ZUIVERINGSSLIB MOLENSTEEN VOOR WATERSCHAPPEN 16 SOCIALE WIJKTEAMS WEINIG TIJD SPECIAL ICT & VOOR PREVENTIE 22 CORONA 31 12 juni 2020 | week 24 | jaargang 41 12 2020 BINNENLANDS BESTUUR BURGER WORDT ER NIET PER SE BETER VAN DIGITALISERING HEEFT ZIJN PRIJS De coronacrisis plaatst gemeenten voor grote opgaven, maar creëert ook nieuwe kansen. In vier webinars neemt BMC bestuurders bij gemeenten mee in deze transitie. www.bmc.nl/aanmelden ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS
Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 04COLOFON REDACTIONEEL Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. ‘Toch zouden bestuurders dat allang moeten weten’ WEN ER MAAR AAN JE CHAT IS OPENBAAR Tegenwoordig sturen we vaker een app in plaats van dat we een telefoontje plegen. Dat geldt ook voor bestuurders. Maar zij moeten er wel aan wennen dat chats geen informele gesprekken zijn. In de pers en op sociale media werd verontwaardigd gereageerd op de ruziënde toon van het Whatsapp-gesprek tussen de Amsterdamse burgemeester Halsema en minister van Justitie Grapperhaus tijdens het Dam-protest begin juni. Maar bestuurders hebben onderling wel vaker mot, en gebruiken, net als echte mensen, alledaagse woorden om hun punt te maken. Veel opmerkelijker aan het gesprek is dat beiden zich, op verschillende momenten tijdens de uitwisseling van berichtjes, bewust worden van het feit dat het gesprek niet alleen een conversatie is tussen twee collega’s. Het is ook een document, dat later kan worden opgevraagd door burgers, journalisten en volksvertegenwoordigers. Grapperhaus heeft dat het eerst door, als hij ineens van korte, collegiale berichtjes overgaat naar een formele toon. Halsema ziet dat te laat, maar reageert dan met: ‘Deze wilde je vastleggen voor de Wob!’. Vanaf dat moment praten beide bestuurders niet langer met elkaar, maar proberen ze hun politieke punt te maken. En inderdaad, een paar dagen later ligt het gesprek al op straat. De Nijmeegse burgemeester Bruls, tevens voorzitter van het Veiligheidsberaad, sprak met Grapperhaus. ‘Ik begrijp dat we nu niet meer met elkaar moeten appen? Want dan staat alles straks in een brief aan de Tweede Kamer.’ Toch zouden bestuurders dat allang moeten weten. Vorig jaar heeft de Raad van State in een uitspraak bepaald dat chatgesprekken en sms-jes, MICHIEL MAAS REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR net als brieven en e-mails, voor de Wob opvraagbaar moeten zijn. Dat bericht heeft Bruls kennelijk nog niet bereikt. ‘Moet ik nou zo’n encrypted telefoon gaan nemen?’, vroeg hij aan Grapperhaus. Hopelijk heeft de minister hem uitgelegd dat dat niet uitmaakt. Als je iets vertrouwelijk wilt houden, moet je bellen of een stil hoekje in het gemeentehuis opzoeken. Alles wat je typt en verstuurt is openbaar. Wen er maar aan. ADVERTENTIE
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 INHOUD 05 40 COVERSTORY PRIVACY In corona-tijd gaat het technologisch optimisme gepaard met privacyzorgen. Slimme steden moeten zich afvragen wat de effecten van digitale technologie zijn op onze inwoners. Het is allerminst zeker dat die er beter van worden. 12 INTERVIEW DAVID MOOLENBURGH Geen Grand Prix in Zandvoort, het college in duigen en een kreupele strandeconomie. Burgemeester David Moolenburgh vist de brokstukken op. ‘Je zag een ballon leeglopen.’ 10 PERSONEELSMONITOR A&O FONDS 20 VNG-CONGRES NAAR 2021 ‘ALLES GEWOON OPSCHUIVEN’ Deze week zou in Hoorn e.o. het VNG-congres plaatsvinden. Vanwege de corona-crisis is het verplaatst naar 2021. De financiële schade blijft volgens de organisatoren beperkt. De gemeentelijke bezetting groeide in 2019 met bijna vijfduizend mensen. Ruim de helft van de gemeenten verwacht dat de formatie dit jaar toeneemt. Groei wordt voorzien op de terreinen ruimtelijke ordening/milieu, welzijn/jeugdzorg en automatisering/ict. GEMEENTEN VERWACHTEN UITBREIDING FORMATIE NIEUWS Verlofsparen voor alle ambtenaren Thuiswerken voor Vlaamse ambtenaar Bom onder warmtenetten ACHTERGROND Waterschappen vele miljoenen het slib in Wijkteams dwalen verder af Liever praten dan beboeten ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. SPECIAL Beter uit de crisis dankzij software ‘We moeten deze kans nu grijpen’ Versneld aan de glasvezel ‘Online niet voor iedereen efficiënter’ 32 36 45 48 6 7 8 16 22 28 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 27 39 51/52 53 56
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 06 NIEUWS ARBEIDSVOORWAARDEN DOOR: HANS BEKKERS In hun nieuwe cao zouden gemeenteambtenaren de mogelijkheid moeten krijgen verlofdagen te sparen. Dat daarmee opgebouwde vitaliteitsverlofbudget zouden ze in diverse levensfasen kunnen inzetten, ook om bijvoorbeeld eerder te stoppen. VOORSTEL VOOR NIEUWE CAO GEMEENTEN VERLOFSPAREN VOOR ALLE AMBTENAREN Dit is een nieuw te ontwikkelen regeling, waarvan de kern is dat er jaarlijks een x-aantal uren wordt gespaard. De bijdrage is voor alle werknemers gelijk en dus niet leeftijdgebonden. Tot die aanbeveling komt de speciale werkgroep Verlof en Vitaliteit van gemeentelijke werkgevers en vakbonden. Die werd ingesteld ter voorbereiding van de onderhandelingen van een nieuwe cao gemeenten. De huidige cao loopt 1 januari 2021 af. De werkgroep doet geen concreet voorstel voor de hoogte van de jaarlijkse opbouw en de mogelijke omvang van het op te bouwen budget. Dat is aan de cao-onderhandelaars. Concreet wordt gedacht aan een regeling waarin ruimte zit om in diverse levensfasen extra verlof op te nemen. Het verlof zou moeten zijn op te nemen in een aaneengesloten periode of te verdelen over een langere periode, door bijvoorbeeld enkele jaren een dagdeel per week op te nemen. Door verlofdagen op te sparen, kan de werknemer aan het eind van zijn loopbaan bijvoorbeeld in de laatste vijf jaar een dag per week minder gaan werken met behoud van loon én pensioenopbouw. Medewerkers die vlak voor hun pensioen zitten, kunnen ook een combi maken met deeltijdpensioen. Een regeling voor verlofsparen zou een bijdrage kunnen leveren aan het vitaliteitsbeleid voor alle leeftijdsgroepen, bijvoorbeeld ter voorkoming of oplossing van vitaliteitsproblemen, het faciliteren van minder werken voor oudere werkne‘ Het is voor alle inkomensgroepen een betaalbare oplossing’ mers en het beter in balans kunnen brengen van werk en privé. Het is wel belangrijk dat het opnemen van het verlof in overleg gebeurt met de leidinggevende. ‘Het is in principe niet bedoeld voor een gewone vakantie. Daarvoor heeft de werknemer immers wettelijke verlofdagen. Maar de werknemer heeft wel de regie over zijn eigen spaarverlofbudget en de leidinggevende kan alleen in zeer uitzonderlijke situaties weigeren als er zeer zwaarwegende bedrijfsbelangen in het geding zijn.’ FISCAAL GUNSTIG Het moet verder mogelijk worden opgespaard verlof mee te nemen bij wisseling van werkgever. De werkgroep adviseert een sector brede regeling en landelijk af te spreken wat de bijdrage van werkgever en werknemer is aan de opbouw van het vitaliteitsverlofbudget. De regeling zou fiscaal gezien gunstig moeten zijn. Voor het sparen van verlof kan vanuit diverse bronnen worden geput, zoals (nieuwe) bovenwettelijke dagen en uren betaald uit overwerktoeslag of onregelmatigheidstoeslag. Ook kunnen extra dagen ingekocht worden vanuit IKB. Wanneer de medewerker zijn spaarverlof gebruikt, is dat met behoud van 100 procent loon en 100 procent opbouw van pensioen. ‘Hierdoor is het voor alle inkomensgroepen een betaalbare oplossing‘, aldus de werkgroep. PEILEN WERKDRUK In voorbereiding op de nieuwe cao-onderhandelingen houdt de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) digitale bijeenkomsten onder haar achterban over onder andere het rapport van de werkgroep Verlof en Vitaliteit. Op basis van die voorbereidingen legt de VNG in september de conceptarbeidsvoorwaardennota met voorstellen voor het cao-overleg aan haar leden voor. Behalve de verlofspaarregeling heeft de werkgroep nog een aantal andere adviezen op het gebied van vitaliteit. • De werkgever peilt periodiek de werkdruk en neemt waar nodig maatregelen om de werkdruk te voorkomen dan wel te verminderen. De meting van de werkdruk, de frequentie ervan en de op basis van de meting te nemen maatregelen worden met de ondernemingsraad overlegd. • De werkgever bespreekt periodiek met de ondernemingsraad de personele bezetting en eventuele benodigde maatregelen om de bezetting op orde te houden. • Werkgever en werknemer dragen samen verantwoordelijkheid voor vitaliteit van de medewerker en maken samen afspraken welke maatregelen hiertoe kunnen bijdragen. • Onderdeel van het vitaliteitsbeleid is dat de werkgever vaststelt voor welke (groepen van) medewerkers in zware beroepen er aanvullende ontziemaatregelen moeten worden genomen zodat die fysiek en mentaal gezond de pensioenleeftijd kunnen halen. Daarbij kan onder andere gebruik worden gemaakt van de vrijstelling van de RVU-boete over 21.000 euro bruto gedurende drie jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 DOOR: ERIC DE KLUIS THUISWERKEN NIEUWS 07 Ook na de coronacrisis zou het goed zijn als ambtenaren overwegend thuis blijven werken. Dat stelt de Vlaamse minister voor Binnenlands Bestuur Bart Somers. Hij werkt momenteel aan een brief met richtlijnen voor thuiswerken. NIEUWE NORM MINISTER BINNENLANDS BESTUUR THUISWERKEN VOOR VLAAMSE AMBTENAAR Wat voorheen vaak een gunst was, werd tijdens de lockdown plotseling noodzaak. Net als in Nederland moesten Vlaamse ambtenaren plotseling massaal thuis gaan werken. Volgens de Vlaamse minister voor Binnenlands Bestuur zou het thuiswerken de nieuwe norm moeten worden, zo stelde hij onlangs in een interview in dagblad De Morgen. ‘Het is tijd dat we afstappen van de zeer klassieke kijk CARTOON BEREND VONK waarbij werken gelijkstaat met op het kantoor aanwezig zijn’, zegt hij. ‘Het zijn de prestaties die tellen. Op dat vlak heeft de coronacrisis voor een grote psychologische omwenteling gezorgd op de werkvloer. Hier ligt een kans voor de Vlaamse overheid om een voorloper te zijn.’ Volgens Somers, afkomstig uit de partij Open Vlaamse Liberalen en Democraten, is de wens onder ambtenaren om meer thuis te werken groot. Hij baseert zich daarbij op een recente enquête onder 7.000 Vlaamse ambtenaren. Daaruit blijkt dat het 70 procent van hen goed lukt om werken en de privésituatie op elkaar af te stemmen. De ambtenaren geven wel aan dat het gebrek aan contact met collega’s negatief wordt ervaren. Als voordeel van het thuiswerken ziet Somers dat ambtenaren minder tijd kwijt zijn aan reizen. Dat heeft weer positieve effecten voor de verkeersdruk. En de overheid kan geld besparen op kantoorruimte. Thuiswerken kan weliswaar ook tot stijgende kosten leiden, bijvoorbeeld voor betere IT-beveiliging en computerbeheer op afstand, maar de minister denkt dat die niet opwegen tegen de besparingen. Daarnaast werken ambtenaren volgens de minister thuis vaak efficiënter en zijn de beter gefocust. Het is niet zijn beloeling thuiswerken verplicht te stellen. Ambtenaren zouden daar vrijwillig voor moeten kunnen kiezen. Somers gaat uit van een tot drie dagen per week thuiswerk.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 08 NIEUWS RUIMTE DOOR: MARTIN HENDRIKSMA Een tegenslag voor de energietransitie met nationale gevolgen. Zo betitelen experts de rechterlijke uitspraak om een groep Amsterdammers gelijk te geven in hun afwijzing van het voor hun wijk geplande warmtenet. Amsterdam gaat in hoger beroep. AMSTERDAM IN HOGER BEROEP TEGEN UITSPRAAK RECHTER BOM ONDER WARMTENETTEN De inmiddels al jaren slepende kwestie speelt zich af in de Amsterdamse Sluisbuurt. De gemeente wil dat alle bewoners van de nieuwbouwwijk zich aansluiten bij het geplande warmtenet van Westpoort Warmte, een samenwerking van energiebedrijf Vattenfall en de gemeente. Deze warmte met hoge temperatuur komt voort uit gas en biomassa. Volgens de bewoners, verenigd in Amsterdam Fossielvrij, is dat een verouderde techniek en zijn er voor nieuwbouw betere alternatieven als zonne-energie voorhanden. De rechter stelde hen eind april in het gelijk. Vorige week kondigde Amsterdam een hoger beroep aan. Door de rechterlijke uitspraak komt de betaalbaarheid van warmtenetten volgens de gemeente onder druk te staan. Bovendien nemen de risico's toe voor partijen die het warmtenet aanleggen en exploiteren. Willen die dan nog wel? ‘Een tegendoelpunt voor de energietransitie’, noemt advocaat Jan van Vulpen van Hekkelman Advocaten de rechterlijke uitspraak. ‘Met warmtenetten kunnen gemeenten en woningbouwcorporaties snel meters maken. Daar zet de rechter nu een streep door.’ Volgens hem kan de uitspraak grote gevolgen hebben. ‘Gesterkt door deze uitspraak zullen ook elders projectontwikkelaars en juridisch goed ingevoerde burgers opstaan en zich tegen de gemeentelijke warmteplannen keren. Dat zet de haalbaarheid ervan onder druk.’ Ook is het volgens hem ongelukkig dat uitgerekend een gemeente die met een warmtenet duurzaam wilde pionieren nu het deksel op de neus dreigt te krijgen. Inhoudelijk hebben de inwoners van de Sluisbuurt in grote lijnen gewoon gelijk, ‘ De gemeente had eerder kunnen bijsturen’ stelt emeritus hoogleraar gebiedsontwikkeling Friso de Zeeuw. ‘Een warmtenet voor nieuwbouw is niet zinnig. Het levert je warmte van veel te hoge temperatuur op.’ Ook vindt hij dat de gemeente eerder had kunnen bijsturen. ‘Deze kwestie speelt inmiddels langer dan tien jaar. De techniek schrijdt voort. Amsterdam had allang alternatieven kunnen aandragen.’ NIKS VAN DE GROND Een ander argument van de bewoners vindt De Zeeuw minder overtuigend. ‘Ze brengen ook in dat de gemeente als mede-aandeelhouder van het warmtenet een dubbele pet op heeft: behalve een publiek belang heeft Amsterdam ook een bedrijfseconomisch belang. Maar dat is bij gebiedsontwikkeling door decentrale overheden nauwelijks te voorkomen. Anders krijg je als gemeente niks van de grond.’ Van Vulpen geeft Amsterdam in hoger beroep weinig kans. Hij ziet op iets langere termijn in vergelijkbare gevallen twee oplossingen voor gemeenten. ‘Een paardenmiddel als een aansluitplicht op warmtenetten zonder gelijkwaardigheidsbepaling. Of wacht op de Omgevingswet. Dan kun je het warmtenet met lokaal maatwerk vastleggen in het omgevingsplan.’ Bouwfysicus Annebeth Muntinga van ingenieursbureau ABT noemt de Amsterdamse aanpak tekenend voor de moeizame ontwikkeling van warmtenetten. ‘Zeventig procent van de Amsterdammers wil overstappen naar duurzame energie. Deze mensen dan verplichten om aan te sluiten op een warmtenet dat gebruik maakt van gas en nog steeds controversiële biomassa roept natuurlijk weerstand op. In de nieuwste generatie warmtenetten kunnen verschillende warmtebronnen het warmtenet voeden. Daarbij wordt de temperatuur van het net afgestemd op de warmtebehoefte van de aangesloten gebouwen. Bij een dergelijke clusterbenadering wordt per wijk of buurt een maatwerkoplossing ontworpen, steeds vaker op basis van lagere temperaturen en hoogwaardige isolatie.’ Toch ziet Johan Seuren, strategisch adviseur duurzaamheid bij Sweco, het voor de gemeente niet al te somber in. ‘Amsterdam zal, als ze in het ongelijk wordt gesteld, opnieuw met Vattenfall kunnen onderhandelen over de gemaakte afspraken. Dergelijke dichtgetimmerde contracten met een looptijd van dertig jaar zijn niet meer houdbaar wil je stappen zetten in de energietransitie. Je moet de inwoners in het proces meenemen. Dat betekent bijvoorbeeld de mogelijkheid voor de afnemers om tussentijds met een andere aanbieder in zee te gaan of het warmtenet zelf te gaan beheren. In dit specifieke geval zie ik vooralsog weinig alternatieven voor een warmtenet. Met zonnepanelen red je het niet, ook omdat er veel hoogbouw in de wijk is gepland. Op termijn zou aquathermie wellicht een oplossing bieden. Creëer daar nu alvast ruimte voor in een nieuw contract.’
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 GEERTEN BOOGAARD COLUMN09 DIGITAAL VERGADEREN KAN ZOVEEL MEER ZIJN Digitaal vergaderen met de gemeenteraad is een hoop níet. Het is technisch niet eenvoudig, zeker zonder echt geschikte vergadersoftware. Politiek gezien is digitaal vergaderen verder vooral onhandig. Dreigend naar de interruptiemicrofoon lopen, snuivend hoofdschudden of aanmoedigend knikken kan allemaal wel, maar komt digitaal toch minder overtuigend over. Digitaal vergaderen haalt ook veel snelheid uit een vergadering. Langs de collega’s lopen met een motie kan niet meer en even snel schorsen voor onderling overleg is er evenmin bij. Niet alle burgemeesters blijken bovendien digitaal evenzeer op hun gemak. Sommigen zitten in beeld met de paniekerige blik van een opa die van zijn kleinzoon een smartphone gedemonstreerd krijgt, anderen laten van schrik hun ambtsketen opeens af. Sowieso leidt digitaal vergaderen tot nogal wat decorumverlies. Raadsleden filmen de eigen neusgaten, dossen zich uit als toeristen of zitten in twee vergaderingen tegelijk. Digitaal vergaderen is, kortom, niet ideaal. Digitaal vergaderen echter is ook geen ramp. In veel gevallen gaat het er heel ordentelijk aan toe en werken gemeenteraden hun agenda naar de omstandigheden van deze coronacrisis keurig democratisch af. We moeten nu ook niet opeens doen alsof elke fysieke vergadering van de gemeenteraad voor de coronacrisis een enerverende aangelegenheid met een indringende geur van wilde beesten was. Dit heeft allemaal al in zoveel kranten gestaan, dat het veel interessanter is om te kijken wat digitaal vergaderen eigenlijk wél is. Of nog beter: zou kúnnen zijn? Wie met die vraag het slagveld overziet, valt heel andere dingen op. Digitale vergaderingen blijken een gouden kans voor insprekers. Die hoeven namelijk niet om acht uur met een papiertje naar het stadhuis te fietsen in de hoop dat ze goed uit woorden komen tijdens de vijf minuten die voor hen gereserveerd staan. Zij kunnen vooraf een mooi filmpje voorbereiden waarin zij een voiceover inspreken bij de beelden van bijvoorbeeld het landschap waar zij voor opkomen. Om nog maar te zwijgen over wat mogelijk is als insprekers de professionele middelen van de visuele retorica gaan beheersen. Dan krijg je filmpjes met overtuigende muziek eronder en slimme cameravoering om accenten te leggen. Inspraak verandert dan in een digitale vergadering van een moment waarop burgers een onwennige gastrol spelen op het toneel van de raadsleden, naar een moment waarop raadsleden te gast zijn in de verbeelding van de burgers. Dichterbij het realiseren van de oude wens om raadsleden vaker uit het gemeentehuis ‘ Insprekers kunnen vooraf een mooi filmpje voorbereiden met een voiceover bij de beelden’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN te halen en onder te dompelen in de wereld van inwoners, zijn we zelden geweest. Maar zouden digitale gemeenteraadsvergaderingen zelf ook goede televisie kunnen worden? Niet in een lachen met raadsleden-rubriek, zoals Eva Jinek het destijds leuk vond om zelfgemaakte campagnefilmpjes belachelijk te maken, maar een lokaal politiek debat als een goede talkshow. Feit is dat gemeenteraadsvergaderingen vanouds zijn bedacht als een een bestuurscollege. Daarom worden ze ook nog steeds voorgezeten door de burgemeester. Feit is echter ook al heel lang dat politiek debat in een vertegenwoordigende democratie een theatrale functie vervult. Die functie is zeker belangrijk als de inhoudelijke uitkomst van het debat niet meer echt ter discussie staat. Juist dan moet plenair nog één keer de argumentatie van de meerderheid tot het uiterste getest worden voordat de minderheid de stemming verliest. Een dergelijk debat zou niet afgewerkt hoeven worden als de live-registratie van de bestuursvergadering van een postduivenvereniging maar mag ook leren van de wetten van goede televisie. Digitale vergaderingen zijn een uitgelezen gelegenheid om daar mee aan de slag te gaan. Digitale raadsvergadering zijn, kortom, heel veel niet. Maar dat ligt niet allemaal aan de techniek.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 10 NIEUWS IN BEELD FORMATIE DOOR: HANS BEKKERS MEER WERK, MEER MENSEN VERWACHTE ONTWIKKELING VAN DE FORMATIE NAAR 2020 34% 55% 11% De formatie zal het komende jaar gelijk blijven De formatie zal het komende jaar hoger uitvallen De formatie zal het komende jaar lager uitvallen VERDERE GROEI VERWACHT De gemeentelijke formatie groeide in 2019 met bijna vijfduizend mensen. Ruim de helft van de gemeenten verwacht dat de formatie dit jaar toeneemt, een derde denkt dat deze gelijk blijft en 11 procent dat deze afneemt. Groei wordt voorzien op de terreinen ruimtelijke ordening/milieu, welzijn/jeugdzorg en automatisering/ict. Omdat ruimtelijke ordening/milieu ook wordt genoemd als functiegebied waarin het moeilijk is vacatures in te vullen, ligt daar een grote uitdaging voor de komende drie jaar. Krimp verwachten gemeenten vooral bij burger-/publiekszaken en dienstverlening/facilitair.
% BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 2015 2016 2017 2018 2019 NIEUWS IN BEELD 011 De Personeelsmonitor van het A&O fonds Gemeenten analyseert elk jaar de ontwikkeling van de gemeentelijke bezetting en haar onderliggende kenmerken. Vorig jaar steeg het aantal medewerkers opnieuw, zo blijkt uit de editie 2019. Redenen: nieuwe taken, toename van het budget en omzetting van flex naar vast. De coronacrisis zal grote gevolgen hebben voor de arbeidsmarkt, maar is in de enquête niet meegenomen. MINDER MOEITE MET VACATURES Net als in 2018 is in 2019 het aantal openstaande vacatures aan het einde van het jaar gedaald: met bijna 10 procent tot ruim 3.500. In 2017 waren dat er nog 4.200, in 2018 3.900. Het aandeel externe kandidaten voor vervulde vacatures is net als in 2018 in 2019 licht gestegen. In 2019 is 68 procent van de vacatures met externen vervuld, in 2018 was dat aandeel nog 67 procent en in 2017 66 procent. Het percentage moeilijk vervulbare vacatures is afgenomen van 13,0 procent in 2018 naar 12,5 procent in 2019. TOP 5 FUNCTIEGEBIEDEN MET HOOGSTE AANDEEL MOEILIJK VERVULBARE VACATURES 1. Bouwkunde/civiele techniek 2. Ruimtelijke ordening/milieu 3. financieel/economisch 4. Automatisering/ICT 5. Juridisch 17% 29% 27% 43% 43% ONTWIKKELING VAN DE GEMEENTELIJKE BEZETTING 50.000 40.000 30.000 20.000 10.000 0 G4 > 100.000 50.000- 100.000 20.000- 50.000 < 20.000 inwoners GROOT GROEIT, KLEIN KRIMPT De grootste formatiegroei vindt plaats bij de gemeenten in de categorie 50.000 tot 100.000 inwoners en bij de G4. Krimp (-7 procent) is te zien bij de kleinste gemeenten. Uit de Personeelsmonitor Gemeenten blijkt verder dat bijna de helft van alle medewerkers werkt in de 31 grootste gemeenten. De andere helft is verdeeld over de ruim 300 kleinere gemeenten. Die verhouding is al een aantal jaren constant. Daartegenover woont slechts 37 procent van de bevolking in de 31 grootste gemeenten.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 12 INTERVIEW DAVID MOOLENBURGH DOOR: MARTIJN DELAERE FOTO: SAKE RIJPKEMA Dankzij het daadkrachtige college zou Zandvoort in 2020 gaan vlammen. Corona gooide roet in het eten. Geen Grand Prix, het college in duigen en een kreupele strandeconomie. Burgemeester David Moolenburgh vist de brokstukken op. ZANDVOORTS BURGEMEESTER DAVID MOOLENBURGH: ‘EEN BALLON LIEP HIER LEEG’ ‘Wat een feest zal het worden. We zijn straks wel het centrum van de wereld’, zei een trotse David Moolenburgh (52) begin dit jaar in zijn eerste nieuwjaarstoespraak als burgemeester van Zandvoort. De Grand Prix zou na 35 jaar weer neerstrijken op het vernieuwde racecircuit van de Noord-Hollandse badplaats. Dat had Zandvoort toch maar mooi voor elkaar gekregen. De burgemeester wist het daarom zeker: ‘2020 wordt een prachtig jaar.’ ‘Hoe snel kan het veranderen, hè?’, zegt Moolenburgh begin juni in het gemeentehuis aan de Swaluëstraat. De Grand Prix ging niet door, de wethouders stapten op en de strandeconomie kreeg een daverende klap. Toen Wuhan eind januari een lockdown tegen het nieuwe coronavirus afkondigde, leek er voor de Grand Prix en het strandleven nog geen vuiltje aan de lucht. ‘Ik weet nog goed dat ik rond die tijd met een aantal burgemeesters in Utrecht was en daar sprak met een aantal coördinatoren voor de gezondheidszorg. Ja, er was een virus in China en we zouden ons er eigenlijk op moeten voorbereiden omdat het ook wat voor Nederland zou kunnen betekenen. Bij de eerste bijeenkomst van de veiligheidsregio was de teneur dat het niet zo’n vaart zou lopen’, aldus burgemeester Moolenburgh (CDA). De Zandvoortse strandtenten legden twee maanden later de laatste hand aan de opbouw voor het nieuwe strandseizoen. Een prachtige voorjaarsvakantieweek kwam eraan. ‘Ze zaten op zondagochtend 15 maart nog op het dak om de boel in orde te maken, ik had er naar staan kijken, en om zes uur ‘s avonds was het over en uit.’ Ook de Grand Prix zou bezwijken onder het virus. Moolenburgh: ‘Dat inzicht moest in een proces van weken bezinken, waarbij de internationale Formule 1-organisatie, de Dutch Grand Prix, het circuit en overheden om elkaar heen dansten. We wisten niet waar we aan toe waren.’ ORANJE VLAGGEN Moolenburgh zag al aankomen dat het in ieder geval op 3 mei niet zou gaan gebeuren. ‘Internationaal werd besloten om de hele F1-kalender onderuit te trekken. Alle grote evenementen werden in Nederland in ieder geval tot 1 september platgelegd. Op een persconferentie werd gezegd dat ze pas opgestart zouden worden als er vaccin zou zijn. Er is nog gesproken over een Grand Prix zonder publiek, maar dat zag het circuit niet zitten. Met publiek of niet. Ik heb ook liever dat hier honderdduizenden mensen met oranje vlaggen Max Verstappen komen toejuichen. Dát feest hadden we ons voorgesteld.’ Het Formule 1-feest gaat er ijs en weder dienende volgend jaar komen; de datum wordt eind dit jaar bekendgemaakt. Volgens oud-wethouder in Haarlem en voorzitter van het bewonersplatform Rust bij de Kust in Haarlem-West Karel van Broekhoven verschaft het afblazen van de Grand Prix ‘lucht’ aan de Zandvoortse politiek en de provincie om de besluitvorming rond de komst van het racecircus tegen het licht te houden. ‘Wie nu een vinger opsteekt, kan niet worden beschuldigd ‘Het college heeft geen bochten afgesneden’ van het verpesten van het feest’, zei Van Broekhoven in Het Parool. De burgemeester van Zandvoort daarover: ‘In mei 2019 is een besluit gevallen om Zandvoort weer op de kalender van de Formule 1 te zetten. Vanaf dat moment is met man en macht gewerkt om dat mogelijk te maken. Er zijn snel veel besluiten genomen over de financiering, de ruimtelijke ordening, de vergunningverlening en de relatie tussen het evenement en het dorp. Dat we hard hebben gewerkt lijkt mij geen verwijt maar een compliment. En ik kan je één ding verzekeren: het is allemaal keurig volgens de spelregels gedaan. Het college heeft geen bochten afgesneden. Ik sta volledig in voor mijn organisatie en voor de wethouders die erbij betrokken waren. Sterker, de circuitdirectie zegt voortdurend dat ze ons een hele lastige overheid vinden die op alle slakken zout legt.’ Moolenburgh maakt zich geen illusies over de actiegroepen: ‘De rechter heeft milieuorganisaties al een paar keer ongelijk gegeven over de vergunningen die de gemeente heeft afgegeven, maar Rust bij de Kust en andere actiegroepen zullen de lucht die is ontstaan vast gebruiken om weer op vergunningen te schieten.’
INTERVIEW 13 CV DAVID MOOLENBURGH (Haarlem, 1968) volgde de lerarenopleiding aan de Hogeschool van Amsterdam; vervolgens studeerde hij politicologie en communicatiewetenschappen. Na zijn studies werkte Moolenburgh van 1992 tot 1994 als beleidsmedewerker voor de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Van 1994 tot 1998 was hij adviseur bij adviesbureau Pauw & Van Spaendonck en van 1998 tot 2005 bestuursadviseur bij de Gemeente Den Haag. Van 2005 tot 2011 was Moolenburgh hoofd algemene zaken en public affairs en vanaf 2009 tevens plaatsvervangend algemeen directeur van Zeeland Seaports. Van 2011 tot 2018 was David Moolenburgh wethouder in de gemeente De Ronde Venen. Moolenburgh werd op 19 september 2019 geïnstalleerd als burgemeester van Zandvoort. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Klaar voor de volgende stap in uw ontwikkeling? Wilt u zichzelf onmisbaar maken? Blijf dan continu in ontwikkeling met de opleidingen en trainingen van de Bestuursacademie Nederland! Al meer dan 50 jaar de grootste opleider voor én door de overheid. Op ieder niveau, van trainingen tot aan MBO, HBO en Master opleidingen. Onder andere voor de volgende segmenten: BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN 29-03-2018 SOCIAAL DOMEIN RUIMTELIJK DOMEIN BELEID, BESTUUR EN MANAGEMENT BEDRIJFSVOERING PERSOONLIJKE ONTWIKKELING EN VAARDIGHEDEN INFORMATIEMANAGEMENT OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Meld u aan via www.bestuursacademie.nl
INTERVIEW 15 Moolenburgh hoopt dat de circuitdirectie de tijd gaat gebruiken om op een goede manier de dialoog aan te gaan met de omgeving van Zandvoort. ‘Dan heb ik het niet alleen over de directe omgeving. Zij beleven overlast, maar de economische vruchten zijn ook tastbaar. Het gaat juist om de mensen erbuiten, verderop in de regio. Het circuit heeft nu een klankbordgroep, maar dat kan en moet beter.’ Met de burgemeester als voorzitter? David Moolenburgh: ‘Mijn voorganger was dat, maar dat ga ik niet doen. Wij zijn de overheid en natuurlijk zijn we geweldig blij met de Formule 1, maar de rollen moeten wel gescheiden zijn.’ PADDOCK CLUB En toch vierde de nieuwbakken burgemeester zijn installatie tijdens een receptie in de Paddock Club op het circuit. Wek je daarmee niet de indruk dat gemeente en circuit twee handen op één buik zijn? Burgemeester Moolenburgh: ‘Ik heb er toen ook over nagedacht. Ik vond dat het wel kon. Maar vanaf het moment dat ik hier binnen ben gekomen, heb ik gezegd: we zijn een enthousiaste overheid, maar die wel strikt zijn rol speelt als bevoegd gezag. Natuurlijk laten we het circuit niet links liggen. Dat doet Amsterdam ook niet met Sail en dat doet Haarlemmermeer ook niet met Mysteryland. Zij omarmen die festiviteiten, en tegelijk reguleren ze die strak. De circuitdirectie moet ons gewoon heel lastig vinden. Zo hoort het, en zo is het gelukkig ook.’ De Grand Prix ging niet door in mei, maar zorgde er via een letterlijke omweg wel voor dat het college van VVD, CDA en Ouderenpartij Zandvoort (OPZ) sneuvelde. Het college viel medio vorige maand over een schijnbare kleinigheid: een door de gemeente betaalde omweg naar het racecircuit. Een raadsmeerderheid van PVV, D66, GroenLinks en collegepartij OPZ wil dat deze toegangsweg voor de Formule 1 en voor calamiteiten wordt gebruikt, het college vindt dat hij ook op tientallen andere evenementdagen open moet kunnen. De provincie Noord-Holland vindt dat de weg open mag op Grand Prixdagen, maar voor de rest dicht moet blijven omdat het kruispunt van de (provinciale) boulevard en de toegangsweg gevaarlijk kan zijn. Moolenburgh voelde de breuk tussen het Zandvoortse college en de gemeenteraad na het wegvallen van de Grand Prix al een beetje aankomen. ‘De nieuwe ontsluitings‘Zandvoorters hebben het hart op de tong’ weg was de aanleiding, maar er speelde meer. Het ging mis op de nieuwe weg, maar het had ook op een ander dossier mis kunnen lopen.’ Was de politieke puf eruit na het annuleren van de Grand Prix? Moolenburgh: ‘In de nasleep van het besluit om de Grand Prix te schrappen, zag je een ballon leeglopen in de Zandvoortse samenleving. Zandvoort had zich er zó op verheugd. Je zag het aankomen, maar het was nog steeds een enorme teleurstelling.’ BANDENWISSEL Na de eerste informatiebesprekingen onder aanvoering van voormalig VVD-wethouder in Amsterdam Eric van der Burg lijkt het erop dat de Ouderenpartij Zandvoort (de grootste partij in het dorp) niet terugkeert in het college. De vraag is of D66, PvdA en/of Gemeentebelangen brood zien in een college met CDA en VVD. De twee wethouders voor die twee partijen keren trouwens waarschijnlijk terug in het college. ‘In dat geval heeft de bestuurscrisis meer weg van een bandenwissel’, schreef Het Parool toepasselijk. Er moet wel worden gewisseld van toon, vindt Van der Burg. In de informatiegesprekken is flink geklaagd over de grove bestuurscultuur. Moolenburgh: ‘Ik heb dat in mijn eerste acht maanden ook ervaren. Zandvoorters hebben het hart op de tong. Het kan er soms hard en ruig aan toegaan in de raad. Ik hoop dat men zich wat aantrekt van de opmerkingen van Van der Burg. Tegelijk vind ik: de politiek is niet voor bange mensen. Als de toon van een debat je niet aanstaat, dan moet je dat zeggen. Dat doe ik in de raadsvergaderingen en in de persoonlijke contacten ook.’ De drie opgestapte wethouders zijn nog even demissionair, maar volgende week is het echt voorbij. De burgemeester: ‘Dan vallen alle bevoegdheden naar mij.’ Heerlijk toch in zo’n dorp? Even terug naar de tijd van Swiebertje. ‘Oh nee, daar zit ik totaal op niet op te wachten’, lacht Moolenburgh. ‘Laat ze de turbo erop houden. Ik sta al een tijd aan, door de Formule 1 en nu door de coronacrisis. Los daarvan: Zandvoort heeft voor een dorp van 17.000 inwoners bovengemiddeld veel dynamiek. Er gebeurt in zo’n badplaats steeds weer van alles. En ik wil me ook niet te veel mengen in politieke vraagstukken. Toen ik burgemeester werd, heb ik mij heel erg voorgenomen om boven de partijen te staan. Eerder had de burgemeester het grootste deel van de ruimtelijke ordeningvergunningen in portefeuille. Ik was zeven jaar wethouder ruimtelijke ordening in Ronde Venen. Ruimtelijke ordening vind ik te gevoelig voor een burgemeester. Ik wil geen onderdeel van het spel zijn.’ TURBO De turbo waarover Moolenburgh het heeft, is zo’n beetje zijn leidmotief als burgemeester van Zandvoort. Bij zijn installatie hield hij een pleidooi voor een gemeentebestuur met lef en durf. ‘Gelukkig zie ik in Zandvoort veel lef en durf in deze onzekere coronatijd’, zegt David Moolenburgh. ‘Inwoners en ondernemers denken echt mee. We hebben de Haltestraat in het centrum nu overdag afgesloten. Dat was een idee van de horecaondernemers, omdat ze anders geen terrassen konden openen. Wij hebben gezegd: dat gaan we proberen en we kijken hoe het gaat. Daarom was ik in de aanloop naar de heropening van de terrassen en de restaurants ook groot voorstander van een proef met de strandtentondernemers om openbare wc’s op het strand te openen en bedjes uit te zetten. Mocht niet van Den Haag. Het is inmiddels verleden tijd en nu is alles open, maar toen had ik de smoor in. Probeer je maatwerk te leveren en houden de strandtentondernemers het strand beheersbaar, en dan wordt daar een streep doorheen gezet. Als je als overheid plannen maakt met ondernemers om het coronavirus buiten de deur te houden, dan moet je ze wel de ruimte geven.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: HARRY PERRÉE FOTO’S NILS VAN HOUTS / ANP Tientallen miljoen euro’s aan onvoorziene kosten moesten de waterschappen al aftikken voor de verwerking van zuiveringsslib. Nu wordt er eindelijk gewerkt aan een ‘robuust plan’. ‘Het is een heel lastig onderwerp; ik ben voorzichtig met wat ik zeg.’ ZUIVERING IS HOOFDPIJNDOSSIER WATERSCHAPPEN VELE MILJOENEN HET SLIB IN SLIBBERG Overtollig slib bij zuiveraar in Zwanenburg
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘ Er is gezegd: laten we geen capaciteit bijbouwen’ Aan een Maastrichtse kade heeft Water bedrijf Limburg (WBL) permanent duwbakken klaarliggen. Daarin slaat het bedrijf zuiveringsslib op, mocht dat opeens nodig blijken. ‘Vorig jaar hebben we enkele duizenden tonnen opgeslagen. We produceren per maand 8.000 ton slib. We hebben een periode gehad waarin we die maandvoorraad opgeslagen hadden. Dat was de piek’, v ertelt bestuurder Arnold Jansen van Waterschap Limburg. Die piek had te maken met een kapotte slibdroger en een afnemer die de slibkorrels niet hoefde te hebben. ‘Mede gelet op de omvang van de (dreigend) groeiende financiële consequenties ligt dit dossier op directieniveau en is het gekwalificeerd als een “bedrijfscalamiteit”’, zo meldt de Directierapportage 2e kwartaal 2019. Die calamiteit kostte in 2019 4,76 miljoen euro, aldus het financieel jaarverslag. Dit jaar heeft WBL 3,8 miljoen euro uitgetrokken om in Susteren een tijdelijke slibopslag aan te leggen. De duwbakken in Maastricht blijven voorlopig liggen, want het waterschap wil niet het risico lopen dat het de acht kiepwagens met slib die dagelijks vrijkomen op de rioolwaterzuiveringsinstallaties niet kwijt kan. Een slordige 250 kilometer noordelijker, in het Drentse dorpje Echten, moest Waterschap Drents Overijsselse Delta eind 2018 onverhoopt zijn slibvergistingsinstallatie stilleggen. ‘Dit betekende dat we voor (tijdelijke) extra kosten kwamen te staan, zoals extra transportkosten, schoonmaakkosten tanks, geen energieproductie en meer kosten voor eindverwerking. Daarom is op basis van die inschatting voor 2019 een bedrag van € 2,5 miljoen en voor 2020 een bedrag van € 2,0 miljoen opgenomen in de begroting 2019’, aldus een bestuursrapportage uit 2019. Het bekendste voorbeeld van slibpijn dateert van juli vorig jaar, toen bij Afval Energiebedrijf Amsterdam (AEB) opeens vier van de zes verbrandingslijnen uitvielen. Die verbrandden ook het zuiveringsslib van Waterschap Amstel Gooi en Vecht, dat prompt in zijn maag zat met de dagelijkse portie afval van 250 ton zuiveringsslib. Dus reden vorig jaar kiepwagens in totaal 27.000 ton slib naar elders, zoals het Zeeuwse Terneuzen en het Groningse Delfzijl. Daar wordt het tijdelijk opgeslagen, totdat het naar Verenigd Koninkrijk kan worden geëxporteerd of misschien toch nog elders verwerkt kan worden. Prijskaartje: 8,6 miljoen euro. Daar komen tot 2022 nog eens 9,5 miljoen euro bij, omdat AEB niet meer de afgesproken 100.000 ton per jaar kan verwerken, maar nog maar 60.000 ton. AGV claimt onkosten bij AEB, maar in de laatste tariefprognose (14 mei jl.) gaat de rekening naar burgers en bedrijven die volgend jaar 1 procent extra stijging van zuiveringslasten tegemoet kunnen zien. KUNST- EN VLIEGWERK Jaarlijks produceren de waterschappen pakweg 1,3 miljoen ton zuiveringsslib, maar het kost hen steeds meer moeite het slib kwijt te raken. De meerkosten om met kunst- en vliegwerk onvoorziene partijen slib kwijt te kunnen, bedragen voor de drie voorbeelden hierboven ruim 30 miljoen euro. Ook voor de reguliere slibstroom wordt het lastiger. ‘Er is landelijk een tekort aan verwerkingscapaciteit en de verwerkingstarieven die recent zijn aangeboden aan andere waterschappen laten een sterk stijgende trend zien’, constateert het Waterschap Drents Overijsselse Delta in de Meerjarenbegroting 2020-2023. Dat roept de vraag op: hoe kan het dat er onvoldoende verwerkingscapaciteit is voor het Nederlandse zuiveringsslib? Al sinds 2013 worden aanbod en verwerkingscapaciteit van zuiveringsslib – het meeste slib wordt, deels na vergisting of droging, verbrand – jaarlijks gemonitord. Daarmee houden de waterschappen een vinger aan de pols. De laatste editie van die monitoring, verscheen in oktober 2018. Dit rapport van RoyalHaskoningDHV (RHDHV), Inventarisatie slibeindverwerking 2018, waarschuwt enerzijds voor tekorten en stelt anderzijds gerust dat die zullen afnemen: ‘Het tekort neemt vanaf 2019 af, maar de bezetting blijft ook tot en met 2023 kritisch voor het opvangen van SLIB IN CIJFERS 1,3 miljoen ton: jaarlijkse hoeveelheid zuiveringsslib die via waterschappen bij Nederlandse rioolwaterzuiveringsinstallaties belandt. 80-100 euro: tarief dat waterschap per ton zuiveringsslib aan eindverwerker betaalt. 204 miljoen euro: totale slibverwerkingskosten in 2016. 130.000 ton: niet door zuiveringsinstallaties verwerkt, gestort slib in 2018. 325.000 ton: omvang jaarlijkse exportvergunningen voor zuiveringsslib (tussen 2018 en 2020). onbekend / niet centraal geregistreerd: extra kosten die de waterschappen in crisissituaties hebben gemaakt voor slibverwerking. onbekend: omvang van de berg zuiveringsslib waarvoor geen verwerkingscapaciteit beschikbaar is in Nederland. pieken in de aanvoer en eventuele tegenvallers bij de opgegeven prognoses.’ Een waarschuwende vinger werd al het jaar daarvoor opgestoken door de toenmalige directeur van Slibverwerking NoordBrabant (SNB), jaarlijks goed voor een slordige 450.000 ton slibverwerking. Duitsland zou volgens de directeur als exportland voor Nederlands slib wegvallen. ‘Nederland exporteert nu nog ruim 20% slib naar verwerkers in Duitsland’, zo verklaart hij in een bericht van 7 februari 2017 op snb.nl. ‘Die mogelijkheid komt te vervallen, want Duitsland krijgt de handen meer dan vol aan het verwerken van de eigen slibproductie.’ GOED MIS In de loop van 2017 viel de Duitse import inderdaad stil, overigens om een andere reden dan waarvoor de SNBdirecteur waarschuwde. Het noodzaakte slibverwerker GMB 85.000 ton slibgranulaat, dat eerder verbrand werd in Duitse energiecentrales of werd gebruikt als compost, te storten. Ook SNB stortte slib in dat jaar, net als in 2018 overigens. Storten is de onderste trede van de fameuze ladder van Lansink, die de voorkeursvolgorde voor afvalverwerking aangeeft. Is dat geen signaal dat er iets goed mis is met de slibver werking in Nederland? Je oor te luister leggen in de wereld van de slibverwerking is niet zo makkelijk. Neem een bezoekje aan de opslag van Amsterdams slib in Terneuzen. René Koppenaal, directeur van afvalbedrijf Beelen, dat zich profileert als ‘the waste innovators’, houdt de deur dicht. ‘We hebben daar al zo veel media-aandacht over gehad. Ik wil daarvoor bedanken’, reageert hij kort en zakelijk. De vragen hoeveel ton zuiveringsslib er in Terneuzen ligt en of hij zuiveringsslib van andere waterschappen opslaat laat hij onbeantwoord. Slibdeskundige Berend Reitsma van
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 18 ACHTERGROND RUIMTE adviesbureau Tauw, die waterschappen regelmatig adviseert over het verwaarden van slibstromen, ziet een interview met Binnenlands Bestuur niet zitten. ‘Het is een heel lastig onderwerp; ik ben voorzichtig met wat ik zeg’, ontglipt hem nog wel. Hij verwijst door naar Jan Peter Speelman, afdelingshoofd afvalwaterketen bij Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en in de Regiegroep Slibeindverwerking namens alle waterschappen bezig met het tekort aan slibverwerking. Hij verwijst op zijn beurt door naar beleidsmedewerker innovatie Ruud van Esch van de Unie van Waterschappen. Ook Ellen van Voorthuizen, auteur van Inventarisatie slibeindverwerking, verwijst naar Van Esch en mailt op voorhand dat ze niks heeft toe te voegen aan diens woorden. Van Esch laat weten dat het binnen de UVW regel is dat contacten met de media via de afdeling communicatie gaan. In oktober 2019 zijn Voorthuizen, Reitsma en Van Esch overigens in het tijdschrift H2O (‘Tot over de oren in de slibcrisis’) aan het woord geweest. Maar het was ‘lastig om dat op te schrijven’, aldus Reitsma. UITDAGEND Sander Mager, bestuurslid van Waterschap Amstel Gooi en Vecht (AGV) en voorzitter van de Commissie Waterketens en Emissies van de Unie van Waterschappen wil wel vragen beantwoorden. Mager heeft zowel bij AGV als bij de unie het slibdossier, dat hij ‘uitdagend’ noemt, op zijn bordje liggen. De unie meende rond 2012 juist dat er overcapaciteit slibverwerking zou ontstaan, schetst hij. Met ‘energiefabrieken’ zouden waterschappen energie uithet slib halen en het slibvolume fors terugdringen. ‘Dus er is juist gestuurd om overcapaciteit te voorkomen. Er is gezegd: laten we geen capaciteit bijbouwen.’ Maar de energiefabrieken kwamen langzamer van de grond dan verwacht, de reductie van slibvolume viel tegen en vervolgens viel de Duitslandroute weg. ‘Eind 2018 is geconstateerd: we moeten scherp aan de wind zeilen. In plaats van overcapaciteit lijkt er ondercapaciteit. We hebben gezamenlijk geconstateerd: als we elkaar helpen, dan redden we dat.’ Uiteindelijk zouden de energiefabrieken het slibvolume verkleinen. ‘Toen ontstond de crisis bij het AEB en was meteen duidelijk: als je zo scherp aan de wind zeilt kun je zo’n crisis niet hebben.’ In maart van dit jaar hebben de waterschappen besloten dat er een ‘robuust plan’ moet komen, om dit soort crisissituaties te voorkomen. Daarvoor doet de unie nu onderzoek. Vervolgens zal het uniebestuur een plan maken waarover de ‘Als je scherp aan de wind zeilt kun je zo’n crisis niet hebben’ ledenvergadering uiterlijk december dit jaar zullen gaan stemmen. De uitvoering van dat plan valt logischerwijs in 2021. Is dat niet wat laat, vier jaar na het waarschuwingssignaal van de SNB-directeur? ‘Dat is een beetje een rare karikatuur’, reageert Mager. ‘Er is in de tussentijd veel gebeurd.’ Hij verwijst naar het rapport van RHDHV, dat ook gaat over het wegvallen van de Duitse markt. ‘Eind 2018 was het signaal: ja, dit redden we nog, mits we dit goed afstemmen en met de kennis van nu zeg ik: mits er geen crisis overheen komt.’ STROPERIG Het verwijt dat de besluitvorming bij waterschappen stroperig is, zoals een aanbieder van een nieuwe slibverwerkingstechniek suggereert, doet Mager lachen. ‘De een noemt het stroperig. De ander zorgvuldig’, zegt hij. ‘Uiteindelijk werken we met publiek geld en je wil niet dat je voor een incidenteel probleem een investering doet die na twee jaar niet meer nodig is.’ Maar staat daar niet tegenover dat het ad hoc wegwerken van slibpieken miljoenen euro’s extra kost? ‘Mee eens. Dat is precies de reden waarom we met elkaar dit traject doen en in mijn beleving doen we dat voortvarend.’ In de tussentijd hebben de waterschappen vorig jaar wel nog bij het ministerie van I&W gepolst of ze geen slib in rijksdepots kwijt konden. Het ministerie hield de boot af en zei dat het tijd was dat de waterschappen een ‘ robuust plan’ maken. Dat plan zal volgens Mager drieledig zijn: op de korte termijn gaan de waterschappen op zoek naar nieuwe afzetroutes (zoals België), nieuwe technieken en het beter inzetten van de verwerkingscapaciteit. ‘Als we beter van elkaar weten hoeveel
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 19 verwerkingscapaciteit er is, dan kunnen we reservecapaciteit efficiënter benutten. Voor de middellange termijn’, vervolgt hij, ‘gaan we bij nieuwe aanbestedingen reserveverwerkingscapaciteit bouwen.’ Mocht het dan onverhoopt toch niet lukken, dan moet er een calamiteitenplan klaarliggen, waarmee Mager hoopt terecht te kunnen bij rijksdepots. Allemaal voor het geval dat ... ‘Daarnaast zijn we bezig met innovatieve technieken om de slibproductie te verminderen.’ Bestuurder Jansen van Waterschap Limburg wijst erop dat het lastig is om snel te reageren op veranderingen. Zo kijkt zijn waterschap naar alternatieve afzetkanalen. ‘We zijn in gesprek met een ondernemer die zegt: naast varkensmest zou ik jullie slib kunnen verwerken. Daar moet een proef voor gestart worden. Daar hebben we een vergunning voor nodig, dus dat gaat niet echt snel.’ RISICO Een tweede slibdroger bouwen zou een oplossing kunnen bieden om slib te verwerken, filosofeert hij hardop. ‘Dan kan ik veel meer drogen dan we in Limburg produceren, maar dan moet ik ook weer een afzetkanaal voor mijn slibkorrels hebben. De vraag is of dat op dat moment nodig is.’ Tijdens een crisis kan zomaar de vraag naar cement en daarmee naar de slibkorrels stilvallen. ‘Je loopt het risico op broei, dus die moeten in een silo met stikstof worden opgeslagen. Dat is een kostbare oplossing. Al die factoren spelen een rol bij de afwegingen die je maakt rondom de afzet van je slib en slibproducten.’ ‘Dat is het zuiveringsslib’, wijst directeur Silvester Bombeeck van SNB in een losruimte naar een modderige, zwarte klodder – de scherpe geur doet denken aan een varkensstal – tussen betonnen dorpels die achteruitrijdende vrachtwagens tegenhouden. Even later manoeuvreert een chauffeur behendig zijn glimmende kiepwagen achteruit een van de vier losruimtes in om zijn vracht slib te lossen. Dagelijks komen veertig tot vijftig vrachtwagens een slibvracht lossen. Na mengen en drogen belandt het slib in een van de vier verbrandingsovens. Wat resteert is roodbruin as, 8 à 9 procent van het oorspronkelijke slibADVERTENTIE volume, dat bruikbaar is in de productie van betontegels en asfalt. Bombeeck benadrukt de goede samenwerking tussen de waterschappen, maar ontkent de slibproblemen niet. ‘Wij hebben als verwerkers geroepen: jongens, pas op. Daar moeten we iets aan doen. In de laatste drie jaarverslagen hebben we daar iets over gezegd. In 2018 zaten we met onze handen in het haar waar we met slib heen moesten’, vertelt hij. ‘Achteraf kun je zeggen: hadden ze (de waterschappen, red) niet wat sneller moeten reageren? Ik denk van niet. In 2019 hadden we circa 50.000 ton minder slib dan in 2018. Dat is het effect van de energiefabrieken. De druk neemt af. Wat niemand heeft voorzien is dat de Duitse markt op slot ging. En als de AEB er dan nog bij komt ... dan heb je de wet van Murphy.’ Voor de toekomst wijst de SNB-directeur op de risico’s die energiefabrieken met zich meebrengen: ‘Dat is allemaal nieuwe techniek.’ Zijn advies aan de waterschappen: bouw een reservecapaciteit in van 10 procent van de slibproductie om een crisis zoals met de AEB op te vangen. Certus Groep organiseert traineeprogramma’s die op uw organisatie worden afgestemd. Wij helpen gemeenten in het creëren van een evenwichtige leeftijdsopbouw in het personeelsbestand en het gericht opleiden en binden van talent. Traineeprogramma Certus Groep Ontdek onze vijf programma’s: • Traineeprogramma Verkeer • Traineeprogramma Ruimtelijke Ontwikkeling • Traineeprogramma Jeugd • Traineeprogramma Wmo • Traineeprogramma Informatiemanagement Binnen onze traineeprogramma’s worden talenten opgeleid tot vakspecialisten die integraal samenwerken en klaarstaan voor de uitdagingen van de toekomst. Wij helpen u in het werven, opleiden en begeleiden van overheidstalenten die direct van toegevoegde waarde zijn voor uw organisatie. Meer informatie? Onze adviseurs helpen u graag 088-0115000 advies@certusgroep.nl www.certusgroep.nl
20 ACHTERGROND BESTUUR DOOR: ALEXANDER LEEUW FOTO: ROB HUIBERS/H.H. Deze week zou in Hoorn e.o. het congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) plaatsvinden. Vanweg de coronacrisis kon het niet doorgaan. Het wordt verplaatst naar volgend jaar. De financiële schade blijft volgens de organisatoren beperkt. SCHADE AFBLAZEN VNG-CONGRES BEPERKT ‘ ALLES GEWOON DOORSCHUIVEN NAAR 2021’ VOLLE BAK IN 2011 De editie 2020 van het VNG-congres is vanwege corona geschrapt
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 21 ‘ Er zitten heel veel horecabedrijven in de buurt die hiervan hadden willen meeprofiteren’ ‘We danken de gemeenten Drechterland, Enkhuizen, Hoorn, Koggenland, Medemblik, Opmeer en Stede Broec voor hun inzet en enthousiasme tot nu toe’, schrijft de VNG op haar congreswebsite. ‘We delen de teleurstelling dat het jaarcongres wordt uitgesteld. Ook standhouders, sponsoren, sprekers en andere betrokkenen bedanken we voor de samenwerking. We kijken ernaar uit samen met u volgend jaar alsnog te gast te zijn in Westfriesland.’ ‘Voor ons is het allerbelangrijkste dat we samen het besluit hebben genomen om het af te gelasten’, zegt Matthijs van der Horst, strategisch bestuursadviseur bij de gemeente Hoorn. Hij was regioprojectleider voor het VNG-jaarcongres in 2020 en zal dat ook weer zijn in 2021. De gemeente was al zo’n anderhalf jaar bezig met het optuigen van het congres: eerst met het opstellen van een ‘bidbook’ om zich kandidaat te stellen. ‘We zijn ervan overtuigd dat we de bezoekers kunnen verrassen met de charme van Westfriesland’, schreef de regio over de kandidaatstelling. Op het jaarcongres van 2019 werd bekendgemaakt dat de Westfriese gemeenten de organisatie op zich mochten nemen. Het was, zegt Van der Horst, snel duidelijk dat hij de projectleider zou worden. ‘Eerst bekeken we wat wanneer moest zijn geregeld. Voor de VNG was dat niets nieuws, maar dat was het voor ons wel. We zijn langzaam begonnen, want het is heel belangrijk de financiën op orde te hebben. We bekeken waar de verantwoordelijkheden van ons lagen en die van de VNG. En vervolgens hebben we afgebakend wat we in welke periode moesten doen.’ In de week dat de crisismaatregelen ingingen, zou Westfriesland het besluit nemen over met welke tentenleverancier de gemeente verder had gewild. Dat is toen uitgesteld. ‘We hebben dus niet heel veel last van financiële consequenties’, zegt Van der Horst. De uitgaven die nog een keer gedaan zullen moeten worden, komen volgens hem neer op een paar duizend euro. ‘Feit is wel dat we natuurlijk heel graag horecaorganisaties hierbij hadden willen betrekken. Het gaat niet alleen om de directe partners, maar er zitten heel veel horecabedrijven in de buurt die hiervan hadden willen meeprofiteren. Dat gaat nu volgend jaar pas gebeuren. We hopen dat ze overeind blijven. Maar voor ons is het allerbelangrijkste dat het congres niet is gecanceld, maar een jaar uitgesteld.’ BUSSEN De VNG had al afspraken gemaakt over de techniek en met diverse plenaire sprekers en had al bussen voor excursies en hotelkamers voor de eigen organisatie geregeld. Op de vraag wat er doorgeschoWAT TE DOEN MET DE ALGEMENE LEDENVERGADERING? ‘Als gevolg van de coronacrisis is eerder het VNGcongres afgelast en is inmiddels duidelijk dat ook later in juni geen fysieke ALV kan worden gehouden’, schrijft de VNG 15 mei in een ledenbrief. Het is de eerste keer sinds de Tweede Wereldoorlog dat het congres niet doorgaat. ‘Het VNGbestuur heeft ervoor gekozen de ALV voorlopig uit te stellen tot medio september en in meijuni een ledenraadpleging te houden.’ In deze ledenraadpleging wordt een beperkt aantal voorstellen, waaronder het contributievoorstel en de voorstellen betreffende de Gezamenlijke Gemeentelijke Uitvoering (GGU), aan de leden voorgelegd. Leden behouden het recht van amendement, wat niet gebruikelijk is in ledenraadplegingen, maar wel in de ALV. En net als in de ALV is er sprake van een gewogen aantal stemmen per gemeente. Gemeenten kunnen tot vrijdag 5 juni amendementen indienen en tot 25 juni stemmen. ‘De gekozen werkwijze heeft tot gevolg dat gemeenten hun stemmen pas kunnen uitbrengen nadat het bestuur op eventuele amendementen heeft gereageerd en de definitieve voorstellen aan de leden zijn toegezonden.’ Het contributievoorstel houdt een verhoging van 3,9 procent in. De GGU houdt in dat ‘er jaarlijks een fonds beschikbaar wordt gesteld voor de financiering van collectieve activiteiten om de uitvoering in alle gemeenten te versterken’. Een van de voorstellen is om 44,4 miljoen euro beschikbaar te stellen. Er zijn derde geldstromen mogelijk, zoals reserveringen uit eerdere jaren en bijdragen vanuit de rijksoverheid. ‘Voor komend jaar verwachten we te kunnen beschikken over 10,7 miljoen euro uit derde geldstromen.’ ven kan worden naar volgend jaar en wat de kosten van uitstel zijn, laat de VNG weten: ‘Alles kan doorgeschoven worden naar volgend jaar. Daarnaast zijn de gemaakte kosten dit jaar, kosten die volgend jaar niet nogmaals gemaakt hoeven te worden.’ De koepelorganisatie noemt daarbij de aanbetalingen voor sprekers en techniekleveranciers. De website en de congresapp zijn ook grotendeels gereed. Het VNG Magazine dat ten tijde van het congres verschijnt, is doorgaans een themanummer. De geplande advertenties in het magazine en in Binnenlands Bestuur zijn ‘kosteloos geannuleerd’, schrijft de VNG in reactie op vragen, en dat geldt ook voor de congreskrant die de organisatie altijd maakt. De Algemene Ledenvergadering (ALV) die gehouden moet worden, wordt gedeeltelijk vervangen door een ledenraadpleging en een uitstelling tot medio september [zie kader]. De VNG weet nog niet of er in plaats van het congres nog iets gaat plaatsvinden. ‘Dat is afhankelijk wat de komende tijd weer mogelijk gaat worden, of niet mogelijk blijft.’ Als er rond september opnieuw maatregelen van het rijk nodig zijn, schrijft de VNG in de coronamonitor van 20 mei, dan bestaat de mogelijkheid om geen extra ALV te organiseren, maar om besluiten te bekrachtigen tijdens de Bijzondere Algemene Ledenvergadering (BALV) van 27 november. GEHEIM En het jaarcongres van 2021? ‘Alles wat we hebben georganiseerd zal de basis zijn voor 2021’, zegt Van der Horst van de gemeente Hoorn. ‘We hadden een contract gesloten met een cateraar voor het avonddiner en we hebben meteen goede afspraken gemaakt dat zij ook volgend jaar een partner zijn, zodat we niet nog een keer een aanbestedingsprocedure moeten doorlopen.’ Op het congres van 2021 zal de organisator voor het jaar daarop bekendgemaakt worden. Het thema wordt altijd op het laatste moment gecommuniceerd, laat een VNG-woordvoerder weten, en dat was dit jaar nog niet gedaan. ‘We houden het daarom ook nog even “geheim” omdat we het thema volgend jaar dus weer gaan gebruiken.’
22 ACHTERGROND SOCIAAL DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: BERT SPIERTZ / ANP Medewerkers van sociale wijkteams komen nauwelijks toe aan preventie en vroegsignalering. Terwijl gemeenten juist wel willen dat ze dat doen. Misschien zijn de ambities van gemeenten te hoog en moeten ze, vijf jaar na de decentralisaties, worden bijgesteld. TE WEINIG TIJD VOOR VROEGSIGNALERING WIJKTEAMS DWALEN VERDER AF De sociale wijkteams drijven langzaam maar zeker af van de oorspronkelijke ambitie uit 2014, ziet Silke van Arum, onderzoeker bij Movisie. Meer en meer zijn ze verworden tot de toegangspoort van gespecialiseerde zorg en ondersteuning. Terwijl de sociale wijkteams van heel veel gemeenten (ook) de opdracht hebben om met vroegsignalering en preventie een hoop en verergering van problemen te voorkomen. Elk onderzoek opnieuw geven gemeenten echter aan dat dit onvoldoende van de grond komt, stelt Van Arum. Sinds 2014 voert zij peilingen onder gemeenten uit, om zo de ontwikkeling van de wijkteams te kunnen volgen. Recent is de vierde landelijke peiling ‘(Sociale) wijkteams, 5 jaar later’ van de persen gerold. In vergelijking met de peiling uit 2017 neemt het percentage inwoners dat proactief (outreachend) wordt benaderd door een wijkteam af: van 39 procent in 2017 naar 28 procent in 2019. ‘Ook het doorontwikkelen van individueel aanbod naar col¬lectieve voorzieningen wordt herhaaldelijk genoemd als taak waarvoor niet genoeg tijd is.’ Van Arum wijt het niet aan de wijkteammedewerkers. Die werken zich een slag in de rondte. De workload is groot en de werkdruk hoog. Ze hebben hun handen vol aan het voeren van keukentafelgesprekken, het met het gezin opstellen van plannen over hoe problematiek aan te pakken en zien de zwaarte van de problemaMeestal breed, integraal en in eigen beheer Het overgrote deel van de gemeenten (83 procent) werkt met wijkteams, zo blijkt uit het onderzoek van Movisie. Dat was ook in 2017 zo. Bijna de helft van de gemeenten (46 procent) heeft een breed integraal team voor alle hulpvragen; dat is een stijging van 6 procent ten opzichte van de vorige peiling uit 2017. 10 procent van de gemeenten werkt met een breed team dat er speciaal is voor complexe of meervoudige vragen. Bijna een kwart (23 procent) werkt met specifieke teams, zoals alleen voor de Wmo of alleen voor de jeugd. Nog eens 12 procent werkt met een generalistisch wijkteam als voorpost voor een specifiek team. In bijna de helft van de gemeenten (48 procent) zijn de wijkteams in eigen beheer van de gemeente. De medewerkers zijn dan in dienst van de gemeente. Een kwart van de gemeenten heeft wijkteams waarin meerdere aanbieders participeren. In de G40-gemeenten is dat significant anders. In de G40-gemeenten is het (wijk)team namelijk minder vaak in eigen beheer: 33 procent tegenover 59 procent van de overige gemeenten. De meeste wijkteams (60 procent) bestaan uit louter zogeheten T-shaped professionals. Dat zijn hulpverleners die een eigen specialisme hebben, maar naar buiten toe als generalist optreden en signaleren. 10 procent van de wijkteams bestaan uit zowel T-shaped professionals als generalisten. 9 procent van de wijkteams worden door alleen generalisten bemenst en eenzelfde percentage met alleen specialisten. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 23 tiek toenemen. ‘Er blijft dan onvoldoende tijd over om met een gericht plan de wijk in te gaan.’ In haar optiek zouden gemeenten hun wijkteambeleidsplannen van meestal enkele jaren terug weer eens tegen het licht moeten houden. ‘Na vijf jaar is het wel een mooi moment om te kijken naar de oorspronkelijke ambitie en de doelstellingen die je als gemeente de wijkteams wilt meegeven. Duidelijk moet worden wat je wel en wat je niet bij het wijkteam neerlegt. De verwachtingen over de sociale wijkteams waren van het begin af aan torenhoog.’ BOODSCHAPPENLIJST De wijkteams kregen een flinke ‘boodschappenlijst’ mee, maar er is in de optiek van Arum te weinig nagedacht of de wijkteams dat ook allemaal konden behappen. Bijna zeven op de tien gemeenten (68 procent) geven aan dat de sociale wijkteams bijdragen aan de transitiedoelen, zo blijkt verder uit het onderzoek. Dat betekent onder meer dat er eerst een beroep wordt gedaan op de eigen kracht en het sociaal netwerk, en dat pas daarna wordt gekeken of en welke professionele hulp en ondersteuning nodig is. Daarbij is het leveren van maatwerk het adagium. Bijna een op de drie gemeenten (32 procent) geeft aan dat de wijkteams nog (te) weinig bijdragen aan die transitiedoelen. ‘Je hoopt altijd dat dingen sneller gaan’, stelt Janny Bakker-Klein, voorzitter van Movisie, in reactie op de uitkomsten van het onderzoek. ‘Het is mooi nieuws dat 68 procent van de gemeenten echt vindt dat het werken met sociale (wijk)teams voldoende bijdraagt aan de realisatie van de gestelde doelen van de transities. Maar die 32 procent die dat niet vindt; dat is toch een behoorlijk percentage.’ Deze gemeenten geven aan dat er door de werkdruk en onvoldoende financiële middelen nog te weinig wordt gedaan aan maatwerk, preventie en integraal werken. Dat ziet Movisie niet alleen terug in het onderzoek, maar ook in de praktijk. ‘Met name de verbinding tussen de Participatiewet en de Wmo komt nog onvoldoende van de grond. Je ziet dat daar erg veel verkokering zit’, aldus Bakker-Klein. Voor mensen die het betreft, is dat niet uit te ‘ De verwachtingen over de wijkteams waren torenhoog’ leggen, vindt ze. ‘Als je op zoek bent naar een baan, maar ook hulpmiddelen of ondersteuning nodig hebt, snappen mensen niet dat ze daarvoor langs verschillende loketten moeten.’ STIJGING Uit het onderzoek is overigens wel een stijging zichtbaar van het aantal wijkteams dat ook taken rondom werk en inkomen oppakt. ‘Daar zie je een positieve ontwikkeling’, stelt Van Arum. ‘Met name in 2017 signaleerden we een afname. Het verbaasde ons dat die taak zo weinig in de wijkteams werd opgepakt. Juist bij multi-probleemhuishoudens spelen financiële problemen vaak een rol. Nu zien we daarin een lichte stijging. Er is meer aandacht voor werk en inkomen in de wijkteams.’ Voor het eerst werden dit keer in de peiling vragen toegevoegd over taken rondom problematisch middelengebruik en
INGEZONDEN MEDEDELING
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND25 verslaving, huiselijk geweld en kindermishandeling en psychische/psychiatrische problematiek. ‘Veel wijkteams hebben deskundigheid op het gebied van huiselijk geweld en kindermishandeling. Meer dan de helft heeft dat ook voor psychische en psychiatrische problematiek’, aldus Van Arum. ‘Maar een relatief klein deel, 20 procent, heeft dat voor problematisch middelen gebruik en verslaving.’ Dat hoeft geen probleem te zijn als je expertise kunt inhuren, maar het kan de effectiviteit van ondersteuning en behandeling van met name huishoudens met multi-problemen in de weg zitten, stelt Van Arum. ‘Je hoeft niet alle expertise in huis te hebben, maar je moet wel voldoende tools hebben om verslavingsproblematiek te kunnen signaleren en bespreekbaar te maken. Een verslavingsprobleem is niet iets waar een gezin snel zelf mee komt.’ Het onvoldoende toekomen aan preventief en outreachend werken is niet het enige knelpunt van de wijkteams. Daarnaast wordt nog een aantal problemen gesignaleerd. De hoge werkdruk is er daar een van, vaak veroorzaakt door lange wachtlijsten en personeelstekort. Ook de toename van het aantal aanmeldingen en vragen waarbij zwaardere problematiek speelt, wordt als knelpunt genoemd. Daarnaast worden experts gemist op het gebied van geestelijke gezondheidszorg. De samenwerking met andere organisaties wordt eveneens als knelpunt ervaren. AANBEVELINGEN Van Arum heeft een aantal aanbevelingen voor gemeenten die met wijkteams werken. ‘De oorspronkelijke ambitie van veel gemeenten was om vanuit de wijkteams dichtbij, laagdrem¬pelig en outreachend te werken. Dat komt nog te weinig van de grond. Er is meer aandacht nodig voor het wijkgericht werken. Dat blijft nu liggen door de hoge caseload en de vele individuele hulpvragen. Als de wijkteams er niet of onvoldoende aan toekomen, wie krijgt dan de taak een leidende rol te nemen in het ondersteunen van inwoners en vrijwilligers bij het organiseren van collectieve voorzieningen en initiatieven om op wijkniveau aan preventie te werken?’ Dat wijkgericht werken hoeft overigens niet alleen geregeld te worden vanuit de gemeente, vult Bakker-Klein aan. ‘Je ziet het nu in de coronacrisis. De samenleving pakt nu heel veel dingen zelf op. De wijkteams kunnen de kracht die er in de wijken is, beter benutten. Ik hoop dat we die burgerkracht die je nu ziet, ook na de coronacrisis kunnen vasthouden.’ ‘Er is meer aandacht nodig voor het wijkgericht werken’ Uit de peiling blijkt ook dat de wijkteams te weinig collectief aanbod ontwikkelen. ‘Ook hier geldt dat gemeenten zich meer moeten aansluiten bij initiatieven in de samenleving’, aldus Bakker-Klein. ‘Ik zie nog te veel dat gemeenten het als hun verantwoordelijkheid zien om met een aanbod te komen, terwijl ik denk dat er heel veel aanbod in de samenleving is.’ OUTCOME De tweede aanbeveling is dat gemeenten meer op outcome moeten gaan sturen in plaats van op input. De meeste gemeenten maken vooral afspraken over de hoeveelheid inzet in plaats van over de gewenste doelstellingen. ‘Gemeenten leggen bijvoorbeeld vast hoeveel bezoeken wijkteams moeten afleggen. Je moet meer inzetten op de maatschappelijke baten; wat wil je bereiken?’, aldus Van Arum. ‘Het is daarbij belangrijk om de voortgang en vorderingen van de wijkteams te blijven monitoren.’ Tot slot moeten gemeenten zorgen voor realistische verwachtingen en opdrachten. ‘Het lijkt er nu vaak op dat het wijkteam een voorpost is geworden van die specialistische instellingen’, aldus Van Arum. ‘Maak als gemeente een keuze zodat gemeenten niet elke keer opnieuw als knelpunt aangeven dat de wijkteams te weinig aan preventie en vroegsignalering toekomen.’ Bakker-Klein hoopt dat de sociale wijkteams over vijf jaar volledig ontschot kunnen werken. ‘Het maakt dan niet meer uit of het geld vanuit de Wmo komt, de Participatiewet of vanuit de Jeugdwet. De wijkteammedewerkers moeten met de inwoner samen kijken naar wat er moet gebeuren.’ Als de inwoner geen probleem ervaart, moet er ook geen voorziening op worden ingezet. Als dat allemaal verantwoord is, uiteraard. Bakker-Klein: ‘Als je gaat doen wat mensen zelf belangrijk vinden, ga je veel dingen niet meer doen. En dat scheelt een bak geld.’ Aan welke taken komt wijkteam onvoldoende toe? Preventief werken/ vroegsignalering Outreachend werken Doorontwikkelen collectieve voorzieningen Ondersteunen collectieve wijkvoorzieningen Verbinden met nuldelijnszorg 59% 52% 51% 47% 46% 84% 73% 39% 28% 2017 2019 Bewoner neemt zelf contact op met wijkteam 2017 Wijkteam werkt outreachend 2019 bron: Movisie
BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 24 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 27 Al drie jaar was een ambtenaar arbeidsongeIN DE CLINCH schikt. Het lokale ambtenarenreglement stond toe dat zij dan kon worden ontslagen. Maar in die periode was zij enkele maanden arbeidsongeschikt wegens zwangerschap. Die maanden moeten er toch vanaf worden getrokken? ZWANGERSCHAP STAAT ONTSLAG NIET IN DE WEG Het is begin februari 2014 wanneer Marjolein Damans* – sinds 2006 ambtenaar bij de gemeente Rotterdam – uitvalt met psychische klachten. Ruim een jaar later rapporteert de bedrijfsarts dat zij nog steeds volledig arbeidsongeschikt moet worden geacht voor haar eigen of ander werk. Daar komt nog een nieuwe vorm van arbeidsongeschiktheid bij: wegens zwangerschap. Tussen 1 april 2015 en 9 juni (de dag van de bevalling) neemt ze zwangerschapsverlof op, en daarna, tot 30 oktober, (verlengd) bevallingsverlof. Snel daarna laat de bedrijfsarts opnieuw weten dat er te veel beperkingen zijn om een re-integratie te starten. Het college wil haar met ingang van augustus 2017 eervol ontslaan wegens langdurige ongeschiktheid voor haar functie als gevolg van ziekte. Nu de bedrijfsarts geen toename in de belastbaarheid verwacht, zet het college het voornemen om in een ontslagbesluit, met het Rotterdams Arbeidsreglement in haar zijde. Toch vecht ze het ontslag aan. Via de rechtbank Rotterdam belandt dit arbeidsgeschil bij de Centrale Raad van Beroep. Damans betoogt dat de periode van ziekte, veroorzaakt door zwangerschap (tussen 1 april 2015 tot aan het bevallingsverlof op 9 juni) ten onrechte is meegerekend voor het vaststellen van de 36-maandentermijn. Ergo: de 36 maanden arbeidsongeschiktheid zijn nog niet voorbij en dan is ontslag nog niet mogelijk. Dat is van belang nu de verkeringsarts van het UWV enkele maanden na het ontslagbesluit vaststelt dat Damans wél Ook zonder zwangerschap zou ze arbeidsongeschikt zijn tekst van het Rotterdamse Ambtenarenrepassende werkzaamheden kan verrichten. In het Rotterdamse Ambtenarenreglement staat dat ontslag kan worden verleend aan de ambtenaar op grond van gedeeltelijke ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte. Wel moet die ongeschiktheid minstens 36 maanden hebben geduurd en moet er voor de ambtenaar binnen de gemeentelijke dienst geen passende arbeid zijn. Voor het bepalen van die 36 maanden worden zwangerschaps- en bevallingsverlof niet meegenomen, en ook niet de maanden van zwangerschap voorafgaande aan het zwangerschapsverlof. Dat doet het college dus kennelijk wél. Toch kijkt de Raad er anders naar. Waar de ADVERTENTIE glement geen duidelijkheid geeft over de situatie dat een medewerker voorafgaande aan en tijdens ziekte vanwege zwangerschap tevens volledig ongeschikt is voor eigen en passende arbeid uit een andere ziekteoorzaak, moet deze regel naar redelijkheid worden uitgelegd. En wel: de periode van zwangerschapsverlof en de ‘zwangere’ weken die daaraan voorafgaan moeten hier wel worden meegerekend voor de 36-maandenperiode. Tot die conclusie komt de Raad omdat moet worden gekeken naar de achtergrond van deze regel: mannelijke en vrouwelijke medewerkers dienen gelijk te worden behandeld. En omdat verder sprake is van volledige arbeidsongeschiktheid uit een andere ziekteoorzaak – Damans was al arbeidsongeschikt wegens psychische klachten en niet noodzakelijkerwijs door haar zwangerschap –, bestaat geen aanleiding om de zwangerschapsperiode niet mee te rekenen voor de ontslagtermijn van 36 maanden. Anders gezegd: ook zonder zwangerschap was Damans arbeidsongeschikt geweest. Zo staat het ook in de gemeentelijke rechtspositieregeling CAR-UWO, en die moet ook worden gevolgd, oordeelt de Raad in zijn uitspraak van 16 april 2020. Kortom: ten tijde van het ontslagbesluit was voldaan aan het vereiste van de 36-maandentermijn, en was het ontslag van ambtenaar – en inmiddels moeder – Damans terecht. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:CRVB:2020:1016
28 ACHTERGROND HANDHAVING DOOR: WOUTER BOONSTRA FOTO: ROBIN UTRECHT/H.H. Bureau Halt spreekt met jongeren die zich niet aan coronaregels houden. Doel is bewustwording bij hen en ondersteuning van gemeenten, politie en buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in de handhaving. Het Openbaar Ministerie wilde er eerst niet aan, maar na een maand coronamaatregelen werd Halt toch ingezet. JONGEREN LEREN BELANG VAN AFSTAND HOUDEN LIEVER PRATEN DAN BEBOETEN ‘We hadden al actie ondernomen om onze interventie klaar te zetten, maar het Openbaar Ministerie wilde dat eerst niet’, zegt Halt-directeur Janet ten Hoope. ‘Alleen de boete was beleid, maar van onderop, vanuit politie en gemeenten, werd gezegd: dit voelt niet goed. Die jongeren kunnen beter naar Halt, met hun ouders erbij. Die oproep kwam vooral vanuit dienders op straat: doe dat gesprek, daar hebben we zelf geen tijd voor.’ Met een nieuwe gedragsinterventie biedt Halt ‘een snelle pedagogische reactie’, gericht op bewustwording en handhaving van het (onlangs weer verruimde) samenscholingsverbod. Die interventie werd pas in de week van 20 april j.l. actief. ‘In het begin was die behoefte er niet. Eerst waarschuwen en dan boetes, was de lijn’, aldus strategisch adviseur en landelijk projectleider Marie-Louise van Maarseveen. ‘Na een tijdje kwamen signalen binnen dat het lastig was bij jongeren de regels te laten doordringen. Die signalen hebben we gebundeld en aangeboden. Het handhavingsbeleid is daarna gewijzigd en Halt is eraan toegevoegd. Het OM vond dat al zo vaak was gewaarschuwd en jongeren nu door zouden moeten hebben dat samenscholen niet kon. Een pedagogische interventie was op zijn plaats. Toen kwam er ruimte voor onze inzet.’ Alle regionale hoofdofficieren gaven een BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ACHTERGROND 29 ‘ Een boete is the easy way out’ aanwijzing aan de boa’s en er kwamen regionale afspraken over de inzet van Halt. Met de aanwijzing werden boa’s bevoegd jongeren naar Halt te verwijzen bij overtreding van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Dit artikel heeft een link naar artikel 2.2 in de noodverordeningen, maar eigenlijk naar alle regels in de noodverordeningen. Eerst kregen 12- tot 15-jarigen een waarschuwing, daarboven kregen jongeren meteen een boete van 95 euro. Op 16 april kwam de wijziging in het hand havingsbeleid. Sindsdien is de lijn: 12- tot en met 17 jaar direct naar Halt bij de eerste overtreding, bij de tweede overtreding een boete en bij de derde keer een OM- of kantonzitting eventueel in combinatie met een gedragsaanwijzing. REGIONALE VERSCHILLEN Wat is de uitkomst? De meest actuele landelijke cijfers zijn van week 17 tot en met week 22. Daaruit blijkt dat 734 jongeren zijn doorverwezen naar Halt na overtreding van de noodverordeningen. ‘Er zijn regionale verschillen’, zegt Van Maarseveen. Vooral in drie regio’s wordt veel doorverwezen: Oost-Nederland (136), Den Haag (132) en Oost-Brabant (118). ‘Dat hangt ook af van de mate van bekendheid met Halt, de aanwijzing en de handhaving. Het gaat dan om de communicatie intern in de organisatie en de mate van prioritering en handhaving. En ook de hoeveelheid jongeren en hun gedrag op straat, in de buitengebieden bijvoorbeeld, speelt mee.’ De Halt-interventie heeft zes pijlers: signaleren en doorverwijzen, reflectie, ouders, versterken sociale vaardigheden, excuus/herstel en toekomst. ‘Wat zit er achter het feit? Boosheid, agressie, groepsdruk? Ook ouderbetrokkenheid is belangrijk. Ouders moeten instemmen met Halt onder 16’, zegt Van Maarseveen. ‘Maar we willen vooruitkijken met de jongere. We hebben een schakel naar hulpverlening, gemeente en wijkteam. Binnen ons eigen werkgebied kennen we partners, zoals jongerenwerk, jeugdzorg en reclassering.’ Halt is een hybride organisatie, zowel justitieel als gemeentelijk. Halt-straffen zijn voor first offenders van kleinere misdrijven en overtredingen. ‘We voorkomen dat zij in het strafrecht belanden en een strafblad krijgen. Traditioneel geven we veel voorlichting aan scholen en we doen steeds meer aan vroeginterventie op scholen en in wijken bij grensoverschrijdend gedrag’, aldus Ten Hoope. ‘De Halt-medewerkers kijken wat de zorgen erachter zijn en spreken met ouders. In groepsaanpakken hebben we een rol, we doen onder meer huisbezoeken.’ Het aantal overtredingen met de politie als verwijzer daalde de afgelopen jaren tot 2019, vertelt Ten Hoope. ‘Maar in gemeenten waar boa’s worden ingezet om jeugdigen te begrenzen, stijgt het aantal zaken weer.’ Is dat niet het kip-of-het-eiverhaal? ‘Ja, als er een handhavingstekort is, zijn zij minder vaak op straat. De jeugd is wel op straat, dus als boa’s handhaven, dan is er ook handhaving. De politie heeft veel prioriteiten. Boa’s kunnen de handhaving van de ‘kleine norm’ opvullen: festivals, uitgaansgelegenheden en evenementen.’ Nu boa’s de anderhalve meter afstand in groepen moeten handhaven, geeft dat een extra impuls aan de samenwerking. ‘Gemeenten en boa’s vinden het fijn dat ze ons als instrumentarium hebben. Het is een extra optie voor ze, waar ze zelf geen tijd voor hebben’, aldus Van Maarseveen. Het gaat dan om het gesprek met de jongere en de ouders, de leeropdracht die gericht is op bewustwording en een tweede gesprek over hoe ze de opdracht ervoeren en ze in de toekomst met de regels omgaan. Uit de Halt-praktijk hoort Van Maarseveen terug dat er twee soorten gesprekken zijn. Enerzijds de ouders en jongeren die balen dat ze bij Halt zijn, omdat ze het lastig vinden om zich aan de regels te houden, er onbekend mee zijn of ze onduidelijk vinden. ‘Ze vinden het ook lastig dat ze soms een compliment en dan weer een boete krijgen. Maar ze vinden het wel fijn om te reflecteren, inzicht in de achtergrond van regels te krijgen. We geven ook een toelichting op de regels: wie zitten er om jou heen? Zijn dat mensen in de risicogroep?’ En dan zijn er de lastige gesprekken met veel weerstand over überhaupt de regels. Ze vragen zich af hoe ze die regels dan moeten kennen en zijn boos op verschillen in handhaving. ‘Maar de meeste mensen willen geen boete, dus dan gaan we wel aan de slag met de jongeren en maken ze ook de leeropdracht.’ Ten Hoope vult aan dat ouders ook blij zijn met Halt. ‘Ze hadden nog zo gezegd tegen hun kinderen om zich aan die regels te houden. Zij zien het als ondersteuning van de opvoeding.’ RAP MAKEN De grote vraag is natuurlijk of de gedragsinterventie ook echt werkt. Volgens Ten Hoope biedt Halt maximaal 20 uur interventie. Deze interventie duurt vier uur en bij recidive acht uur. ‘In het eerste gesprek zoomen we eerst in op het feit, in de leeropdracht gaan ze op zoek naar de regels die er zijn en dan is er een interview met de ouders/verzorgers. Met videobellen bespreken we de opdracht en dan is de straf afgerond gaat er een bericht naar boa of politie, zowel wanneer de straf negatief als positief is afgerond.’ Meestal wordt de interventie binnen een week opgepakt. ‘Anders weet de jongere het niet meer.’ In een maand kunnen veel meters worden gemaakt, maar soms vinden ze de opdracht te moeilijk. ‘Ze kunnen dan een vlogje, presentatie of rap maken. Je gaat in gesprek op een manier die bij de jongere past.’ Het Halt-jongerenpanel gaf aan dat zij zelf liever een boete zouden krijgen dan naar Halt gaan. ‘Dat is gemakkelijker. Als je naar Halt moet, dan schamen ze zich. Een boete is the easy way out. Je mist daarbij de mogelijkheid om de zorg erachter te ontdekken. Je raakt jongeren kwijt. Je komt niet zomaar in huis. Waar zitten ze dan?’ Een derde reden waarom een boete niet werkt is dat de economische impact van de corona-aanpak jongeren raakt. ‘Alleen vakkenvullers hebben een baan, horeca is pas net weer open. Jongeren kunnen die boetes niet betalen. Materieel zijn er best veel redenen niet voor de boete te gaan. Maar als we negatief verwijzen en de zaak teruggaat naar politie of boa, dan volgt alsnog een boete.’
INGEZONDEN MEDEDELING
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 ILLUSTRATIE: NICO VISSCHER ICT & CORONA SPECIAL 31 ESSAY SMART CITIES, STUPID CITIZENS? 40 GLASVEZEL THUISWERKREVOLUTIE VERSNELT AANLEG 45 SPECIAL ICT & CORONA WOLFGANG EBBERS DIGITALE DIENSTVERLENING MOET INCLUSIEF ZIJN 48 CRISIS GEEFT DIGITALISERING BOOST CORONA ALS INFLUENCER De corona-crisis heeft een grote impact op de gemeentelijke organisatie. Van de ene op de andere dag moest vrijwel elke ambtenaar thuis gaan werken. In deze ict-special besteden we aandacht aan welke acties organisaties daarvoor moesten nemen. Maar ook tot welke nieuwe inzichten de intelligente lockdown leidt bij de inrichting van ict-infrastructuur en ict-omgeving – ook die binnen de gemeentegrenzen.
32 SPECIAL ICT & CORONA DOOR: ALEXANDER LEEUW IKON IMAGES/H.H. De nieuwigheid van videobellen is er inmiddels vanaf. De gevolgen van het vele videobellen en thuiswerken, worden daarentegen steeds belangrijker. De nieuwe technische mogelijkheden kunnen ervoor zorgen dat gemeenten sterker uit de crisis komen – inwoners, werknemers én organisaties. ‘GEMEENTEN MERKEN DAT VEEL MEER MOGELIJK IS’ BETER UIT DE CRISIS DANKZIJ SOFTWARE ‘In mijn vrije tijd begeleid ik nog steeds toppers naar gouden medailles of overstijgend’, zegt de blonde vrouw. ‘Mijn naam is Els van Noorduyn, ik ben een oud-topsporter op Olympisch finaleniveau.’ Naast het hokje waarin haar video speelt staat een abstracte afbeelding van een lichaam dat zich in moeilijke poses beweegt met daarboven de tekst: hoe bewegen het denken beïnvloedt. Van Noorduyn vertelt, recht in de camera kijkend, dat tijdens deze webinar nog veel voorbeelden zullen volgen van toppers die ze heeft begeleid. En ze vertelt dat ze nu organisaties begeleidt ‘bij allerlei vormen van veranderingen, voornamelijk door mensen in beweging te krijgen waarbij het lichaam een hele belangrijke rol speelt.’ De twee uur slaap vóór middernacht tellen nog steeds dubbel, zegt Van Noorduyn. ‘En het is ook zo onhandig’, gaat ze empathisch verder, ‘want we hebben tv en de apps en de computer en er moet nog zo veel.’ Een sporter die ze hielp keek tot twee uur ’s nachts naar sportwedstrijden. ‘Hij kon me alles vertellen, maar hij was nooit fit op de training. Het heeft hem maanden gekost om af te kicken.’ Er volgt een informatiedicht verhaal over het autonome zenuwstelsel, het centrale zenuwstelsel, het hormoonstelsel en hoe het lichaam en hoofd elkaar in de weg kunnen zitten en kunnen helpen. ‘Het hoofd staat natuurlijk al nooit stil’, vertelt Van Noorduyn halverwege de video. ‘Het maalt maar door, het gaat maar door, terwijl je dat met je eigen lichaam juist tot rust kunt krijgen.’ Ze verwijst naar topsporters die voor een grote wedstrijd een rustige groepswandeling over het strand maken. ‘Heel makkelijk, heel relaxt. Terwijl de wedstrijd komt en je geld ervan afhangt. Dat geldt voor mensen in het bedrijfsleven precies zo. Dus wat mij betreft is het heel belangrijk dat iedereen begrijpt dat het lichaam in beweging een appel doet op hoe je denkt.’ STRESS EN BURN-OUTS Gezondheid en fitheid zijn nu erg belangrijk, merkt directeur Hans Schuurmans van SkillsTown, de maker van de webinar. ‘Toen de crisis uitbrak, schakelden gemeenten heel snel. Er waren koplopers, andere liepen achter, en er was veel interesse in cursussen over videobellen. Nu gaat men de fase in voorbij de technische aspecten. Thuiswerken was in het begin belangrijk, maar men ziet dat dat ook problemen oplevert. Stress en burn-outs. Gemeenten zoeken meer mogelijkheden om te zorgen voor een gezond geest en lichaam, zoals mindfulness en yoga. Oefeningen die je op je werkplek kunt doen. Of bijvoorbeeld onze digitale cursus hardlo‘ Thuiswerken was in het begin belangrijk, maar men ziet dat dat ook problemen oplevert’ pen, waarin goeroes en specialisten uitleggen waarom hardlopen gezond is en waarin mensen trucs en tips krijgen om het goed te doen.’ Simon Does van ict-adviesbureau M&I/Partners vindt dat bij gemeenten ict zich inmiddels ruimschoots bewezen heeft als kritisch bedrijfsmiddel. ‘Veel afdelingen staken energie in digitaal vergaderen en toen het stof neerdaalde, bleek dat de wereld gewoon kon doordraaien.’ Hij constateert dat gemeenteland over het algemeen heel adequaat heeft gehandeld. ‘Er waren geen calamiteiten, er zijn prioriteiten gesteld en er is flexibel gereageerd. Gemeenten merken dat veel meer mogelijk is, nu ze niet kunnen terugvallen op analoge manieren van samenwerken.’ Er gaat natuurlijk nog wel wat achteraan koBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
n r t SPECIAL 33 men, benadrukt Does. ‘De corona-crisis heeft ook gevolgen op langere termijn, en niet in het minst financieel. Die moeten we met elkaar opvangen en dat zegt iets over waar gemeenten mee bezig zullen zijn.’ Hij denkt dat ict daar een belangrijke rol bij gaat spelen. ‘Wij verwachten grotere aandacht voor het gebruik van onder andere data, apps, sensoren en kunstmatige intelligentie bij de zoektocht naar oplossingen voor maatschappelijke opgaven.’ TEAMS Het is moeilijk in te schatten hoe gemeenten er over de gehele linie voor staan. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) laat middels een woordvoerder weten dat de koepelorganisatie geen precies beeld heeft van de ict-investeringen door gemeenten tijdens de corona-crisis – behalve dat die na tien weken het thuiswerken wel onder de knie hebben. En de VNG blijft hameren op de basismaatregelen die nodig zijn om beveiligingsincidenten te voorkomen [zie kader]. Microsoft, dat goede zaken doet met Teams, laat weten dat het bedrijf geen informatie geeft over de ict-investeringen van gemeenten. Maar er zijn geluiden van enkele gemeenten die iets nieuws proberen. Zo neemt een aantal gemeenten rondom Zwolle pakketten bij SkillsTown af voor inwoners, vertelt directeur Schuurmans. ‘De laatste weken investeren gemeenten in pakketten voor werkloze inwoners om door te kunnen leren. De eerste aanvraag, van Hardenberg, kwam drie weken geleden, en meerdere gemeenten zijn er nu mee bezig. De ene hoort het weer van de andere. Normaal heeft het UWV die rol, maar nu pakken gemeenten de verantwoordelijkheid.’ Niets zo Amerikaans als appeltaart. Appeltaarten werden het meest verkocht in Amerikaanse supermarkten, vertelde datajournalist Kenneth Cukier van The Economist tijdens zijn TEDTalk in 2014. De video wordt getoond in de marketingcursus van SkillsTown, in het onderdeel over big data. Toen supermarkten kleinere taarten gingen verkopen, kwam appel ineens op de vierde of vijfde plek. Hoe komt dat? Cukier redeneert dat wie een taart van 30 centimeter koopt, zeker moet weten dat de hele familie die lekker vindt. Maar wie een taart voor zichzelf koopt van 11 centimeter kan zelf kiezen wat hij of zij lekker vindt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
SPECIAL 35 ‘ In een periode dat je heel veel tijd hebt om je zorgen te maken, kun je beter een cursus doen’ ‘Appel staat bij iedereen op de tweede plaats.’ Het toont volgens Cukier dat data ons niet alleen meer van hetzelfde, maar ook nieuwe dingen laat zien. ‘De enige manier waarmee deze aarde om kan gaan met wereldwijde uitdagingen – de wereld voeden, medische verzorging geven, van energie voorzien’, stelt Cukier, ‘is door effectief gebruik van gegevens.’ PAK-JE-KANS Deelnemers kunnen kiezen uit 500 cursussen, allemaal online, in het concept dat bedacht is door RegioOpleiders, Calibris Advies en SkillsTown. ‘In corona-tijd is fysiek opleiden lastig’, zegt oud-wethouder Douwe Prinsse, die inmiddels directeur is van RegioOpleiders. ‘Dus hebben we dit concept bedacht.’ Er zijn ook cursussen van NTI en Online Academy beschikbaar. Er zijn op dit moment afspraken gemaakt met zeven gemeenten in de regio – Hardenberg, Meppel, Elburg, Heerde, Oldenbroek, Staphorst en Westerveld – en Prinsse verwacht dat er binnenkort nog twee bijkomen. De gemeenten betalen 70 procent (ruim 30 euro) van de cursusprijs, de overige 30 procent hoeft niet betaald te worden en de cliënt betaalt niets. Tot 1 oktober, wanneer deze actie afloopt, kan de cursist kiezen uit het online aanbod. Bijna zestig bedrijven hebben zich ingeschreven en er zijn meer dan 600 deelnemers. ‘Het is ook goed voor de naamsbekendheid DEZELFDE BASIS VOOR VEILIGHEID De focus van de techniek kan verschuiven tijdens de crisis, maar de maatregelen die moeten worden genomen om beveiligingsincidenten te voorkomen, blijven grotendeels hetzelfde. De VNG heeft een ‘mindmap’ opgesteld voor het verhogen van de digitale weerbaarheid. Dat centrale punt vertakt zich naar tientallen maatregelen. ‘Veilige configuraties’ vertakt zich bijvoorbeeld naar het veranderden van standaard wachtwoorden, het dichtzetten van ongebruikte poorten en het gebruiken van HTTPS en HSTS. Onder ‘inventarisatie & beheer software’ verstaat men onder andere het inventariseren van alle geautoriseerde software en het bepalen van noodzakelijke acties voor zowel legitieme software als shadow-IT. Bij het beheren van kwetsbaarheden hoort het onderzoeken van welke kwetsbaarheden er zijn en de aanpak bepalen. En onder ‘toegangsrechten’ valt het geven van minimale rechten aan machine accounts en het gebruik van multi-factor authenticatie. Behalve een mindmap voor maatregelen is er ook een voor processen. Daaronder valt onder meer dat alle wijzigingen een eigenaar hebben, dat wijzigingen alleen worden uitgevoerd in het onderhoudsvenster, dat er een actueel, volledig overzicht van alle configuratie-items is en dat medewerkers weten waar ze incidenten kunnen melden. van RegioOpleiders’, erkent Prinsse. Maar hij krijgt positieve feedback te horen van de cursisten. ‘Eentje zei: ik vind dit zo’n leuk aanbod, als ik een keer een halve dag kan helpen met een cursus dan doe ik dat gratis. En er was een vrouw die een klein winkeltje had, uit hobby geboren. Zij had een marketingcursus gedaan en zij belde om te zeggen dat ze het zo leuk vond. Een andere mevrouw schreef: ik zit twintig jaar in de WAO en ik heb ik nooit eerder de kans gehad om me gratis te ontwikkelen.’ Prinsse stelt zich hardop voor dat er ook mensen zijn die na twee cursussen denken: dit is niets voor mij. ‘Nou, dat zal. Maar veel mensen hebben een vrees voor leren en toetsen maken. Nu kun je vrij anoniem thuis aan de slag, mogelijk met toetsing, zonder dat je meteen voor het front staat.’ Het valt de Hardenbergse wethouder Gitta Luiten (werk en inkomen, PvdA) op dat de ADVERTENTIE Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang. Diverse gemeenten hebben cases lopen die met de Common Ground principes werken. Maar wat zijn nu de lessen uit de praktijk? Hoe komen we tot invoer van Common Ground? Waar staan we nu en welke weg moeten we nog gaan? Meer informatie op ictenoverheid.nl online aanwezigheidscijfers voor taalonderwijs voor statushouders hoger zijn dan live, al weet ze de exacte getallen niet. De actie om cursussen tijdens de crisis gratis aan te bieden is volgens Luiten onderdeel van een breder beleid. ‘We zijn al een tijdje bezig met een pak-je-kans-fonds, specifiek voor mensen die in de bijstand zitten, maar toch kan het voor mensen een te grote stap zijn. Toen kregen we dit aanbod van RegioOpleiders.’ ‘Het lijkt vooralsnog goed uit te pakken. We hadden eerst honderd plekken beschikbaar gesteld en die zaten binnen twee dagen vol. Wat voor ons belangrijk is, is dat mensen de controle over hun eigen leven terugpakken. In een periode dat je heel veel tijd hebt om je zorgen te maken, kun je beter een cursus doen. Zo komen ze positiever uit de lockdown dan wanneer ze zich op de bank zorgen zitten te maken.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld
36 SPECIAL ICT & CORONA DOOR: MARJOLEIN VAN TRIGT FOTO: BERT BEELEN De systemen waren er klaar voor, de mensen nog niet allemaal. Maar onder druk van de c oronacrisis blijkt er op het gebied van digitalisering veel meer mogelijk dan eerder gedacht, zag Constance Boogers, chief information officer bij de gemeente Nijmegen. CIO GEMEENTE NIJMEGEN CONSTANCE BOOGERS: ‘ WE MOETEN DEZE KANS NU GRIJPEN’ het regelde zich wel. Er was bijvoorbeeld altijd iemand op kantoor aanwezig die de fysieke post digitaliseerde, zodat we die thuis konden verwerken.’ ‘Het was raar om naar huis gestuurd te worden’, vertelt Constance Boogers. ‘We zijn al paar jaar bezig om de organisatie beter in staat te stellen om digitaal te werken. Thuiswerken kon en mocht al. Het voordeel was dat toen het moest, dat het ook kon. Wij hebben 1.600 mensen in dienst en nog een aantal mensen daaromheen. Er waren nog een paar honderd mensen actief achter de balie, op kantoor en in de buitendienst. In totaal zijn er ongeveer tweeduizend accounts. De meeste mensen hadden ook al een laptop of een ander device. Voor het deel dat in de knoop kwam omdat het de eigen laptop moest delen met een werkende partner of kinderen, hebben we laptops vanuit de organisatie verstrekt. Technisch is het soepel verlopen. Het is niet zo dat we alles al gedigitaliseerd hadden, maar Wat was de grootste uitdaging? ‘Het feit dat we elkaar letterlijk niet konden zien. In de chaos van het begin denkt iedereen zijn eigen videobelsysteem te kunnen kiezen. We hebben al een vrij goed ingericht kennissysteem op het intranet dat opeens veel werd gebruikt. Daar hebben we videovergadersysteem Jitsi aan toegevoegd. Jitsi is open source, makkelijk beschikbaar, intuïtief te gebruiken en je kunt veel mensen tegelijk zien. Er klonk wat gemopper over het leren kennen van een nieuwe videodienst, maar dat was na een paar dagen weg. Al blijft het vervelend dat je soms uit een belangrijk gesprek wordt gedonderd omdat je internetverbinding hapert. Maar dat moet je leren accepteren.’ In die beginperiode sloegen scammers en hackers hun slag. Ook bij jullie? ‘Toevallig werd er juist in deze periode een phishingtest uitgezet. De alertheid was hoog; onze helpdesk werd platgebeld. Vanaf het begin hebben we op ons intranet gewaarschuwd: let op, dit is een prachttijd voor hackers. Hou het in de gaten. Als je het niet vertrouwt, meld het, vraag na, klik er niet op. Een aantal mensen heeft daarnaast last gehad van rare berichtjes op WhatsApp. Op twee manieren zijn ze wakker geschud.’ Wat heeft u verrast? ‘De druk van de coronacrisis heeft geholpen om iedereen online te krijgen, óók de mensen die meenden dat het niet kon, dat het moeilijk was, dat ze te oud waren, et cetera. Ook binnen het management heb ik een heleboel mensen plotseling dingen zien doen waarvan ze vroeger zeiden dat ze er nooit aan zouden beginnen.’ Blijkbaar kan het nu toch wel. Is dat achteraf niet frustrerend? ‘Nee joh. Zo zeiden wij al een tijdje dat sommige processtructuren niet goed werkten, maar het management kwam er niet aan toe om ze anders in te richten. Doordat de Tozo digitaal moest worden klaargezet, ontdekten ze dat het inderdaad handiger kon. Sommige medewerkers riepen voorheen graag dat digitalisering niet mogelijk is omdat bewoners niet zo digitaal vaardig zijn, maar dat blijkt in deze periode ook erg mee te vallen. Mensen laten zich wel helpen.’ Hoe ervaren de inwoners de gemeentelijke dienstverlening in coronatijd? ‘Het grootste gedeelte redt zich prima. In de gewone dienstverlening verandert er niet zoveel. Je moet een afspraak maken, maar dan zijn we ook gewoon toegankelijk. Als je BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
SPECIAL 37 moet het eigenlijk wel informatieveilig, privacy-proof en archiefwaardig inrichten. Dat doen we allemaal op ons eigen houtje, naar een voorbeeld van elders en ook nog eens met een eigen sausje eroverheen. Dat is stom. Dus nemen we het initiatief om landelijk één standaard uit te werken voor Teams, samen met de VNG, zodat we het overal op dezelfde manier kunnen gaan inrichten. Dat is een stuk handiger voor de leveranciers die ons daarbij helpen. Bovendien kunnen we betere afspraken maken met Microsoft en een ander contract met hen uitonderhandelen, omdat het gaat om een contract met 355 gemeenten, in plaats van dat iedere gemeente het zelf zit te doen.’ ‘ De meerwaarde van standaardisatie begint echt in te dalen’ niet zo digitaal handig bent, kom je langs. De vraag is momenteel wel of we een risicogroep genoeg bereiken, waarin zich veel ouderen en mensen met een beperking bevinden. In wijkteams denken we erover na hoe dat beter kan.’ In hoeverre is corona ook voor de lange termijn een gamechanger? ‘Vergaderen kan prima digitaal, maar ik zie liever mensen in een echte vergadering. Wat we wel zeker anders gaan doen, is meer videovergaderen in plaats van reizen. We gaan veel minder bijeenkomsten organiseren waarvoor we allemaal naar Den Haag of naar Utrecht moeten. Ook landelijk zie ik het besef ontstaan dat het efficiënter kan. Daarvoor is kennisdeling noodzakelijk. Ik zit in een landelijk netwerk met de CIO’s en informatiemanagers en ik zit bij de taskforce samen organiseren. Daardoor is het makkelijk om even te overleggen: hoe doen jullie dat? Veel gemeenten hebben versneld Microsoft Teams aangezet. We kwamen er met z’n allen snel achter dat dat vervelend is, want je Eindelijk komt er dankzij de corona vaart in de standaard isering van de gemeentelijke ict-infra structuur? ‘En in de processen. We hebben allemaal geploeterd om de TOZO in een paar dagen voor elkaar te krijgen. Je wilde die mensen snel een antwoord kunnen geven en voorzien van geld als dat terecht was. We hebben het allemaal zelf moeten uit zoeken. Het was toch veel handiger geweest als we dat snel samen hadden kunnen doen? Dat kan nu niet, omdat iedereen het anders georganiseerd heeft. De meerwaarde van standaardisatie begint nu echt bij iedereen in te dalen. Je behoudt de bestuurlijke vrijheid om te bepalen welke dingen je belangrijker vindt dan andere gemeenten, maar bij een heleboel processen en producen liggen de criteria gewoon vast: een paspoort is overal hetzelfde, een uitkering grotendeels ook. We hebben alleen allemaal eigen applicaties. Het kan anders, maar de kost gaat voor de baat uit. Met het geld dat we op de lange duur BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Hoe zorg je ervoor dat een beladen boodschap goed landt bij de burger? En kun je door middel van communicatie positief bijdragen aan het beeld dat burgers hebben van jouw overheidsorgaan? Je komt erachter op 8 oktober op het Congres ICT & Overheid 2020. Tijdens onze workshop laten we zien hoe je met een combinatie van kwantitatief en kwalitatief pre-testen en gedragsmatige technieken een solide basis legt voor een optimale creatie. Zo geven we handvatten om een beladen boodschap of lastig thema op effectieve wijze te communiceren via online video. Een inspirerende case in samenwerking met de Politie.
SPECIAL 39 vrijspelen, kunnen we maatwerk bieden aan mensen die digitaal minder vaardig zijn.’ De noodzaak werd niet gevoeld. Nu wel. Wat levert dat uiteindelijk op? ‘De vraag is of we voldoende vasthouden van het voordeel van het crisisgevoel. Het kwartje kan twee kanten op vallen. We kunnen terugvallen in oude patronen of nieuwe kansen grijpen. Misschien vragen economische problemen straks zo veel aandacht van het bestuur, dat het vraagstuk van digitalisering naar de achtergrond verdwijnt. Dat zou jammer zijn, omdat we kansen kunnen pakken met ontwikkelingen die al eerder zijn ingezet. In onze gemeenten hebben we bijvoorbeeld al langer een zogenaamde passantenteller. Daarmee meten we anoniem hoeveel wandelaars, fietsers, bussen, vrachtwagens en auto’s er passeren in de binnenstad. Met het oog op de anderhalvemetersamenleving kunnen we de passententeller gaan inzetten voor crowdmanagement. Ook denken we na over hoe we kennis die wordt ontwikkeld aan de Radboud Universiteit op het gebied van E-health, kunnen geCOLUMN JAN VERHAGEN ‘ De vraag is momenteel wel of we een risicogroep g enoeg bereiken’ bruiken om de economie aan te jagen in onze stad. Een aantal sectoren staat onder druk. De eerste horecabedrijven zijn al omgevallen, dus je wil ook nieuwe werkgelegenheid organiseren.’ Aan welke kant valt dat kwartje volgens u op de lange termijn? ‘Als je het aan mij vraagt, zeg ik: het is logisch om in te zetten op de mogelijkheden van digitalisering. Maar ik zit al langer in het vak. Mijn overtuiging is niet altijd de overtuiging van alle anderen. De vraag is hoe de komende maanden uitpakken. Het hangt van meer af dan van de vraag of het kan.’ Wat is er volgens u dan nog meer voor nodig? ‘Dat we blijven voelen dat het een kans is en dat het lang genoeg duurt om ons te dwingen om die kans te grijpen. Voorlopig blijven wij thuiswerken. In het begin dacht iedereen dat het voor drie weken was, daarna dat het 1 juni zou worden voordat we zouden terugkeren op kantoor. Nu weten we al dat het minstens 1 september wordt. Komen wij dit jaar überhaupt nog met z’n allen op kantoor? Voorlopig zien we dat niet gebeuren, in ieder geval niet in dezelfde mate als voorheen. We moeten als overheid ook het goede voorbeeld geven. Dat vergroot de druk om de kansen van technologie te pakken. Als de waan van de dag er weer overheen gaat, is het moeilijk voorspelbaar. Gaan bestuurders last krijgen van afrekenvragen? Dan moeten ze zich gaan verantwoorden en gaat daar de aandacht naar uit. Maar als we focussen op het samen mogelijk maken van de anderhalvemetersamenleving, samen met de inwoners, de horeca en andere ondernemers, dan zie ik het kwartje zo de goede kant op vallen.’ BIJNA ALLE Sommige financiële termen zo zijn ruim bekend dat bijna alle mensen in je werkkring die kennen. Zo’n financiële term is ‘samen trap op, trap af’. Dat betekent dat het gemeentefonds en het provinciefonds meegroeien en meekrimpen met de rijksuitgaven. Stijgen de rijksuitgaven 4 procent? Dan gaat het gemeentefonds ook 4 procent omhoog. Roep verontwaardigd ‘trap af!’ en bijna alle mensen in je werkkring weten dat je bedoelt dat de gemeenten minder geld krijgen o mdat het rijk minder uitgeeft. Het leuke van deze term is dat bijna alle mensen hem snappen. Althans, dat denken ze. Bijna alle mensen snappen hem bijna. Er zijn maar weinig mensen die weten dat ook een deel van de inkomsten van het rijk meetelt voor de groei van het gemeentefonds. Hoe meer van die inkomsten het rijk krijgt, des te lager het gemeentefonds. Dus als het rijk bijvoorbeeld meer dividend krijgt, dan gaat het gemeentefonds trap af. En er zijn nog minder mensen die weten dat niet alle rijksuitgaven meetellen. Bijna alle rijksuitgaven tellen mee, niet alle. Twee soorten rijksuitgaven tellen niet mee. Ten eerste de rijksuitgaven aan het gemeentefonds en provinciefonds zelf. En aan het btw-compensatiefonds. En dan is er nog een tweede groep rijksuitgaven die niet meetellen. Dat zijn de rijksuitgaven die buiten de kaders van de rijksbegroting vallen. Met die kaders van de rijksbegroting legt het rijk zichzelf budgetbeperkingen op. Maar die eigen kaders overtreedt het rijk vrolijk, door sommige uitgaven niet mee te tellen: de uitgaven buiten de kaders. Welke uitgaven dat zijn? Dat bepaalt het rijk zelf. En het zal toch niet, hè? Het zal toch niet dat die rijksuitgaven buiten de kaders snel toenemen? Het zal toch niet dat de gemeenten dus niet trap op meegroeien ‘ 8 miljard euro telt niet mee’ met die snel stijgende rijksuitgaven? Ik heb het voor de zekerheid even gecheckt. En jawel, hoor. In 2018 gaf het rijk 10 miljard euro uit buiten de kaders, en in 2019 18 miljard euro. 8 miljard euro stijging. Had dat trap op meegeteld, dan hadden de gemeenten bijna een miljard euro extra trap op in het gemeentefonds gekregen. In 2017 gaf het rijk 14 miljard euro uit buiten de kaders. Dus ook meerjarig bezien groeien de rijksuitgaven buiten de kaders sneller dan de rijksuitgaven binnen de kaders. Bijna alle lezers van Binnenlands Bestuur voelen zich nu zwaar bekocht. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 40 SPECIAL ICT & CORONA OPTIMISME ESSAY TECHNOTijdens de coronacrisis gaat het technologisch optimisme hand in hand met zorgen over onze privacy en andere grondrechten. Deze spanning zal ook de toekomst van smart cities bepalen. Slimme steden moeten zich volgens Paul Strijp bij alle optimisme óók de vraag stellen: wat zijn de effecten van digitale technologie op onze inwoners? Het is allerminst zeker dat die er beter van worden. dels veelbesproken traceer-app, waar het OLVG-ziekenhuis een eigen check-app ontwikkelde. En burgers zelf? Die kunnen met een onvervalst staaltje citizen science meedoen aan een game om een eiwit te bedenken tegen het virus. En dan hebben we het nog niet over alle initiatieven om ongewenste neveneffecten van de crisis te bestrijden. Het online onderwijs was in no time geregeld, thuiswerken bleek best te doen, de platforms voor hulp aan kwetsbare burgers schoten als paddenstoelen uit de grond en de wetgever maakte vliegensvlug digitale besluitvorming door decentrale overheden mogelijk. Kort en goed: een indrukwekkende en niet meer weg te denken digitale dynamiek. Behalve verdriet heeft de coronacrisis ook gezorgd voor een ongekend optimisme over de mogelijkheden van digitale technologie. In een duizelingwekkend tempo namen bedrijven, overheden, non-profit instellingen, wetenschappers en burgers initiatieven. Om een paar voorbeelden te geven. Google en Apple werken aan een app om gebruikers van smartphones te waarschuwen bij contact met een besmet persoon. Het kabinet gaf opdracht voor de ontwikkeling van een inmidPRIVACY EN MÉÉR Het tegengeluid was direct hoorbaar. Vooral de traceerapp van het kabinet moest het ontgelden. De Autoriteit Persoonsgegevens kon er moeilijk chocola van maken. Was een app wel effectief om het virus in te dammen? Het kabinet had al eerder een waarschuwing gekregen van een groep wetenschappers. Zij stelden dat technologie zelden de oplossing is voor een maatschappelijk probleem. Bovendien zijn met een app niet alleen de privacy maar ook andere fundamentele rechten en vrijheden aan de orde. De vrijheid van vereniging, het recht op veiligheid, het recht op gezondheid en het recht op non-discriminatie bijvoorbeeld. Een Orwelliaans spook waarde boven Nederland. In dit spanningsveld tussen mogelijkheden en risico’s zal onze samenleving haar weg moeten vinden. Veel sectoren zullen door het coronavirus veranderen. Blijvend of tijdelijk. Dat geldt ook voor steden. Deze zullen zich concentreren op de vraag wat de noodzakelijke afstand tussen burgers betekent voor bijvoorbeeld sociale cohesie, verdichting, mobiliteit en toerisme. Eén ding is zeker: bij veel oplossingen zal digitale technologie een rol gaan spelen. In dat licht is de oproep van Co Verdaas, hoogleraar gebiedsontwikkeling, verstandig. Hij deed wat van een hoogleraar in tijden van onzekerheid verwacht mag worden. Niet de wijsneus uithangen maar vragen stellen. Vroegtijdig agenderen dus. Zijn vraag luidde: wat moet de nieuwe standaard worden voor digitale technologie in nieuw te bouwen woningen en steden? In essentie agendeert Verdaas daarmee de toekomst van smart cities. STROEVE RELATIE Een smart city gebruikt data en technologieën zoals het internet of things om de stad te besturen. Globaal zijn er twee stromingen. Aan de ene kant de centraal geleide slimme steden. Zoals Singapore, Songdo en Masdar. Deze zien de stad als een grondgebied dat vanuit één commandocentrum bestuurd kan worden. Ook het inmiddels ter ziele Quayside van Sidewalks Labs, een zusterbedrijf van Google, valt in deze categorie. Immers, het democratisch gehalte van dit project in Toronto liet te wensen over, to put it mildly. Aan de andere kant staan steden die het samenspel met bedrijfsleven en burgers juist voorop stellen. Partijen zetten data en technologie in om opgaven zoals energietransitie, klimaatbestendigheid, gezondheid, mobiliteit en circulariteit verder te brengen. Nederlandse steden werken van oudsher in deze traditie. Neem Brainport Smart District in Helmond. De Groene Amsterdammer en de Volkskrant schetsten een toekomstbeeld van deze wijk. Met woningen die energie opwekken met zonnecellen, douches met regenwater,
SPECIAL 41 drones die pakketjes bezorgen, elektrische wagentjes op afroep, sensoren in huis die je hartslag meten, kringloopsystemen voor de opwekking van duurzame energie, burgers die meebeslissen over de inrichting van de buurt en de regie krijgen over hun data. Een voorbeeld van een gedroomde slimme stad. Maar de werkelijkheid is niet alléén gedroomd. Want óók in Nederland is de centraal geleide stroming actief. Met hun kaarten-, taxi- en accommodatiediensten hebben tech-giganten als Google, Uber en Airbnb het stedelijke domein overhoop gegooid. En dat zullen ze blijven doen, reken maar. In de toekomst mogelijk ook met aanvullende diensten zoals zelfrijdende auto’s. Daarmee dragen deze bedrijven sterk bij aan de slimheid van steden. Steden zelf scharen deze giganten liever niet onder de noemer ‘smart cities’. Dat zal te maken hebben met de stroeve relatie. Partijen ontmoeten elkaar nogal eens in de rechtszaal. In die zin vormen de tech-bedrijven de ongemakkelijke smart cities. VERMINDERD DENKVERMOGEN So far, so good. Terug naar de vraag van Verdaas. Wat moet de standaard worden voor digitale technologie in woningen en steden? Deze moet op ten minste twee punten gedefinieerd worden. De slimme stad is niet nieuw. Stedenbouwkundigen uit vorige eeuwen hebben zich hier ook al over gebogen. Le Corbusier, Mumford en De Tocqueville bijvoorbeeld. De laatste staat bekend als de duistere profeet van de technologie. Waarom? Omdat technologie de mens volgens hem passief maakt. De Tocqueville wees op het gevaar van de naar binnen gekeerde burger als gevolg van alle ‘ Schenden privacy is het primaire businessmodel van techbedrijven’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
SPECIAL 43 PAUL STRIJP IS ADVISEUR ‘DATA EN NIEUWE TECHNOLOGIE / ORGANISATIESTRATEGIE’ BIJ DE PROVINCIE NOORD-HOLLAND. HIJ SCHREEF DIT ESSAY OP PERSOONLIJKE TITEL. technologische gebruiksvriendelijkheid. Daarmee raken we een essentieel punt. Een punt waarvoor ook grote denkers als de Amerikaanse socioloog Sennett en de Wit-Russische internetcriticus Morozov aandacht vragen. Sennett pleit voor weerbarstigheid en dubbelzinnigheid in de stad. Weerbarstigheid staat voor het menselijk vermogen om met obstakels en weerstand om te gaan. Een stad moet volgens hem stimuleren tot nieuwsgierigheid, inwoners uitnodigen om mee te denken. Echter, de efficiëntie van technologie zorgt ervoor dat je dat juist niet meer hoeft te doen. Je denkvermogen vermindert, technologie kan verdoven. Morozov voegt daar een aantal noties aan toe. Zoals imperfectie, wanorde en het maken van fouten. Noties die essentieel zijn voor onze vrijheid. Inefficiëntie is voor hem een zegen. Die zorgt ervoor dat mensen blijven leren. Welk beeld laten onze slimme steden zien vanuit de bril van deze twee heren? Dat is toch redelijk mager. Leidende documenten zoals de NL Smart City Strategie, een recent handboek van de Future City Foundation, de website van Brainport Smart District en de talloze documenten en brochures van smart cities ogen op dit punt ééndimensionaal. De dominante principes zijn optimalisatie, slimheid, internationale concurrentie, flexibiliteit en doelmatigheid van processen. En burgers moeten vooral snelheid, gemak en comfort worden geboden. Dat is het wel zo’n beetje. SHARED SPACES Er is absoluut veel aandacht voor participatie. Maar participatie is nog niet hetzelfde als uitdagen, weerbarstigheid of andere contra-intuïtieve principes van Sennett en Morozov. Natuurlijk, we kennen onze shared spaces. Verkeersruimtes die zijn ingericht als verblijfsruimtes. Zonder slimme verkeerslichten. Onder het motto liever veiligheid met onzekerheid dan ongelukken met duidelijkheid. Maar deze ruimtes tref je niet in de genoemde documenten. Is er dan echt helemaal niets? Jawel. Op pagina 162 (!) van het handboek van de Future City Foundation mogen twee onderzoekers van de Universiteit Twente een pleidooi houden voor nieuwsgierigheid en verrassing. Maar of deze hun weg al gevonden hebben naar stedelijke toepassingen? Wat is het tweede punt voor de standaard van Verdaas? Volgens Max Welling, expert op het terrein van kunstmatige intelligentie, vormen smart cities een voedingsbodem voor een maatschappij zonder privacy. “Het is één minuut voor twaalf”, zo laat hij optekenen in een boekje over zijn vakgebied. Het zal duidelijk zijn: het tweede punt gaat over privacy en andere grondrechten. Hoe zit dat? Met de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming zijn onze persoonsgegevens in veilige handen. Hoewel? Robbert Dijkgraaf, hoogleraar in Princeton, stelt dat het schenden van privacy het primaire businessmodel van tech-bedrijven is. Deze verkopen ongevraagd persoonlijke informatie op grote schaal door aan allerhande fondsen. Hij voorspelt dat de volgende crisis draait om datamisbruik. Is dit gegeven relevant voor slimme steden? Jazeker, en dan vooral met het oog op de ongemakkelijke slimme steden. Want laten we eerlijk zijn. Welke wethouder kan de verleiding weerstaan als Google zich ooit meldt met plannen voor een nieuwe woonwijk of zelfrijdende auto’s? Welke wethouder herinnert zich dan de woorden van Dijkgraaf? Voor de goede orde: Dijkgraaf en Welling zijn géén krullenjongens. Beiden gelden als internationale autoriteiten en zijn géén rabiate privacy-voorvechters. Het spook van Zuboff, de Amerikaanse auteur die schreef over het surveillance-kapitalisme, waart boven Nederland. WILDWEST Dan de niet-persoonsgebonden data. Big data over water-, vervoers-, energie- en materialenstromen in een wijk bijvoorbeeld. In de nabije toekomst wellicht aangevuld met data over corona-besmettingen. Wat blijkt? Volgens onderzoek van het WODC is het Nederlands recht nog niet ingericht om de verzameling, analyse en het gebruik van deze data te beschermen. Een decor voor wildwest taferelen dus. Hoewel inwoners deze data vaak genereren kan het bedrijfsleven er zo mee vandoor gaan. Aantrekkelijk, want die data vertegenwoordigt economische waarde. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de participanten van het project in Helmond zijn zich hier zéér van bewust. Zij kennen de burger het beschikkingsrecht over data toe. Dat geldt ook voor een handjevol gemeenten die met codes, datamanifesten en ethische commissies experimenteren. Maar het merendeel van de gemeenten vertoont weinig risicobewustzijn. Lees de talloze ‘ Merendeel van gemeenten vertoont weinig risicobewustzijn’ ronkende verhalen over smart cities. En zolang gemeenten onwetend zijn, blijven ook inwoners dom. Zij worden niet gestimuleerd om data verantwoord te delen of te verkopen. Zou het niet interessant zijn als gemeenten, burgers en bedrijven standaard een level playing field met elkaar creëren om over die data te onderhandelen? GRONDRECHTEN De corona-crisis was er plots. Als een sluipmoordenaar vanuit China. Deze heftigheid leidde onmiddellijk tot een democratisch patroon van acties en reacties op digitale toepassingen. Dat ontbreekt bij de ontwikkeling van smart cities. Deze verloopt geleidelijk en ongemerkt, zonder de noodzakelijke checks and balances. Niettemin is de impact van slimme steden op inwoners enorm. Kort en goed is de kernvraag wat steden gaan ondernemen om te voorkomen dat hun inwoners in slaap sussen en een beetje dommer worden. Dat moet ook de essentie zijn van de standaard van Verdaas. Het eerste punt van die standaard is een zoektocht. Naar de toepassing van contra-intuïtieve en tegendraadse principes in de digitale stedelijke werkelijkheid. Het tweede punt gaat over bewustwording van privacy en andere grondrechten. Standaarden hiervoor zijn reeds voorhanden. Met de principes van de VNG maar ook met bijvoorbeeld de handvatten van Anita Nijboer van bureau Kennedy Van der Laan. Zij toont gemeenten hoe zij plannen voor smart cities kunnen borgen in een verordening, omgevingsplan of overeenkomst. En deze zomer komt de Autoriteit Persoonsgegevens met een onderzoek naar de waarborg van privacy in smart cities. Schuilt de werkelijke opgave voor smart cities, óók bij de inrichting van de anderhalve -meter-samenleving, niet in het buiten de deur houden van de introverte mens van De Tocqueville en de spoken van Orwell en Zuboff? BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Laat online formulieren meegroeien mét uw organisatie! Schulinck e-Diensten Met Schulinck e-Diensten beschikt u over een oplossing om online formulieren te implementeren, deze eenvoudig te integreren in uw website en beschikbaar te stellen aan uw burgers. Schulinck e-Diensten is speciaal ontwikkeld om uw organisatie uitgebreid te ondersteunen bij uw digitale dienstverlening en de implementatie daarvan. Het is sinds 2011 in gebruik bij middelgrote en grote organisaties en heeft zich in de praktijk bewezen. Schulinck e-Diensten gaat verder dan het beschikbaar stellen van een aantal online formulieren. Afhankelijk van de behoefte van uw organisatie, kunt u elk gewenst formulier, beslisbomen of berekeningen toevoegen. Wijzigende omstandigheden of nieuwe inzichten kunt u dus snel en eenvoudig doorvoeren. Online aanmeldingsformulier Tozo Op deze manier hebben wij verschillende organisaties vrijwel direct kunnen ondersteunen bij de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Al op 17 maart 2020 (direct na het bekendmaken van de regeling) kwam een eerste meldingsformulier beschikbaar. Naarmate de contouren van de regeling duidelijker werden is de inhoud van het formulier hierop aangepast. Grote kracht van onze online formulieren is dat ze schaalbaar zijn en daarmee toepasbaar voor iedere situatie. Kijk voor meer informatie op Schulinck.nl MAAT INHOUD XS S Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie (Automatisch) doorzetten tot een werkproces in uw uitkeringsapplicatie M Er wordt (wanneer mogelijk) direct een beschikking gegenereerd Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie (Automatisch) doorzetten tot een werkproces in uw uitkeringsapplicatie L Er wordt (wanneer mogelijk) direct een beschikking gegenereerd Online formulier wordt afgeleverd bij uw organisatie Geautomatiseerd verwerken in uw uitkerings applicatie (dus niet alleen een werkproces, maar ook een volledig uitkeringsdossier met betalingscomponenten).
DOOR: MICHIEL MAAS FOTO: ROBIN UTRECHT / ANP ICT & CORONA SPECIAL 45 De ‘verglazing’ van Nederland krijgt gestalte. Marktleider KPN wil voor eind volgend jaar een miljoen huishoudens aansluiten op glasvezel. Met de thuiswerkrevolutie twijfelt niemand nog aan de noodzaak. ‘Gemeenten vragen of we niet eerder kunnen starten.’ THUISWERKEN VEREIST BETER NETWERK VERSNELD AAN DE GLASVEZEL ‘ We zijn met alle gemeenten in gesprek’ Wat de evangelisten van het Nieuwe Werken de afgelopen twintig jaar niet lukte, kreeg het virus in een week voor elkaar: half Nederland werkt thuis, en vergadert via pc, laptop of mobiel. Al die applicaties vragen om goede internetverbindingen. De meeste huishoudens hebben nog een verbinding met een relatief beperkte bandbreedte. Als de ene huisgenoot online een film kijkt terwijl de ander in een beeldvergadering zit, dan kan de boel al haperen. Van de acht miljoen woningen in Nederland zijn er nu maar zo’n drie miljoen van snel glasvezel voorzien. In veel gemeenten namen wethouders bij de aanleg van glasvezel een afwachtende houding aan. In tegenstelling tot andere ondergrondse infrastructuur is de telecommunicatie een marktkwestie. Gemeenten spelen formeel alleen een faciliterende rol in vergunningverlening. Maar de grotere druk op netwerken, en vooral de vraag naar betrouwbare en snellere verbindingen tijdens de coronacrisis, heeft het belang van een fijn vertakt glasvezelnetwerk alleen maar groter gemaakt. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
SPECIAL 47 Dat merken ook Joost Steltenpool, verantwoordelijk voor het vaste netwerk bij KPN en de uitrol van glasvezel in Nederland, en hoofd van de regiodirectie Willem Offerhaus. Al ver voor de uitbraak van het coronavirus schaalde het bedrijf de aanleg van glasvezel tot de voordeur op. Dit jaar wordt het proces verder versneld. Steltenpool: ‘We hebben een drie jarenplan, dus we kijken ver vooruit. Het streven is om tot eind 2021 een miljoen huishoudens aan te sluiten. We liggen op koers: al die projecten zijn al in operatie. We zijn met alle gemeenten in gesprek.’ Offerhaus: ‘De vraag of het niet sneller kan, wordt nu wel vaker gesteld. Zeker in stadscentra, waar de drukte door de crisis veel minder is en graafwerk daardoor minder overlast geeft.’ Steltenpool: ’We doen dat als we kunnen. Maar ik heb helaas geen groep aannemers klaarstaan om die klus direct op te pakken.’ ZELF DOEN Gemeenten kunnen zelf ook een en ander doen om het proces te versnellen, ziet Offerhaus. ‘Er zijn wel een paar zaken waar we tegenaan lopen. Om een praktisch voorbeeld te noemen: voor de aanleg van glasvezel zijn meer, maar wel kleinere, verdeelstations of POP-kasten nodig. Die moeten we ergens neer kunnen zetten. Gemeenten kunnen helpen om locaties te vinden. Daarnaast lopen we soms tegen regelgeving aan. Glasvezel kunnen we op 30 centimeter diepte leggen, maar regelmatig lopen we tegen voorschriften aan die een diepere geul voorschrijven. Zo’n geul betekent meer werk, een langere aanlegtijd en hogere kosten. Daarnaast verschillen de leges soms aanzienlijk. We zien bijvoorbeeld dat gemeenten die glasvezel echt graag willen lagere kosten in rekening brengen.’ Volgens Offerhaus komt KPN er met de gemeenten altijd wel uit, maar het afgelopen jaar kreeg het telecombedrijf ook kritiek. KPN zou bij de aanleg van glasvezel een grillige koers varen: na de overname van Reggefiber in 2014 nam de aansluiting van nieuwe huishoudens nauwelijks toe. Concurrenten die in dat gat wilden stappen, klaagden over de marktleider: KPN zou pas interesse tonen in de aanleg van glasvezel als een concurrent een initiatief heeft gestart. Daarna meldt KPN zich ineens ook op de markt, maar alleen in de bewust op zoek naar plekken waar een andere partij actief is. Onze planning en strategie voor een uitrol ligt grotendeels vast. Dus als we ergens aan de slag gaan, zijn we al heel lang bezig met de voorbereiding. In een aantal gevallen waarin concurrenten klaagden over het feit dat wij er ‘ineens’ ook glasvezel uitrolden, wisten we vaak niet eens dat die partijen met initiatieven bezig zijn. Terwijl het bij ons al tijden op de planning stond.’ TWEE NETTEN ‘Onze planning en strategie ligt grotendeels vast’ wijken waar een glasvezel-uitrol winstgevend is. Niet in de buitengebieden. Ook de Autoriteit Consument en Markt (ACM) publiceerde najaar 2019 een kritisch rapport over de handelswijze van KPN, maar trok wel de conclusie dat het bedrijf geen regels overtreedt. VERWEERD KPN heeft zich altijd verweerd tegen de kritiek. Steltenpool: ‘Het zag er van buiten misschien uit alsof we gestopt zijn met de aanleg van glasvezel, maar dat is niet zo. We zagen in 2008 al dat ADSL, internet over de koperlijn, te langzaam is voor de hoeveelheid data die over het net zou gaan. Maar we wisten ook dat glasvezel tot iedere voordeur niet op heel korte termijn was te realiseren. Dus hebben we gekozen voor een hybride vorm: eerst glasvezel aanleggen tussen de wijkkasten en de centrales, en het laatste stukje tot de voordeur pas doen als dat klaar is. Op die manier kunnen we al wel het snellere VDSL bieden. Maar dat is een tussenoplossing. Als de woningen zijn aangesloten op glasvezel, zetten we de koperlijntjes uit.’ Als marktleider vangt KPN nu eenmaal veel wind, denkt Steltenpool. ‘We gaan zeker niet In sommige gevallen leiden de activiteiten van verschillende aanbieders ertoe dat in een gemeente twee glasvezelnetten worden aangelegd. Ook voor KPN niet wenselijk, zegt Steltenpool. ‘Partijen moeten zoveel mogelijk samenwerken in het belang van de consument, maar het blijft een vrije markt. Wij laten de aanleg van glasvezel in buitengebieden vaak over aan partijen waar we mee samenwerken. Die zijn gespecialiseerd in die gebieden. Wij bieden onze diensten dan over dat netwerk aan. Dat heeft niet onze voorkeur. Wat gebeurt er als het netwerk wordt verkocht? Moeten wij dan klanten die onze diensten afnemen terugkopen? In die gevallen kiezen we ervoor om zelf uit te rollen.’ Gemeenten zijn erbij gebaat om een actieve rol te spelen in de aanleg van glasvezel. Maar terwijl sommige gemeenten zeer betrokken zijn, kiezen andere voor een veel passievere rol. Volgens Offerhaus zijn de verschillen tussen gemeenten al merkbaar in de afspraken die er gemaakt zijn in het gemeentebestuur. ‘Als de aanleg van glasvezel in het collegeakkoord is opgenomen, dan is er een politieke wil om een project uit te rollen en zie je dat iedereen zijn schouders eronder zet. Dan gaat het veel sneller.’ Steltenpool: ‘De uitrol van glasvezel is de komende jaren één van de grote infrastructurele projecten van Nederland. We vliegen dit dan ook aan als een groot project, zodat je planningen op elkaar kunt afstemmen. Het is funest om een bouwploeg te hebben die stilstaat omdat het proces elders stokt. Wat zeker helpt is uniformiteit in de afspraken met overheden. Als we afspraken kunnen maken met provincies of metropoolregio’s over de aanpak en planning, dan kunnen wij die uitrol versnellen. Door werkzaamheden achter elkaar te plannen en bouwstromen aan de gang te houden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
48 SPECIAL ICT & CORONA DOOR: KATJA KEUCHENIUS FOTO: INDRA SIMONS Dat overheidsdiensten nu sterker op hun digitale kanalen leunen, is niet voor even, denkt hoogleraar Wolfgang Ebbers. Hij is gespecialiseerd in de digitale relatie tussen overheid en burger. N de coronacrisis zijn online diensten nog harder nodig. ‘We moeten hee scherp in de gaten blijven houden of dat wel inclusief gebeurt.’ HOOGLERAAR WOLFGANG EBBERS: ‘ONLINE NIET VOOR IEDEREEN EFFICIËNTER’ Werkt het digitaliseren van een dienst eigenlijk beperkend? Omdat alles meer in hokjes moet passen? Even om te beginnen: bent u een voorstander van digitalisering? ‘Ik ben niet voor of tegen, ik sta daar neutraal in. Als wetenschapper en adviseur bekijk ik hoe overheden digitale diensten implementeren en wat dat betekent voor burgers en o ndernemers. Daar zie ik voordelen en nadelen.’ Welke dingen gaan mis? ‘Ik zie vooral dingen goed gaan. In een stroomversnelling hebben gemeenten digitale dienstverlening voor crisismaatregelen opgetuigd. Kijk naar de Tozo-regeling. Binnen een paar weken tijd is voor Tozo-1 al zo’n omvangrijke regeling uitgerold. Dat kon alleen omdat we digitale dienstverlening hebben. Met wij bedoel ik de overheid, maar ook de samenleving. Omdat in Nederland veel ondernemers digitaal zijn, kunnen we die doelgroep snel bereiken. Je kunt er natuurlijk wel je vraagtekens bij zetten of alles goed is gedaan. Omdat er verschillende formulieren zijn gebruikt, hangt het als zzp’er bijvoorbeeld maar af van je vestigingsplaats hoe makkelijk je aanvraag is.’ Gebruiken veel overheden al chat op hun website? ‘De exacte stand van wie welke app gebruikt, weet ik niet. Maar chat is eigenlijk nog maar een relatief arm kanaal. Je hebt rijke kanalen nodig om complexe vragen te beantwoorden. Zeker nu overheden genoodzaakt zijn om dingen online af te handelen en er tegelijkertijd veel vragen ontstaan bij burgers. Je kunt dan rijkere communicatiemiddelen inzetten, zoals Zoom, Facetime of Skype, zodat je er ook een gezicht bij hebt.’ Dat komt dus allemaal nog wel neer op menselijke interactie? ‘Ja, in deze tijden is het wel fijn dat mensen ‘Diensten die al sterk gedigitaliseerd zijn, kennen strakke processen. Dat zijn bijvoorbeeld registratiediensten, zoals aangifte doen, of informatiediensten. Wat pas veel later komt – en nu in de huidige crisis belangrijk gaat worden – zijn communicatiediensten. Als mensen iets niet snappen, hebben ze er behoefte aan om iemand te spreken. Ook al heb je de informatie nog zo zorgvuldig uitgewerkt, die kan onzekerheid oproepen. Steeds meer mensen zijn gewend om digitaal eerst iets uit te zoeken en voor complexe vragen de telefoon te pakken. Communicatieprocessen lopen dus doorgaans via de telefoon, maar ook wel via balies en spreekkamers. Tegenwoordig zie je meer online communicatie ontstaan, zoals chatprogramma’s of via sociale media.’ het menselijke aspect bij de overheid zien. Ik kan me voorstellen dat het belangrijk is om warm contact te hebben met overheden.’ Die communicatiediensten heeft lang niet elke overheid paraat. ‘Nee. Dat ging in de eerste twee, drie weken van de lockdown niet overal goed. Callcenters moesten over meerdere locaties worden verdeeld en technologie werd vanuit callcenters naar thuissituaties gebracht. En dan was er ook nog een lagere bezetting omdat mensen ziek werden. De telefonische bereikbaarheid was in eerste weken niet zo goed. Nu hoor ik daar niets meer over.’ Hoe was het vóór corona eigenlijk gesteld met digitalisering bij de overheid? ‘Steeds meer diensten gingen online. Maar tegelijkertijd werd de roep steeds luider om andere kanalen open te houden en diensten zo vorm te geven dat alle groepen in de samenleving ermee overweg kunnen. Dat was geen vanzelfsprekendheid. Het ministerie van Binnenlandse Zaken moest er fors op sturen, met allerlei ondersteuning op het gebied van inclusie en toegankelijkheid.’ Zoals inloggen met DigiD? ‘Dat is niet wat ik met toegankelijkheid bedoel. Kunnen gebruikers goed omgaan met de systemen? Snappen ze het? Is het geschikt voor visueel of auditief gehandicapten? Is het taalniveau B2? Hoe zit het met de vindbaarheid van informatie op website? Zo kun je allerlei kwaliteitseisen stellen aan toegankelijkheid. Maar bij inclusie speelt nog BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Na el SPECIAL 49 ‘ Digitale diensten hebben we na de crisis alleen maar méér nodig’ meer mee. Het gaat bijvoorbeeld ook om: zijn er alternatieve kanalen die mensen kunnen gebruiken als ze er online niet uit komen?’ Dat digitaliseren gebeurt nu dus versneld. Maakt u zich zorgen of dat goed gaat? ‘We zitten nog grotendeels in een crisissituatie, waar alles heel centraal wordt aangestuurd. Bij de herstelmaatregelen die er aankomen wordt de regio meer betrokken. De centrale overheid kijkt voor het weer op gang krijgen van de economie bijvoorbeeld naar de regio en gemeenten. Daar zit meer uitvoeringskracht en zicht op hoe de lokale economie in elkaar steekt. De druk om daarvoor digitale diensten te gebruiken gaat nog verder toenemen, vanuit zowel de overheid als de samenleving. We moeten er heel scherp op zijn of dat goed gaat. Of die diensten voldoende inclusief worden.’ Is het niet zo dat er minder digitale diensten nodig zijn als we weer naar herstel gaan? ‘De herstelmaatregelen moet je treffen in een anderhalvemetersamenleving. Het ligt dus voor de hand dat je de digitale middelen die je al gebruikte, nog sterker gaat gebruiken. Je ziet dat onze afhankelijkheid van digitalisering overal is toegenomen. Thuis werken, Tozo-regelingen, online vergaderen. Men gaat het nut daarvan zien, want de efficiëntie is groter online. Probeer je maar eens voor te stellen hoe de realisatie van de Tozo-regeling er offline uit had gezien. De overheid kan veel hulp krijgen van digitalisering, maar dan moet dat wel op een inclusieve manier gebeuren. Want heel veel mensen zullen van die maatregelen gebruik moeten maken.’ Dat was dus al lastig. Is dat versneld nog lastiger? ‘Ik ben bezig aan een nationaal toetsingskader inclusieve diensten, samen met collega’s van de Radboud universiteit, ICTU en de gemeente Amsterdam. We hebben wetenschappelijk onderzoek gedaan naar wat digitale diensten nou inclusief maakt, zodat alle burgers met die dienstverlening aan hun verplichting kunnen voldoen en hun rechten kunnen uitoefenen. Daar kwamen een tiental factoren uit.’ Wat zijn de belangrijkste? ‘Ze zijn allemaal belangrijk, maar complexiteit is er bijvoorbeeld één. Een regeling die CV WOLFGANG EBBERS Wolfgang Ebbers is bijzonder hoogleraar ‘ICT en strategische innoveren in de publieke sector’ aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en adviseur bij PBLQ, adviesbureau voor de publieke sector. Samen met de Radboud universiteit, ICTU en de gemeente Amsterdam werkt hij aan een nationaal toetsingskader inclusieve dienstverlening. Meer op https://inclusiekader. gebruikercentraal.nl/ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
50 SPECIAL ICT & CORONA moeilijk te begrijpen is of moeilijk is neergezet, sluit uit. Dat doet in de regel ook een dienst die is ontwikkeld en ontworpen zonder eindgebruikers erbij. Dan zijn er vaak mensen die er niet mee om kunnen gaan.’ Is er ook een groep die gewoon niet wil? ‘Er is een groep die niet online gaat, maar dat heeft heel uiteenlopende redenen. Mensen zitten bijvoorbeeld in de gevangenis of hebben een ernstige verstandelijke beperking. De groep die echt niet online wíl is vermoedelijk klein. Ik ben altijd supervoorzichtig met uitspraken daarover, want het is niet bekend hoe dat nou precies in elkaar zit. Zo’n 4 tot 6 procent van onze bevolking boven de vijftien jaar komt niet of nauwelijks op internet.’ Dan wordt een digitale dienst volledig inclusief maken dus lastig? ‘Dat zou betekenen dat 100 procent van alle mensen die van jouw dienstverlening gebruik zouden wíllen maken, dat ook kúnnen. Dat iedereen er zijn rechten of plichten mee kan uitoefenen, is iets anders dan dat iedereen dat doet of wil. Bied je naast digitale kanalen nog offline kanalen aan om je recht te kunnen uitoefenen? Of bied je hulp aan? Dat draagt bij aan inclusiviteit. Het aantal digitale aangiftes bij de Belastingdienst is bijvoorbeeld enorm hoog. Dat komt omdat digibeten geholpen worden, formeel of informeel. Het aanbieden van een hulpstructuur draagt dus ook bij aan inclusiviteit.’ Hoe kun je daar als gemeente bij helpen? ‘Denk na over hulpstructuren. Hoe kunnen mensen die moeite hebben met het digitale geholpen worden? Zijn er bijvoorbeeld familieleden die in deze crisis nog thuis langskomen, ook als er een tweede golf komt? Je kunt daarover een communicatiecampagne starten, in een huis-aan-huisblad bijvoorbeeld. Voor diensten die veel gebruikt worden kun je een speciale hulppagina maken, voor mensen die mensen helpen: help de helper. Hoe denk je overigens dat het gaat als die corona-app er komt? Die kan waarschijnlijk niet iedereen installeren. Dat is nou ADVERTENTIE typisch zo’n herstelmaatregel waarbij verschillende overheden kunnen meehelpen en meedenken over hoe je zo’n app uitrolt.’ Blijven we meer digitaal vergaderen? ‘Dat hangt sterk van hoe lang deze crisis duurt en of er nog een tweede golf komt. Als we nog lang digitaal blijven werken, raakt dat geïncorporeerd. Dan zou ik niet weten waarom mensen terug zouden willen naar de oude situatie. Ook de manier waarop mensen kiezen over hoe zij interacteren met de overheid, is grotendeels gewoontegedrag. Uit gewoonte mailen ze, of bellen ze. Dat is een belangrijke factor. In deze crisis worden we geforceerd ons andere gewoontes aan te meten. Die bepalen straks hoe wij verder willen. Als deze situatie morgen voorbij zou zijn, zou het zomaar kunnen dat we weer in de auto en de trein springen en dwars door het land scheuren om allerlei vergaderingen te bezoeken. Maar als de crisis lang duurt, gaat het gewoontegedrag worden om dingen digitaal te willen doen. Vanuit de overheid als aanbieder, en vanuit de burger als vrager.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
OPINIE 51 DE ZWAKTE VAN GRIP 4 DAADKRACHT, DRAAIORGELS EN DEMOCRATIE “Een opdracht voer je uit” is de stoere titel van het interview met Jaspert Verplanke, commandant bevolkingszorg bij Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland (VrZW), in Binnenlands Bestuur van 17 april 2020. De titel en de strekking van het artikel geven kracht en zwakte van de GRIP 4-situatie weer. GRIP staat voor Gecoordineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure en in de GRIP 4-situatie is er sprake van een gemeente overschrijdend incident. Zoals nu de coronacrisis. Tijdens deze situatie is de voorzitter van de Veiligheidsregio in charge en heeft verregaande bevoegdheden. De kracht hiervan is dat je tot snelle uitvoering kunt overgaan. Daadkracht is wat noodzakelijk is tijdens een crisissituatie. Dan heeft het bestuur en de hulpdiensten de ruimte nodig om te handelen. Echter nu is er sprake van een langdurige GRIP 4-situatie. De ruimte in de uitvoering wordt dan nauwelijks begrensd door het afleggen van verantwoording van de keuzes. Immers, de gemeenteraden van de Veiligheidsregio’s staan min of meer buitenspel. STEVE SMIT ‘ Vrijheden en democratie zijn net zo belangrijk om te verdedigen als gezondheid, welzijn en welvaart’ Daar begint het te knellen. Zeker als het om ingrijpende zaken gaat zoals die in de noodverordening staan genoemd, waarbij grondrechten van burgers worden ingeperkt. Denk daarbij aan de vrijheid van vergadering en zelfs het huisrecht. Enkele Veiligheidsregio’s denken immers ook de bevoegdheid te hebben om achter de voordeur te controleren. Binnen de lokale crisisteams kan de tunnelvisie ontstaan om zaken anders dan uitvoering niet mee te nemen. Denk daarbij aan afwegingen anders dan openbare orde en veiligheid. Dan gaan mensen denken in termen als ‘frontlinie’ en stoere oneliners als ‘de tijd van uitleggen en begrip tonen is wel zo’n beetje voorbij’. En dat in een democratische rechtsstaat waar grondbeginselen als democratische legitimiteit van wezenlijk belang zijn. Juist in een langdurige situatie waarbij er spanning in de maatschappij is, moet de gemeenteraad haar rol kunnen oppakken. En dat zijn de welbekende rollen: kaders stellen, controleren en het volk vertegenwoordigen. In de huidige situatie kan dit niet. De voorzitter van de Veiligheidsregio is immers de baas. Dat is meestal de burgemeester van de grootste gemeente in een Veiligheidsregio. In het geval van VrZW is dat Jan Hamming van Zaanstad. FOTO: MARCO DE SWART/ANP Dan krijg je soms rare situaties. Bijvoorbeeld in Oostzaan waar een dochter voor de 75e verjaardag van haar moeder een draaiorgel had geregeld. Binnen korte tijd stonden de BOA’s en de politie voor de deur en kregen ze een boete van 390 euro gepresenteerd. Groot was de verontwaardiging op de sociale media. Zo groot dat de burgemeester van UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. Oostzaan schoorvoetend de boete moest opschorten. Sociale media neem hierbij de controlerende rol over van de gemeenteraad. Vreemd in een democratische rechtsstaat waar juist de raad gevoelens vanuit de gemeenschap kan kanaliseren. De gemeenteraad is het hoogste orgaan van de gemeente. Zij moet juist in een langdurige situatie met een dergelijke impact op de samenleving richting kunnen geven. Hoogleraar Wim Voermans geeft vanuit juridische hoek kritiek op de noodverordeningen, maar ook vanuit democratisch oogpunt kan en moet het anders. De regering probeert een en ander te repareren via een noodwet, maar het zou goed zijn om in de evaluatie van de coronacrisis de GRIP-structuur mee te nemen. Na een gezondheids- en economische crisis zitten we niet te wachten op een crisis in de democratische rechtsstaat. Vrijheden en democratie zijn net zo belangrijk om te verdedigen als gezondheid, welzijn en welvaart. Steve Smit, politicoloog/ inwoner van Oostzaan, één van de gemeenten binnen VrZW BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
52 OPINIE VAN DEENSE AANPAK NAAR EEN NEDERLANDS MODEL VERBIND JUSTITIE EN DE (KANSARME) WIJK Kansarme stadswijken vormen een voedingsbron voor ondermijnende criminaliteit. En wie ondermijnende drugscriminaliteit serieus terug wil dringen moet naast steviger handhaving ook preventieve strategieën ontwikkelen die zich op wijken en buurten richten waar de aanwas van nieuwe criminelen plaatsvindt. We kunnen als samenleving niet accepteren dat drugscriminelen kwetsbare (jonge) mensen misbruiken voor hun businessmodel en hun toekomst in gevaar brengen. Het Strategisch Beraad Ondermijning (SBO) heeft daarom een project weerbare wijken geëntameerd waarbij de inzet is tot nieuwe aanpakken te komen. Als vervolg van een eerder essay, ‘Weerbare wijken tegen ondermijning’, is Hans Boutellier gevraagd om een agenderend stuk te schrijven over de vraag hoe de justitiële functie een rol kan spelen in een breder sociaal offensief dat in een aantal grootstedelijke wijken noodzakelijk is. Dit met het oog op de visievorming met betrekking tot een vernieuwende wijkaanpak, die in het voetspoor van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid op een aantal plekken in ons land de komende kabinetsperiode van de grond moet komen. ‘ PETER NOORDANUS De verbinding tussen justitie en wijk is geen nieuw vraagstuk. In de tachtiger jaren werd in een aantal gemeenten al geëxperimenteerd met wijkkantoren van het Openbaar Ministerie. Ook kwamen daarna de veiligheidshuizen tot stand en werden er voor stelselmatige daders, die grote schade toebrachten aan de leefbaarheid en veiligheid van buurten 'top-600'-aanpakken ontwikkeld. De experimenten met 'justitie in de buurt' verzandden en werden mede in verband met bezuinigen beëindigd. Bij de zorg- en veiligheidshuizen – ik weet dat vanuit mijn ervaring als burgemeester – was het op peil houden van de bezetting vanuit het OM een constante worsteling. De introductie van ZSM – de versnelde afdoening van zaken op arrondissementsniveau – maakte het er niet eenvouUW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. ‘De experimenten met ‘justitie in de buurt’ verzandden’ FOTO: SHUTTERSTOCK diger op. De noodzaak om preventie en repressie beter te verbinden maakt het nodig om opnieuw naar de justitiële functie in de wijk te kijken. Repressie zonder iets te doen aan de oorzaken schiet immers niet op en is eindeloos. Preventie zonder justitieel sluitstuk is tandeloos. Het gaat erom sociale aanpakken effectiever te maken en ook waar nodig is van een bindend sluitstuk te voorzien. In het essay van Boutellier cs. Een wereld in wijken te winnen schetsen auteurs een aantal interessante perspectieven. Ik noem wijkrechtspraak ontleend aan het inspirerende Amerikaanse voorbeeld van het 'Red Hook community Court' waarmee in Brabant en Rotterdam geëxperimenteerd wordt. Maar ook pogingen om met 'reclassering in de buurt' het reclasseringswerk beter te verbinden met gemeentelijke sociale wijkaanpakken. Ditzelfde zou volgens mij kunnen en moeten gebeuren met de Raad voor de Kinderbescherming en gemeentelijke jeugdhulp. En de veiligheids- en zorghuizen kunnen als het om de preventie van ondermijnende criminaliteit best een stevige impuls gebruiken. In de regionale versterkingsplannen met betrekking tot ondermijning zitten interessante initiatieven, waarbij geprobeerd wordt met persoonsgerichte interventies te voorkomen dat nieuwe generaties de criminaliteit in gelokt worden. Kern van die aanpakken is de hardcore criminelen aanpakken met strafrecht en voor de meelopers alternatieven op het gebied van opleiding en werk aanbieden maar niet op een vrijblijvende manier. Een versterking van de justitiële functie in de wijk kan hier zeker bij helpen en kan maken dat er naast de Deense wijkaanpak een Nederlandse aanpak gaat ontstaan waarin de stelligheid van interventies wordt bereikt door ze enerzijds goed te laten aansluiten bij de situatie van betrokkenen, maar ze minder vrijblijvend te maken. Mr. P.G.A. Noordanus, Voorzitter Strategisch Beraad Ondermijning BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 DOOR: TON BESTEBREUR BOEK RECENSIE 53 INSTITUTEN VAN DE STAAT VERTROUWDE BAKENS IN ONRUSTIGE TIJDEN Is een duur en dik boek over staatsinrichting anno 2020 nodig? Ook onder juristen is het staatsrecht en de staatsinrichting voor maar enkelen een geliefd onderwerp van studie. Instituten van de staat zijn een gegeven waarover maar weinigen zich het hoofd buigen. Toch blijkt het in tijden van spanning of crisis van groot belang dat we onze instituten koesteren door hun functioneren te bestuderen en waar mogelijk te verbeteren. Konden we daarvoor vroeger terecht bij de kloeke handboeken zoals van Van der Pot en Donner, inmiddels is een nieuwe generatie staatsrechtdeskundigen aangetreden die ons wegwijs maakt door de moderne staatsinrichting. Het nieuwe boek ‘Instituten van de staat; onder redactie van Muller et al. is een eigentijdse gids door het landschap van ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, zelfstandige bestuursorganen, inspecties politie en veel meer. Behalve zo feitelijk mogelijke beschrijvingen van een kleine twintig instituties bevat het boek ook een aantal rechtshistorische schetsen en enkele meer sociaal wetenschappelijke verkenningen over onderwerpen als de toekomst van de instituten en een analyse van hun functioneren. Instituties zijn gebaat zij bij een breed en diep vertrouwen Kiezen de meeste auteurs voor hoofdstukken vol verwijzingen en voetnoten, anderen als Roel Bekker over departementen en Wim Derksen over planbureaus kiezen meer voor een essayachtige stijl vol reflecties, analyses en verkenningen. Hoewel erg lijvig valt op dat zelfs dit kloeke boek van ruim 700 bladzijden niet helemaal compleet kan zijn. Zo ontbreken bij de Hoge Colleges van Staat beschrijvingen van het Kabinet van de Koning en de Kanselarij der Nederlandse Orden, blijkbaar moesten de auteurs nog beperkende keuzen maken. Een compliment verdienen de hoofdstukken die tot ver in 2019 zijn geactualiseerd zoals het hoofdstuk over het Openbaar Ministerie dat zich uitstrekt tot en met de recente onderzoekscommissie Fokkens. Ook het hoofdstuk over de veiligheidsdiensten en de maatschappelijke privacy discussie loopt door tot eind 2019. Interessant tot slot is de bijdrage van Polman en Fraanje van de Raad voor het Openbaar Bestuur die verkennen hoe instituties gebaat zij bij een breed en diep vertrouwen, juist in deze tijd waarin er voortdurende aanvallen op hen worden gedaan vanuit de samenleving en vanuit oude en vooral ook de nieuwe media en de nieuwe politiek. Zij pleiten voor regelmatige evaluatie en versterking maar ook voor een steviger bescherming van onze instituten als baken in onrustige tijden. Zo nodig bepleiten zij ‘een wettelijke verankering van wat een politieke partij wel of niet vermag’ of ‘regels aan sociale mediabedrijven over hoe ze zich tegen nepnieuws moeten keren’. Met dit appèl laten de auteurs zien dat een boek over instituten van de staat actueler is dan ooit. CITAAT UIT HET BOEK ‘Naast een noodzakelijke aanpassing moet de politiek nadenken over een steviger bescherming van de instituten die onze democratische rechtsstaat dragen’ INSTITUTEN VAN DE STAAT Muller, Kummeling en Nehmelman, Wolters Kluwer, 2020 728 pagina’s 95 euro ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis
BNG DUURZAAMHEIDSFONDS HET NIEUWE WERKEN AANTAL VERSTREKTE LENINGEN STIJGT Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ BNGBank Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Capra Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SVn
SUCCESVOLLE WEBINAR REEKS DIGITAAL LEIDERSCHAP Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/POSG OPSTELLEN VAN DE WOONZORGVISIE Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/HEVO Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Studytube
56 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Naar de vacature burgemeester van Heerlen hebben 20 kandidaten gesolliciteerd, onder wie 3 vrouwen. 4 zijn er lid van het CDA, 4 van de VVD, 2 van een lokale partij, 1 van 50plus. 9 kandidaten zijn partijloos of de politieke voorkeur is onbekend. JAN VAN ZANEN De gemeenteraad van Den Haag heeft Jan van Zanen voorgedragen als burgemeester. Van Zanen (VVD, 58) is nu nog burgemeester in Utrecht. Hij volgt Pauline Krikke op, die in oktober vorig jaar opstapte. Sinds die tijd is Johan Remkes (VVD) waarnemend burgemeester. Van Zanen was eerder burgemeester van Amstelveen, voorzitter van de VVD, wethouder in Utrecht en lid van de gemeenteraad in Utrecht. Van Zanen is voorzitter van de VNG. INA LEPPINK Ina Leppink-Schuitema (VVD) is benoemd tot waarnemend burgemeester van Weert. Zij gaat aan de slag als opvolger van Jos Heijmans (D66), die zich ziek meldde en aankondigde op te stappen. Leppink was eerder burgemeester van Montferland (2005-2017) en een jaar lang waarnemend burgemeester in Horst aan de Maas. Daarvoor was ze wethouder in Venlo. MARCO OUT De gemeenteraad van Assen beveelt huidige burgemeester Marco Out aan voor herbenoeming voor een nieuwe periode van zes jaar. Op 16 december 2020 verstrijkt de ambtstermijn van zes jaar en burgemeester Marco Out heeft aangegeven zijn ambtstermijn te willen verlengen. Out was eerder burgemeester in Borger-Odoorn. EEF VAN OOIJEN Eef van Ooijen (PvdA) heeft bekendgemaakt dat hij met ingang van 1 juli terugtreedt als wethouder van Brummen. Hij laat weten dat hij dit doet om ‘persoonlijke redenen’. Van Ooijen was veertien jaar wethouder, eerst van 2002 tot 2010, daarna vanaf 2014 tot heden. Cathy Sjerps is voorgedragen als zijn opvolger. SJOERD FEITSMA Sjoerd Feitsma stopt als wethouder in Leeuwarden. Hij wordt directeur van Platform ACCT, het arbeidsmarktplatform voor de culturele en creatieve sector. Feitsma was sinds maart 2006 politiek actief. Eerst als raadslid voor de PvdA, later als fractievoorzitter en sinds februari 2014 als wethouder. GERT ENGELKENS In Oldambt is Gert Engelkens (PvdA) benoemd tot wethouder. Hij vervangt Laura Broekhuizen (PvdA) die per 1 juli directeur wordt van Woonstichting Groninger Huis. Engelkens was eerder raadslid in Winchoten, en vrij snel na de herindeling, waarin Winschoten met Scheemda en Reiderland opging in Oldambt, wordt Engelkens fractievoorzitter namens de PvdA. Hij is Statenlid in de provincie Groningen. KOMEN & GAAN ERIK TEN BRINK In Oisterwijk is Eric ten Brink benoemd tot wethouder. Hij volgt Peter Smit als wethouder op voor Algemeen Belang in Oisterwijk. Smit is gedeputeerde in Noord-Brabant geworden. ROBÈRT SMITS Robèrt Smits (GroenLinks) is opgestapt als wethouder in Bodegraven-Reeuwijk. Reden daarvoor zijn de stijgende uitgaven voor de jeugdzorg en het feit dat hij het tij niet heeft weten te keren en dat ook op korte termijn ook niet kan. Smits is twee jaar wethouder en zeven jaar raadslid geweest. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
PERSONALIA 57 WERKEN BIJ DE GEMEENTE 2019: 168.500 CARLA BREUER De gemeenteraad van Teylingen heeft burgemeester Carla Breuer voorgedragen voor een tweede termijn. Breuer is sinds september 2014 in functie in Teylingen. Daarvoor was de CDA’er burgemeester van Werkendam en wethouder in Nieuwegein. 2018: 163.650 2017: 160.810 ARNO BROK Arno Brok, commissaris van de koning in Friesland, is benoemd tot voorzitter van Het Genootschap Onze Taal. Brok is de opvolger van Carel Jansen. Brok was eerder onder andere burgemeester van Sneek en Dordrecht. LEO MAAT Leo Maat is afgetreden als wethouder van Alphen aan den Rijn. De bestuurder van GroenLinks legt zijn functie neer vanwege gezondheidsredenen. Maat was sinds mei 2018 wethouder in Alphen aan den Rijn. THEO HOEX Theo Hoex is benoemd als interim gemeentesecretaris van Grave. Hoex gaat de functie van gemeentesecretaris tijdelijk vervullen, voor een periode van drie tot zes maanden. Hij volgt Jeroen Heerkens op, die gemeentesecretaris in Oost Gelre is geworden. Eerder werkte Hoex als gemeentesecretaris bij de gemeenten Papendrecht en Overbetuwe en op interim basis in Landerd. 2016: 157.290 TOENAME BEZETTING In 2019 waren er 168.500 mensen in dienst bij gemeenten. De bezetting steeg met 3% ten opzicht van 2018. Ook in 2016 en 2017 nam de bezetting toe. Bron: Personeelsmonitor 2019 ROB TOET In Haaksbergen is Rob Toet benoemd tot gemeentesecretaris. Hij volgt Harold Lindeboom op, die de functie de afgelopen maanden tijdelijk vervulde na het vertrek van Marianne Kragting. Zij werd eerder dit jaar gemeentesecretaris van Staphorst. Toet was de afgelopen jaren directeur van Gemeentelijk Belastingkantoor Twente (GBT) en daarvoor directeur van de ambtelijke organisatie van Tubbergen. ERWIN STOLK Met ingang van 1 juli is Erwin Stolk benoemd tot gemeentesecretaris van Vlaardingen. Hij is op dit moment programmamanager bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Hij volgt Gerrit van Hofwegen op, die na het vertrek van Anneke Knol interim gemeentesecretaris is. Stolk was eerder plaatsvervangend algemeen-directeur bij Logius en gemeentesecretaris van Katwijk. OPROEP: Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE TERSCHELLING Het burgemeesterschap van Terschelling is vacant sinds 1 april 2020. De gemeente heeft circa 4.900 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.222,66 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 23 juni 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 2 juni op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 58 PERSONALIA CARRIÈRE ANKO POSTMA Bij FUMO is Anko Postma benoemd tot voorzitter. Postma is wethouder in Opsterland en lid van het dagelijks bestuur van de FUMO. Hij neemt het voorzitterschap over van Marga Waanders. De FUMO is een gemeenschappelijk regeling van de 18 Friese gemeenten, de provincie Friesland en het Wetterskip Fryslân. WESSEL ROTHSTEGGE Wessel Rothstegge is gestart als waterregisseur noordelijke waterketen. De Groningse en NoordDrenthse gemeenten, de waterschappen Hunze en Aa’s en Noorderzijlvest en de waterbedrijven werken samen in de noordelijke waterketen. Rothstegge werkte hiervoor bij de gemeente Groningen. OVERLEDEN: Op 93-jarige leeftijd is Fré Vooys-Bosma overleden. Vooys-Bosma werd in 1982 de eerste vrouwelijke wethouder in Den Haag voor de PvdA. Ze was wethouder van 1982 tot 1990. Daarvoor was ze vanaf 1974 tot haar benoeming als wethouder raadslid. Op 66-jarige leeftijd is Andries Ekhart overleden. Ekhart (PvdA) was jarenlang wethouder in Sneek (later Súdwest-Fryslân) en Leeuwarden. Na de herindelingsverkiezingen eind 2017, maakte hij zijn entree in de Leeuwarder raad. Sinds eind maart was de PvdA’er fractievoorzitter als opvolger van Lutz Jacobi. Oud-wethouder Jan Platschorre is op 75-jarige leeftijd overleden. Platschorre werkte naast zijn deeltijd-wethouderschap voor de PvdA als boekhouder bij een bouwbedrijf in Terneuzen. Hij begon in 1983 als wethouder. Zijn politieke carrière eindigde in 1998. PETER SMINK Peter Smink wordt directeur-generaal Belastingdienst bij het ministerie van Financiën. De benoeming gaat in op 1 juni 2020. Smink vervulde de afgelopen jaren diverse functies bij Nuon en het moederbedrijf Vattenfall. DITTE HAK Met ingang van 1 augustus 2020 wordt Ditte Hak directeur-generaal Toeslagen bij het ministerie van Financien. Hak is op dit moment directeur Operations bij zorgverzekeraar Zilveren Kruis en lid van de raad van toezicht van Stichting Geldfit Nederland. Daarvoor was ze bij Zilveren Kruis interim-directeur Klantcontact. Op 71-jarige leeftijd is Ing Yoe Tan overleden. Ze was van 1999 tot juni 2011 lid van de Eerste Kamer voor de PvdA. Tan was eerder plaatsvervangend hoofd en later hoofd van de Bestuursorganisatie en beleidsonderzoek van de gemeente Amsterdam. Ook werkte Tan als plaatsvervangend hoofd Overheidspersoneelszaken en tweede secretaris van het College voor Arbeidszaken van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. NANETTE VAN SCHELVEN Bij het ministerie van Financiën wordt Nanette van Schelven directeur-generaal Douane. De benoeming gaat in op 25 mei 2020. Van Schelven is sinds 2018 algemeen directeur Douane bij de Belastingdienst. Daarvoor was zij onder andere waarnemend hoofddirecteur en directeur Juridische Zaken bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. ALIDA OPPERS Alida Oppers wordt inspecteur-generaal van het Onderwijs bij de Inspectie van het Onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De benoeming gaat in op 1 september 2020. Oppers is sinds 2014 directeur-generaal Primair en Voortgezet Onderwijs bij het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. ROB VAN LINT Rob van Lint wordt interim-voorzitter van het bestuur van de Huurcommissie. Gezien het vertrek van Jacques Niederer naar de Raad van State en vanwege het feit dat de werving voor een voorzitter nog loopt, zal hij de functie van voorzitter tijdelijk vervullen. Van Lint is van 1 juli 2017 tot 1 mei 2020 inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (MVWA) g eweest. EMIEL REIDING De Metropoolregio Amsterdam (MRA) heeft met Emiel Reiding een nieuwe secretaris-directeur. De afgelopen jaren werkte Reiding als directeur van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) voor het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. NATHAN DUCASTEL Nathan Ducastel neemt vanaf 15 juni de functie van directeur-bestuur van VNG Realisatie voor zijn rekening. Hij volgt Hugo Aalders op. Ducastel combineert zijn nieuwe functie met zijn huidige rol als directeur Beleid voor het onderdeel informatiesamenleving. Hiervoor was hij onder meer werkzaam bij PBLQ. LIDEWIJDE ONGERING Met ingang van 1 september 2020 wordt Lidewijde Ongering secretarisgeneraal bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Ongering is sinds 2015 secretaris-generaal bij het ministerie van I nfrastructuur en Waterstaat.
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 foto: Maaike Navon PERSONALIA 59 PAULINE BIERINGA Na ruim 16 jaar heeft Pauline Bieringa, Managing Director Public Finance, besloten de BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) te verlaten. PIETER TOPS Per 1 juni 2020 is Pieter Tops de nieuwe directeur van de Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV). Hij volgt Ingrid de Jong op. Tops is tevens lector politie en openbaar bestuur aan de Politieacademie en heeft veel onderzoek gedaan naar (lokale) democratie en naar ondermijnende criminaliteit. ARNO SPEKSCHOOR In Borne is Arno Spekschoor (CDA) voorgedragen als wethouder. Hij is de beoogd opvolger van Herman Mulder, die om persoonlijke redenen stopt als wethouder. Spekschoor is momenteel CDA-raadslid en demissionair wethouder in Bronckhorst. HELGA DE VALK Met ingang van 1 november 2020 is Helga de Valk benoemd tot directeur van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) van de KNAW. De Valk neemt het stokje over van Leo van Wissen. De Valk is themagroepleider Migration and Migrants bij het NIDI en bijzonder hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen. ADVERTENTIE MARCEL VAN BROUWERSHAVEN Marcel van Brouwershaven is in dienst getreden bij Lysias Advies. Eerder werkte hij als directeur sociaal domein in Dordrecht. Daarvoor was hij onder andere concerncontroller in Westland en bij de provincie Noord-Brabant. JOSÉ MEIJER José Meijer is benoemd tot lid raad van commissarissen van APG, een pensioenuitvoerder. Ze volgt Edith Snoeij op. Meijer heeft in de afgelopen veertig jaar diverse (bestuurs)functies vervuld bij de vakbond, overheid, in de verslavingszorg en de pensioensector. Sinds 2013 is Meijer vicevoorzitter van pensioenfonds ABP. 03:47 / 60:00
BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020 60 PERSONALIA CARRIÈRE BRIEVEN BEELDVORMING EN TOONZETTING Wij, destijds interne leden van de RekenkamerCommissie Almelo (RCA), hebben met stijgende verbazing kennisgenomen van het artikel De slag om de Kolkschool in BB van 29 mei. Verbazing allereerst over de naam van het artikel, zijnde “De slag om de Kolkschool”. Deze naam is een summiere verwijzing naar een vroeger RCA onderzoek. Verbazing over de vooringenomen toon van het artikel die direct in de eerste zin van de eerste alinea wordt ingezet; verbazing over het feit dat slechts één onderdeel van het probleem is onderzocht, verbazing dat slechts twee externe leden, te weten de heren Bron en Galesloot, van de in totaal acht (interne en externe) leden van de RCA geïnterviewd zijn. Dit betekent dus dat hier twee persoonlijke meningen worden neergezet als zijnde de mening van de RCA. Verbazing dat de Kolkschool wordt genoemd als hoofdoorzaak van het imploderen van de RCA, want dit onderwerp was slechts een summier onderdeel van het gebeuren. Graag wijzen wij u er op dat de quick-scan naar de verkoopprocedure van de Kolkschool een persoonlijk initiatief van de beide heren was en dat deze quick-scan zonder besluit tot onderzoeksopdracht van de RCA is uitgevoerd. Deze quick-scan is met stoom en kokend water uitgevoerd en opgesteld door de twee RCA-leden. De quick-scan is nooit voor hoor en wederhoor voorgelegd aan betrokken ambtenaren en college, zoals te doen gebruikelijk na een officieel RCA-onderzoek. Ook is deze scan nooit ter beoordeling aan de voltallige RCA voorgelegd. Met andere woorden, deze bevindingen in de quick-scan zijn dan ook de persoonlijke meningen van de twee onderzoekers. Marike van Doorn, raadslid en ex-intern RCA-lid, Leidy Meijer, ex-raadslid en ex-intern RCA-lid RAADSLID BETER IN POSITIE De raad is de baas. Toch valt het niet mee om als raadslid deze rol goed te vervullen. Taken als kaderstellen en controleren kan alleen op basis van de juiste en volledige informatie. Zelf hou ik altijd vast aan het BOB-principe in het besluitvormingsproces als raadslid: beeldvorming-oordeelsvorming- besluitvorming. Ik merk nu na 2 jaar ervaring als raadslid dat ik in die eerste belangrijke stap vaak tegen problemen aanloop. Krijg ik de juiste en volledige informatie? Ik merk dat in de raadvoorstellen, heel logisch bezien vanuit het college, de nadruk ligt op de voordelen van een besluit. Maar wat zijn de nadelen? Zijn er alternatieven? Wat zijn gevolgen van dingen wel of niet doen? Een raadsvoorstel is vaak niet het objectieve advies op basis waarvan je een besluit moet nemen maar een gekleurd advies van het college om een besluit te verkopen. Grote vraag is: hoe kunnen we als raadsleden zo in positie worden gebracht dat we ons oordeel, en dus ook ons besluit, baseren op alle aanwezige informatie? Het voelt voor mij als ‘nieuw’ raadslid niet comfortabel om een besluit te moeten nemen in de wetenschap dat ik dat wellicht niet doe op basis van alle aanwezige informatie. Het probleem is ook breder. Ook niet alleen lokaal. We zien dat onderzoeken tegenwoordig ook gekleurd kunnen zijn. Ingegeven door de input van de opdrachtgever of ingegeven door een reeds bestaand oordeel van de onderzoeker. Kunnen we onderzoeken nog wel serieus als objectieve input gebruiken om tot een oordeel te komen? Kijk naar de tegenstrijdige onderzoeken op het gebied van klimaat, Covid-19 en 5G. Hoe toetsen we de betrouwbaarheid van onderzoeken, uitgevoerd in opdracht van bijvoorbeeld een college. U kunt zeggen dat er vertrouwen moet zijn in het college, en dat klopt. Maar dat het er moet zijn, betekent niet dat het er ook altijd is. Bovendien stel ik ook niet dat het onjuist of onvolledig informeren bewust zou gebeuren door colleges. Soms voel ik me als raadslid ook journalist, Sherlock Holmes en rechercheur en dat kan nooit de bedoeling zijn ….Ik vraag me af hoe andere raadsleden dit ervaren en of er oplossingen zijn dat we als raadsleden toch de juiste en volledige informatie krijgen om ons oordeel te vormen en vervolgens het (juiste) besluit te nemen! In het belang van onze gemeenten en inwoners. Sonja Wagemans, raadslid gemeente Bergeijk ADVERTENTIE
INDEX 61 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Aardoom & De Jong / CNV Connectief Belastingdienst Belastingsamenwerking West-Brabant Bestman / Gemeente Hoorn Evides Waterbedrijf Gemeente Montferland Gemeente Terschelling JS Consultancy / COA JS Consultancy / COA Provincie Overijssel Vhto Zeelenberg / Gemeente Teylingen FINANCIËN EN ECONOMIE CAK Gemeente Dordrecht Gemeente Enschede Gemeente Oss Gemeente Westland Gemeente Westland Justitiële Informatiedienst Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied Veiligheidsregio Noord-en Oost-Gelderland Waterschap Vechtstromen ICT EN AUTOMATISERING Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Medemblik Gemeente Rijssen-Holten Provincie Zeeland Publiek Netwerk / Veiligheidsregio Utrecht VNG Realisatie JURIDISCH Certus Groep Holding B.V. Certus Groep Holding B.V. Gemeente Lelystad Odmh Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant Omgevingsdienst Midden-Holland Waterschap Vechtstromen MILIEU Certus Groep Holding B.V. JS Consultancy Provincie Zuid-Holland Provincie Zuid-Holland sectorvoorzitter onderwijs (bestuurslid cnv connectief) bestuurssecretaris douane teammanager gemeentesecretaris specialist beleidsimplementatie & compliance raadsgriffier burgemeester hoofd bestuursadvies manager informatie en diensten senior medewerker europa directeur-bestuurder gemeentesecretaris teylingen, tevens directeur hltsamen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 60 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 pagina 64 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl risk officer regelingen (finance & operations) adviseur bedrijfsvoering/clustersecretaris senior adviseur subsidies en contracten adviseur planning & control senior planeconoom strategisch beleidsadviseur economie teamleider financiën business controller coördinator financieel beheer & administratie teamleider financiën, juridische zaken & inkoop Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl senior medewerker div applicatiebeheerder samenlevingszaken medewerker informatievoorziening adviseur ict-2e lijn teamleider informatievoorziening inhuur programmamanager voorbereiding implementatie pgb2.0-systeem bij gemeenten Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl handhavingsjurist omgevingsbeleid beleidsmedewerker omgevingswet & economie juridisch medewerker / secretaris bezwaarschriftencommissie algemene kamer jurist omgevingsrecht juridisch medewerker vergunningverlening agrarische sector jurist omgevingsrecht teamleider financiën, juridische zaken & inkoop pagina 63 pagina 63 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur milieu pagina 63 programmamedewerker duurzaamheid en klimaatadaptatie senior beleidsmedewerker energietransitie - gebouwde omgeving senior beleidsmedewerker/projectleider zonne-energie Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
62 INDEX OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Public Spirit PERSONEEL EN ORGANISATIE Gemeente Oss RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER Bestman / Sed Organisatie Certus Groep Holding B.V. Gemeente Alblasserdam Gemeente Amsterdam Gemeente Gorinchem Gemeente Rijssen-Holten Gemeente Utrecht Provincie Overijssel Provincie Zuid-Holland Publiek Netwerk / Gemeente Sliedrecht Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Zeelenberg / Gemeente Velsen Zeelenberg / Waterschap Vallei en Veluwe SOCIAAL Geerts & Partners / Gemeente Sittard Gemeente Den Haag Gemeente Hellevoetsluis Gemeente Koggenland Gemeente Oldambt Gemeente Rijssen-Holten Gemeente Rijssen-Holten Zeelenberg / Gemeente Velsen VOORLICHTING EN COMMUNICATIE Gemeente Westland OVERIGE Gemeente Westland JS Consultancy directeur participatiebedrijf westelijke mijnstreek senior domeinmedewerker welzijn schuldhulpverlener afdelingshoofd welzijn & zorg beleidsadviseur sociaal domein beleidsmedewerker sociaal domein re-integratieconsulent manager contact en ondersteuning Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl directeur veiligheidsregio/regionaal commandant Binnenlandsbestuur.nl manager hrm Binnenlandsbestuur.nl senior projectmanager ruimtelijke ontwikkeling adviseur verkeer en vervoer Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 teamleider/strategisch adviseur ruimtelijke ontwikkeling senior adviseur verkeersmanagement projectleider ruimtelijke projecten beleidsmedewerker ruimtelijke ordening programmamanager beleidsontwikkelaar mer en gezonde leefomgeving teamleider objectbediening adviseur ruimtelijke ordening expert wegenbouw adviseur ruimtelijke ontwikkeling manager vastgoed en ondersteuning dijkgraaf Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 62 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 63 communicatieadviseur Binnenlandsbestuur.nl adviseur public affairs traineeship Binnenlandsbestuur.nl pagina 64 OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Teamleider Informatievoorziening Coachende Manager • Ontwikkelaar • Verbindend Adviseur Ruimtelijke Ordening Analytisch sterk • Ondernemend • Resultaatgericht Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 24 | 2020
Certus Groep begeleidt u in uw overheidscarrière Adviseur Verkeer en Vervoer 36 uur | Schaal 11 • Geeft verkeerskundig advies binnen ruimtelijke projecten. • Actief op het snijvlak van beleid en ontwikkeling. • Regionale infrastructurele projecten. • Adviseert over verkeerscirculatie en elektrisch laden. Joran Lups 088-0115005 joranlups@certusgroep.nl Joran Lups 088-0115005 joranlups@certusgroep.nl Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl Adviseur Milieu 36 uur | Schaal 11 • Adviseert over complexe milieuvraagstukken. • Accountmanager Omgevingsdienst. • Projectleider Schone Lucht Akkoord. • Verbinder en vraagbaak op gebied van milieu. Handhavingsjurist Omgevingsbeleid 36 uur | Schaal 10 • Voert handhavingsprocedures uit. • Bezwaar- en beroep. • Opstellen van VTH beleid. • Vraagbaak op gebied van wetgeving. Beleidsmedewerker Omgevingswet & Economie 36 uur | Schaal 10 • Adviseert over omgevingsvergunning. • Complexe ruimtelijke vraagstukken. • Bedrijfscontactfunctionaris. • Regionaal Economisch overleg. Bas Auckel 06-14826889 basauckel@certusgroep.nl www.certusgroep.nl Wij zoeken een gedreven dijkgraaf die met ons wil werken aan de duurzame wereld van morgen. Ons werkgebied, in het hart van Nederland, is mooi en rijk gevarieerd. Water is de grensontkennende factor die alles met elkaar verbindt. Waterschap Vallei en Veluwe is een ambitieus en innovatief waterschap. Vanuit onze wettelijke taken willen we een maximale bijdrage leveren aan de klimaatadaptatie, energietransitie en circulaire economie. Wij zoeken iemand met een moderne visie op besturen en ervaring met veranderingsprocessen. Communicatief sterk, een netwerker en samenwerkingspartner pur sang. DIJKGRAAF Verdere informatie vindt u in het uitgebreide functieprofiel via www.zeelenberg.nl/vacatures/dijkgraaf-wvev. Reageren kan tot 5 juli 2020. We zien uit naar uw reactie.
Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsHoofd Bestuursadvies 36 uur | schaal 11 cao Sociaal Werk max. € 91.542,- bruto per jaar (incl. IKB) Geeft op inspirerende en coachende wijze leiding aan een team bestuursadviseurs en strategisch adviseurs. Als bestuurssecretaris verantwoordelijk voor procesgang van bestuursvergadering. Is in staat om effectief samen (te laten) werken. Houdt focus op integraliteit en adaptie aan de externe omgeving. Verantwoordelijk voor kwaliteit & integraliteit van aangeleverde stukken. Creëert helderheid en geeft context. Netwerker, procesmatig, politiek-bestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Manager Informatie en Diensten 36 uur | schaal 11 cao Sociaal Werk max. € 91.542,- bruto per jaar (incl. IKB) Stevige persoonlijkheid met frisse mindset, open en transparant. Manager in veranderende omgeving die verbindt, ook op inhoud. Verantwoordelijk voor informatie huishouding op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Affiniteit met informatie en impact hiervan binnen politiek en bestuurlijk sensitieve omgeving. Bewust van (interne en externe) stakeholders en houdt focus op het resultaat. Analytisch, omgevingsbewust, politiekbestuurlijk sensitief. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Ermelo, Harderwijk, Zeewolde en Meerinzicht zoeken samen frisse blikken! Traineeship | 32 uur | schaal 8 max. € 2.484,- bruto per maand Nieuwsgierig jong talent met een initiatiefrijke houding. Je gaat aan de slag met actuele én toekomstgerichte thema’s, zoals omgevingsvisie, digitale innovatie, inclusieve samenleving en participatie, maar ook de harmonisatie en vernieuwing van processen. In 2 jaar tijd ontdek je de dynamiek binnen meerdere organisaties en vakgebieden, werk je aan verschillende projecten en krijg je een leerzaam ontwikkelprogramma. Je bent samenwerkingsgericht, verbindend en flexibel. Interesse? Bel Esther Dijkstra 06 - 125 703 76 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie
1 Online Touch