12

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 12 INTERVIEW PETER VERSCHUREN DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: REYER BOXEM 'Worstelen met geboeide handen'. Zo heet het boek dat wethouder Peter Verschuren uit MiddenGroningen over de jeugdhulp schreef. Daarvoor sprak hij met ouders, jongeren, zorgverleners en wijkteammedewerkers. ‘We moeten angst omzetten in vertrouwen.’ WETHOUDER JEUGDZORG PETER VERSCHUREN: ‘LOCKDOWN WAS HEILZAAM’ Collegevergadering, 25 september 2018. Rondvraag. ‘Eh, het beeld dat we eerder hadden dat het meevalt met de uitgaven aan jeugdhulp, klopt helaas niet. Er zat een fout in de cijfers die nog te maken heeft met de herindeling. Het is nu duidelijk dat we het lang niet redden met het tekort van 3,9 miljoen dat in de begroting is opgenomen. Als het een beetje tegenzit, komt het tekort dit jaar uit op 7,9 miljoen... Volgende week kan ik er meer over vertellen in de collegevergadering. Dan ligt er ook een concept voor een brief aan de gemeenteraad.’ Ongeloof en boosheid bij de collega’s. ‘Hoe bestaat dat? We hebben in mei toch maatregelen genomen? Wat gebeurt hier?’ Zo begint het boek van jeugdwethouder Peter Verschuren (SP) uit Midden-Groningen dat vorige week van de persen rolde. ‘Ik heb het boek geschreven om greep op de materie te krijgen. Sinds 2018 heb ik jeugd in de portefeuille en ik merkte al snel dat het toch wel een heel ingewikkeld samenspel van krachten in de jeugdhulp is. Ik besloot een groot aantal mensen te interviewen.’ Omdat schrijven beter beklijft dan alleen een uurtje praten met mensen die met jeugdhulp van doen hebben, koos hij ervoor om de gesprekken in boekvorm te bundelen. ‘Ook omdat ik schrijven leuk vind.’ Het valt niet mee, om jeugdhulp in Midden-Groningen in portefeuille te hebben. ‘Het valt nergens mee, maar bij ons zijn de problemen bovengemiddeld’, stelt Verschuren. De gemeente telt bovengemiddeld veel jongeren in jeugdhulp. Bijna 18 procent van alle jongeren onder de achttien ontvangt geïndiceerde jeugdhulp, in Nederland ligt dat gemiddelde op zo’n 12 procent. ‘Het tekort over 2018 is uiteindelijk uitgekomen op 7,3 miljoen. Op een begroting van 200 miljoen. Dat is waanzinnig veel.’ Ook over 2019 noteert de per 2018 heringedeelde gemeente een fors tekort. ‘Als we een ruwe schatting maken, komen we uit op een tekort van 5,3 miljoen euro.’ VEELZEGGEND De titel van zijn boek − Worstelen met geboeide handen − is veelzeggend. ‘We zijn volledig financieel verantwoordelijk, terwijl we geen grip hebben op de verwijzingen van bijvoorbeeld huisartsen of gezinsvoogden. En als het ergens in de keten fout gaat, krijgen wij de schuld, terwijl we maar weinig kunnen beïnvloeden. Op papier hebben wij de regie en zijn wij de baas, we mogen alles betalen, maar we hebben lang niet genoeg te vertellen.’ Niet dat hij afwil van de jeugdhulp. Hij vindt het nog steeds een goede zet dat de verantwoordelijkheid daarvoor naar gemeenten is gegaan. ‘Toen de jeugdhulp nog bij de provincies lag, waren de schotten nog veel hoger. De problemen worden nu, weliswaar nog niet genoeg, integraler aangepakt en dicht bij huis. Dat is winst.’ In zijn zoektocht naar greep op de jeugdhulp, wilde Verschuren zich niet laten leiden door de kille cijfers. Hij wilde de verhalen horen van iedereen die op de een of andere manier met jeugdhulp te maken heeft. Als ontvanger van jeugdhulp, als gever van jeugdhulp, als ‘bedenker’ van jeugdhulp. Hij sprak met onder andere ouders, jongeren, zorgverleners, wijkteammedewerkers, casemanagers, beleidsmedewerkers, en ervaringsdeskundigen. Die nemen in zijn boek beslist geen blad voor de mond; ze zijn kritisch over de geboden hulp en de rol van de gemeente. En ook kritisch over bijvoorbeeld de hoge werkdruk in de wijk‘We betalen alles, maar hebben weinig te vertellen’ teams waardoor sneller naar gespecialiseerde jeugdhulp wordt verwezen. En kritisch over het toch nog steeds grote aantal hulpverleners dat bij een gezin is betrokken. ‘Sommigen waren heel open en redelijk confronterend, maar ik had ook het idee dat een aantal erg voorzichtig was.’ Het verhaal wat hem het meest is bijgebleven is die van ervaringsdeskundige Rebecca Albers. Zij liep op haar zestiende van huis en kwam terecht in een pleeggezin. Haar eigen drie kinderen hebben alle drie jeugdhulp gehad en ‘ze heeft moeten vechten om een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming te voorkomen’, schrijft Verschuren. Na de nodige opleidingen begeleidt ze inmiddels gezinnen – soms vrijwillig en soms betaald. ANGST Albers stelt dat veel ouders bang zijn dat ze ‘dankzij’ de inzet van professionele hulp hun kinderen kwijtraken. Daarom durven ze aan hulpverleners nooit het achterste van hun tong te laten zien. Verschuren: ‘Door haar heb ik me gerealiseerd dat er angst bij de ouders is. Wij denken dat onze mensen van de sociale teams de mensen komen helpen. Maar veel ouders zijn

13 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication