21

21 Zeker ook uit de rationaliteit van Aristoteles ontwikkelde zich onder invloed van Ibn Sinna (Avicenna) toen al een rationele Islamitische theologie (die wij hedendaags opnieuw dringend nodig hebben). Een voorbeeld hiervan is de discussie over de oorsprong van de Koran: was die eeuwig als God of behoorde het boek tot de schepping. De Moetazilisten waaronder Ibn Sinna besloten tot het laatste: zij stonden open voor rationele interpretatie van hun godsdienst. Onder invloed van Soennitische Asjariten kwam hier wel een einde aan. Reeds korte tijd na Ibn Sinna kreeg de nog huidige conservatieve Soennitische Islam de overhand. Maar alles samen genomen had deze Perzische filosoof toch de verdienste meer dan twee eeuwen voor te zijn op Thomas van Aquino die een gelijkaardige moderniserende poging (neo-platonisme) deed maar dan voor de christelijke godsdienst. Wij vragen ons zelfs af of Thomas niet juist bij Ibn Sinna de mosterd haalde. Zijn esthetisch visie op het heelal. De schoonheid die Ibn Sinna op deze aarde aantreft is volgens hem een uitstraling (emanatie) van Gods oneindige schoonheid. Vandaar ook een van de vele omschrijvingen van God: de Vormgever. ‘Bovendien is het appreciëren van schoonheid niet louter een perceptuele aangelegenheid. Neen, schoonheid zien is een zaak van het intellect. Als ik schoonheid ervaar, dan begrijp ik (via het goddelijk licht) de innerlijke noodzaak van de schepping…’ In onze vroegere nummers van dit ledenblad hebben we een uitvoerige samenvatting gebracht van een boek over (hersen) wetenschap en kunst: ‘The Age of Insight’ van Eric R.Kandel. We staan nu al een millennium verder dan Ibn Sinna en het is duidelijk dat een esthetisch bewustzijn zich niet beperkt tot een waarneming op een netvlies. Wel integendeel, die optische waarneming is maar een van de vele informatiebronnen naast de vele hersencentra die hun opgeslagen gegevens ermee mixen tot een totaliteit van ervaring. ( zie ook onze eerdere bijdragen ivm semiotiek). Dit intellectueel aspect van schoonheidsbeleving was dus al zoveel vroeger het vermoeden van deze Islamfilosofen. De expressionisten onder ons weten hoe mooi tenslotte ook kan zijn wat heel erg lelijk is. Voor ons telt meer de intensiteit van de expressie dan het formalistisch esthetische. Ook dat kende Ibn Sinna: het lelijke zien wekt namelijk het bewustzijn van een tekort aan schoonheid. Deze laatste vloeit ons dan toch uiteindelijk met vertraging toe van uit ons ‘Heimwee’ naar Goedheid, Waarheid, Schoonheid.

22 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication