1

Deel 1 - door Jef Ameeuw In de tweede helft van de 19de eeuw nam het drankgebruik in Vlaanderen enorm toe. Er was geen straat of men trof er een kroeg aan. Waar alcoholverbruik in overdreven mate vroeger beperkt bleef tot feest– en kermisdagen, kreeg dit nu een bijna dagelijks karakter. Ellende en armoe bij de bevolking speelden hier zeker een grote rol. Alcoholmisbruik was nochtans vooral een mannenzaak … Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd er achter het front veel gedronken door militairen. Soldaten die moesten optrekken, gaven gemakkelijk hun soldij uit aan drank in de redenering dat het misschien de laatste pint was … en aangezien Vinkem omringd was door ‘kampementen’, kon men zich best voorstellen dat iedereen zijn graantje trachtte mee te pikken, zodat bijna ieder huis dra herschapen was in een ‘estaminet’. Van een pintje of genevertje is men echter nooit vies geweest in onze streken, ook vroeger niet. Zelfs ons Oostenrijks staatshoofd Maria-Theresia (1717-1780) (foto onder) moet het ook reeds geweten hebben, want in 1779, een jaar voor haar overlijden, vaardigde ze nog een bevelschrift uit, waarbij alle herbergen ‘ende brandewijnhuizen’ moesten worden opgenomen. In de tweede helft van de 19de eeuw neemt het alcoholgebruik verontrustend toe. Na W.O. 1 werd de verkoop van sterke dranken in herbergen verboden door de wet Vandervelde. 1

2 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication