18

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 18 ESSAY RUIMTE BEELD: SHUTTERSTOCK FOTO: CORBIS / H.H. ESSAY ALLE NEUZEN IN ZELFDE STAND Verwachtingsmanagement is cruciaal bij de invoering van de Omgevingswet. Dat blijkt uit een pilot in de Friese gemeenten Waadhoeke en Harlingen. Dana Kromhout en Joachim Bekkering, masterstudenten juridische bestuurskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, brengen de knelpunten van de nieuwe wet in beeld. Afgelopen voorjaar is voor de derde keer besloten de invoering van de Omgevingswet uit te stellen. Dit geeft gemeenten een jaar extra de tijd om zich voor te bereiden op de grote veranderingen die de wet met zich meebrengt. Het is alleen de vraag of dit extra jaar voldoende is, want heeft de voorbereiding op de Omgevingswet wel voldoende prioriteit? Dit lijkt in ieder geval in Noordwest-Fryslân wel het geval. In de gemeenten Waadhoeke en Harlingen heeft van maart 2018 tot december 2019 een pilot gedraaid waarbij er werd gewerkt alsof de Omgevingswet al in werking was getreden. Deze bijzondere situatie is halverwege 2019 in een early warning onderzoek onderzocht door een team van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met de Academie van Franeker. Dit leverde bevindingen op die ook voor andere gemeenten van belang kunnen zijn bij de implementatie van de Omgevingswet. De pilot is het resultaat van de wens van de Commerciële Club Noordwest-Fryslân – de ondernemersvereniging voor dit gebied – om meer ruimte te geven aan ondernemerschap en daarmee de ontwikkeling van het gebied te stimuleren. De toekomstige Omgevingswet werd door het lokale bestuur gezien als een goed uitgangspunt om deze wens te verwezenlijken. De pilot houdt in essentie in dat in de gemeenten Waadhoeke en Harlingen voor een beperkt aantal projecten – die worden beschouwd als moeilijk te realiseren door middel van reguliere procedures – een situatie is gecreëerd alsof de Omgevingswet reeds van toepassing is. Zo is er gewerkt vanuit het uitgangspunt van de Omgevingswet, de ‘ja-mits’ in plaats van de ‘nee-tenzij’ benadering. Daarnaast werd een actievere vorm van burgerparticipatie geïntroduceerd en werkten de betrokken lokale overheden – de twee gemeenten, de provincie en het waterschap – integraal samen. Dat moest zich vertalen in minder regels, meer lokaal maatwerk en meer vertrouwen tussen overheid en burger. KLEIN EN CONCREET De procedure van de pilot start met het indienen van een project bij de commerciële club, die beslist of het project binnen de pilot past. Daartoe kijkt men of het project een klein, concreet en lokaal plan is en of het geen voorwerp is van een gerechtelijke procedure. Voorbeelden van projecten zijn de realisering van een aantal energieneutrale tiny houses, nieuwe en efficiëntere dorpswindmolens en kleinere woningen voor ouderen. Vervolgens wordt het project naar het zogenaamde transdisciplinair team gestuurd, dat bestaat uit ondernemers van de commerciële club en ambtenaren van de gemeenten, de provincie en het Wetterskip. Op die manier worden de verschillende overheden vroegtijdig bij de projecten betrokken. Het transdisciplinair team ondersteunt de initiatiefnemers en werkt samen met hen aan een aanvaardbaar en haalbaar project. Zo moet het ingediende project bijdragen aan gemeentelijke doelen als klimaatadaptie, circulariteit en veiligheid. Tevens brengt dit team in kaart of het project wordt bemoeilijkt of gehinderd door regelgeving of beleid op lokaal, provinciaal, nationaal en Europees niveau. Ook wordt gekeken hoe de burgerparticipatie voor het project kan worden georganiseerd. Er moet immers voldoende draagvlak zijn in de omgeving van het project. Het vormgeven van de burgerparticipatie wordt in de geest van de Omgevingswet belegd bij de initiatiefnemer van het project. Na de goedkeuring door het transdisciplinair team wordt het project naar de adviescommissie gestuurd. Die bestaat uit bestuurders van verschillende overheden en een lid van de commerciële club. Zij beoordelen of het project voldoende waardevol is. Indien nodig brengt de adviescommissie in kaart of er mogelijkheden bestaan om van regelgeving of beleidsregels af te wijken. Zo nodig kan het proces van de Crisis- en herstelwet worden doorlopen als het gaat om

19 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication