7

Deel 4 St.-Elooi, patroon van de smeden. (afbeelding rechts) De heilige en zijn smeden zijn niet te scheiden! Café “In Sint Elooi” (foto) kon dan ook niet anders dan de thuishaven zijn van een hoefsmid, die zelf ook zwaar en dorstig werk verichtte. St.-Elooi was eigendom van brouwer Bonte. Cyriel Verpoorte, vader van Martha, besloeg er de boerenpaarden terwijl Eugenie haar klandizie aan de drank en de praat hield. De heilige Elooi heeft in Vlaanderen trouwens wel meer gelegenheden gehad waar hij de dorstigen kon laven. Cyriel, die de stiel van paardensmid in Ghyvelde geleerd had, ging later op het Zwaantje huizen. Hij werd hier opgevolgd door smid Camiel Bouckhout. Toen het beroep van dorpssmid het moest afleggen tegen meer gesofistikeerde ateliers, hield Camiel het voor bekeken. Het café bleef nog een tijdlang bestaan tot ook hier de tand des tijd de kranen definitief liet leeglopen. Camiel en Catherina, de laatste uitbaters, waren de ouders van pater Ferdinand Bouckhout. Naast zijn job als smid en cafébaas was Camiel ook nog kerkbaljuw. Sinds juli 1938 was hij eveneens ‘hulpklokkenist’ als assistent van de koster … van cumul gesproken. Later volgde hij August Verslype op en in 1940 werd hijzelf de onbetwiste klokkenist van Wulveringem. Toen burgemeester Flyps in 1936 werd ingehuldigd, wilde Camiel ook graag ten dienste staan van de nieuwe burgervader, maar ja … “De Burgmeester heeft noch peerd, noch karren, ‘k moet ook niet scherpen zijn scharren.” Dit belette niet dat hij wel bereid was andere opdrachten te aanvaarden: “Maar geeft hij mij ander werk, ik smeed het voor hem kloek en sterk”. 7

8 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication