13

13 510 nu schoffeerde hem de heerser der mensen Agamemnon, want eigenmachtig ontnam die hem zijn eergeschenk. Straf hem, Olympische listenbedenker, Zeus: geef deTrojanen zolang de overhand totdat de Grieken mijn zoon zullen straffen en hem zijn eer compenseren". 515 Zo sprak zij, maar de wolkenverzamelaar Zeus sprak geen woord, maar bleef lang zwijgend zitten; en zoals Thetis zijn knieën omvat had zo klemde zij zich aan hem vast en drong nog eens aan: "Doe mij nu toch een belofte en knik mij toe of weiger; immers jij hoeft niet bang te zijn, opdat ik wel weet 520 hoezeer ik onder allen de minst geëerde godin ben". Zeer verontwaardigd sprak toen tot haar de wolkenverzamelaar Zeus: "Heus, rampzalig is het dat jij mij tot ruzie zult brengen met Hera, wanneer zij mij sart met honende woorden: zij sneert altijd toch al op mij in het gezelschap der goden 525 en beweert dat ik in de strijd aan de kant van de Trojanen sta. Maar maak nu dat je wegkomt opdat Hera niets merkt, mij zal dit wel ter harte gaan, er uitvoering aan te geven: nu, ik zal je toeknikken, opdat je me vertrouwt: dat is toch onder de onsterfelijken mijnerzijds het grootste teken, 530 immers onherroepelijk is voor mij, onomkeerbaar en onloochenbaar

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication