1

Deel 1 Herbergen, cafés, estaminets, … ze bestaan reeds eeuwenlang. Mensen moeten zich kunnen laven of op reis ‘geherbergd’ worden. 2 000 jaar geleden werd aan Maria en Jozef de toegang tot de herberg geweigerd “want er was geen plaats voor hen in de herberg” (Luc 2,7). Vandaag zal het wel niet zo’n vaart lopen, integendeel … Van de oude Belgen weten we dat ze niet vies waren van een pintje meer. Er staat zelfs geboekstaafd dat ze verslaafd waren aan spel en drank, welteverstaan bier! Water dronken ze niet want toen reeds wist men dat het niet gezond was, in tegenstelling tot bier dat gekookt was. Bier brouwen was oorspronkelijk een exclusieve vrouwelijke aangelegenheid, maar door steeds op grotere schaal te brouwen, werd algauw mannelijke hulp ingeroepen. Uiteindelijk werd brouwen een mannenzaak en ontstond ‘De Brouwer’. Met het ontstaan van grotere brouwerijen nam het bierverbruik evenredig toe, alsook het aantal herbergen. Nochtans waarschuwden geleerden regelmatig: “Alleen wie bier verdragen kan, maakt het dik en gezond”. De pastoors vonden het zelfs nodig om van op de kansel tegen het drankmisbruik te reageren: “Enen volgedronken oft zatten mensch kan tot alle quaed vervoeren”. Niettemin werd er veel gedronken, wellicht ook om zijn dagelijkse miserie te vergeten. Er liepen dus enorm veel zatlappen rond. Volgens de Spaanse militair Alonso Vasques, die hier zijn dienst volbracht, was de oorzaak van die dronkenschap bij de Vlamingen niet zozeer een gevolg van miserie, maar lag ze in het feit dat de kinderen als zuigeling reeds aan de drank gewend waren. Hij schrijft: “De moeders geven de kleintjes als zij ze neerleggen, met wijn en bier gevulde kalebassen in de vorm van een vrouwenborst en de kinderen zuigen daaraan alsof het een tiet is en drinken de drank als melk”. Onze streek bleef op het gebied van het bierverbruik natuurlijk niet achter. Het aantal herbergen nam rond 1900 enorme proporties aan. In Wulveringem waren er in 1920 zelfs 37 herbergen voor ongeveer 6 00 inwoners. Toch kon de toenmalige pastoor schrijven: “Herbergen ontbreken geenszins, maar misbruiken door den drank of spel zijn niet bekend …”. Laten we nu op stap gaan doorheen het rijke verleden van Bacchus in onze gemeente Wulveringem. > Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen, vraagt Jef aan iedere lezer die meer weet over de vroegere cafés om documentatie en eventuele foto’s van vroeger en nu bij Stefaan Duron te willen afgeven. We doen daarom een warme oproep om in jouw eigen archief of in dit van iemand anders die je kent te willen duiken en dit niet uit te stellen. We garanderen dat je alle originele stukken in perfecte staat zal terugkrijgen. < De koning drinkt Jacob Jordaens 1638 1

2 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication