11

11 tegenover Achilleus, die toch voor alle Grieken een groot bolwerk betekent in de verderfelijke oorlog. 1, 285 - 317: Achilleus dreigt zich buiten de oorlog te houden . -Maar ten antwoord sprak tot hem de machtige Agamemnon: "Ja, dat zei jij, grijsaard, allemaal terecht, maar deze man wil zich boven alle anderen plaatsen, allen wil hij tiranniseren, allen knechten, allen zijn wil opleggen, maar ik denk dat één iemand zich daar niet in zal schikken! 290 Ook al hebben de eeuwige goden hem dan een geducht krijger gemaakt, staan zij hem daarom toe schimpend te schelden?" - Hem viel de stralende Achilleus daarop in de rede: "Werkelijk zou ik een lafaard en nietswaardig heten, als ik voor jou zou wijken in alle gedrag, dat jij aangeeft: deel die bevelen maar aan anderen uit maar leg mij niet je wil op; 300 want ik, ik ben niet van plan naar jouw pijpen te dansen. Ik zeg je trouwens nog iets anders, knoop dat goed in je oren: met m'n vuisten zal ik niet met jou een gevecht aangaan om het meisje, met jou niet, noch met 'n ander, nu jullie me afpakken wat je me gaf, maar van de rest wat ik heb bij m'n snelle, donkere schip, 305 daarvan zal niemand tegen mijn zin ook maar iets stelen; kom op, probeer het maar dan zal iedereen hier zien hoe snel jouw donkere bloed om mijn lans gutsen zal." - Zo stonden zij tegenover elkaar in een woordentwist, en ontbonden de vergadering bij de schepen der Grieken. 310 - Peleus' zoon, nu, liep naar de tenten bij de evenwichtige schepen en met hem de zoon van Menoitios en hun vrienden; maar Atreus' zoon liet een snel schip de zee in trekken en koos daarvoor twintig roeiers, en bracht een offer aan boord voor de godheid, en aan boord liet hij Chryseïs met haar mooie wangen 315 plaatsnemen en als leider stapte de listenrijke Odysseus in. - Toen zij nu ingescheept waren, bevoeren zij de vochtige paden, maar Atreus' zoon beval de strijders zich te reinigen; zij deden dat en spoelden het vuil af in zee; en aan Apollo brachten zij zuivere offers van stieren en geiten langs het strand van de onafzienbare zee en kronkelend in de rook steeg de vetdamp naar de hemel.

12 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication