6

6 Voor sommige kunstenaars is het een afweging of zelfs een weigering van de opdracht. In de kersttijd presenteren balletgezelschappen een ongehoord groot aantal versies van de Notenkraker. Het is het enige ballet dat genoeg ticketverkoop garandeert om hen nog eens een jaar te laten bestaan. Net zo bij filmproducers. Ongeacht de inhoud van hun film, weten zij welke beelden erin zullen slagen de kostprijs te dragen van zo’n productie. De meeste kunstenaars echter zijn echt niet in staat klaar te zien in de ingewikkeldheid van het kunstnetwerk. Soms lijkt het inderdaad dat willekeurig experimenteren met kunst niet tot succes leidt. Maar anderzijds is het ook zo dat kunstenaars die trouw een zichzelf opgelegde discipline volgen (zoals in vijfvoetige jamben schrijven of alleen maar te componeren van pianosolo’s), erg ongeschikt zijn om in te gaan op eisen van opdrachtgevers. Goedmenende vrienden van Edward Weston konden een kofiemaatschappij ervan overtuigen een toelage te verlenen aan de kunstenaar om foto’s te maken voor hun tijdschrift. De enige voorwaarde die gesteld werd was dat het koffieproduct van de firma ergens zou voorgesteld worden in die foto’s. Weston is een legendarisch fotograaf van kleine dingen. Maar het feit dat ergens een heel kleine koffiekan moest afgebeeld worden bleek voorde kunstenaar een niet te overkomen probleem. Het zou van uit het standpunt van de kunstenaar zo moeten zijn dat de relaties met opdrachtgevers zulke details echt niet als top belangrijk zouden geacht worden. Dit zou inderdaad een gezond principe van sponsoring moeten zijn want sommige kunsten (als film en literatuur) kunnen maar moeilijk de sprong maken van ontwerp naar uitvoering zonder een behoorlijke financiële investering. Schrijvers vinden het volkomen normaal manuscripten te schrijven mits verwaarlozing van al wat daarmee samen gaat – proeflezen, vorm, het drukken, het uitgeven en de reclame laten ze allemaal aan de uitgever over. Sommige kunstenaars beschouwen dan juist dit laatste als een wezenlijk element van hun kunstarbeid. De vele ‘inpakkunstwerken’ van Christo zijn vormen van performance-kunst die slechts door weinigen gesmaakt worden. Het toppunt van zijn performances was een origineel werk waaraan hij in het museum alles toevoegde dat ermee te maken had: mappen, werktekeningen, correspondentie, logistiek enz. Als dat alles geen indruk op je maakt moet je van één ding overtuigd zijn: na je dood wordt al wat je maakte op die manier op de markt gebracht. Maar als het waar is dat de kunstenaar als een bedreigde (dier)soort geconfronteerd is met hedendaagse technieken eigen aan economie en marketing, dan blijft er toch één vraag over: hoe komt het dan dat de mythe van de eigenzinnige kunstenaar – de Ionïer (Grieks) die alleen zijn eigen hart volgt – bij elke nieuwe generatie zo voorspelbaar ontstaat? Een mogelijk antwoord vinden we als we kijken naar dingen die in het verleden

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication