtten vier Italiaanse bedrijven het Venezia Nuova Consortium op voor de bouw van de Modulo Sperimentale Elettromeccanic (Mose) die in 2003 werkelijk begon. Het idee was toen om die voor 1,6 miljard euro te bouwen en in 2011 klaar zou kunnen zijn. Inmiddels is het 15 jaar verder en zijn de kosten opgelopen tot 5,5 miljard opgelopen en zal die naar verwachting niet eerder dan eind 2021 klaar zijn. Mose bestaat uit drie afzonderlijke keringen met in totaal 78 kleppen die bij hoogwater omhoogkomen. Alle drie de keringen zijn al afgebouwd en worden nu getest. Mose is ontworpen om Venetië en de lagune te beschermen tegen getijden tot 3 meter hoog en tegen een zeespiegelstijging tot 60 centimeter. Hij wijst erop dat onderhoudskosten vaak een ondergeschoven kindje zijn, maar bij dit soort kunstwerken zijn ze wel cruciaal. “Testsluitingen zijn nodig om eventuele gebreken en achterstallig onderhoud aan het licht te brengen. Beheerders moeten voldoende budget en een toegewijde organisatie hebben om gedurende de hele levensduur van de kering daarmee bezig te zijn.” Volgende grote kering Na Mose zou een stormvloedkering bij Galveston langs de Texaanse kust wel eens de eerstvolgende kunnen worden. Recente orkanen hebben duidelijk gemaakt dat een betere bescherming al hard nodig is, maar tegelijk moet de oliehaven van Houston openblijven en moet het getijde in de Trinity Bay behouden blijven. Bas Jonkman heeft regelmatig ontmoetingen met deskundigen van het US Army Corps of Engineers, over de plannen voor een kering. “Er is al een voorkeursoptie die 10 tot 15 miljard dollar gaat kosten. Die optie kent, net als de Maeslantkering, twee beweegbare armen.” Volgens Jonkman komt een kosten-batenanalyse nu al voordelig uit, los van de klimaatverandering. “Het politieke debat gaat vooral over de verdeling van de kosten tussen de staat Texas en de federale overheid. Het openhouden van de haven voor de scheepvaart en het behoud van de ecologie in een baai, maken het ontwerp nu eenmaal duur. Zeker voor een constructie die bijna nooit wordt gebruikt. Maar wat is het alternatief? Niks doen is geen optie”, vindt Jonkman. De drie afzonderlijke keringen zijn al afgebouwd en worden nu getest. 40 WATERFORUM NR 7

Let’s celebrate! WaterLink Symposium hét Water Tech Businessevent van Water Alliance! Water Alliance 10 Years in Business! 16-01 L2020 eeuwarden Water is momenteel een van de grootste uitdagingen waarmee onze wereld wordt geconfronteerd, en de urgentie neemt toe. Gelukkig wordt wereldwijd gewerkt aan oplossingen. En zeker in Nederland, waar de watertechsector met de ene na de andere baanbrekende innovatie komt. Dat succes willen wij met u vieren; al is het maar omdat Water Alliance in 2020 tien jaar bestaat. Kortom; tijd voor een feestje! Tijdens WaterLink2020 treffen de smaakmakers uit de watertech-sector elkaar voor een frisse start van het nieuwe jaar! WaterLink in enkele woorden? Keynote-sprekers, interviews, workshops, verrassende acts, de voorronde van de WIS-award en: héél efficiënt netwerken. De zes themasessies hebben inspirerende en gevarieerde onderwerpen die lopen van Digitalisering voor bedrijven tot Internationalisering en Klimaatadaptief bouwen. Kortom: mis dit feestje niet! WaterLink 2020 | Let’s Celebrate! 16 januari 2020, 12:00 uur - 19:00 uur | Westcord WTC Hotel Leeuwarden wateralliance.nl Meld u nu aan via wateralliance.nl/event/waterlink-2020-lets-celebrate WaterAlliance is powered by

WATERBEHEER Regenrivier tijdens droogte kwetsbaar als drinkwaterbron Heerlijk, helder Maaswater? Door Adriaan van Hooijdonk Drinkwaterbedrijven en bestuurders maken zich zorgen over de kwetsbaarheid van de Maas als bron voor drinkwatervoorziening. Vooral in tijden van droogte kunnen de lage afvoeren, in combinatie met lozingen van chemische stoffen, voor een slechtere waterkwaliteit zorgen. Daarom werken ze aan maatregelen om water langer vast te houden. Maar hoe? In 2018 kwam de Maasafvoer bij Monsin (Luik) gedurende een derde van het jaar niet boven de 60 m3 per seconde. Volgens het Maasverdrag tussen Vlaanderen en Nederland is er bij een dergelijke lage afvoer sprake van een ‘officieel watertekort’. Het Maasverdrag bevat afspraken over de verdeling van Maaswater over de Maas en de verschillende Vlaamse en Nederlandse kanalen. In 2019 was de situatie vergelijkbaar met die van 2018, stelt Maarten van der Ploeg, directeur RIWA-Maas, de belangengroep van zes Nederlandse en Belgische drinkwaterbedrijven. “Met de kanttekening dat de periode van lage afvoeren in 2018 langer duurde: 143 dagen en in 2019 96 dagen. Ook was de minimum afvoer in 2019 lager.” Door de langdurige lage afvoer werd het in de droge zomer van 2019 volgens minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat lastig om de afspraken uit het Maasverdrag na te komen. Daarom werd de hulp van Rijkswaterstaat ingeroepen. Bij meerdere sluizen in het door Maaswater gevoede Albertkanaal, tussen Genk en Antwerpen, ging met het schutten van schepen veel kostbaar water verloren. Daarom werden op kosten van Vlaanderen bij meerdere sluizen van het Albertkanaal snel forse pompen geplaatst die voortdurend grote hoeveelheden water terugpompten van het afwaartse naar het opwaartse deel van het kanaal (zie kader). Kwetsbaarheid Hoewel de extreem lage afvoeren in de Maas in 2018 en 2019 de Nederlandse drinkwatervoorziening niet direct bedreigden, werd wel de kwetsbaarheid van het hele systeem duidelijk. Drinkwaterbedrijven die hun water uit de Maas betrekken, zijn daarom volop bezig om de kwetsbaarheid en de eventuele gevolgen voor de waterbeschikbaarheid op de langere termijn te verminderen. Een goed doorstromende Maas is belangrijk voor de drinkwaterwinning van vier miljoen Nederlanders en drie miljoen Belgen, omdat door natuurlijke verversing van het rivierwater verontreinigingen en industriële lozingen worden verdund. Maarten van der Ploeg (RIWA-Maas): “In droge periodes bestaat de Maas voor een groot deel uit gezuiverd water van rioolwaterzuiveringsinstallaties.” 42 WATERFORUM NR 7 “De Maas is als bron voor de drinkwatervoorziening in zowel kwalitatieve als kwantitatieve zin te kwetsbaar”, zegt Maarten van der Ploeg. “Zeker met de verwachting dat de perio des van lage afvoeren en droogte in de toekomst in het Maasstroomgebied zullen toenemen. In dergelijke periodes bestaat de Maas dus voor een groot deel uit gezuiverd water van rioolwaterzuiveringsinstallaties.”

WATERBEHEER Via Rijkswaterstaat zijn afgelopen zomer pompen geplaatst bij een sluis in het Albertkanaal. De pompen konden voorkomen dat er veel Maaswater via het kanaal naar Antwerpen wegstroomde. Hier is te zien hoe de pompen het water uit de sluis terugbrengen in het bovenstroomse deel van het kanaal dat bij Luik in open verbinding staat met de Maas (foto: Eekels Pompen). Carla Brugman, gedeputeerde Energie, Natuur en Openbaar vervoer van het College van Gedeputeerde Staten in Limburg, denkt eveneens dat lange perioden van droogte steeds vaker zullen voorkomen. Ook zij maakt zich zorgen over de gevolgen van de droogte voor de drinkwatervoorziening door de Maas. Consumenten moeten volgens haar veel zuiniger met drinkwater omgaan. “Het is natuurlijk van de gekke dat we nog steeds onze auto’s met drinkwater wassen.” Daarnaast pleit de gedeputeerde voor het afkoppelen van de waterafvoer op het riool. De gemeente Maastricht deelde hiervoor begin november nog honderden gratis regentonnen uit. Ook ziet ze mogelijkheden om de Limburgse beken anders in te richten. “Dus niet alleen meanderen, zoals voorheen gebeurde, maar ook de omgeving van de beek anders inrichten, zodat het regenwater langer in de grond blijft zitten.” Maatregelen De invoering van dynamisch peilbeheer in de Maas, zoals de statenfracties van CDA en GroenLinks in Limburg voorstellen, is volgens Brugman nu nog geen optie. Bij deze vorm van peilbeheer kan het waterpeil fluctueren, bijvoorbeeld door op het land het water zo lang mogelijk vast te houden via drainage. “Het is net de wet van de communicerende vaten. Maatregelen op het land zorgen ervoor dat de waterstand in de Maas daalt. Met de huidige stuwen in de Maas is het bovendien niet mogelijk om dynamisch peilbeheer in te voeren”, zegt de gedeputeerde. Rijkswaterstaat heeft haar laten weten dat een deel van die stuwen in de Maas in de komende twintig jaar wordt vervangen en dat in de studie voorafgaand aan die vervanging wel wordt nagedacht over het meer kunnen vasthouden van water. De effecten, gevolgen en risico’s hiervan zullen in het kader van de vervangingsopgave worden onderzocht. Carla Brugman (gedeputeerde Limburg): “ We moeten de omgeving van de Limburgse beken anders inrichten, zodat het regenwater langer in de grond blijft zitten.” Drinkwaterbedrijven in Nederland en België zijn momenteel overigens al volop bezig om maatregelen te nemen om water langer vast te kunnen houden. Zo past Evides het spaarbekkensysteem in de Biesbosch aan, zodat er voor een aantal maanden Maaswater in voorraad is. Doel is de bodem van het bekken zodanig te egaliseren dat de netto te gebruiken voorraad stijgt van 32 Mm3 naar 34 Mm3 . De werkzaamheden zijn begin 2020 klaar. Ook werkt Evides aan de uitbreiding van de pompcapaciteit in het nieuwe innamepomp station Bergsche Maas. Zo komen er drie krachtige pompen die het spaarbekken ruim acht keer sneller kunnen aanvullen dan de huidige pompen. WATERFORUM DECEMBER 2019 43

WATERBEHEER Het spuiwater van de sluis in het Albertkanaal wordt weer teruggepompt naar het bovenstroomse deel (foto: Eekels Pompen). Eekels plaatst elektrische pompen om drinkwatervoorziening veilig te stellen Het Albertkanaal, tussen Genk en Antwerpen, en de Kempense kanalen in Vlaanderen worden gevoed met Maaswater, net zoals het Julianakanaal, de Zuid-Willemsvaart en een aantal andere kanalen in Zuid-Nederland. Naast de scheepvaartfunctie, wordt het water in deze waterwegen ook gebruikt voor drinkwaterproductie, energiewinning, proceswater voor de industrie, landbouwirrigatie en de bevloeiing van natuurgebieden. Het Albertkanaal kreeg in de zomer van 2019 te weinig voeding vanuit de Maas. Bij het schutten van schepen op sluizen ging veel water verloren. Daarom plaatsten specialisten van Eekels Pompen op meerdere sluizen van het Albertkanaal in zeer korte tijd forse tijdelijke pompinstallaties, die voortdurend grote hoeveelheden water terugpompten van het afwaartse naar het opwaartse deel van het kanaal. De pompinstallaties bestonden uit grote dompelpompen, stalen leidingwerk en eigen stroomvoorzieningen. Nick van de Graaf, werkvoorbereider bij Eekels Pompen, was bij het project betrokken. Zo bepaalde hij welke pompen en aggregaten er moesten komen. Het bedrijf plaatste in Wijnegem een opstelling met twee pompen met een capaciteit van 5000 m3 /u te komen.” /u. In Diepenbeek plaatste het bedrijf een vergelijkbare opstelling. Ook in Genk was eerst een vergelijkbare opstelling actief. “Later hebben we in Genk extra pompen geplaatst om op een capaciteit van 15.000 m3 Rijkswaterstaat en het Vlaamse waterschap plaatsten bij Wijnegem en op andere plaatsen nog eens extra pompen. Tijdens het wetgevingsoverleg water, op 11 november in de Tweede Kamer, wilde Kamerlid Cem Laçin (SP) van minister Van Nieuwenhuizen weten welke internationale afspraken er zijn over het bufferen van water in droge tijden. De minister gaf aan dat er internationale afspraken zijn, maar dat er soms Nederlandse inzet, zoals in België, nodig is om deze afspraken na te komen. “Wij blijven in gesprek met de Belgen om ervoor te zorgen dat ze de afspraken uit het Maasverdrag nakomen”, benadrukte Van Nieuwenhuizen. Nederland en Vlaanderen hebben een verdrag over het beheer van het Maaswater bij een extreem lage afvoer. Zo is afgesproken dat als de afvoer bij Maastricht en via het Albertkanaal onder 60 m3 /s zakt, beide partijen er alles aan doen hun waterverliezen zoveel mogelijk te beperken. Voor Vlaanderen is dat het verlies bij het schutten van de sluizen in het Albertkanaal, dat van Luik naar Antwerpen loopt. Vlaanderen is in deze ‘kritische fase’ gehouden aan een minimale afvoer verplicht van 10 m3/s bij Borgharen, hier op de foto (foto: ARK Natuurontwikkeling). 44 WATERFORUM NR 7

WATERBEHEER Door de Grensmaas stroomde in de zomers van 2018 en 2019 slechts weinig water (foto: Rijkswaterstaat). Dunea kijkt of het naast de Maas en de Lek nog twee alternatieve bronnen voor de bereiding van drinkwater kan vinden. “We onderzoeken de komende jaren de mogelijkheden van het Valkenburgse Meer en de inzet van brak grondwater”, zegt een woordvoerder van Dunea. Ook werkt het drinkwaterbedrijf aan het vergroten van de voorraad zoetwater onder de duinen om droge tijden te overbruggen. Daarnaast adviseert het drinkwaterbedrijf klanten over bewust watergebruik in tijden van droogte. Ook het Vlaamse waterbedrijf water-link, dat 40 procent van het drinkwater in Vlaanderen produceert, wil in de toekomst de Schelde inzetten als een alternatieve ruwwaterbron. Debietafhankelijke lozingen Periodes met langdurig lage afvoeren maken drinkwaterbedrijven extra kwetsbaar voor industriële lozingen. Daarom onderzoekt minister Van Nieuwenhuizen naar aanleiding van een motie van het Tweede-Kamerlid Van Brenk (50Plus), de mogelijkheid om bij extreem lage waterstanden industriële lozingen debietafhankelijk te maken. Dit betekent dat in periodes van een lagere rivierafvoer dan waarmee in de vergunning rekening is gehouden, een bedrijf de lozing (tijdelijk) moet terugbrengen om waterkwaliteitsproblemen bij winningen voor drinkwaterproductie te voorkomen. RIWA-Maas is het hier mee eens, stelt Van der Ploeg. Verder pleit hij ervoor om bij het waterbeheer uit te gaan van het hele stroomgebied. Afspraken over gebruik en verdeling bij lage afvoeren moeten niet alleen op nationaal niveau zijn geregeld, maar juist ook binnen het hele stroomgebied. “Zo weten de gebruikers in het stroomgebied waar ze aan toe zijn en worden ze aangespoord tot efficiënt watergebruik.” In de zomer van 2018 stond het water in de Grensmaas zó laag dat de runderen die op zoek waren naar verfrissing, slechts tot hun knieën nat werden (foto: Rijkswaterstaat). WATERFORUM DECEMBER 2019 45

AUTOMATISERING Van automatiseren naar informatiseren Water 4.0 daagt de watersector uit Door Jac van Tuijn Business development manager Arjen van Dam opende het ICT Water Congres met zijn hartenwens te komen tot een alles omvattende Water 4.0-aanpak voor de hele watercyclus, inclusief grondwater en meteoro logische voorspellingen. Oliver Grievson, technical lead for the water industry bij het Britse Z-Tech, waarschuwde voor slecht geplaatste en slecht onderhouden meetinstrumenten. Als een organisatie verder digitaliseert, hebben foute data een steeds grotere impact. Pieken in het effluent van een rwzi kunnen uitgelegd worden als een overbelasting en gesprekken starten over een miljoenen kostende uitbreiding, terwijl de oorzaak heel ergens anders kan liggen, zo liet hij zien. De ontwikkelingen op het gebied van automatisering, en vooral ook informatisering, gaan nu zo snel dat de door de overheid gedomineerde watersector niet kan achterblijven. Waar normaal het waterbeleid het tempo dicteert, lijkt nu de zich snel vernieuwende ict-technologie de ontwikkelingen te bepalen. Dat bleek duidelijk op het ICT Water Congres van ICT Group. De controlekamer heeft allang zijn intrede gedaan in de watersector. In het waterbeheer is deze al niet meer weg te denken. Maar waterschappen hebben tegenwoordig ook controlekamers van waaruit meerdere waterzuiveringen op afstand worden bediend. Drinkwaterbedrijven hebben controlekamers die de hele productie én distributie real time in de gaten kunnen houden. Leveranciers van watertechnologie voorzien hun producten van online monitoringsapparatuur, zodat ze met de klant kunnen meekijken en de inzet van hun producten kunnen optimaliseren. Bij een calamiteit kan direct worden ingegrepen. De data die op deze centra binnenkomen, worden omgezet in kritische prestatie-indicatoren, zodat operators op afstand het waterbeheer of behandelingsprocessen kunnen sturen. Dat is de huidige stand van zaken. Het gaat vooral om steeds verdergaande automatisering. De toekomst gaat vooral meer informatisering brengen, zo bleek onlangs op het ICT Water Congres 46 WATERFORUM NR 7 dat Water 4.0 als een van de centrale thema’s had. Vooral drinkwaterbedrijven zijn daar al ver mee. Opkomst van informatiseren Volgens gastheer Arjen van Dam van ICT Group heeft de watersector de eerste stap naar de digitalisering van waterbeheer en zuiveringsprocessen al gezet en zijn al veel fysieke processen vertaald naar een virtuele omgeving. “De volgende stap is dan vaak de uitbouw van die virtuele omgeving naar nog meer data”, licht Van Dam toe. Als business development manager komt hij vaak bij waterschappen en drinkwaterbedrijven over de vloer. “We zien dat ook de Nederlandse waterbeheerder hier al volop mee bezig is.” De derde stap komt volgens hem vooralsnog minder vaak voor: het analyseren van de data om het beheer en de procesvoering te optimaliseren - de informatisering. “Dat zie je

AUTOMATISERING Wat brengt 2020? Op het ICT Water Congres keek directeur innovations Bart Lamot van ICT Group naar de toekomst. Wat gaan de automatisering en informatisering ons brengen in het nieuwe decennium? Hij keek daarbij naar de bredere technologische toepassingen waarmee ICT Group al experimenten doet. Een aantal daarvan gaan volgens hem zeker doorbreken. Ook in de watersector. Digitale assistent De digitale assistent gaat iedereen persoonlijk ondersteunen. Ze zitten bijvoorbeeld al in je auto en was - machine. Ook in de controlekamer zou zo’n digitale assis tent kunnen worden ingeschakeld, bijvoorbeeld bij calamiteiten. Digitale twins Verzamelen van zoveel mogelijk data met alle sensoren om daarmee het fysieke object, het apparaat, ‘leefbaar’ te maken in een digitale omgeving. Het biedt de mogelijkheid van voorspellen en simuleren om tot een beter proces te komen. Microsoft Azure heeft het concept in een jaar tijd uitgewerkt tot een cloud service. ICT Group heeft hoge verwachtingen. Slimme contracten Dit kan de terugkeer worden van blockchain. Niet als aparte software zoals gebruikt bij Bitcoins, maar als oproepbaar stukje software bij het verbinden van sensoren en bij het uitvoeren van projecten. Partijen die elkaar vertrouwen, kunnen samenwerken in één databestand op basis van geautoriseerde contracten. Veranderingen die in de data zijn aangebracht, blijven altijd zichtbaar. Slimme netwerken 5G zal online verbindingen nog sneller maken, zodat netwerken met sensoren of IoT nog sneller en nog meer real-time data kunnen doorgeven. Netwerken kunnen dan ‘mass networks’ worden. Die staan niet langer alleen in contact met één centrale database, maar ook met elkaar. nu vooral gebeuren bij de drinkwaterbedrijven. Die zijn gewend aan certificeringsprocessen om de kwaliteit van het drinkwater te kunnen borgen. Die maken makkelijker de stap naar de informatisering dan de afvalwatersector.” Toch ziet Van Dam bij sommige waterschappen ook al vergaande integratie van hun dataverwerking in de hele organisatie en de weergave van al die data in praktische dashboards op allerlei werkplekken. “Daarvoor moeten ze eerst goed nadenken over de architectuur en de communicatie met die verschillende werkplekken. Welke data heeft de operator nodig, welke de manager en welke de directie?”, aldus Van Dam op het congres. Betrouwbaarheid van data De top van de automatisering en de informatisering is de fusie van data voor zelflerende procescontrole. Daarover wordt al veel gesproken, maar de werkelijke invoering is voor veel waterschappen en drinkwaterbedrijven nog een stap te ver. “Je ziet wel dat de watersector meer gaat standaardiseren. Waar vroeger nog veel software speciaal werd geschreven voor de eigen processen, zie je nu dat steeds vaker gebruik wordt gemaakt van applicaties”, zegt Van Dam. Opvallend op het watercongres was de bijdrage van Oliver Grievson van het Engelse Z-Tech. Grievson werkt veel voor Engelse waterbedrijven die verantwoordelijk zijn voor zowel het leveren van drinkwater als het zuiveren van afvalwater. Door hun drinkwateractiviteiten zijn de bedrijven vertrouwd met certificeringsprocessen en daarom staan ze open voor vergaande digitalisering van het hele bedrijf. Grievson heeft wel een heel duidelijke waarschuwing: “Ik zie vaak dat de kwaliteit van de meetinstrumenten over het hoofd wordt gezien. Sensoren worden slecht onderhouden of zelfs verkeerd geplaatst. Dat levert onbetrouwbare data op en naar mate een organisatie meer doet aan informatisering, gaan zulke foute basisgegevens een grotere rol spelen.” Als voorbeeld noemt Grievson piekmetingen in het effluent van rwzi’s, die kunnen duiden op een te kleine zuiveringscapaciteit. “Voordat je gaat praten over een miljoenen kostende uitbreiding, is het raadzaam eerst nog eens goed te kijken of die pieken iets met je meetinstrumentarium te maken kunnen hebben.” Grievson ziet vijf stappen in de ontwikkeling van de digitalisering van een organisatie. Die begint bij de overstap van de fysieke wereld naar een virtuele wereld (#1). De laatste stap is de fusie van data en het ontstaan van een zelflerende omgeving (#5). WATERFORUM DECEMBER 2019 47

Combinatie Mobilis - Croonwolter&dros levert belangrijke bijdrage Verdygo-Nereda® zuiveringsinstallatie in Weert in recordtijd operationeel Het Verdygo-concept werd eerder al gedeeltelijk geïntroduceerd op verschillende Limburgse rwzi’s, zoals Roermond en Simpelveld. Maar in Weert is nu een nagenoeg volledige rwzi in ‘Verdygo-stijl’ gerealiseerd. “Eind november 2018 zijn we in Weert gestart met de grondwerkzaamheden voor de nieuwe biologische zuivering conform het Nereda-proces”, aldus Arnold Jansen, bestuurder van Waterschapsbedrijf Limburg. “Na maanden van hard werken staat er een nieuwe zuivering waar we trots op mogen zijn.” In 2020 wordt het concept toegepast op de rwzi’s Panheel en Stein. Het ontwerpproces hiervoor is in volle gang. De combinatie Mobilis - Croonwolter&dros leverde als sys teemintegrator een belangrijke bijdrage aan de projecten. “Wij zijn verantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van het elektrotechnische gedeelte, de PLC’s en de besturing. Ook programmeerden wij de PLC’s en benodigde software”, vertelt Wim de Jong, directeur Asset Management Industry bij Croonwolter&dros. Hij is sinds 2017 bij de Verdygo-projecten van WBL betrokken. De combinatie Mobilis - Croonwolter&dros kocht ook de Nereda-technologie van Royal HaskoningDHV aan voor het project Weert en verzorgde tevens de integratie. “In Weert is gekozen voor de Nereda-technologie, maar de Verdygo ontwerp- en bouwtechniek is in principe onafhankelijk van de toegepaste zuiveringstechnologie. Dit betekent dat ook andere technologieën kunnen worden toegepast, zoals m-UCT of MBR. WBL kiest er bewust voor om bewezen technologieën toe te passen.” vertelt De Jong. Uniek element De inhoud van de compacte, bovengrondse Verdygomo dules is op zich niet bijzonder, stelt De Jong. Het unieke element is dat de modules allemaal een deel van de technologie bevatten die nodig is om de rwzi te laten draaien, zoals een pomp, een compressor of meetapparatuur. Dat is een groot verschil met traditionele bouwmethodes met ingegraven bassins waarbij de technologie met elkaar verweven is. Aan de buitenkant van de modules zit een stekker voor de aanvoer van elektriciteit, de uitwisseling van data en de aansluitingen voor vloeistoffen of lucht. Deze modulaire, ‘plug and play’ aanpak brengt legio voordelen met zich mee. Met de gestandaardiseerde modules kun je een zuiveringsinstallatie op maat ontwerpen die voldoet aan 48 WATERFORUM NR 7

De nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) van Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) in Weert, gebouwd volgens het Verdygo-concept van WBL en voorzien van de energiezuinige Nereda® -technologie van Royal HaskoningDHV, is eind oktober 2019 in een recordtijd van 11 maanden opgeleverd. Normaal gesproken neemt de bouw van een traditionele rioolwaterzuiveringsinstallatie van deze omvang ongeveer 2 jaar in beslag. “Dankzij de bovengrondse, modulaire en gestandaardiseerde bouwmethode konden we veel sneller opleveren”, stelt Wim de Jong, directeur Asset Management Industry bij Croonwolter&dros. Door Adriaan van Hooijdonk specifieke behoeften en die aangepast kan worden aan veranderende omstandigheden, zoals de gevolgen van klimaat verandering en krimp of groei van de lokale bevolking. Praktische voordelen zijn dat WBL bij een storing snel apparatuur kan vervangen. En onder optimale omstandigheden apparatuur reviseren en repareren. De modules zijn immers snel uitwisselbaar zodat werkzaamheden op een andere locatie kunnen plaatsvinden. Bovendien draagt het modulaire concept bij aan een kostenverlaging voor de burger. De ontwerp- en bouwtijd zijn circa 60% korter en de verwachting is dat door bovengronds, modulair en gestandaardiseerd te bouwen de jaarlijkse netto kosten voor bouw, onderhoud en bediening over een periode van 20 tot 30 jaar ruim 20 procent lager liggen dan bij tradi tioneel gebouwde rwzi’s. Circulariteit De modulaire opzet sluit naadloos aan bij de doelstelling van Waterschapsbedrijf Limburg om richting 2050 circulair te zijn. Zo is een pomp of compressor niet langer in beton gegoten, zoals bij traditionele installaties, maar een flexibel onderdeel van de installatie. Indien nieuwe ontwikkelingen vragen om aanpassing van de installatie, dan hoeven modules niet te worden gesloopt maar kunnen deze gewoon worden afgekoppeld en opgeslagen of hergebruikt op een andere locatie. Ze zijn heel compact en daardoor prima te verplaatsen. Omdat WBL samenwerkt met andere waterschappen aan de Verdygo moduleontwikkeling, is het ontwerp aangepast aan skidbouw, zodat de modules in gebouwen kunnen worden geplaatst maar ook als losstaande module zoals containerbouw. Goede basis Volgens De Jong leert de combinatie Mobilis - Croonwolter&dros bij ieder project weer nieuwe lessen. Tijdens het eerste project in Simpelveld is er een goede basis voor de ver schillende modules gelegd. “De techniek evolueert bij iedere nieuwe versie. Ook uit het project in Weert gaan we ongetwijfeld weer volop leren. Bijvoorbeeld of de modules goed onderhoudbaar zijn. Er gaan zeker verbeteringen uit voort komen die wij vervolgens bij de realisatie van de nieuwe rwzi’s zoals Panheel en Stein kunnen toepassen.” Foto’s: Eigendom van Waterschapsbedrijf Limburg. WATERFORUM DECEMBER 2019 49

Reparatie watertransportleiding bij Dunea met Duo-Fit koppeling In Den Haag, in de Hildebrandstraat, heeft een unieke reparatie plaatsgevonden van een lekkage in de watertransportleiding. Zonder deze grote waterleiding uit de grond te halen en zonder de watertoevoer te onderbreken, is met een nieuw soort koppeling een lekkage gedicht. Het leidingdeel kon met deze methode in de grond blijven en de koppeling is om de lekkage heen gezet, als een soort ketel. Hierdoor was er veel minder overlast voor de omgeving én kon de waterlevering continu doorgaan. “Deze nieuwe werkwijze is goed bevallen. De samenwerking met de leverancier is goed verlopen en we hebben de overlast voor de omgeving beperkt kunnen houden”, vertelt Michel Helgers, deelprocesmanager uitvoering onderhouden leidingen bij Dunea. Bekijk de video van het reparatieproces en de installatie van de Duo-Fit koppeling: www.imbema.com/dunea Ingewikkelde lekkage De reparatie was noodzakelijk omdat er een lekkage was ontstaan tussen twee leidingdelen. Deze lekkage was helaas niet gemakkelijk te repareren. Het leidingmateriaal is van beton met een plaatstalen kern. De spie van de ene buis moet in de mof van de andere buis geschoven worden en de afdichting wordt gerealiseerd met een pakkingring. Om dit te realiseren moet normaal gesproken het hele waterleidingdeel uit de grond gehaald worden. In de Hildebrandstraat was dit echter niet mogelijk, dus moest er een andere oplossing komen. Imbema adviseerde de nieuwe Duo-Fit koppeling, die speciaal op maat gemaakt is in Italië door Nova Siria. Snelle oplossing noodzakelijk Raymond Tenwolde, sales engineer Imbema: “Dunea is al lang een gewaardeerde klant van Imbema. Ik werd gebeld over de lekkage, waarbij ik begreep dat de situatie complex was. Ik adviseerde in dit geval de Duo-Fit oplossing. Gezien de situatie en het belang van deze transportleiding, was snelheid belangrijk. Dat betekende snel schakelen voor ons, wat geen probleem is. Ruimschoots binnen twee weken hebben we de op maat gemaakte koppeling geleverd, rechtstreeks vanaf de fabriek naar de locatie.” Gaat deze nieuwe Duo-Fit koppeling ook in de toekomst gebruikt worden? Helgers: “De koppeling is goed bevallen en eenvoudig te monteren in een relatief korte tijd. Dus zeker voor herhaling vatbaar, maar gelukkig komen dit soort lekkages maar heel weinig voor.” Meer weten over het ruime aanbod van Imbema of inhoudelijke vragen? Neem contact op met Raymond Tenwolde, sales engineer Imbema via www.imbema.com/dunea. Dit artikel en de video zijn in samenwerking met Dunea tot stand gekomen. 50 WATERFORUM NR 7

Vaarwegmarkering bij werkzaamheden bij Obbicht. Veilig navigeren en recreëren in Nederland Waterland Vaarwegmarkering: van boei tot ballenlijn Nederland en water zijn natuurlijk onlosmakelijk met elkaar verboden. Ons land wordt doorkruist met rivieren en kanalen en is een lappendeken van meren, plassen en zandputten. We maken volop gebruik van al dit water, zowel beroepsmatig als recreatief. Om dit veilig te kunnen doen, worden tal van middelen ingezet. Van vaarwegmarkering voor de beroeps- en recreatiescheepvaart tot veiligheidslijnen voor zwemmers en andere recreanten die genieten van een dagje aan en in het water. Nederland heeft 5046 kilometer aan vaarweg, waarvan 4800 kilometer gebruikt wordt voor goederenvervoer. De hoofdtransportassen nemen daarvan 1400 kilometer voor hun rekening. Zeven dagen per week varen daar schepen die gemiddeld 2500 ton lading vervoeren. Alleen al voor de Rijn zijn dat gemiddeld 600 schepen per dag. De beroepsscheepvaart maakt gebruik van verschillende navigatiemiddelen om veilig over de waterwegen te laten varen, waaronder: • Boeien en tonnen die de vaarweg voor schepen markeren. • Kribbakens voorzien van een radarreflector die langs de rivieren staan om de kribben te markeren. • Scheepvaartborden, nautische verlichting, (haven)opstanden en aanvullende markering. • Navigatiesystemen aan boord die de schipper ondersteunen. • Marifoon en/of andere communicatiemiddelen waarmee de schipper communiceert met andere schippers, sluiswachters, brugwachters, havenbeheerders en met diverse verkeersposten van vaarweg- en havenbeheerders. Verduurzaming navigatiemiddelen De laatste decennia is het scheepvaartverkeer op de vaarwegen toegenomen. Onder andere door de economische voorspoed is er meer goederenvervoer. De schepen zijn ook WATERFORUM DECEMBER 2019 51

Ook diverse elektronische navigatiemiddelen worden zoveel mogelijk verduurzaamd. Nautische navigatieverlichting en aanstraalverlichting voor bijvoorbeeld borden, worden gevoed door zonnepanelen. De zonnepanelen zijn een standaardtoepassing uit duurzaamheidsoverwegingen, maar daarnaast zijn ze vaak noodzakelijk vanwege de afwezigheid van een vaste stroomvoorziening. Nieuw kunststof kribbaken topteken bij Arnhem. groter geworden en de binnenvaart wordt als een van de meer milieuvriendelijkere vervoersoplossingen vaker ingezet. Naast de beroepsvaart hebben inmiddels meer dan 200.000 watersportliefhebbers een boot(je) in bezit. Een mix van zeilen motorboten, met meer of minder ervaren schippers aan boord. De ene schipper mijdt de grote vaarwegen, de ander laat zich niet intimideren door een fikse duwboot. De druk op de Nederlandse vaarwegen neemt toe en daarmee het belang van goede en duurzame vaarwegmarkering. Circa tien jaar geleden is men begonnen om de van oudsher stalen boeien en tonnen te vervangen door kunststof markering. Vaarwegbeheerders waren genoodzaakt stalen boeien en tonnen met enige regelmaat uit het water te halen en te voorzien van een nieuwe verflaag. Een arbeidsintensief proces en verre van duurzaam. Tegenwoordig is alle drijvende vaarwegmarkering van kunststof. Meestal zijn het producten van UV-gestabiliseerd polyethyleen, dat met een rotatiegietproces tot boeien en tonnen wordt gevormd. Kleurvast, zeer onderhoudsvriendelijk en recyclebaar. Inmiddels is een groot deel van de drijvende vaarwegmarkering in de Nederlandse wateren van kunststof. Het aanpakken van de kribbakens is ook een stap tot verduurzaming. Kribbakens zijn palen op kribben die voorzien zijn van een rood of groen topteken in de vorm van een (omgekeerde) kegel, die ook als radarreflector dient. Duizenden van deze palen markeren de kribben in de Nederlandse rivieren. Door de radarreflector zijn deze bakens te zien op de radarinstallatie van een schip. Ook als de krib bij hoogwater onder water verdwijnt, weet de schipper dus waar de krib zich bevindt (een kribbaken kan tot 9 meter hoog zijn). Van oudsher werden de toptekens van staal gemaakt. Vandaag de dag is een groot deel van deze kribbakens aan vervanging toe. Door corrosie, zonlicht en vervuiling zijn de kleuren vervaagd en het staal aangetast. Inmiddels is ook hier een kunststof variant voor ontwikkeld, voorzien van een inwendige aluminium radarreflector. 52 WATERFORUM NR 7 Meer geel op de vaarweg De standaardkleuren van vaarwegmarkering zijn meestal rood en groen. Rode stompe boeien en groene spitse boeien en tonnen dienen als laterale markering en geven de loop van de vaarweg aan, soms ondersteund door rode en groene nautische lantaarns. Ook bij de kribbakens, havenpalen en aanvullende markeringen voeren de kleuren rood en groen de boventoon. De kleur geel wordt gebruikt voor ‘bijzondere markering’. Denk hierbij aan de markering van visgebieden, natuurgebieden, watersportgebieden en afgesloten gebieden. Maar ook bij werkzaamheden wordt gele markering vaak gebruikt om scheepvaartverkeer te waarschuwen en te begeleiden. Deze voorzieningen spelen een belangrijke rol bij het navigeren op onze vaarwegen. Talloze bruggen, sluizen, stuwen, damwanden, kades en andere kunstwerken maken onderdeel uit van onze natte infrastructuur. Veel daarvan is in de vorige eeuw gebouwd en toe aan grondig onderhoud of vernieuwing. Doorstroming en veiligheid zijn van groot belang bij het grote aantal geplande werkzaamheden op en rond de vaarwegen. Dat is geen sinecure bij de eerder genoemde groei van zowel de beroepsvaart als het recreatievaarverkeer. Naast een goede planning en communicatie is ook een duidelijke markering ter plekke van de werkzaamheden belangrijk, om de hinder te beperken en veiligheid te waarborgen van alle belanghebbenden. Vooral recreatieverkeer heeft extra aandacht nodig. De kennis en ervaring van recreatieschippers verschilt nogal: van een schipper die wekelijks met zijn/haar bootje op de rivieren, plassen en grachten rondvaart, tot de schipper die net het vaarbewijs heeft (of dat niet eens) en eens in de drie jaar een bootje huurt. Het toepassen van scheepvaarttekens in de vorm van borden om werkzaamheden aan te kondigen en geboden- en verboden te communiceren, is voor de recreatievaart vaak onvoldoende effectief. Gele betonning en ballenlijnen worden daarom steeds vaker aanvullend ingezet om de veiligheid te vergroten. Onduidelijke richtlijnen Ook ontbreekt het vaak aan eenduidige regelgeving over de in te zetten middelen bij tijdelijke markering. Anders dan bij werkzaamheden op de weg, waar de richtlijnen CROW 96 a en b een vrij duidelijk handvat bieden bij het toepassen van maatregelen, is dit bij werkzaamheden op en rond vaarwegen een stuk minder duidelijk. De betekenis van de te gebruiken scheepvaarttekens is weergegeven in documenten als de ‘Richtlijnen Scheepvaarttekens’ en het ‘Binnenvaart Politie Reglement’. Behalve de betekenis, de afmeting van de borden en de kleur van tonnen of boeien ontbreekt in deze richtlijnen echter hoe of welke middelen toegepast moeten

Het uit het water halen van de recreatieboeien na het seizoen (foto: Rijkswaterstaat). Sperlijn bij de Clauscentrale, ter voorkoming van het bevaren van de nevengeulen. worden in een specifieke situatie. Als voor de werkzaamheden een vaarwegmanagementplan gemaakt is, biedt dit enige duidelijkheid voordat begonnen wordt, maar dit is niet bij elk project aanwezig. Een gele ballenlijn bijvoorbeeld is in geen enkele richtlijn terug te vinden, maar wordt meer en meer toegepast bij werkzaamheden (of andere bijzondere situaties). Zeker wanneer bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van een ponton, zijn alleen borden niet meer voldoende om vaarwegverkeer te waarschuwen voor een obstakel in of nabij de vaarweg. Ook een volledige stremming van een vaarweg wordt vaker en vaker door meer dan alleen ‘A.1 borden’ en aankondigingen/ scheepvaartberichten aangeduid. Het blijkt noodzakelijk de gestremde vaarweg ook fysiek (op zijn minst visueel) door middel van een ballenlijn of betonning af te sluiten. Moedwillig of onbewust vaart de schipper toch door en brengt zo zowel zijn of haar eigen veiligheid als die van anderen in gevaar. Soms worden aanvullende maatregelen, zoals gele ballenlijnen, toegepast op advies van een specialist, soms volgens de wens van de aannemer of geëist vanuit de vaarwegbeheerder. Maar vooralsnog niet omdat dit in reglementen staat voorgeschreven. Richtlijnen zoals de CROW 96 a/b voor vaarwegen kunnen aannemers meer duidelijkheid bieden en vaarwegbeheerders een tool geven om maatregelen bij werkzaamheden te toetsen en te handhaven. De ene ballenlijn is de andere niet Door de jaren heen zijn er voor de verschillende toepassingen ook verschillende types ballenlijnen ontwikkeld: • De standaard ballenlijn voor gebruik bij zwemstranden om de overgang naar dieper water te markeren. Deze bestaat uit gele ballen met een diameter van 20 cm, uit slagvast kunststof. Door de permanente toepassing van deze lijnen worden solide ballen gebruikt die doorgaans op 6mm RVS kabel worden gemonteerd. De kabel is met een kunststof slang afgeschermd, zodat zwemmers zich niet kunnen bezeren. Deze ballenlijnen worden idealiter met grondankers bevestigd. Deze methode betekent dat er geen palen geslagen hoeven te worden, zo worden kosten bespaard en wordt voorkomen dat zwemmers op de lijnen gaan staan. • Tijdelijke ballenlijnen die snel en makkelijk kunnen worden ingezet bij werkzaamheden, calamiteiten en evenementen. Deze ballenlijnen zijn licht van gewicht en daardoor makkelijk te hanteren. Vooral bij werkzaamheden en evenementen is het belangrijk dat de lijnen snel gemonteerd en gedemonteerd kunnen worden. Deze lijnen kunnen in big bags vervoerd worden. Voor de zichtbaarheid zijn de ballen een slag groter dan de standaard ballenlijnen bij zwemstranden. • Ballenlijnen voor permanent gebruik om scheepvaart te waarschuwen of doorgangen af te sluiten bij bijvoorbeeld natuurgebieden. Voor ballenlijnen waarbij zichtbaarheid en robuustheid belangrijk zijn, zijn twee grotere ballen ontworpen. Deze robuuste PE ballen zijn halfrond, zodat de bovenkant altijd schoon en dus goed zichtbaar blijft. Met een diameter van 43 en 60 cm zijn deze ballen ook aanmerkelijk groter, beter geschikt voor gebruik op groter water. De ballen zijn met U-beugels op staalkabel, maar ook op touw te bevestigen. Zo is ook de onderlinge afstand tussen de ballen makkelijk te variëren. Deze ballenlijnen worden veel gebruikt bij het afsluiten van water in natuurgebieden of als veiligheidslijn bij bijvoorbeeld de Oosterscheldekering. • De sperlijn is de ‘ultieme’, meest robuuste ballenlijn om door vaart zowel fysiek als visueel tegen te houden. De sperlijn bestaat uit gele drijvers van 1 meter lengte, voorzien van een stalen binnenwerk. De drijvers worden op staalkabel of ketting gemonteerd om naast het visuele karakter ook daadwerkelijk het passeren te bemoeilijken. Vaarwegmarkering 2.0 Innovaties in vaarwegmarkering krijgen behalve met het doel ‘verduurzaming’ ook meer en meer met draadloze communicatie te maken. Verschillende onderdelen als boeien, tonnen en kribbakens zullen worden voorzien van sensoren die een (onderlinge) draadloze connectie mogelijk maken. Naast WATERFORUM DECEMBER 2019 53

Wildlands Emmen: een ijsbeer is aan het spelen met een boei van Protonna (foto: Wildlands). Ballenlijn bij een recreatieplas. monitoring, zoals in de vorm van een kribbaken dat ‘omgaat’ bij extreem hoog water, kan vaarwegmarkering ook een rol spelen bij projecten als ‘zelfvarende schepen’. Naast de fysieke vaarwegmarkering die voorzien wordt van communicatiemiddelen, behoort ook virtuele markering tot de mogelijkheden: in plaats van een boei in het water wordt digitaal een markering gecreëerd om schepen te waarschuwen voor bijvoorbeeld werkzaamheden of obstakels. Nog meer geel… Door de toename van de drukte rond onze wateren neemt de noodzaak van markeren toe. Niet alleen voor beroepsen recreatievaart, maar ook bij tal van andere bezigheden. Het aantal recreatiegebieden is de laatste jaren enorm toegenomen, net als het aantal woningen dat aan het water ligt. Hiermee nemen echter ook de risico’s toe die waterrecreatie nu eenmaal met zich meebrengt. Bij veel zwemstranden zijn ballenlijnen inmiddels een noodzakelijk voorziening. Deze lijnen worden toegepast om de overgang naar dieper, gevaarlijker water aan te geven. Vooral voor kinderen een groot gevaar, zeker bij zwemgebieden waar geen toezicht vanuit een beheerder aanwezig is. Mede door de afname van de zwemvaardigheden van veel kinderen kan een ballenlijn van levensbelang zijn. Ook de scheiding van verschillende recreatiegroepen binnen één recreatiegebied wordt meer en meer toegepast. Zones waar geen pleziervaart mag komen om zwemmers te beschermen, maar ook aparte strandgedeeltes voor (kite)surfers, zijn goed te markeren met gele ballenlijnen. Inmiddels zijn er diverse typen ballenlijnen ontwikkeld voor de diverse doeleinden. Van de ballenlijnen bij een zwemstrand tot veiligheidslijnen en sperlijnen om grote installaties als de Oosterscheldekering, of de water in- en uitlaat bij een elektriciteitscentrale af te schermen voor recreanten of andere vaarweggebruikers. Evenementen en festivals Vooral in het zomerseizoen kan men tegenwoordig elke week vullen met het bezoeken van evenementen en festivals. Veel 54 WATERFORUM NR 7 van deze happenings vinden bij het water plaats. En ook hier neemt de noodzaak tot markeren toe. Van het Lowlands en Dreamfields festival, het Bevrijdingsconcert en het Amsterdam Light festival in de Amsterdamse grachten, tot aan races met badeendjes en kano’s, steeds zijn ballenlijnen en boeien nodig voor markering. Voor zowel bezoekers van het evenement als niet-bezoekers moeten hinder en onveiligheid zoveel mogelijk beperkt worden en hiervoor zijn ook toepassingen in het water nodig. Specialist vaarwegmarkering Protonna is sinds 1990 actief op het gebied van vaarwegmarkering. Oprichter Huibert Groenendijk stond mede aan de basis van de ontwikkeling van kunststof vaarwegmarkering. Samen met vaarwegbeheerders als Rijkswaterstaat werden tal van kunststof drijvers ontwikkeld. In de loop der jaren werden door Protonna naast boeien en tonnen, diverse andere kunststof markeringsproducten en toepassingen bedacht en op de markt gebracht. Protonna is daardoor een specialist op het gebied van vaarwegmarkering, voor advies, verkoop verhuur en montage. Een greep uit het Protonna vaarwegmarkeringsassortiment: • boeien en tonnen; • vaste vaarwegmarkering zoals kribbakens, havenpalen en opstanden; • kunststof behuizing voor duurzame nautische verlichtingsdoeleinden; • radarreflectoren; • verankeringsmaterialen; • nautische lantaarns en aanstraalverlichting; • tijdelijke en permanente scheepvaartbebording. Circulair materiaalgebruik De materialen van ballen, boeien en bakens zijn van duurzaam kunststof en hebben een lange levensduur. Als de producten dusdanig beschadigd zijn dat ze hun drijvende vermogen kwijt zijn, worden ze vermalen tot hernieuwbare grondstof. Maar het liefst krijgen ze een tweede leven in bijvoorbeeld de mosselkwekerij of in de dierentuin. IJsberen kunnen zich er namelijk ook uitstekend mee vermaken! Meer informatie www.protonna.com www.ballenlijn.nl

BEDRIJVENREGISTER C-mark B.V. Deltares Munsterstraat 9, 7418 EV Deventer www.c-mark.nl info@c-mark.nl T: +31 (0)88 - 831 05 00 Postbus 177, 2600 MH Delft www.deltares.nl info@deltares.nl T: +31 (0)88 - 335 82 73 Endress+Hauser BV Nikkelstraat 6, 1411 AJ Naarden www.nl.endress.com info@nl.endress.com T : +31 (0)35 - 695 86 11 EnviroChemie BV Waarderweg 52 c, 2031 BP Haarlem www.envirochemie.com sales-benelux@envirochemie.com T: +31 (0)23 - 534 54 05 Festo BV Schieweg 62, 2627 AN Delft www.festo.com info.nl@festo.nl T: +31 (0)15 - 251 88 90 Hiller GmbH Schwalbenholzstr. 2, D-84137 Vilsbiburg (D) www.hillerzentri.de info@hillerzentri.de T: +31 (0)318 - 73 14 00 Imbema Holland BV Nijverheidsweg 5- 7, 2032 CN Haarlem www.imbema.com info@imbema.com T: +31 (0)88 - 130 60 30 Keller Nederland Leeghwaterstraat 25 2811 DT Reeuwijk sales@keller-holland.nl T: +31 (0)182 - 39 98 40 Krohne Nederland B.V. Kerkeplaat 14, 3313 LC Dordrecht www.krohne.com infonl@krohne.com T: +31 (0)78 - 630 62 00 Landustrie Sneek B.V. LANXESS NV Pieter Zeemanstraat 6, 8600 AD Sneek www.landustrie.nl info@landustrie.nl T:+31 (0)51 - 548 68 88 Ketenislaan 2, bldg 7748/2, 9130 Kallo, BE www.lpt.lanxess.com bart.goossens@lanxess.com T:+32 3 653 44 65 Logisticon Water Treatment B.V. Energieweg 2, 2964 LE Groot Ammers www.logisticon.com water@logisticon.com T: +31 (0)184 - 60 82 60 Modelec Galvanistraat 38, 6716 AE Ede www.modelec.nl sales@modelec.nl T: +31 (0)318 - 63 62 62 Nijhuis Water Technology Innovatieweg 4, 7007 CD Doetinchem www.nijhuisindustries.com info@nijhuis-water.com T: +31 (0)314 - 74 90 49 NWP (Netherlands Water Partnership) Bezuidenhoutseweg 2 2594 AV Den Haag www.nwp.nl, info@nwp.nl T: +31 (0)70 - 304 37 00 PROCENTEC Nederland Klopperman 16 2292 JD Wateringen info@procentec.com T: +31 (0)174 - 67 18 00 SUEZ Water NV Willem Barentszweg 4, 5928 LM Venlo www.water-benelux.com contact.water.nl@suez.com T: +31 (0)77 - 323 12 31 VEGA Meet- en Regeltechniek Arnhemseweg 213-2 3817 CG Amersfoort info.nl@vega.com T: +31 (0)33 - 450 25 02 WATERFORUM DECEMBER 2019 55

LOGISTICON VERHUUR EUROPA’S GROOTSTE VERHUURVLOOT VOOR WATERZUIVERINGEN Chemicaliën Omgekeerde osmose Uitgebreide keuze Voor de levering van installaties voor zowel korte als lange termijn verhuur, met capaciteiten van 1 tot meer dan 2000 m3 - Capaciteitsuitbreiding en/of back-up - Proefneming - Kwaliteitsverbetering Informeer naar Europa’s grootste verhuurvloot voor waterzuiveringen. Logisticon Verhuur b.v. +31 (0)184 608260 www.logisticon.com /h voor toepassingen als: Ultrafiltratie Zand- & koolfiltratie Flotatie Opslag en dosering

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication