6

24 CHRIS VOS 25 loop raar, daar werd ik best onzeker door. Ik wilde zelf nooit een mindervalide vriendin. Als jongetje had ik niet veel vrienden, wel vriendinnen. Jongens wilden minder graag met me spelen, denk ik. En ja, meiden vallen niet zomaar op een jongen die mank loopt. Daarnaast was ik vanaf mijn twaalfde op pad om te snowboarden en heb daardoor bijna geen sociale banden kunnen opbouwen. Vrienden waarmee je uitgaat, dat miste ik weleens. Die heb ik nooit gehad. Tot Lisa kwam. Lisa is niet alleen mijn vriendin, maar ook mijn beste vriend. Ik doe met haar alles wat ik ook met een vriend zou doen. Voor mij is dat een heel grote steun. We wonen samen, trainen samen, hebben dezelfde doelen en willen allebei beter worden. Als ik soms al die andere jongens zie met wie we op Papendal trainen, zij zijn best wel alleen. Ik zou dat niet meer kunnen. Lisa is echt mijn soulmate.” Lisa: “Chris en ik zitten trouwens ook bij dezelfde prothesemaker… Ik heb geen kuitbeen, geen banden in m’n knie en mijn linkerbeen was toen ik zes was twaalf centimeter korter dan mijn rechter. En ik had een spitsvoet. Ik ben geboren met fibula aplasie. Toen ik zestien was kreeg ik het advies mijn voet te laten amputeren. Dat was heel heftig, maar wel beter. Ik heb nu een prothese en Chris een orthese. Het verschil is dat een prothese een lichaamsdeel vervangt en een orthese een lichaamsdeel ondersteunt. En van elkaar zien we ook niet meer dat we iets missen LISA: ‘HET VOELT HEEL GOED MET CHRIS, TERWIJL IK HEM VROEGER ECHT ZO’N IRRITANT JOCHIE VOND’ of iets anders zijn. We slapen ook zonder orthese en prothese. Chris loopt thuis ook wel op krukken, als hij zijn orthese om wat voor reden niet aan heeft. Ik kan dat niet, zonder prothese voel ik me niet compleet. Het voelt gewoon allemaal heel goed met Chris, terwijl ik hem vroeger echt zo’n irritant jochie vond. Hij deed alles wat niet mocht. We trainden al heel lang samen en ineens sloeg de vonk over. Chris was vijftien en ik zeventien. We hadden een avond in SnowWorld voor het goede doel. En ineens voelden we vlinders. Na die avond hebben we drie weken een beetje nerveus berichtjes heen en weer gestuurd. En toen gaven we elkaar in de lift de eerste zoen, zo’n onhandige, van drie seconden.” Chris: “Het begin was best wel lastig. We werden vlak voor onze eerste Spelen, die van Sochi, verliefd en ik moest tussendoor ook nog eindexamen doen. Het was allemaal iets te veel ineens. Ik dacht in die tijd even dat het beter was om met Lisa te stoppen. Godzijdank heb ik dat niet gedaan. Na de Spelen zijn we samen een seizoen naar Colorado gegaan om te trainen. We woonden daar samen en hadden het geweldig. Vanaf toen dacht ik: dit is voor altijd, dit is niet zomaar een vriendinnetje. Ik ben heel druk, uitgelaten en heel ongeorganiseerd. Zij is heel gestructureerd, precies en heel rustig. Dat vind ik heel leuk. Ze is superzorgzaam, ze is een veilige haven. Ik ben heel gelukkig.” Lisa: “Het is superfijn om altijd met elkaar op reis te zijn, elkaar niet te hoeven missen en daarnaast ook iemand te hebben die m’n leven begrijpt en ook weet wanneer hij me met rust moet laten of juist niet. Terwijl we allebei nooit met een mindervalide persoon wilden zijn, is het ook wel fijn dat je elkaar begrijpt.” Paul: “Lisa voelt als een dochter, wij kunnen ook heel goed met haar ouders opschieten. We hebben er eigenlijk gewoon twee vrienden bij gekregen.” Tijdens de Winterspelen in Pyeongchang moet het zowel voor Lisa als voor Chris gebeuren. Chris: “Ik wil nu een medaille winnen op de Spelen en daarna wil ik nog zeker vier jaar doorgaan. Het lijkt mij ook heel mooi om net als Bibian een foundation te starten. En later als ik groot ben, wil ik piloot worden. Ik heb les gehad en ben uiteindelijk afgekeurd omdat ik sommige dingen niet met m’n voeten kan bedienen. Maar nu is er iets uitgevonden, waardoor dat ook met je handen kan. Daardoor kan ik een private pilot licence halen. En ik wil heel graag trouwen met Lisa en kindjes krijgen. Ik wil uiteindelijk gewoon huisje, boompje, beestje.” ‘WE KIJKEN CONSTANT HOE IK SNELLER KAN’ “We zijn constant aan het kijken hoe ik sneller kan,” zegt Chris Vos. “Mijn orthese is echt van topkwaliteit. Er zit een gasveer in, zodat ik mijn been kan buigen. Omdat ik steeds sneller en beter werd, moest ik een betere gasveer hebben. Inmiddels heb ik een gasveer die vergelijkbaar is met die van een heel zware motor. We willen ook constant onze board verbeteren. Hoe meer techniek je hebt, des te anders je gaat boarden. Sinds vorig jaar heb ik vier nieuwe boards waarmee ik in Zuid-Korea ga rijden. Die vier boards zijn een heel jaar ingereden en ingewaxt. Ieder board waar ik op rij, is echt helemaal op mij afgestemd. Ze ontwikkelen het board waar ik het beste op rijd, het stabielste op sta, het snelste op ga. Per discipline zitten er andere stijfheden in mijn board. Het is allemaal net even anders. Bij de boardercross is de staart van mijn board best wel stijf. Als je springt en je landt op je staart, dan moet het board de klap goed op kunnen vangen. Bij m’n slalomboard hoef je helemaal niet te springen. Als ik met dat board zou springen, dan zak ik er bijna doorheen. De staart van dat board is juist zachter, daardoor kan ik sneller een bocht draaien. En dan heb je natuurlijk nog de techniek en de evaluatie van de techniek die heel belangrijk zijn. De techniek wordt voortdurend speciaal op m’n lijf afgestemd en aangepast.”

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication