22

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020 22 ACHTERGROND RUIMTE sprong,’ zegt wethouder Serge Ferraro (economie en ruimtelijke ordening, VVD). ‘Wat je de laatste tijd ook op andere woonboulevards ziet, dat speelt in Beverwijk al langer. We hebben zo’n zeven jaar geleden al aan ondernemers gevraagd: wat heeft u van ons nodig om hier te ondernemen? Maar we zagen dat die aanpak niet werkte.’ Uiteindelijk zag Beverwijk in dat er meer sturing vanuit de gemeente nodig was. Ferraro presenteerde vorig jaar daarom een veel ambitieuzer plan: een transformatie van de oude woonboulevard in een stedelijke woon-werkomgeving met ruimte voor detailhandel, opleidingen en veel woningen. Geen eenvoudig project, weet de wethouder. ‘Hier heb je alle partijen voor nodig. We moeten er ook binnen de regio en provincie afspraken over maken. We gaan de skyline van Beverwijk veranderen, dus moeten we het in één keer goed doen.’ BUITENSTAD In de jaren tachtig en negentig wilde vrijwel iedere gemeente het: een plek buiten het centrum waar meubelwinkels, tuincentra, keukengiganten, bouwmarkten en autodealers vaak grotere producten verkopen die klanten met de auto kunnen ophalen. ‘Perifere detailhandelsgebieden’, ook wel ‘buitenstad’ genoemd. Ze halen het autoverkeer uit het centrum, en geven grote winkelpanden alle ruimte. De vestiging van één zaak leidde snel tot de vestiging van de concurrent. En als één gemeente een terrein inrichtte voor de perifere detailhandel, bleef de buurgemeente niet achter. Inmiddels ligt Nederland bezaaid met woonboulevards. Vaak vissen ze in dezelfde poel van potentiële klanten – en die blijven steeds vaker weg. Het gevolg is leegstand in de buitenstad. De auto- en woonboulevards worden een steeds minder aantrekkelijk gebied voor publiek, winkels en hun personeel. De ontwikkelingen ontgaan gemeenten en provincies niet. Zuid-Holland deed twee jaar geleden onderzoek naar de 32 woonboulevards in de provincie. Sommige bleken als winkellocatie eigenlijk geen toekomst meer te hebben. Maar wie weet kunnen ze een ander probleem oplossen: dat van de woningnood. Het lijkt een eenvoudige rekensom: in de dichtbevolkte delen van ons land stikt het van de woon- en autoboulevards die al jaren marginaler worden. Aan de andere kant is de druk op de woningmarkt hoog. Overheden willen het liefst nieuwe woningen ontwikkelen binnen de bebouwde omgeving. Waarom worden dit soort gebieden niet massaal getransformeerd naar nieuwe woongebieden? ‘Een goeie vraag’, zegt Cees-Jan Pen, lector ‘ Retailers kijken naar elkaar en zijn afwachtend’ de Ondernemende Regio aan Fontys hogescholen. ‘Het is een voor de hand liggende oplossing. Toch ken ik nauwelijks voorbeelden van perifere detailhandelsgebieden die succesvol zijn getransformeerd. Het is een blinde vlek in de gebiedsontwikkeling. Het blijft me verbazen dat gemeenten zich drukker lijken te maken over verschraling van hun woonboulevard dan van de neergang van de binnenstad. Zeker in coronatijd betekent kiezen voor een compacte en vitale binnenstad dat je woonboulevards dus niet moet redden met nog meer branchevervaging. Nee, je moet transformatie agenderen.’ RACE TO THE BOTTOM Volgens Pen vergt een transformatie van een winkels naar wonen een andere manier van denken van overheden, met name van gemeenten. ‘Die hebben lang in de groeistand gestaan en zich rijk gerekend met het oprekken van verzorgingsgebieden, omdat er alleen maar meer woonwinkels en bouwmarkten bijkwamen. En ook al is het duidelijk welke kant de markt opgaat, het is moeilijk om die koers aan te passen. Bovendien: zeg als wethouder maar eens dat je een plan hebt om je eigen woonboulevard weg te halen, terwijl die in de buurgemeente blijft. Dit is een regionale kwestie waar provinciale sturing bij nodig is. Helaas zie ik alleen in Zuid-Limburg het noodzakelijke regionale denken. Elders is het vooral een race to the bottom tussen bouwmarkten en woonboulevards.’ De retailbranche zelf wil dat overheden leiding nemen in de aanpak van de buitenstad (zie kader]. Dat woonboulevards moeten verdwijnen is een logisch gevolg, ziet Marcel Evers van Inretail. Zijn brancheorganisatie maakte onlangs een handreiking over de transformatie van de buitenstad, speciaal voor gemeenten. ‘Er zijn op dit moment landelijk zo’n 140 woonboulevards, naar schatting zo’n veertig te veel. Wij pleiten ervoor dat die gebieden zoveel mogelijk worden getransformeerd naar woongebieden. Dat is geen eenvoudige opgave en niet altijd leuk voor ondernemers, maar vaak willen retailers liever een overheid die helder is over haar plannen. Zelfs als dat betekent dat ze weg moeten.’ Evers ziet nu gemeenten telkens proberen om nieuwe bedrijven in leegstaande panden te krijgen. Bijvoorbeeld door de huur te verlagen of andere afspraken te maken. Soms zorgt het voor een korte opleving, maar meestal los je daarmee het probleem niet op. Ook niet voor de ondernemers. ‘Retailers kijken naar elkaar en zijn afwachtend: je gaat niet weg als de ander ook niet gaat. Je hebt toch het liefst dat je concurrent vertrekt, en dat jij zijn klanten overneemt. Maar als het totale aantal klanten daalt, levert dat op langere termijn wei

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication