50

50 SPECIAL ARBEIDSMARKT DOOR: MICHEL KNAPEN BEELD: SHUTTERSTOCK Na de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren bijna een jaar van kracht is, kan een eerste balans worden opgemaakt. Is de kantonrechter milder geworden voor ambtenaren die zich verkeerd gedragen? Twee advocaten in het arbeidsrecht analyseren de eerste uitspraken. NA BIJNA EEN JAAR NORMALISERING KANTONRECHTER NIET SOEPELER VOOR AMBTENAREN Ontslag op staande voet – dat kenden ambtenaren niet vóór 2020, maar sinds de invoering van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren (op 1 januari van dit jaar) is het een stevige sanctie waarmee zij serieus rekening moeten houden. Want het wordt zonder pardon toegepast, zo blijkt uit de eerste ambtenarenzaken die door kantonrechters zijn behandeld. Dat is een tegenvaller voor ambtenaren, en een meevaller voor overheidswerkgevers die snel af willen van een werknemer. De verwachting was dat kantonrechters ambtenaren min of meer gelijk zouden behandelen met niet-ambtenaren. Een ambtenaar die in zijn vrije tijd een strafbaar feit beging, had het bij de bestuursrechter zwaar – die liet het ontslagbesluit van de werkgever bijna altijd in stand. Een bedrijfsadministrateur die hetzelfde vergrijp had gedaan, kon bij de kantonrechter op clementie rekenen. Een ambtenaar die lid is van een motorbende? Die ontmoet een kritische bestuursrechter. Een timmerman die lid is van dezelfde motorclub? De kantonrechter ontbindt niet snel zijn arbeidsovereenkomst. Dus werd er geredeneerd: de kantonrechter is vanaf 2020 net zo ‘soepel’ voor ambtenaren als voor niet ambtenaren. Niet dus. Dat merkte een Groningse hoogleraar als eerste. In maart werd zijn arbeidsovereenkomst door de kantonrechter ontbonden wegens (ernstig) verwijtbaar handelen, omdat hij – kort gezegd – fors had gerommeld met subsidies. ‘ Voor ambtenaren blijft een hogere mate van integriteit gelden’ Overigens ging de kantonrechter bij deze eerste ‘Wnra-zaak’ de fout in, omdat volgens de Ambtenarenwet 2017 deze hoogleraar helemaal geen ambtenaar meer was. Dat maakte zijn gedrag niet minder laakbaar en de gevolgen even pittig. ONWENNIG We zijn nu enkele maanden verder, het aantal gepubliceerde uitspraken van kantonrechters is vooralsnog op vier handen te tellen. ‘Het gaat mondjesmaat’, zegt Bob de Bruijn, advocaat arbeids- en ambtenarenrecht bij Ten Holter Noordam Advocaten. ‘Maar afgelopen zomer is het aantal langzaam toegenomen.’ Volgens Dieuwertje Stolwijk, advocaat arbeids- en ambtenarenrecht bij Pels Rijcken, komt dat ook omdat overheidswerkgevers nog moeten wennen aan de nieuwe procedures. Zo is een ontslag op staande voet echt wat anders dan het verlenen van een strafontslag. ‘Een belangrijk verschil is dat een ontslag op staande voet onverwijld moet worden gegeven. Dat betekent dat overheidswerkgevers minder tijd hebben om een beslissing te nemen over zo’n ontslag. Ik kan me goed voorstellen dat overheidswerkgevers daarin nu nog wat terughoudend zijn.’ Maar waar nodig wordt wel degelijk doorgepakt. In Nijmegen werd een trouwambtenaar op staande voet ontslagen nadat zij in de media kritiek had geuit op het coronabeleid van de gemeente. De gemeente sprak van ‘zeer ernstig plichtsverzuim’. In Den Haag overkwam een gemeentelijke controller hetzelfde. Hij was betrokken bij het opstellen van valse facturen en berokkende daarmee de gemeente grote financiële schade. De kantonrechter in Rotterdam maakte korte metten met een ambtenaar van de gemeente Hardinxveld-Giessendam, die een hennepkwekerij in zijn schuur had. Ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter wegens (ernstig) verwijtbaar handelen. Een medewerker van Rijkswaterstaat die ook hennepkwekerijen exploiteerde, werd eveneens op staande voet ontslagen, wat door de kantonrechter in stand werd gelaten. Ze stonden snel op straat, zonder er jarenlang over te procederen zoals vóór 2020 nog gangbaar was. Meer geluk had een medewerkster van het Kadaster. Tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid maakte ze toch gebruik van de leaseauto en van haar zakelijke treinkaart. Het door haar werkgever aangevraagde ontbindingsverzoek werd door de kantonrechter afgewezen: ze moest alleen de ‘illegale’ treinreizen terugbetalen, een bedrag van 2.900 euro. Ook een medewerker van een penitentiaire inrichting die had gesjoemeld BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 45 | 2020

51 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication