17

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘ Er is gezegd: laten we geen capaciteit bijbouwen’ Aan een Maastrichtse kade heeft Water bedrijf Limburg (WBL) permanent duwbakken klaarliggen. Daarin slaat het bedrijf zuiveringsslib op, mocht dat opeens nodig blijken. ‘Vorig jaar hebben we enkele duizenden tonnen opgeslagen. We produceren per maand 8.000 ton slib. We hebben een periode gehad waarin we die maandvoorraad opgeslagen hadden. Dat was de piek’, v ertelt bestuurder Arnold Jansen van Waterschap Limburg. Die piek had te maken met een kapotte slibdroger en een afnemer die de slibkorrels niet hoefde te hebben. ‘Mede gelet op de omvang van de (dreigend) groeiende financiële consequenties ligt dit dossier op directieniveau en is het gekwalificeerd als een “bedrijfscalamiteit”’, zo meldt de Directierapportage 2e kwartaal 2019. Die calamiteit kostte in 2019 4,76 miljoen euro, aldus het financieel jaarverslag. Dit jaar heeft WBL 3,8 miljoen euro uitgetrokken om in Susteren een tijdelijke slibopslag aan te leggen. De duwbakken in Maastricht blijven voorlopig liggen, want het waterschap wil niet het risico lopen dat het de acht kiepwagens met slib die dagelijks vrijkomen op de rioolwaterzuiveringsinstallaties niet kwijt kan. Een slordige 250 kilometer noordelijker, in het Drentse dorpje Echten, moest Waterschap Drents Overijsselse Delta eind 2018 onverhoopt zijn slibvergistingsinstallatie stilleggen. ‘Dit betekende dat we voor (tijdelijke) extra kosten kwamen te staan, zoals extra transportkosten, schoonmaakkosten tanks, geen energieproductie en meer kosten voor eindverwerking. Daarom is op basis van die inschatting voor 2019 een bedrag van € 2,5 miljoen en voor 2020 een bedrag van € 2,0 miljoen opgenomen in de begroting 2019’, aldus een bestuursrapportage uit 2019. Het bekendste voorbeeld van slibpijn dateert van juli vorig jaar, toen bij Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB) opeens vier van de zes verbrandingslijnen uitvielen. Die verbrandden ook het zuiveringsslib van Waterschap Amstel Gooi en Vecht, dat prompt in zijn maag zat met de dagelijkse portie afval van 250 ton zuiveringsslib. Dus reden vorig jaar kiepwagens in totaal 27.000 ton slib naar elders, zoals het Zeeuwse Terneuzen en het Groningse Delfzijl. Daar wordt het tijdelijk opgeslagen, totdat het naar Verenigd Koninkrijk kan worden geëxporteerd of misschien toch nog elders verwerkt kan worden. Prijskaartje: 8,6 miljoen euro. Daar komen tot 2022 nog eens 9,5 miljoen euro bij, omdat AEB niet meer de afgesproken 100.000 ton per jaar kan verwerken, maar nog maar 60.000 ton. AGV claimt onkosten bij AEB, maar in de laatste tariefprognose (14 mei jl.) gaat de rekening naar burgers en bedrijven die volgend jaar 1 procent extra stijging van zuiveringslasten tegemoet kunnen zien. KUNST- EN VLIEGWERK Jaarlijks produceren de waterschappen pakweg 1,3 miljoen ton zuiveringsslib, maar het kost hen steeds meer moeite het slib kwijt te raken. De meerkosten om met kunst- en vliegwerk onvoorziene partijen slib kwijt te kunnen, bedragen voor de drie voorbeelden hierboven ruim 30 miljoen euro. Ook voor de reguliere slibstroom wordt het lastiger. ‘Er is landelijk een tekort aan verwerkingscapaciteit en de verwerkingstarieven die recent zijn aangeboden aan andere waterschappen laten een sterk stijgende trend zien’, constateert het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de Meerjarenbegroting 2020-2023. Dat roept de vraag op: hoe kan het dat er onvoldoende verwerkingscapaciteit is voor het Nederlandse zuiveringsslib? Al sinds 2013 worden aanbod en verwerkingscapaciteit van zuiveringsslib – het meeste slib wordt, deels na vergisting of droging, verbrand – jaarlijks gemonitord. Daarmee houden de waterschappen een vinger aan de pols. De laatste editie van die monitoring, verscheen in oktober 2018. Dit rapport van RoyalHaskoningDHV (RHDHV), Inventarisatie slibeindverwerking 2018, waarschuwt enerzijds voor tekorten en stelt anderzijds gerust dat die zullen afnemen: ‘Het tekort neemt vanaf 2019 af, maar de bezetting blijft ook tot en met 2023 kritisch voor het opvangen van SLIB IN CIJFERS 1,3 miljoen ton: jaarlijkse hoeveelheid zuiveringsslib die via waterschappen bij Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties belandt. 80-100 euro: tarief dat waterschap per ton zuiveringsslib aan eindverwerker betaalt. 204 miljoen euro: totale slibverwerkingskosten in 2016. 130.000 ton: niet door zuiveringsinstallaties verwerkt, gestort slib in 2018. 325.000 ton: omvang jaarlijkse exportvergunningen voor zuiveringsslib (tussen 2018 en 2020). onbekend / niet centraal geregistreerd: extra kosten die de waterschappen in crisissituaties hebben gemaakt voor slibverwerking. onbekend: omvang van de berg zuiveringsslib waarvoor geen verwerkingscapaciteit beschikbaar is in Nederland. pieken in de aanvoer en eventuele tegenvallers bij de opgegeven prognoses.’ Een waarschuwende vinger werd al het jaar daarvoor opgestoken door de toenmalige directeur van Slibverwerking NoordBrabant (SNB), jaarlijks goed voor een slordige 450.000 ton slibverwerking. Duitsland zou volgens de directeur als exportland voor Nederlands slib wegvallen. ‘Nederland exporteert nu nog ruim 20% slib naar verwerkers in Duitsland’, zo verklaart hij in een bericht van 7 februari 2017 op snb.nl. ‘Die mogelijkheid komt te vervallen, want Duitsland krijgt de handen meer dan vol aan het verwerken van de eigen slibproductie.’ GOED MIS In de loop van 2017 viel de Duitse import inderdaad stil, overigens om een andere reden dan waarvoor de SNBdirecteur waarschuwde. Het noodzaakte slibverwerker GMB 85.000 ton slibgranulaat, dat eerder verbrand werd in Duitse energiecentrales of werd gebruikt als compost, te storten. Ook SNB stortte slib in dat jaar, net als in 2018 overigens. Storten is de onderste trede van de fameuze ladder van Lansink, die de voorkeursvolgorde voor afvalverwerking aangeeft. Is dat geen signaal dat er iets goed mis is met de slibver werking in Nederland? Je oor te luister leggen in de wereld van de slibverwerking is niet zo makkelijk. Neem een bezoekje aan de opslag van Amsterdams slib in Terneuzen. René Koppenaal, directeur van afvalbedrijf Beelen, dat zich profileert als ‘the waste innovators’, houdt de deur dicht. ‘We hebben daar al zo veel media-aandacht over gehad. Ik wil daarvoor bedanken’, reageert hij kort en zakelijk. De vragen hoeveel ton zuiveringsslib er in Terneuzen ligt en of hij zuiveringsslib van andere waterschappen opslaat laat hij onbeantwoord. Slibdeskundige Berend Reitsma van

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication