6

6 resultaat van onze verbeelding of heeft het met onze levenservaring te maken? is het iets positiefs of iets negatiefs? Uiteraard kunnen de antwoorden over deze kwesties verschillen van mens tot mens. Maar één feit staat vast : de ideeën over het menselijk lot zijn van alle tijden. De Griekse dichter-dramaturg Euripides (480-406) afkomstig van het eiland Salamis, wist het reeds in de vijfde eeuw voor Christus : "Niemand van de stervelingen is vrij. Hij is immers ofwel slaaf van het geld ofwel van het lot." Maar anderzijds liet de Jamaïcaanse reggaezanger Bob Marley (gestorven in 1981) zoveel eeuwen later noteren : "Ieder mens moet het recht hebben om over zijn eigen lot te beslissen." Bijdrage 22 : vijf citaten in verband met het LOT 22.1 "Het lot is iets dat blind is en ellende brengt." (Menander) Net zoals de in de inleiding aangehaalde Euripides was Menander in de Griekse oudheid een toneelauteur. Hij leefde van 342 tot 291 voor Christus. Hij was een geboren Athener en specialiseerde zich in het schrijven van komedies. Vooral het alledaagse leven in zijn moederstad vormde een inspiratiebron voor hem. Zijn kijk hierop was meestal lichtvoetig en speels, soms eens ernstig. In tegenstelling tot veel van zijn collega's in de Griekse geschiedenis had hij het zo niet begrepen op historische, mythologische of religieuze thema's. Romeinse komedieschrijvers namen hem later als groot voorbeeld. Een beetje typisch voor Menander : meer gewaardeerd na zijn dood dan tijdens zijn leven. Hij was nochtans een ijverige persoon die meer dan honderd werken naliet. Deze draaiden vaak rond amoureuze histories en de nevenaspecten ervan. Dergelijke onderwerpen konden de glimlach opwekken, meer dan de virtuositeit van fijnzinnige taal. Van al zijn geschriften bleef er slechts één integraal werk bewaard : 'De oude zeur'. En misschien nog dit : 'menander' is ook de naam van een vlindergeslacht. 22.2 "Een vrouw schikt zich in haar lot, een man maakt het zijne." (Emile Gaboriau) De Franse schrijver-journalist Emile Gaboriau uit Saujon in de Charente Martime zag het levenslicht in november 1832. Het schrijven zat hem reeds op jonge leeftijd in het bloed. Aanvankelijk verdiende hij zijn brood als secretaris van auteur Paul Féval (1816-1887). Het begin van de jaren 1860 betekende zijn literaire doorbraak : 'Le treizième Hussards' (1861), 'Mariages d'aventure' (1862), 'Les gens de bureau' (1862) en 'Les comédiennes adorées' (1863). De grote bekendheid kwam er vanaf 1866 met 'L'affaire Lerouge'. Zijn populariteit groeide ook dankzij zijn detectiveromans met politieagent Monsieur Lecoq als centrale figuur. Het reilen en zeilen van de

7 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication