0

ESSAY HET LASTIGE PAD NA CORONA 18 STRAFRECHT AMBTENAREN ZIJN DE KLOS 22 SPECIAL KANTOOR THUIS WORDT BLIJVERTJE 33 26 juni 2020 | week 26 | jaargang 41 13 2020 BINNENLANDS BESTUUR ONDERZOEK BINNENLANDS BESTUUR EN RADBOUD UNIVERSITEIT THUISWERK GAAT STEL BETER AF Opleiding Planeconomie ONAFHANKELIJK MAGAZINE VOOR BETROKKEN AMBTENAREN EN BESTUURDERS

POSG organiseert regelmatig expertisebijeenkomsten met het thema ‘Omgaan met medewerkers die zich opgesloten voelen‘ en ‘De kracht van senioriteit’. Weten wanneer de volgende bijeenkomst is en hoe je je kunt aanmelden? Kijk op www.posg.nl/agenda Executive Career Coaching is een programma voor duurzame loopbaanontwikkeling, toegesneden op de hogere echelons van het openbaar bestuur en publiek domein. In 2019 heeft ruim 90% van de kandidaten een structurele loopbaanstap gezet. Kijk voor meer informatie op www.posg.nl/ecc

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 04COLOFON REDACTIONEEL +Binnenlands Bestuur is een uitgave van de Sijthoff Media Groep en verschijnt tweewekelijks op vrijdag. REDACTIEADRES Postbus 75462, 1070 AL Amsterdam tel: 020 - 5733669 e-mail: info@binnenlandsbestuur.nl www.binnenlandsbestuur.nl HOOFDREDACTIE Eric de Kluis REDACTIE Hans Bekkers (chef redactie), Wouter Boonstra, Martin Hendriksma, Adriaan de Jonge, Yolanda de Koster, Alexander Leeuw, Michiel Maas, José Salhi. COLUMNISTEN Geerten Boogaard, Jan Verhagen ILLUSTRATOR Berend Vonk Coverbeeld: Shutterstock VASTE MEDEWERKERS Ton Bestebreur, Brian van der Bol, Martijn Delaere, René Didde, Wilma van Hoeflaken, Yvonne Jansen, Michel Knapen, Harry Perrée, Simon Trommel, Michiel S. de Vries, Joost Zonneveld. BASIS-ONTWERP: Studio Room VORMGEVING VRHL Content en Creatie, Alphen aan den Rijn DRUK Senefelder Misset, Doetinchem ADVERTENTIEAFDELING Jan-Willem Hulst, tel. 06-22663674 Marcel van der Meer, tel. 06-23168872 Sandra de Vries, tel. 020-573 3656 E-MAIL ALGEMEEN sales@binnenlandsbestuur.nl DIRECTIE Willem Sijthoff MARKETING Lindsay Duijm ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl en ga naar abonnementen. Heeft u nog vragen, mail dan naar klantenservice@binnenlandsbestuur.nl of bel 020 – 573 3600. Betaalde abonnementen voor bedrijven en professionals buiten de doelgroep: jaarabonnement 1e jaar € 87,- (normaal € 229,-). Abonnementen voor raadsleden en leden van Provinciale Staten zijn gratis. Los nummer € 9,75. De prijzen zijn exclusief btw. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever(s) geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor gevolgen hiervan. ISSN 0167-1146 OPLAGE 43.000 © Het is niet toegestaan om zonder voorafgaande toestemming van de uitgever artikelen, onderzoeken of gedeelten daarvan over te nemen. Binnenlands Bestuur is een onafhankelijk magazine voor de hoger opgeleide decentrale ambtenaar en lokale bestuurder. 2 juli is uitgeroepen tot landelijke actiedag GELDNOOD GEMEENTEN OP DE BARRICADE Kamerleden worden gebombardeerd met brandbrieven en acties van gemeenten bij wie het water aan de lippen staat. Met name door de tekorten op het sociaal domein kijken veel gemeenten tegen forse tekorten aan. De opschalingskorting van een miljard euro ligt ze daarnaast zwaar op de maag. Van de vorming van 100.000-plus gemeenten kwam niets terecht, maar de korting bleef staan. De herijking van het gemeentefonds belooft voor veel gemeenten weinig goeds. De reserves worden aangesproken of zijn al leeggetrokken, waardoor niet meer aan forse bezuinigingen en/of fikse lastenverzwaring valt te ontkomen. De coronacrisis kwam er nog eens overheen waardoor inkomsten verdamp(t)en. Help, schreeuwen gemeenten. De grens is bereikt. Genoeg is genoeg, stellen groepjes gemeenten in brandbrieven en via diverse acties. Zo is er de actie #gemeenteninnood, de actie #StopLokaleBezuinigingen en de actie om te berekenen wel deel van de gemeentelijke tekorten op conto van het rijk komt. Allemaal bedoeld om het kabinet zo ver te krijgen met structureel extra geld over de brug te komen. Want dat miljard voor de jeugdhulp biedt onvoldoende soelaas. En de nu geboden corona-compensatie dekt niet alle gemeentelijke coronakosten en gederfde inkomsten. De initiatiefnemers van #gemeenteninnood heeft 2 juli uitgeroepen tot landelijke actiedag. Dan debatteert de vaste Kamercommissie van Binnenlandse Zaken met minister Ollongren over de financiële verhoudingen van gemeenten. Het is niet de eerste keer dat gemeenten aan de bel trekken. Dat ze nu gezamenlijk optrekken, maakt de boodschap zeker krachtiger. Dat laat onverlet dat het kabinet goed naar de financiële positie van gemeenten moet kijken. De zakken van minister Hoekstra (financiën) zijn niet oneindig diep, maar als er tientallen miljarden naar in nood verkerende ondernemers kunnen gaan, moet er ook heel wat voor de in nood verkerende gemeenten kunnen worden uitgetrokken. Toch ziet het er niet best uit. Uit antwoorden op Kamervragen blijkt dat Ollongren vooralsnog niet bereid is de portemonnee structureel te trekken. Gemeenten zullen ook na de zomer de barricade op moeten. ADVERTENTIE YOLANDA DE KOSTER REDACTEUR BINNENLANDS BESTUUR

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 INHOUD 05 6 COVERSTORY THUISWERKEN Een partner thuis heeft grote impact op het welzijn van de thuiswerkende ambtenaar in coronatijd. Ook persoonlijkheid is belangrijk. De consciëntieuze, rustige ambtenaar gaat beter presteren, de emotioneel instabielere minder. 12 INTERVIEW PETER VERSCHUREN Wethouder Peter Verschuren van Midden-Groningen schreef een boek over de jeugdhulp. Hij sprak met ouders, jongeren, zorgverleners en wijkteammedewerkers. ‘We moeten angst omzetten in vertrouwen.’ 33-43 SPECIAL THUISWERKEN 29 OMGEVINGSAGENDA SPOORBOEKJE VOOR OOSTEN Landsdeel Oost-Nederland leverde als eerste zijn omgevingsagenda af. Het is de schakel tussen nationale en regionale opgaven. ‘Dit wordt de nieuwe manier van werken.’ Het vele thuiswerk betekent uitdagingen voor een gemeentesecretaris. Hoe houd je controle over een organisatie op afstand? Intussen worden gemeentekantoren aangepast aan de nieuwe realiteit. En de ambtenaar thuis? Die moet nog leren pauzeren. THUISKANTOOR IS EEN BLIJVERTJE NIEUWS Gemeenten vrezen strop bij Omgevingswet ACHTERGROND Extra heffing frustreert de nieuwbouw ESSAY Het lastige pad na corona ABONNEMENT Voor een (gratis) abonnement zie de website: www.binnenlandsbestuur.nl. Klik vervolgens op Abonnementen en kies de vorm die bij u past. ACHTERGROND Ambtenaar extra zwaar gestraft Delfland verbeeldt waterrisico’s 22 26 18 7 16 VERDER COLOFON / REDACTIONEEL 4 BEREND VONK GEERTEN BOOGAARD NIEUWS IN BEELD IN DE CLINCH JAN VERHAGEN OPINIE BOEK PERSONALIA 7 9 10 25 31 45 47 50

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 06 NIEUWS THUISWERKEN DOOR: WOUTER BOONSTRA Een partner thuis heeft grote impact op het welzijn van de thuiswerkende ambtenaar in coronatijd. Maar ook persoonlijkheid is belangrijk. De consciëntieuze, rustige ambtenaar gaat beter presteren, de emotioneel instabielere juist minder. ONDERZOEK EFFECT THUISWERKEN OP PRESTEREN PARTNERLOZE AMBTENAAR HEEFT HET ZWAAR Dat blijkt uit de enquête ‘Werk en privé in coronatijd’ die Binnenlands Bestuur in samenwerking met de Radboud Universiteit Nijmegen heeft uitgevoerd. De enquête is door in totaal 2.460 ambtenaren ingevuld. Het valt universitair docent bestuurskunde en onderzoeksteamleider Peter Kruyen erg op dat iemand thuis hebben waar je je verhaal bij kwijt kunt grote impact heeft op het welbevinden van de thuiswerker. ‘Je moet dus prioriteiten stellen in wie naar het werk komt: als je geen partner hebt, dan is het aan te bevelen naar het werk te gaan. Of hen als werkgever naar het werk te halen.’ Kruyen ziet niet alleen dat mensen die in de privésfeer steun ontvangen prettiger in hun vel zitten, maar ook als op het werk naar ze wordt geluisterd. ‘Het speelt een belangrijke rol in het beter presteren op het werk. Dat is interessant.’ VOLDOENDE RUST Het welzijn van de ambtenaar hangt samen met zijn performance. ‘Ook in prestatiegerichte organisaties is het belangrijk naar welzijn te kijken’, concludeert Kruyen, gespecialiseerd in creatief gedrag, persoonlijkheid en competenties van ambtenaren. ‘Als mensen even afstand nemen van hun werk, voelen ze zich beter. Laat ze dus voldoende rust nemen. Dat is goed voor hun herstel.’ Uit de enquête blijkt dat ambtenaren die niet goed in hun vel zitten, ook slechtere ‘ Zonder partner kun je maar beter naar het werk gaan’ voornemens hebben voor de zomerperiode. ‘Anderen zijn van plan hun e-mail niet meer checken en meer tijd met hun naasten door te brengen, maar mensen met een lage gezondheid en een lage tevredenheid met hun werk, zijn minder geneigd dat te doen. Als ze geen afstand van het werk kunnen nemen, belanden ze in een vicieuze cirkel. Afstand nemen van het werk is belangrijk voor geluk, welzijn en prestaties.’ Bij de prestaties van de ambtenaar doet ook diens persoonlijkheid ertoe. Als we kijken naar taakprestatie tijdens het thuiswerken, dan blijkt dat de accurate, conscientieuze ambtenaren dat goed te kunnen. De emotioneel instabiele (neurotische) medewerker gaat dat minder goed af. Ook als we kijken naar de zogenaamde contextperformance – de mate van nieuwe dingen oppakken, actief zijn in werkoverleggen en nieuwe vaardigheden aanleren – blijkt de persoonlijkheid een enorm sterk effect te hebben. ‘De mate van impact van persoonlijkheid is wel afhankelijk van andere factoren, zoals type werk, taakkenmerken, collega’s, steun van de werkgever en de hoeveelheid werkdruk’, stelt Kruyen. ‘Een creatieve ambtenaar die open staat voor anderen en andere ideeën, is ook beter in contextperformance.’ SELECTEREN Voor leidinggevenden is het belangrijk te weten dat de persoonlijkheid van medewerkers ertoe doet, aldus Kruyen. ‘Als je wilt dat jouw werknemers met nieuwe ideeën op het werk komen, hoort daar een bepaalde persoonlijkheid bij. Je kunt daarop selecteren en de sterke punten van mensen benutten.’ Voor concrete taakprestaties kun je het beste consciëntieuze mensen aannemen. ‘Zij scoren gemiddeld minder op contextprestaties en creativiteit, maar zijn niet per definitie minder creatief.’ Op een goede werkplek kunnen de valkuilen van verschillende persoonlijkheden worden opgevangen, aldus Kruyen. ‘Bij het thuiswerken is dat veel moelijker. Kijk maar hoe emotioneler aangelegde ambtenaren minder goed in hun vel zitten en minder goed presteren dan anderen. Leidinggevenden moeten dus vooral stimuleren dat mensen met verschillende persoonlijkheidseigenschappen elkaar opzoeken.’ Zie ook pagina's 10-11 en 33 t/m 43.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA RUIMTE NIEUWS 07 De decentralisaties in de zorg zadelen veel gemeenten op met structurele tekorten. Een groeiende groep gemeenten vreest hetzelfde scenario bij de in- en uitvoering van de Omgevingswet. Ze roepen de VNG op in actie te komen. INVOERING LEIDT TOT VELE TONNEN AAN EXTRA KOSTEN GEMEENTEN VREZEN STROP BIJ OMGEVINGSWET In het 'Hoofdlijnenakkoord financiële afspraken stelselherziening Omgevingsrecht' spraken rijk, IPO, VNG en Unie van Waterschappen af dat de transitiekosten voor de invoering van de Omgevingswet zouden worden gedragen door de bevoegde gezagen. Daarbij is het uitgangspunt dat de invoeringslasten op termijn zouden worden terugverdiend met structurele baten. Maar deze situatie CARTOON BEREND VONK blijkt niet aan de orde, stelt wethouder Wiemer Haagsma (ruimtelijke ordening, Politieke Unie) van de gemeente Noordoostpolder. Hij voorziet nieuwe tekorten, ‘en die kunnen we er naast de tekorten in de zorg absoluut niet bij hebben’. Een vrees die wordt gedeeld door andere gemeenten die hij erover consulteerde. Zij concluderen net als Noordoostpolder dat niet alleen de hoge invoeringslast wordt onderschat, maar dat er ook sprake is van aanzienlijke structurele lasten: voor een middelgrote gemeente als Noordoostpolder is dat een bedrag van tussen de drie en acht ton per jaar, afhankelijk van het ambitieniveau van de raad. Als de Omgevingswet per 1 januari 2022 eenmaal is ingevoerd, lopen de gemeenten inkomsten uit leges mis. Ook zal het hen volgens Haagsma veel menskracht (en dus geld) kosten om de burgerparticipatie op te tuigen. ‘Doe je dat niet, dan neem je de belangrijkste reden weg waarom we de wet wilden invoeren.’ Samen met zoveel mogelijk andere gemeenten wil Noordoostpolder bij de eerstkomende ledenvergadering van de VNG een motie indienen. Daarin wordt de VNG opgedragen om, alvorens te besluiten over de definitieve implementatie, eerst garanties bij het rijk te vragen voor een budgetneutrale invoering. Wat Noordoostpolder betreft voor een periode van tien jaar, waarin de kosten van invoering van de wet worden terugverdiend in plaats van dat het gemeenten structureel geld gaat kosten.

Bekijk onze partnerpagina op de website van Binnenlands Bestuur of bezoek www.sro.nl Meer weten of samenwerken?

GEERTEN BOOGAARD COLUMN9 JONG & ambtenaar 2021 De overheid is voortdurend op zoek naar jong talent, ook in deze veranderende tijden. Maar waarom zou de keus vallen op een baan als ambtenaar? Wat de overheid als werkgever te bieden heeft, is bij veel jonge mensen niet bekend. Terwijl werk bijna nergens zo divers en maatschappelijk waardevol is als bij de overheid en er bovendien prima loopbaanmogelijkheden zijn. Met een presentatie in JONG & ambtenaar 2021 laat u zien wat uw gemeente, provincie, waterschap, ministerie of ZBO te bieden heeft aan de ambtenaar van de toekomst. WIE MAG ZICH MET WIE BEMOEIEN Ooit vielen de bevoegdheden van de burgemeester om de openbare orde te handhaven buiten zijn politieke verantwoordelijkheid naar de gemeenteraad toe. Een optredende burgemeester handelt als rijksorgaan, was de gedachte, en dan moeten lokale politici niet in de weg lopen. Nog tot na de oorlog hielden sommige burgemeesters dat standpunt vol. Maar met de ondergang van de Amsterdamse burgemeester Van Hall verstreek de democratische houdbaarheid van deze juridische constructie definitief. In 1969 werd daarom de Gemeentewet gewijzigd en sindsdien is de burgemeester aan zijn raad verantwoording schuldig voor al het ‘door hem gevoerde bestuur’. Uw organisatie presenteren aan jong talent? Het bestrijden van de coronacrisis sloeg echter een nieuw gat in de politieke verantwoordelijkheid van burgemeesters. Zolang de anderhalvemeterregels effectief via de veiligheidsregio’s lopen, wordt Nederland niet door 355 burgemeesters maar door 25 voorzitters van de veiligheidsregio’s bestuurd. En zij hoeven in die hoedanigheid pas na afloop van de crisis verantwoording af te leggen aan de gemeenteraden van de getroffen gemeenten. Zo luidt de wet, antwoordde minister Grapperhaus begin april op Kamervragen van D66. De 25 coronacrisis bestrijdende burgemeesters treden op als voorzitter van hun veiligheidsregio, en dan moeten de lokale politici niet in de weg lopen. Wilt u uw organisatie presenteren in deze full colour glossy? Neem dan contact op met Sandra de Vries via T: 020 – 573 3656 M: 06 462 851 31 of E: sales@binnenlandsbestuur.nl Gesterkt door deze strakke lijn van Grapperhaus weigerde burgemeester Penn-te Strake een paar dagen later schriftelijke vragen van de GroenLinks-fractie in Maastricht te beantwoorden. Zij had weliswaar het Heuvelland voor dagtoerisme afgesloten en daarmee de Maastrichtenaren feitelijk tot hun eigen stad veroordeeld, maar dat was allemaal in haar hoedanigheid als voorzitter van de veiligheidsregio Limburg-Zuid gebeurd. De raadsvragen zouden na afloop van de crisis schriftelijk worden afgedaan. Tegen deze achtergrond was het geen uitgemaakte zaak of en hoe burgemeester Halsema politieke verantwoording zou moeten afleggen voor haar optreden rond de demonstratie op de Dam − of het gebrek daaraan. Ook daarbij was juridisch namelijk voor een belangrijk deel geen sprake van een burgemeester, maar van een voorzitter van een veiligheidsregio. Halsema bleek wel bereid de Amsterdamse raad schriftelijk te informeren over de gang van zaken, op briefpapier van de veiligheidsregio Amstelland. En ook minister Grapperhaus vond opeens dat het toch aan de Amsterdamse raad was om een oordeel te vellen over het optreden van Halsema. Alleen de Tweede Kamer leek daar anders over ‘Gat in politieke verantwoordelijkheid moet formeel worden gedicht’ GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN (THORBECKE LEERSTOEL) AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN te denken. Dat kwam hen op een strenge reprimande van de drie belangrijkste burgemeesters van Nederland te staan. Spies, Van Zanen en Bruls schreven in De Volkskrant: ‘Het is niet aan de Tweede Kamer om te oordelen over het optreden van een burgemeester of voorzitter veiligheidsregio in een (specifieke) lokale of regionale situatie. In ons bestel legt een burgemeester verantwoording af aan de gemeenteraad en een voorzitter veiligheidsregio in een crisissituatie aan alle gemeenteraden van de inliggende gemeenten van de betreffende veiligheidsregio.’ Als er dan politici in de weg moeten lopen, zo was kennelijk hun gedachte, dan toch de lokale. Kamerlid Van der Staaij (SGP) sputterde daags na zijn berisping nog dat hij als Kamerlid toch wel degelijk de minister had mogen aanspreken op het niet gebruiken van zijn bevoegdheid om een voorzitter van een veiligheidsregio te ontslaan. Staatsrechtelijk had Van der Staaij daarin volstrekt gelijk, de brief van Bruls en consorten was op dat punt te kort door de bocht. Maar het was als destijds met de openbare orde bevoegdheden van Van Hall: de juridische constructie had zijn democratische houdbaarheid overschreden. Het ligt daarom, net als toen, voor de hand om de wet aan te passen en het gat in de politieke verantwoordelijkheid ook formeel te dichten. Een tijdelijke wet die de noodverordeningen vervangt maar GRIP-4 in stand laat, biedt daarvoor een uitstekende gelegenheid. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 10 NIEUWS IN BEELD THUISWERKEN DOOR: ALEXANDER LEEUW THUISWERK VERSUS PRIVÉ GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK EXTRAVERTE PERSOONLIJKHEID GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK EMPATHISCHE PERSOONLIJKHEID EMOTIONELE PERSOONLIJKHEID GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK CONSCIËNTIEUZE AANLEG HELPT Consciëntieuze mensen presteren beter in de huidige situatie. ‘Opvallend is ook dat mensen die hoger scoren op deze persoonlijkheidseigenschappen minder conflicten tussen werk en privé rapporteren’, zegt onderzoeker Peter Kruyen. ‘Mensen die emotioneler zijn, van nature wat gespannen zijn en meer stemmingswisselingen hebben, hebben juist meer moeite met de bestaande situatie, kijkend naar hun welbevinden en prestaties. Ook rapporteren zij meer werk- en privéconflicten.’ Empathische mensen, mensen die graag luisteren en bij uitstek interesse hebben in het wel en wee van anderen, scoren minder hoog wat betreft welzijn en prestaties dan de hiervoor genoemde groepen. Kruyen: ‘Hier zit wellicht ook de pijn met thuiswerken. Zij missen wellicht het meest het sociale contact.’ CREATIEVE PERSOONLIJKHEID CONSCIËNTIEUZE PERSOONLIJKHEID GEZONDHEID TEVREDENHEID GELUK

D BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 NIEUWS IN BEELD 11 Vrouwen nemen meer zorgtaken op zich, mannen zijn tevredener, en mensen die zich goed voelen bij het thuiswerken zijn van plan deze zomer meer afstand van hun werk te nemen. Universitair docent bestuurskunde en onderzoeksteamleider Peter Kruyen van de Radboud Universiteit Nijmegen voerde in samenwerking met Binnenlands Bestuur een onderzoek uit onder 2460 ambtenaren over ‘werk en privé in coronatijd’. VROUW ZORGT, MAN IS CONTENT ‘Hoewel vrouwen in de thuiswerksituatie relatief niet veel minder werken dan mannen, zie je dat ze gemiddeld meer zorgtaken op zich nemen en ook meer tijd besteden aan het huishouden’, zegt Kruyen. Vrouwen nemen ook meer ‘contextwerk’ op zich dan mannen, zoals participeren in werkoverleggen en het zoeken van nieuwe uitdagingen zodra het reguliere werk gedaan is. Mannen scoren hoger op de ‘kern’ van het werk: resultaatgericht blijven, goed kunnen plannen, op tijd klaar zijn. Mannen scoren ook iets hoger qua tevredenheid en geluk. ‘De relatief hogere score op tevredenheid en geluk zou je kunnen verklaren doordat vrouwen meer op hun bord krijgen’, zegt Kruyen. ‘Dat mannen zeggen beter in staat te zijn hun directe werktaken te vervulen, hangt hiermee samen. Wellicht zit hier achter dat als puntje bij paaltje komt vrouwen hun man de ruimte geven om hun werk af te ronden en zichzelf opofferen om het huishouden en zorgtaken te vervullen.’ In sterke mate 39,4% AFSTAND NEMEN VAN WERK - INDIEN U VAKANTIEDAGEN OPNEEMT, VERWACHT U DAT U ER GEDURENDE DE VAKANTIE IN SLAAGT OM UW WERKMAIL NIET TE CHECKEN? In enige mate 26,6% In sterke mate 10,5% MIJN WERK HOUDT ME MEER VAN DE ACTIVITEITEN UIT MIJN PRIVÉLEVEN AF DAN IK ZOU WILLEN. In enige mate 34,7% Neutraal 18,5% Geheel niet 11,3% Niet 25% Geheel niet 9,3% Niet 17,1% Neutraal 7,6% LEKKER WEG VAN HET WERK ‘Wat je ziet in de analyses is dat mensen die goed presteren op hun taak voornemens zijn om deze zomervakantie afstand te nemen van het werk’, zegt Kruyen. Die mensen nemen zich bijvoorbeeld voor om zich op privézaken te richten, tijd te maken voor ontspannende activiteiten en hun werkmail niet te checken (een kwart verwacht dat dat niet gaat lukken – zie kader). Dat geldt ook voor mensen die zich gezond voelen: die zijn eerder geneigd om afstand te nemen van de werktaken. Als het wringt tussen het werk en het privéleven, kan de neiging om afstand te nemen lager zijn. ‘Mensen met een dergelijk conflict geven aan dat zij verwachten deze zomer minder goed afstand van het werk te kunnen nemen.’ Dat is bijvoorbeeld terug te zien in de mate waarin het werk mensen nu van activiteiten in het privéleven houdt – meer dan duizend van de respondenten (45 procent) geeft aan dat dat bij hen het geval is. TIJDSBESTEDING Gemiddeld aantal uur Werk 34,3 37,2 Zorg jonge kinderen Thuisschool jonge kinderen Zorg oudere kinderen Thuisschool oudere kinderen Huishouden Sport Vrije tijd 17,3 10,6 6,5 16,3 9,6 4,8 4,7 13 11,1 5,1 6,2 17,4 18,2 VROUWEN MANNEN 34,2

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 12 INTERVIEW PETER VERSCHUREN DOOR: YOLANDA DE KOSTER FOTO: REYER BOXEM 'Worstelen met geboeide handen'. Zo heet het boek dat wethouder Peter Verschuren uit MiddenGroningen over de jeugdhulp schreef. Daarvoor sprak hij met ouders, jongeren, zorgverleners en wijkteammedewerkers. ‘We moeten angst omzetten in vertrouwen.’ WETHOUDER JEUGDZORG PETER VERSCHUREN: ‘LOCKDOWN WAS HEILZAAM’ Collegevergadering, 25 september 2018. Rondvraag. ‘Eh, het beeld dat we eerder hadden dat het meevalt met de uitgaven aan jeugdhulp, klopt helaas niet. Er zat een fout in de cijfers die nog te maken heeft met de herindeling. Het is nu duidelijk dat we het lang niet redden met het tekort van 3,9 miljoen dat in de begroting is opgenomen. Als het een beetje tegenzit, komt het tekort dit jaar uit op 7,9 miljoen... Volgende week kan ik er meer over vertellen in de collegevergadering. Dan ligt er ook een concept voor een brief aan de gemeenteraad.’ Ongeloof en boosheid bij de collega’s. ‘Hoe bestaat dat? We hebben in mei toch maatregelen genomen? Wat gebeurt hier?’ Zo begint het boek van jeugdwethouder Peter Verschuren (SP) uit Midden-Groningen dat vorige week van de persen rolde. ‘Ik heb het boek geschreven om greep op de materie te krijgen. Sinds 2018 heb ik jeugd in de portefeuille en ik merkte al snel dat het toch wel een heel ingewikkeld samenspel van krachten in de jeugdhulp is. Ik besloot een groot aantal mensen te interviewen.’ Omdat schrijven beter beklijft dan alleen een uurtje praten met mensen die met jeugdhulp van doen hebben, koos hij ervoor om de gesprekken in boekvorm te bundelen. ‘Ook omdat ik schrijven leuk vind.’ Het valt niet mee, om jeugdhulp in Midden-Groningen in portefeuille te hebben. ‘Het valt nergens mee, maar bij ons zijn de problemen bovengemiddeld’, stelt Verschuren. De gemeente telt bovengemiddeld veel jongeren in jeugdhulp. Bijna 18 procent van alle jongeren onder de achttien ontvangt geïndiceerde jeugdhulp, in Nederland ligt dat gemiddelde op zo’n 12 procent. ‘Het tekort over 2018 is uiteindelijk uitgekomen op 7,3 miljoen. Op een begroting van 200 miljoen. Dat is waanzinnig veel.’ Ook over 2019 noteert de per 2018 heringedeelde gemeente een fors tekort. ‘Als we een ruwe schatting maken, komen we uit op een tekort van 5,3 miljoen euro.’ VEELZEGGEND De titel van zijn boek − Worstelen met geboeide handen − is veelzeggend. ‘We zijn volledig financieel verantwoordelijk, terwijl we geen grip hebben op de verwijzingen van bijvoorbeeld huisartsen of gezinsvoogden. En als het ergens in de keten fout gaat, krijgen wij de schuld, terwijl we maar weinig kunnen beïnvloeden. Op papier hebben wij de regie en zijn wij de baas, we mogen alles betalen, maar we hebben lang niet genoeg te vertellen.’ Niet dat hij afwil van de jeugdhulp. Hij vindt het nog steeds een goede zet dat de verantwoordelijkheid daarvoor naar gemeenten is gegaan. ‘Toen de jeugdhulp nog bij de provincies lag, waren de schotten nog veel hoger. De problemen worden nu, weliswaar nog niet genoeg, integraler aangepakt en dicht bij huis. Dat is winst.’ In zijn zoektocht naar greep op de jeugdhulp, wilde Verschuren zich niet laten leiden door de kille cijfers. Hij wilde de verhalen horen van iedereen die op de een of andere manier met jeugdhulp te maken heeft. Als ontvanger van jeugdhulp, als gever van jeugdhulp, als ‘bedenker’ van jeugdhulp. Hij sprak met onder andere ouders, jongeren, zorgverleners, wijkteammedewerkers, casemanagers, beleidsmedewerkers, en ervaringsdeskundigen. Die nemen in zijn boek beslist geen blad voor de mond; ze zijn kritisch over de geboden hulp en de rol van de gemeente. En ook kritisch over bijvoorbeeld de hoge werkdruk in de wijk‘We betalen alles, maar hebben weinig te vertellen’ teams waardoor sneller naar gespecialiseerde jeugdhulp wordt verwezen. En kritisch over het toch nog steeds grote aantal hulpverleners dat bij een gezin is betrokken. ‘Sommigen waren heel open en redelijk confronterend, maar ik had ook het idee dat een aantal erg voorzichtig was.’ Het verhaal wat hem het meest is bijgebleven is die van ervaringsdeskundige Rebecca Albers. Zij liep op haar zestiende van huis en kwam terecht in een pleeggezin. Haar eigen drie kinderen hebben alle drie jeugdhulp gehad en ‘ze heeft moeten vechten om een onderzoek door de Raad voor de Kinderbescherming te voorkomen’, schrijft Verschuren. Na de nodige opleidingen begeleidt ze inmiddels gezinnen – soms vrijwillig en soms betaald. ANGST Albers stelt dat veel ouders bang zijn dat ze ‘dankzij’ de inzet van professionele hulp hun kinderen kwijtraken. Daarom durven ze aan hulpverleners nooit het achterste van hun tong te laten zien. Verschuren: ‘Door haar heb ik me gerealiseerd dat er angst bij de ouders is. Wij denken dat onze mensen van de sociale teams de mensen komen helpen. Maar veel ouders zijn

INTERVIEW 13 CV PETER VERSCHUREN (Malden, 1955) rondde het MBO Sociale Dienstverlening en NGPR-A af. Hij studeerde ook sociale geografie, maar maakte deze studie niet af. Van 1976 tot 1988 bekleedde hij diverse functies bij de gemeentelijke sociale dienst in Groningen. Tussen 1990 en 1995 was hij tekstschrijver op een reclamebureau, tussen 1995 – 2006 redacteur bij de landelijke SP en tussen 2011 en 2014 communicatiemedewerker bij een welzijnsinstelling. In 1988 ging Verschuren de politiek in. Vanaf dat jaar tot 2006 was hij raadslid voor de SP in Groningen. Van 2006 tot 2010 was hij wethouder in die stad. Vier jaar later werd hij (tot 2018) wethouder in Hoogezand-Sappemeer. Twee jaar startte hij als wethouder in Midden-Groningen. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

INGEZONDEN MEDEDELING

INTERVIEW 15 bang dat hun kinderen door hen worden weggehaald.’ Hij schrok van die angst. ‘Het drukte me echt met de neus op de feiten, van verdorie, die angst is groot.’ Op de vraag of hij de angst bij de ouders kan wegnemen, slaakt hij een zucht. ‘Dat is moeilijk. Als ik na alle gesprekken in een zin zou moeten samenvatten wat er moet gebeuren, is het wel angst omzetten in vertrouwen.’ Want er zit veel angst in het systeem, concludeert Verschuren. ‘De angst van ouders voor de casemanagers, de angst van de casemanagers dat de ouders het verkeerd doen, de angst van de hulpverleners dat die casemanagers hun werk niet goed doen.’ Opvallend in het boek is dat verschillende geïnterviewden zeggen dat er meer praktische hulp moet worden gegeven, in plaats van ‘moeilijke gesprekken’. ‘Inderdaad, het gaat dan om iemand die echt de handen uit de mouwen steekt, mee gaat helpen de boel op te ruimen, het gezin leert een dekbedovertrek om een dekbed heen te doen. Veel mensen blijken daar meer aan te hebben dan een keer per twee weken een gesprek waarbij wordt gevraagd: hoe voelt het nou voor jou? Ik zeg het wat gechargeerd, maar er zit een kern van waarheid in.’ De gemeente heeft dat ook meteen opgepakt. ‘Ik heb net een gesprek gehad met iemand die voor ons de bestaande hulp gaat ombouwen tot een soort gespecialiseerde gezinsverzorgster. We doen er dus ook echt wat mee, met wat ik hoor tijdens de gesprekken.’ De wethouder sprak ook met vier meiden die vaste bezoeker zijn van jongerencentrum Amovement in Hoogezand. De meiden hebben wisselende, maar over het algemeen niet al te beste ervaringen met hulpverleners. Op de vraag van de wethouder wat hen het meest heeft geholpen, antwoorden ze volmondig ‘Wij!’. Verschuren: ‘Dan denk ik: laten we alsjeblieft het jongerenwerk verder versterken. Die meiden steunen elkaar en als er dan een jongerenwerker bij zit die waar nodig de helpende hand biedt of een arm om de schouder slaat; dat werkt voor die meiden veel beter.’ Maar dat is niet de oplossing voor iedereen, haast hij zich te zeggen. ‘Voor kinderen met echte stoornissen werkt dit niet. Maar ik denk dat het voor veel kinderen werkt als ze elkaar kunnen ondersteunen. En dat veel ouders baat hebben bij praktische hulp.’ TE VEEL Hij vindt dat er te veel en te snel hulpverlening wordt ingezet. ‘Ouders ervaren de hulpverlening ook vaak als een last. We focussen vaak te veel op het kind, terwijl praktische hulp voor moeder beter ‘Bij ons zijn de problemen bovengemiddeld’ zou zijn. In veel van die gezinnen moet echt wel wat gebeuren, maar anders. Nogmaals, voor een deel is voor met kinderen met psychische problemen professionele hulp echt noodzakelijk, maar ik denk zeker dat we in Midden-Groningen veel te maken heeft met opvoedingsonmacht, met schulden, met stress. Veel ouders hebben het nooit van hun ouders meegekregen hoe je je kinderen moet opvoeden; dat wordt van generatie op generatie doorgegeven. Daar past de jeugdhulp die wij nu leveren niet echt goed bij.’ Het roer moet dus om. Weer zucht Verschuren. ‘Ja, en daar zijn we mee bezig, maar het gaat zo langzaam. Er moet veel meer worden gekeken naar de hele gezinssituatie en naar wat het eigen netwerk kan opvangen. De praktijk wijst uit dat het nog lang niet ver genoeg gaat.’ In zijn boek beschrijft Verschuren zijn ‘droommodel’. ‘Ik zie dan een wereld voor me waarin gezinnen sterk genoeg zijn om met hulp van het eigen netwerk, dus niet met professionele hulpverlening, problemen kunnen oplossen.’ In dat droommodel wordt ook integraal gewerkt. ‘Daarin moeten we nog grote stappen zetten. We moeten een geheel maken van participatie, schuldhulpverlening, maatschappelijk werk, jongerenwerk en jeugdhulp. Dat zie ik als een opgave voor de komende tijd.’ CORONA Hij wil daarbij ook lessen trekken uit de coronacrisis, waarover hij voor het laatste hoofdstuk nog een aantal gesprekken heeft gevoerd. ‘Wat ik terugkrijg van casemanagers is dat het bij veel gezinnen, waarover zij zich grote zorgen maakten, wonderwel goed is gegaan. Een aantal gezinnen heeft de lockdown als ontspanning ervaren. De kinderen hoefden niet op tijd naar school, het huis hoefde niet te worden opgeruimd omdat de hulpverlener zou langskomen. Daarmee is niet gezegd dat het dus allemaal wat minder kan, want er is ook een aantal nieuwe crises bij andere gezinnen bijgekomen.’ Toch stelt Verschuren in zijn boek dat de lockdown ‘heilzaam gebleken is voor de jeugdhulp in Midden-Groningen’. ‘Samenwerking tussen partijen kwam snel van de grond, jongerenwerkers kwamen in contact met nieuwe groepen jongeren en zoals gezegd redden veel gezinnen het ook zonder professionele hulp. Ik hoop dat we dit vast kunnen houden, dat we deze crisis niet verspillen.’ Toch pakken zich nog behoorlijk donkere wolken samen boven Midden-Groningen. De herijking van het gemeentefonds dreigt desastreus uit te pakken voor de gemeente. ‘Onze wethouder financiën schat dat als het meezit we er 4 miljoen euro op achteruit gaan en als het tegenzit 7 tot 8 miljoen.’ Na forse bezuinigingen, op onder meer de sociale wijkteams, een behoorlijke stijging van de ozb en een flinke greep uit de reserves is de begroting vorig jaar sluitend gekregen. ‘In de reserve zit nu nog 6 miljoen. Dat betekent nog een jaar jeugdhulp en dan hebben we een reserve van nul. De situatie is echt behoorlijk dramatisch.’ De interviews hebben de kijk van Verschuren op de jeugdhulp en de rol van de gemeente daarin niet wezenlijk veranderd. ‘De gedachten die ik had, zijn wat scherper geworden. Wel schrok ik, zoals gezegd, van de hoeveelheid angst die er in het systeem zit.’ Hij heeft voor zijn gevoel meer greep op de jeugdhulp gekregen. ‘Ik weet hoe iedereen erin staat en hoe mechanismen werken.’ Ondanks alle financiële problemen, de ‘verzuchtingen’ dat veranderingen moeten maar lang duren, is hij nog steeds tevreden met zijn portefeuille. ‘Het is een stevige uitdaging, maar ik vind het nog steeds een mooi beleidsterrein. Ik overschat de rol van een wethouder niet, maar ik heb toch wel het idee dat ik door mijn inzet en mijn prikkelen van allerlei mensen de boel wat vooruithelp.’ Worstelen met geboeide handen. Hoe de gemeente greep zoekt op de jeugdhulp. Uitgeverij Passage. 152 pagina’s. 17,90 euro. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

16 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: SIMON TROMMEL FOTO: BERLINDA VAN DAM / H.H. Nog voor de zomer spreekt minister Ollongren zich uit over de verhuurderheffing voor corporaties. In Amsterdam weten ze wat ermee moet gebeuren: van tafel. Voor de helft van de corporaties dreigen financiële problemen waardoor broodnodige nieuwbouw uitblijft. ONGELIJK SPEELVELD EN SLECHTE FINANCIËLE POSITIE CORPORATIES ‘ EXTRA HEFFING FRUSTREERT DE NIEUWBOUW’ Huurwoningen in de vrijesector aan de Zuidas

S BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND 17 ‘ De facto zegt het rijk dat het geen woningen wil bouwen’ onele beleggers. ´Terwijl we de corporaties hard nodig hebben´, zegt Ivens. ´Juist vanwege de komende recessie zouden corporaties meer mogelijkheden moeten hebben om anticyclisch te investeren´, zegt Laurens Ivens, SP-wethouder wonen van Amsterdam en lid van de bestuurlijke commissie Ruimte Wonen en Milieu van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, VNG. En als het zo doorgaat met de verhuurderheffing, waardoor per woning een maand of drie huur in de schatkist verdwijnt, kunnen ze dat niet meer. ´Ik weiger woonwijken te bouwen met alleen maar dure marktwoningen´, zegt Ivens die planningsproblemen voor gemeenten voorziet. Straks, in de recessie, kan dat zijn schaduw al vooruitwerpen. Want de behoefte aan betaalbare woningen – waaraan nu al een groot tekort is – stijgt in zijn verwachting dan nog verder. Die recessie komt. De Europese Commissie ziet een ongekende krimp aankomen van de economieën in de eurozone. In dit eerste jaar van de coronapandemie bedraagt die naar verwachting 7,5 procent en dat betekent dat er minder geld is om te investeren. En met de corporaties en dus de volkshuisvesting gaat het al slecht door de enorme belastingdruk, blijkt uit onderzoek dat de VNG samen met Aedes en de Woonbond heeft laten uitvoeren door Companen en Thésor. Daaruit blijkt dat de belastingdruk bij corporaties 38 procent hoger is dan bij institutionele beleggers die investeren in de commerciële huur en geen verhuurderheffing hoeven te betalen. De Amsterdamse corporaties betaalden tot nu toe alleen al circa een miljard euro verhuurdersheffing. Verder betalen ze circa 30 tot 40 miljoen euro aan vennootschapsbelasting. Ook dragen de corporaties geld af omdat zij onder de ATAD-richtlijn vallen – een Europese richtlijn om belastingvermijding tegen te gaan. Institutionele beleggers vallen daar niet onder. De Nederlandse overheid heeft die richtlijn op woningcorporaties van toepassing verklaard, waardoor hun renteaftrek fiscaal is beperkt. Dit leidt ertoe dat er volgens gemeenten en corporaties geen gelijk speelveld meer is tussen corporaties en institutiTE NAUW In Amsterdam zijn in Nieuw-West, Zuidoost en Noord in totaal 32 buurten aangewezen die toekomstbestendig moeten worden gemaakt. In de aanpak daarvan heeft de gemeente een taak voor het op peil houden van de openbare ruimte. Maar de corporatie ook, onder meer door de woningen niet te laten verkrotten en daar wringt ‘m de schoen: geld. Verder is een groot probleem dat de woningwet een te nauwe omschrijving geeft aan de taakgebieden van de corporatie. In leefbaarheid investeren mogen ze nauwelijks meer en de gemeente krijgt geen rijksbudgetten om de leefbaarheid te vergroten. ´De helft van de corporaties in de Metropoolregio Amsterdam dreigt bij ongewijzigd beleid in de financiële problemen te raken´, zegt Ivens. Daardoor kunnen ze de helft van de nieuwbouwopgave van vijfduizend woningen niet aan, zo blijkt uit onderzoek van de corporaties. Ivens: ´Het rijk zegt in woord dat er meer woningen moeten komen, maar in daad zeggen ze tegen de corporaties in Amsterdam: betaal de schatkist 200 miljoen per jaar. De facto zegt het rijk dus dat het geen woningen wil bouwen.´ Hij wijst erop dat 50 procent van de Amsterdammers een inkomen heeft tot modaal. Hoewel 40 procent van de huurhuizen in Amsterdam tot de betaalbare woningvoorraad hoort, voelt Ivens zich geen spekkoper: sociale koopwoningen ontbreken in Amsterdam. ´We hebben meer behoefte aan sociale en middenhuur. We moeten anticyclisch bouwen, niet zomaar wat de markt vraagt, want de markt is failliet. We hebben in zes jaar 45.000 woningen gebouwd, een stad zo groot als Amstelveen of Hilversum, en nog steeds is er een tekort. En in de afgelopen jaren zijn de prijzen verdubbeld.´ FOOITJE Intussen hebben de Amsterdamse corporaties sinds 2013 een miljard euro in de schatkist gestort. Daar kregen ze onlangs wel een korting op als stimulans om woningen te bouwen. Maar dat is niet meer dan een fooitje, zegt Ivens. Volgens Ivens hadden voor die 1 miljard euro in Amsterdam zesduizend woningen kunnen worden gebouwd in het sociale segment. Over heel Nederland bedraagt de afdracht aan de verhuurdersheffing tot en met 2023 16 miljard, blijkt uit het onderzoek van Companen en Thésor. Te midden van een groot woningtekort hadden de corporaties in heel Nederland meer dan twee keer zoveel woningen kunnen bouwen als ze dat geld hadden mogen houden: de woningbouw van 2013 tot 2023 bedraagt 87.000. Dat hadden er meer dan 180.000 kunnen zijn, blijkt uit het onderzoek. Dat onderzoek is het voorgerecht voor een eigen evaluatie van de verhuurderheffing van minister Ollongren van Binnenlandse Zaken (BZK), waaronder wonen valt. Daar komt ze voor de zomer mee. De conclusie van de Companen en Thésor is, dat de verhuurderheffing geen enkel beleidsdoel meer dient, behalve het vullen van de schatkist. ‘Sterker nog, de enige vriend van de heffing, is de schatkist zelf’, zegt Ivens. ´En misschien VVD-minister Blok die hem tijdens de vorige (banken)crisis heeft ingevoerd toen hij nog op BZK zat.´ ´De grootste problemen voor Amsterdam zijn dat de belastingdruk in de toekomst de handrem zet op de nieuwbouw´, zegt Ivens. Maar dat is niet het enige probleem. In afspraken tussen gemeente en corporaties over betere betaalbaarheid en verduurzaming wil de gemeente verder gaan dan de corporaties kunnen waarmaken vanwege hun financiële positie. Ook raakt de belastingdruk het opknappen van bijvoorbeeld de traditionele schimmelwoning, en andere gebreken waarover stichting !WOON, die huurders en VVE´s bijstaat, honderden klachten per jaar binnen krijgt, meldt Gert-Jan Bakker van !WOON. ´Het grote probleem in Amsterdam is juist die betaalbare woningvoorraad’, zegt Ivens. ‘Daar is al een tekort aan en dat wordt niet minder. Een politieagent of een zorgmedewerker kan geen 1500 euro betalen aan huur.´ Kopen kunnen ze al helemaal niet: de gemiddelde koopprijs in Amsterdam bedraagt een half miljoen euro. Ivens: ´Ik heb afspraken met institutionele beleggers die wel willen bouwen en het huis voor 25 jaar in het middensegment willen houden. Maar ik ga niet een woonwijk ontwikkelen als een corporatie niet aan kan haken.´

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 18 ESSAY BESTUUR FOTO: GUUS SCHOONEWILLE / H.H. FOTO: CORBIS / H.H. PAD NA CORONA ESSAY HET LASTIGE Na de intelligente lockdown vanwege corona is de wederopbouw van Nederland begonnen. De landelijke regie maakt plaats voor een op maat gesneden, regionale aanpak. Hoe zal dat proces zich voltrekken in de gemeentehuizen? Geerten Boogaard en Martijn van der Steen blikken vooruit. ‘Dit alles is een ‘perfect storm’ voor instabiliteit van de lokale democratie, precies op het moment waarop gemeenten dat het minst goed kunnen hebben.’ De lokale democratie heeft door de coronacrisis een zware klap gehad. Dat is grotendeels buiten beeld gebeurd, en dat zegt eigenlijk ook veel over de aard van de klap. Gemeenteraden lagen een korte tijd werkelijk ‘plat’ en hoewel ze inmiddels bijna allemaal een praktijk van digitaal vergaderen hebben opgepakt lijkt het ‘debat’ dat in deze digitale vergaderingen plaatsvindt inhoudelijk gezien beperkt. Het digitale platform lijkt in beperkte mate werkelijk politiek debat mogelijk te maken. Gemeenteraden worstelen hierdoor met hun inhoudelijke agenda. De going concern gaat door, wat al een prestatie op zich is, maar voor de werkelijke strategisch – en écht politieke – thema’s lijkt het digitale platform niet geschikt. Gemeenteraden kunnen inmiddels dus weer ‘stemmen’, maar ze kunnen nauwelijks ‘debatteren’. Stemmingen zijn om allerlei acute redenen nodig, maar uiteindelijk is politiek debat waar het in de lokale democratie om gaat. Dat is een situatie die niet te lang kan voortduren, maar waarvoor een werkelijke oplossing nog nergens voor handen lijkt. Als gemeenteraden straks weer in volwaardige vergadering gaan, dan zullen raadsleden merken hoeveel er in de korte periode van relatieve afwezigheid door de uitvoerende macht is gedaan. Het heeft in gemeenten aan daadkracht niet ontbroken. Colleges hebben steunpakketten opgetuigd en geparticipeerd in steunpakketten op regionale niveaus. Ze hebben uitzonderlijke budgetten vrij gemaakt en dat geld is vaak ook meteen al uitgegeven. Dat slaat gaten in gemeentelijke begrotingen en meerjarenplanningen die gemeenteraden nu pas achteraf goed in beeld zullen krijgen. De pakketten zijn vaak onder hoge tijdsdruk tot stand gekomen, dus het zal nog een hele opgave worden voor de lokale rekenkamers om goed te achterhalen hoe nu precies – en door wie – de steun voor bepaalde maatregelen is afgegeven. Zo zullen gemeenteraden met een lange ‘staart’ van reële financiële gevolgen en comptabiliteit. VEEL DRUK De nasleep van corona zet ongetwijfeld veel druk op colleges van B&W. Problemen stapelen zich op, financiële middelen zijn nog meer beperkt dan ze al waren en de ambtelijke organisaties werken nog steeds onder de beperkingen van corona. En dat geldt ook voor het bestuur en de gemeente raden zelf. Dat alles is een ‘perfect storm’ voor instabiliteit van de lokale democratie, precies op het moment waarop gemeenten dat het minst goed kunnen hebben. En dat gebeurt in een periode waarin de maatschappelijke gevolgen van corona om gericht en doordacht lokaal beleid vragen, maar waarin er ook zonder corona al grote vraagstukken op het bordje van gemeenten lagen. De energietransitie raast door en gaat een belangrijke fase in. Veel gemeenten worstelen met het invullen van – en op peil houden van – het sociaal domein. Er komen met de invoering van de Omgevingswet veel nieuwe ontwikkelingen in het ruimtelijke domein aan. Er is in zo goed als alle gemeenten een acuut probleem op de woningmarkt. In veel gemeenten is er sprake van fragmentatie van culturele en politieke stromingen, die rondom kwesties van identiteit oplaaien. PROFILERING Onze verwachting is dus dat gevormde coalities onder druk zullen komen te staan en we in de laatste periode nog heel veel ‘gevallen’ colleges van B&W en ‘herformaties’ zullen gaan zien. Zeker nu ook nieuwe gemeenteraadsverkiezingen langzaam dichterbij komen zal de zucht naar politieke profilering toenemen. Dat is enerzijds van groot belang, want er staan ook grote politieke verdelingsvragen op de agenda; anderzijds is het precies wat lokale gemeenschappen niet kunnen gebruiken, omdat voor de aanpak van veel van de problemen vooral bestuurlijke daadkracht nodig is, in plaats van politieke verdeeldheid. Het omgaan met de nog onbekende en deels

ESSAY 19 onvoorstelbare gevolgen van de coronacrisis gaat bij uitstek over verdeling. Waar geven we de middelen die er nog zijn aan uit? Wie draagt de lasten van middelen die tijdens de crisis zijn uitgegeven, bestemd of ‘verdampt’. Hoe vindt de verdeling van winst en verlies plaats? Dat zijn politieke vragen die vooral binnen de democratische instituties zouden moeten worden besproken. Maar we zien juist dat deze kwesties de democratische instituties op de proef stellen en grote ongelijkheden daarbinnen blootleggen. Macht kent vele wegen en die lopen in crisistijd niet allemaal langs de reguliere fora voor democratische besluitvorming. Kijk naar het verschil tussen een luchtvaartmaatschappij die goed de weg kent in Den Haag en een culturele infrastructuur die is belegd bij een in het college zwakke wethouder, die de tekorten in zijn eigen portefeuille moet oplossen. De mate van overheidssteun komt zodoende in belangrijke mate voort uit een heel aantal institutionele factoren dat hier maar matig voor is gemaakt of op bedacht: portefeuilleverdeling, organisatiegraad, lobbykracht, bevoegdheidsverdeling (nationaal/decentraal). Het geld kan maar één keer worden uitgegeven en de onbedoelde gevolgen van deze factoren zijn dus groot én blijvend. HARD GERAAKT Een andere zorgwekkende ontwikkeling is dat de crisis weliswaar op korte termijn een groot aantal maatschappelijke initiatieven heeft aangewakkerd, maar dat de benodigde randvoorwaarden voor een sterke en veerkrachtige ‘civil society’ door de coronacrisis ernstig zijn geschaad. Verenigingen, buurthuizen, sociaal ondernemingen zijn hard geraakt. Ze zijn vaak afhankelijk van een kleine stroom inkomsten uit huuropbrengsten, catering, ‘ We zullen veel colleges van B&W gaan zien vallen’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

INGEZONDEN MEDEDELING

ESSAY 21 GEERTEN BOOGAARD IS HOOGLERAAR DECENTRALE OVERHEDEN AAN DE UNIVERSITEIT LEIDEN MARTIJN VAN DER STEEN IS CO-DECAAN EN ADJUNCTDIRECTEUR VAN DE NSOB EN BIJZONDER HOOGLERAAR AAN DE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM bar-omzet en opbrengsten uit kleinschalige evenementen. Bovenop die kleine maar essentiële inkomsten weten zij met een grote hoeveelheid vrijwillige inzet een vitaal initiatief op te zetten. Nu die kleine financiële geldstromen als basis zijn weggevallen, zullen vele initiatieven uiteindelijk zelf ook verdwijnen. En daarmee verliezen gemeenschappen een belangrijke bron van maatschappelijke veerkracht, waar het afgelopen decennium ook vanuit het overheidsbeleid zelf toch juist sterk op is ingezet. Ook hier geldt dat institutionele factoren maken dat dergelijke initiatieven nauwelijks in beeld zijn bij de verdeling van steun of hulp. Dit probleem wordt straks als eerste gevoeld in lokale gemeenschappen. Als de corona-gevolgen zich straks in volle omvang voordoen, worden burgers dus geconfronteerd met een gemeente die in middelen ernstig beperkt is én met een verzwakte lokale gemeenschap die minder veerkrachtig is dan voor corona. CONCURRENTIE Interessant is ook dat er een concurrentie lijkt te ontstaan tussen regionale en functionele samenwerkingsverbanden. Corona heeft gezorgd voor nieuwe richting in de bundeling van krachten en in de strategische afwegingen die partijen daarin maken. Onder druk van corona zijn sectoren meer in zichzelf gekeerd geraakt en hebben ze vooral geïnvesteerd in het ‘als sector’ met één mond naar buiten treden, om de lobbykracht naar de meestal centraal georganiseerde macht te vergroten. Ze spelen de hoofdrol bij het afspreken van ‘sectorbrede protocollen’, die niet alleen nuttig zijn tegen corona, maar die ook nodig zijn voor de branche om van het centrale niveau toestemming te krijgen om weer open te gaan. Brancheorganisaties en belangenorganisaties maken een revival door, omdat zij in staat zijn om het centraal georganiseerde crisisbestuur van een enkelvoudige stem ‘namens het veld’ te voorzien; ze kunnen via de klassieke polderlijnen lobbyen voor financiële steun en ruime mogelijkheden voor openstelling. De coronacrisis is in dat opzicht ook een klassieke poldercrisis. Regionale samenwerkingsverbanden staan er wat passief bij. Hiermee verplaatst de ‘verplaatste politiek’ voor een deel terug naar een traditionele plek: naar functionele lijnen van een centrale overheid met koepelorganisaties, brancheverenigingen en belangenvertegenwoordigers. Daarmee is politiek nog steeds ‘verplaatst’, maar wel naar andere fora en gremia. Een interessante kwestie is hoe het proces van daadwerkelijk ‘uit de lockdown’ komen verder zal verlopen. Langzaam maar zeker zal de dominante van de centraal (nationaal) geregisseerde crisisorganisatie afnemen en verplaatsen verantwoordelijkheden en bevoegdheden weer meer naar het lokale niveau. Daarmee ontstaat ook weer de mogelijkheid tot variëteit. Dat past enerzijds goed bij het beeld van Nederland als decentrale eenheidsstaat, maar anderzijds roept het ook precies ook alle problemen van dat beeld op. Het betekent dat gemeente X weer gewoon de weekmarkt toestaat en dat aangrenzende gemeente Y dat niet doet. In het ene winkelcentrum in gemeente A is het eenrichtingsverkeer voor voetgangers met BOA’s die boetes uitdelen, terwijl gemeente B het allemaal ‘aan de mensen zelf laat’. Ondertussen heeft gemeente C met lokale winkeliers afspraken gemaakt over hoe gemeente en ondernemers samen optrekken. FREE-RIDERS Variëteit biedt de mogelijkheid tot maatwerk, maar betekent ook verschil en ongelijkheid. Dat roept al snel discussie op. En het heeft in het geval van een in potentie dodelijk virus ook altijd bovenlokale gevolgen; gemeenten die zichzelf een ‘streng’ regime opleggen zullen soepeler gemeenten als ‘free-riders’ bestempelen en om interventie vragen. Desnoods van het landelijke niveau. Hoe gaat dat proces er in de praktijk uitzien? Wat zijn daarvoor de spelregels? En hoe zijn de rollen belegd? In de acute crisis was dat relatief helder; in het grijze waarin we nu verkeren en nog lange tijd blijven is dat alles veel minder duidelijk. Interessant is ook hoe het proces van ‘trial and erorr’, dat het uit de lockdown treden onvermijdelijk is, zal verlopen. Zijn gemeenten in staat om tijdig (lees: heel snel) versoepelingen terug te draaien als het lijkt dat deze voor nieuwe problemen zorgen? Het aanscherpen van een maatregel is sowieso vervelend, want er hebben mensen last van (en de opbrengsten zijn vaak niet goed in beeld te brengen). Maar in dit geval ‘ Kan een gemeente tijdig versoepelingen terugdraaien?’ zal het vaak betekenen dat het gaat om het terugdraaien van een zelf ingezette versoepeling: dat is precies de manier om goed en veilig uit de lockdown te komen, maar het is politiek een heel kwetsbare strategie. Gemeenteraden zullen wethouders of hun burgemeesters vragen ‘hoe dit heeft kunnen gebeuren’ en zich afvragen of het genomen ‘risico’ van de versoepeling wel goed overwogen is gebeurd? De stap terug zal vaak worden gezien als een ‘gemaakte fout’, in plaats van voortschrijdend inzicht en leervermogen. De lerende aanpak past heel goed bij het uit de lockdown komen en het omgaan met de grote onzekerheid die dat met zich meebrengt; maar het brengt verantwoordelijke bestuurders hoogstwaarschijnlijk in grote problemen en zal ook bij het brede publiek een beeld oproepen van een ‘gemeente die het ook niet weet’. Of erger nog, ‘die ook maar wat doet’. Het goede nieuws van deze tijd is dat er na de crisis nu een periode van ademhalen, balans opmaken, reflectie en deels ook ‘wederopbouw’ kan plaatsvinden. Waarbij ook zeker hoort het voorbereiden op een mogelijke/waarschijnlijke volgende golf. Maar wij voorzien dat het lokaal bestuur, de lokale democratie en lokale gemeenschappen in deze nieuwe fase onder grote druk komen te staan. In de zoektocht naar het nieuwe normaal zullen gemeenten en lokale gemeenschappen alles op alles moeten zetten om met de grote druk om te gaan en daarvoor nieuwe houdbare en/of voldoende veerkrachtige oplossingen te vinden. Voor het lokaal bestuur is de fase van crisis misschien voorbij, de grootste problemen beginnen hoogstwaarschijnlijk pas. Dit paper is met andere wetenschappelijke onderzoeken en artikelen over de aanpak en de gevolgen van de corona-crisis ook terug te vinden op de website https://coronapapers.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

22 ACHTERGROND CARRIÈRE DOOR: MICHEL KNAPEN FOTO: ROBIN UTRECHT Ambtenaren die zich schuldig maken aan knevelarij – het komt nauwelijks voor. Toch is het risico dat ambtenaren in contact komen met justitie aanzienlijk, zegt strafrechtadvocaat Anne Marie de Koning. Vooral omdat collega’s de plicht hebben dat te melden. AANGIFTE DOEN OVER COLLEGA’S IS WETTELIJKE PLICHT ‘AMBTENAAR EXTRA ZWAAR GESTRAFT’ dienst die over de toeslagen gingen. Met die vrijheid komt ook een extra verantwoordelijkheid. Dus áls je het verprutst, dan hang je ook goed, is de gedachte.’ Wie bij de overheid werkt is ambtenaar én werknemer. Moet je daarom nu dubbel oppassen? ‘Er zijn bepaalde misdrijven die kunnen worden begaan door eenieder, zoals valsheid in geschrift. Maar doet een ambtenaar dat, dan kan hij daarvoor een zwaardere straf krijgen, tot wel een derde meer dan een niet-ambtenaar kan krijgen. Wel moet er een relatie zijn met het werk. Wordt een ambtenaar betrapt op winkeldiefstal, begaan buiten de uitoefening van zijn functie, dan is dat geen grond voor strafverzwaring. Maar als een politieambtenaar een geweldsmisdrijf pleegt, dat wordt hem dat extra aangerekend: juist hij zou beter met geweld moeten kunnen omgaan.’ Waarom is de strafwet zo streng voor ambtenaren? ‘Ambtenaren dienen het publieke belang. Daar wordt behoorlijk zwaar aan getild, niet alleen in lagere rechtspraak maar ook door de Hoge Raad. Er wordt gewoon meer van ambtenaren verwacht. Ze gaan over grote bedragen, ze hebben veel zeggenschap over ontheffingen en vergunningen. Dat brengt een grote vrijheid en invloed met zich mee. Ambtenaren kunnen in grote mate het leven van mensen bepalen, zie de ambtenaren van de BelastingWaar is dit risico op ambtsmisdrijven hoogst: bij gemeentes, provincies of het rijk? ‘De meeste ambtsmisdrijven gebeuren daar waar ambtenaren werken aan de meest vitale processen in de maatschappij. Dat is bij gemeenten. Zo is de Bibobprocedure gevoelig voor het aannemen van steekpenningen. In het algemeen worden de meeste ambtsmisdrijven gepleegd rond het verlenen van vergunningen. Daarnaast zie je met enige regelmaat valsheid in geschrift, als bijvoorbeeld termijnen worden aangepast in een officieel stuk.’ WNRA EN AMBTSMISDRIJVEN De Wet normalisering rechtspositie ambtenaren – die van ambtenaren ‘gewone werknemers’ heeft gemaakt – heeft in strafrechtelijke zin niets veranderd. Overheidswerknemers kunnen nog steeds ambtsmisdrijven begaan. ‘Voor toepasselijkheid van de ambtsmisdrijven is er niets gewijzigd’, zegt strafrechtadvocaat Anne Marie de Koning, verbonden aan Sennef de Koning van Eenennaam Advocaten. ‘De Hoge Raad heeft altijd een heel ruim ambtenarenbegrip gehanteerd. Iedereen die werkt in overheidsdienst is ambtenaar en kan ambtsmisdrijven begaan.’ Niet iedere ambtenaar zal de strafwet uit z’n hoofd kennen. ‘Dat betekent dat je je als ambtenaar zou moeten bijscholen over wat strafbare feiten en ambtsmisdrijven zijn. Valsheid in geschrift kennen ze zeker als misdrijf. Maar een cadeautje aannemen, kan dat wel? Of je laten beïnvloeden? Er is een grijs gebied, van veel dingen is het niet duidelijk of het een strafbaar feit is. Bij twijfel kun je beter met iemand overleggen, want je kunt snel over de grens gaan. Stel een trouwambtenaar heeft zijn werk goed gedaan. Een stel kon soepel in ondertrouw en is daarna vlot getrouwd. Als je daarna een bloemetje aanneemt is dat geen strafbaar feit, het is zelfs geen twijfelgeval. Een uitnodiging aannemen voor het huwelijksfeest kan meestal ook. Maar als daarna een neef komt en die verwijst naar die uitnodiging, en hij vraagt of je een bepaald document nu snel kunt afhandelen, dan kan het mis zijn. Zo kan er toch twijfel zitten in de voorfase, bij dat onschuldig ogende cadeautje. Je kunt al worden gemanipuleerd ver voordat echt sprake is van een strafbaar feit. Het kan dus een opmaat zijn naar een delict terwijl je het dan helemaal nog niet door hebt.’ Veel wat ambtenaren verkeerd doen, zal onder de pet blijven. ‘Dat zal heus wel, maar er geldt een wettelijke aangifteplicht. Weet jij als ambtenaar dat een collega – en zelfs de burgemeester – een strafbaar feit pleegt in zijn hoedanigBINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND 23 heid als ambtenaar, dan ben je verplicht daarvan aangifte te doen. Doe je geen aangifte, dan ben je zelf ook laakbaar. Stel, je werkt bij de Belastingdienst en je merkt dat iemand bezig is met het ten onrechte terugvragen van toeslagen, dan moet je daarvan aangifte doen.’ Direct naar de politie stappen? ‘Als je een vermoeden hebt, dan kun je beter eerst naar een vertrouwenspersoon binnen de gemeente gaan. Met hem of haar kun je bespreken hoe sterk het vermoeden is of je de beschuldiging kunt staven. Het is natuurlijk nogal wat dat je je eigen collega beschuldigt, dus dat moet wel verantwoord gebeuren. Als het goed is heeft elke gemeente een vertrouwenspersoon. Is dat niet zo, dan moet je iemand zoeken buiten de organisatie, bijvoorbeeld een advocaat. Dan ben je als ambtenaar ook goed ingedekt en het is veiliger dan iemand ten onrechte beschuldigen. Je hebt in ieder geval niet gezwegen en dus voldaan aan je wettelijke plicht. Door die aangifteplicht is het risico dat een ambtenaar in contact komt met justitie in verband met een ambtsmisdrijf aanzienlijk.’ Maar klikken is ook al zo wat. ‘Inderdaad, maar het is een wettelijke plicht. Doe je het niet, dan kan dat vergaande consequenties hebben. Onder omstandigheden is niet melden op zich al strafbaar. Je kunt op staande voet worden ontslagen. Als je erover zwijgt, laat je het misdrijf feitelijk voortduren. Dat kan worden uitgelegd alsof je het misdrijf verhult, of dat je er min of meer aan meedoet. Dan kun je medeplichtig zijn aan dat misdrijf en dan ben je zelf ook weer strafbaar. Maar ik geef toe: klikken heeft iets NSB-achtigs. Dat is uiteindelijk dan ook niet de juiste weg.’ Knevelarij Rechtszaken over knevelarij komen weinig voor. De zoekterm ‘knevelarij’ levert op rechtspraak.nl 33 resultaten op, voor overigens fors minder zaken. Zo zijn er alleen al over de kwestie rond een Nijmeegse ambtenaar-directeur vier rechtszaken gevoerd. In 2012 wordt de toenmalige directeur van de Maatschappij tot Exploitatie van de Nijmeegse Schouwburg en Concertgebouw NV (de gemeente Nijmegen is de enige aandeelhouder, waardoor de man ook ambtenaar is) door de rechtbank Arnhem veroordeeld voor knevelarij. Hij had enkele jaren eerder aan een cateringbedrijf een bedrag van ruim 10.000 euro gevraagd voor een – niet nader omschreven – wederdienst. Het kostte hem zes maanden gevangenisstraf, waarvan drie maanden voorwaardelijk. In hoger beroep spreekt het gerechtshof Arnhem over ‘het als ambtenaar een gift vragen teneinde hem te bewegen om in zijn bediening iets te doen’. Het hof veroordeelt de man tot 180 uren taakstraf en een geldboete van 20.000 euro. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof, en wijst het terug naar het hof Amsterdam. Die veroordeelt de verdachte opnieuw, deze keer tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden, met een proeftijd van twee jaar, en een taakstraf van 180 uur. Dit ambtsdelict is volgens het hof een ‘buitengewoon ernstig feit’. ‘De verdachte heeft geprobeerd zichzelf te verrijken door misbruik te maken van zijn machtspositie. Hij heeft hiermee niet alleen het vertrouwen dat in de samenleving in de overheid en het openbaar bestuur – met name in de objectiviteit en integriteit van beslissingen van ambtenaren – moet kunnen worden gesteld, ernstig geschaad, zijn handelwijze heeft ook schade toegebracht aan zijn werknemers.’

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 24 ACHTERGROND CARRIÈRE Welke weg is dan beter? ‘Creëer een just culture binnen je overheidsorganisatie. Belangrijk is immers de zelfreinigende functie van de dienst. Daarvoor zou je moeten inzetten op een open cultuur waarin kan worden gesproken over wat wel en niet kan. Je kunt tijdens de werklunch een casus over integriteit bespreken. Ik krijg een bloemetje van een burger, kan ik dat aannemen? Of een groter cadeau? Een just culture houdt ook in dat bij gevoelige procedures – zoals Bibob en bij bouwvergunningen – altijd meer mensen op één zaak zitten, het vierogenprincipe. Laat nooit iemand dat in z’n eentje opknappen, want één persoon is makkelijker te manipuleren dan twee of vier mensen. Met zo’n just culture valt veel meer winst te behalen dan achteraf iemand te vervolgen en te straffen. Dat past ook goed bij de governance bij overheden. Neem de Roermondse wethouder Jos van Rey, veroordeeld voor onder andere omkoping. Hij is wel gestraft, maar wat leren we als samenleving daar nou van?’ ‘ Er wordt gewoon meer van ambtenaren verwacht’ ADVERTENTIE AMBTSMISDRIJVEN EN GEVANGENISSTRAF Het Wetboek van Strafrecht onderscheidt zo’n 25 ambtsmisdrijven. Daarbij kan worden gedacht aan verduistering van geld (maximale gevangenisstraf: 6 jaar) of van bewijsstukken (4,5 jaar), en vervalsing in boeken (3 jaar). Het aannemen van steekpenningen (ook giften en beloften) kan een celstraf van 4 jaar opleveren. Op misbruik van gezag (iemand iets dwingen te doen of na te laten) staat een celstraf van 2 jaar, op knevelarij 6 jaar. Wie het briefgeheim schendt kan een celstraf van 2 jaar krijgen. De ambtenaar van de burgerlijke stand die een huwelijk voltrekt en weet dat een van de partners daarmee een dubbel huwelijk aangaat, kan ook 6 jaar achter de tralies verdwijnen. Daarnaast zijn er ambtsmisdrijven die specifiek gelden voor ministers, politieagenten, gevangenenbewaarders en rechters.

BINNENLANDS BESTUUR -WEEK 26 | 2020 MICHEL KNAPEN JURIDISCH 25 Een ambtenaar van de Belastingdienst heeft IN DE CLINCH twee woonadressen: zijn eigen en dat van zijn partner, met wie hij een lat-relatie heeft. Voor beide adressen wil hij zijn mobiliteitskaart gebruiken; die is bedoeld voor het woon-werkverkeer. Meet zijn werkgever met twee maten? MOBILITEITSKAART WAS NIET VOOR LAT-RELATIE Het is augustus 2018 wanneer belastingambtenaar Koos Genderen* zijn teamleider schriftelijk verzoekt om zijn mobiliteitskaart Shuttel ook te mogen gebruiken voor het woon-werkverkeer van en naar het woonadres van zijn partner in Leiden, waar hij regelmatig verblijft. Dat wordt afgewezen. Maar Genderen wijst op het Verplaatsingskostenbesluit. Daarin wordt gesproken van ‘woonplaats’, en volgens Genderen valt daaronder ook de woning van zijn partner. Het is immers niet meer van deze tijd om alleen uit te gaan van het woonadres waarop de reizende werknemer staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). Dat besluit dateert van 1989, maar sindsdien hebben steeds meer mensen een lat-relatie en maken daarbij gebruik van twee woningen. Genderen wijst op een andere opmerkelijke regel uit dat Besluit: dat kent maar één plek van tewerkstelling, maar door flexibele werkplekken werken collega’s ook op andere locaties. En voor deze reizen is het gebruik van de mobiliteitskaart wel toegestaan. Kortom, zijn werkgever meet met twee maten: het huisadres wordt strikt juridisch geïnterpreteerd, het werkadres veel ruimer, in het voordeel van de werkgever. De staatssecretaris van Financiën, Genderens werkgever, blijft erbij: als Genderen naar zijn partner wil is dat een privéreis, waarvoor de mobiliteitskaart niet is beHet huisadres wordt strikt juridisch geïnterpreteerd doeld. En voor de plaats van tewerkstelling gelden nu eenmaal andere regels, zodat dat op meerdere plaatsen kan zijn. Vergelijkbare regels zijn er niet voor het begrip woonplaats. Ook volgens de rechtbank Gelderland biedt het Verplaatsingskostenbesluit geen ruimte om uit te gaan van een andere woonplaats dan Genderens BRP-adres in Ede. Genderen kan wel stellen dat het steeds vaker voorkomt dat mensen een lat-relatie aangaan waarbij feitelijk gebruik wordt gemaakt van twee woningen, maar daarmee valt nog niet het adres van een partner onder het Besluit. Ook vóór 1989 (toen het Besluit in werking trad) kwamen lat-relaties voor, maar toch maakte de regelgever daarvoor geen uitzodering. ADVERTENTIE En dat in andere regels wordt uitgegaan van een andere invulling van het begrip woonplaats, betekent nog niet dat dit ook moet gebeuren in het Besluit. Dat geldt ook voor de plek van tewerkstelling: dat dat er meerdere kunnen zijn, wil niet zeggen dat dit moet gelden voor de woonplaats. Genderen en zijn partner moeten zelf invulling geven aan hun lat-relatie en de daarmee samenhangende woonsituatie. Bijvoorbeeld: in het weekend op één adres verblijven en op werkdagen vanuit hun ‘eigen’ huis naar het werk reizen, suggereert de rechtbank (uitspraak 22 mei 2020). De werkgever is niet gebonden aan de manier waarop een werknemer zijn relatie invult, en hoeft daarvoor niet te betalen. Dat Genderen zelf opdraait voor de reiskosten (hij vindt dat ‘schrijnend’) als hij ervoor kiest om op een werkdag vanuit Leiden naar zijn werk te reizen, terwijl dat vanuit Ede ‘gratis’ met zijn mobiliteitskaart kan, is gewoon redelijk. Maar collega’s hadden wél van hun leidinggevenden toestemming om de mobiliteitskaart ruimer te gebruiken, werpt Genderen tegen. Omdat hij de namen van die collega’s niet wil (of kan) noemen, voldoet hij niet aan de op hem rustende bewijslast om een geslaagd beroep te doen op het gelijkheidsbeginsel. Reizen naar zijn lief moet hij zelf betalen, niet de staat. * De naam is gefingeerd. ECLI:NL:RBGEL:2020:2650

26 ACHTERGROND RUIMTE DOOR: RENÉ DIDDE Extreme droogte in het voorjaar, plensbuien in de zomer. Met een speciale ‘watervisie’ wil het Hoogheemraadschap van Delfland het belang van water voor andere regionale partijen benadrukken. De gemeente Delft is ermee aan de slag. Glastuinbouw Nederland is iets kritischer. WATERVISIE MET VIJFTIG TOEKOMSTSCENARIO’S DELFLAND VERBEELDT WATERRISICO’S Stel dat de nieuwe kaarten van het Hoogheemraadschap van Delfland in plaats van in de huidige digitale vorm in druk zouden verschijnen. Dan had je zomaar een Bosatlas voor Delfland in handen. Als lezer kon je dan lekker bladerend door nijpende issues gaan als de extreme neerslag in het kassengebied Westland. Je kon de stad Delft met de slappe bodem zien veranderen en de noodzaak beschouwen van waterberging vanwege de steeds vaker optredende, langdurige droogte. Om tot de kaarten te kunnen komen, sneed het waterschapsbestuur zijn beheergebied in acht typerende deelgebieden. Voor zes prominente klimaatthema’s ontwikkelde Delfland een kaart met verschillende toekomstperspectieven tot 2050. Meestal is er sprake van een optie ‘voortbouwen op het bestaande’ versus ‘herstructureren’ of een andere klimaatadaptieve optie ‘als groene long voor de stad.’ Aldus zijn nu bijna vijftig kaartbeelden op een website beschikbaar. Een voorbeeld. Op de ‘themakaart toename neerslag’ is het verharde oppervlak voor het gehele Delflandgebied in zes gradaties weergegeven, van minder dan 40 procent tot meer dan 80 procent. Een volgende kaartje toont het risico van water op straat en de kans op het zogeheten overstorten omdat het riool extreme buien niet aankan. Ook is de wateroverlast in het landelijk gebied weergegeven. Oevers van vaarten kunnen afbrokkelen door de watermassa’s. Wie de kaarten op een laptop bekijkt, moet wel 1 2 6 4 5 1 1 1 2 3 2 2 3 4 1 2 6 6 7 5 6 1 2 4 5 3 1 1 6 2 1 7 3 4 6 2 6 3 1 4 4 4 2 3 6 5 2 3 5 6 7 5 3 3 4 5 6 6 6 7 1 1 1 2 2 4 7 BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND 27 flink inzoomen, want het is erg veel informatie in kleine lettertjes. Niettemin is hoogheemraad Marcel Belt (Water Natuurlijk) in zijn nopjes over het verbeeldend vermogen voor de klimaatthema’s in het gebied van Delfland. ‘Kijk, wij gaan niet over de beslissing om een nieuwe woonwijk in een diepe polder te bouwen’, zegt Belt aan de telefoon. ‘Wel willen wij gemeenten en ook de provincie op een presenteerblaadje aanreiken wat de gevolgen van zo’n eventuele beslissing zijn voor de kans op wateroverlast, voor droogte, bodemdaling en biodiversiteit.’ Delfland wil water ‘integraal onderdeel’ van de ruimtelijke ontwikkeling laten zijn en ‘het waterthema zo vroeg mogelijk in de visievorming en plannen inbrengen’, aldus Belt. ‘Wij stoppen geld en energie in deze watervisie omdat we het belangrijk vinden het waterbelang te integreren in omgevingsvisies van de gemeenten.’ HEEL DIVERS De thema’s zijn evident. Vanwege de situatie aan de kust speelt zeespiegelstijging én bodemdaling een rol. Droogte, verzilting en hitte in de stad zijn klimaatthema’s, net als extreme neerslag en wateroverlast. Ook belangrijk is de waterkwaliteit en de vermindering van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en schadelijke stoffen in de glastuinbouw in het Westland en de landbouw op de oostflank van Delfland. Belt: ‘Wij zijn geen groot waterschap, maar we hebben wel een divers gebied met grote steden als Den Haag op zandgrond, Delft op slappe bodem en Vlaardingen, Schiedam en Rotterdam aan de Nieuwe Waterweg. We beschikken over intensief gebruikt landelijk gebied als het Westland en meer extensief gebruikt grasland in Midden-Delfland.’ Het gaat er Delfland met de watervisie niet alleen om de impact van wateraspecten te agenderen, maar ook om de kansen te benoemen. ‘Ruimte voor water kan de schoonheid en de ruimtelijke kwaliteit van de stad verbeteren, verkoeling bieden en een duurzame energiebron betekenen’, aldus Belt. Met dat laatste doelt hij op aquathermie. Uit oppervlaktewater in meren, rivieren, grachten en vaarten kan in de zomer warmte worden teruggewonnen, die als relatief warm water in een waterbel in de bodem wordt opgeborgen. Tegelijk wordt koud water opgepompt als koelenergie in woningen of als koelwater in de gracht. ‘s Winters vindt het omgekeerde plaats en wordt de in zomer geoogste warmte uit de thermoskan in de bodem tevoorschijn gehaald. Daarmee kan bijvoorbeeld de vloerverwarming functioneren. ‘ We willen het waterbelang integreren in de omgevingsvisies’ Hoogheemraad Belt spreekt van een ‘gespreksdocument’ dat probeert gemeenten nog meer tot een ‘mindshift’ aan te zetten. Delfland constateert in het derde jaar op rij problemen met droogte. Dankzij de leiding helemaal vanuit het Brielse meer aan de zuidkant van de Nieuwe Waterweg kan het waterschap tot 350 miljoen liter water per dag binnenpompen om de waterpeilen op hoogte te houden. Een deel daarvan moet echter worden gebruikt om verzilting tegen te gaan. Dat zoute water komt het Delflandse watersysteem binnen vanuit de ondergrond als zoute kwel. Maar ook door indringing van zoutwater vanuit de Nieuwe Maas. Om die verzilting te bestrijden, wordt het zoute water weggespoeld met het zoete water uit het Brielse meer. En dat wil het Hoogheemraadschap verminderen, aldus Belt. ‘Ons land, en de waterschappen voorop, zijn nog te veel ingesteld op het afvoeren van water. We kunnen misschien een iets verhoogd zoutgehalte tolereren en extra gezuiverd rioolwater in eigen gebied hergebruiken’, oppert Belt. ‘Dat afvalwater wordt nu in zee en de Nieuwe Waterweg geloosd. Wij gaan de komende tijd de eerste stappen zetten voor deze zuivering. Als we vanwege het verwijderen van medicijnenresten toch al gaan investeren in onze rioolwaterzuiveringsinstallaties, dan kan dat schone water mogelijk een nuttig doel dienen.’ EXTREME BUIEN Daarnaast wil het Hoogheemraadschap het regenwater van extreme buien meer opvangen. Dat kan in bassins bij tuinders, maar ook in buffervoorzieningen in steden en door infiltratie in de duinen. Ook hier kan de nieuwe watervisie in vroegtijdig overleg worden ingebracht bij nieuwbouwplannen en herinrichting van wijken, aldus het Hoogheemraadschap. De gemeente Delft is doordrongen van de grote opgaven op watergebied, zegt wethouder ruimtelijke ordening Martina Huijsmans (D66). ‘Wij zijn twee jaar geleden al begonnen met het thema water in verband met de omgevingsvisie. Vooral de renovatie van het riool en de gebiedsontwikkelprojecten blijken een goede gelegenheid om meteen klimaatmaatregelen te treffen. We proberen zoveel mogelijk regenpijpen van de huizen van het riool af te koppelen. Met zo’n regenwaterriool kunnen we zowel water afvoeren als in de bodem infiltreren. Dat laatste kan met grindkoffers.’ In zo’n grindkoffer wordt het regenwater een tijdje vastgehouden en krijgt het de kans om langzaam in de bodem te dalen. De aanleg van vijvers en wadi’s in nieuw openbaar groen is een andere maatregel om extreme regenbuien op te vangen. Het bestuur kan niet zonder de medewerking van bewoners. In lijn met de intentie van de Omgevingswet probeert de gemeente Delft ver voordat de werkzaamheden plaatsvinden zoveel mogelijk bewoners te peilen. ‘Het gaat soms om kleine dingen als een nieuwe plek voor een geveltuintje. Zonder dat we belerend proberen te zijn, maken we duidelijk dat de wateroverlast ook vermindert als bewoners de tegels uit hun tuin halen, al is het maar een deel ervan’, zegt Huijsmans. ‘We wijzen ze erop dat meer groen in de tuin koeler is in de zomer en meer vogels aantrekt.’ WAT SCHERP Bij de brancheorganisatie Glastuinbouw Nederland noemt Guus Meis de watervisie een goed initiatief. ‘Mooi dat Delfland een centrale visie heeft gemaakt’, zegt de beleidsspecialist water en omgeving. ‘Ik snap dat het vooral om een discussie over de toekomst van het gebied gaat tussen gemeenten, bewoners, bedrijven en waterschap. De toekomstperspectieven zijn daarom mogelijk wat scherp neergezet’, meent Meis. In een van de mogelijke ontwikkelingen wordt het kassengebied in het Westland als ‘gebied voor individuen’ geschetst, met onder andere de kas als ‘verhard oppervlak’ met meer kans op hitte en meer neerslagoverlast. ‘De kas is echter ook een zonnecollector met een groene binnenruimte die de energie juist afvoert in de vorm van tuinbouwproducten’, zegt Meis. ‘Ook werken er al individuele bedrijven samen om overtollig regenwater in de ondergrond weg te zetten, zoals in het COASTAR-project, waarna we het in droge periodes weer kunnen oppompen.’ Een andere concrete ontwikkeling is dat tuinbouwbedrijven in het project Rainleveler zijn aangesloten op een secure weersvoorspelling. Als er zware regenbuien aan

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 28 ACHTERGROND RUIMTE komen en de bassins vol lopen, lozen de tuinders na een seintje van Delfland een deel van hun voorraad gietwater uit de bassins. ‘Delfland past dan vooraf het waterpeil aan’, zegt Meis. ‘Tuinders kunnen vervolgens hun bassins vol zetten met vers regenwater van de daken van hun kassen. Er gebeurt dus al meer dan je denkt. We werken ook aan een businesscase om gezuiverd huishoudelijk afvalwater in te zetten als gietwater voor de kassen.’ Wethouder Huijsmans van Delft noemt de watervisie van het Hoogheemraadschap ‘inspirerend materiaal’ dat bij deze gesprekken kan helpen. Al vindt ze de suggestie ‘om van de binnenstad permanent een eigen polder te maken zodat de waterstand gelijk kan blijven’ te ver gaan. ‘De grachten in de binnenstad moeten bereikbaar blijven voor bootjes uit het buitengebied, dus moet er verbinding zijn. Delft ligt laag en wij hebben relatief veel neerslag in vergelijking met andere delen van het land. De grondwaterstand is hoog. Daarom kunnen we sommige grachten tijdelijk afsluiten met schotten of kantelkeADVERTENTIE ringen omdat het waterpeil soms te hoog wordt. Op deze manier voorkomen we dat woningen dreigen onder te lopen. Dat is in feite al een tijdelijk klein poldertje.’ Zie www.hhdelfland.nl/overheid/watervisie Congres ICT en Overheid 2020 De praktijk van Common Ground De Common Ground ontwikkelingen zijn in volle gang maar er zijn nog veel vragen: • Welke stappen heeft uw gemeente al genomen? • Waar staan we met Common Ground • Wat heeft het tot dusver opgeleverd? • Wat zijn de knelpunten en uitdagingen? • Wat zijn voorbeelden van praktijkcases en wat werkte wel/niet? • Hoe zal de transitie zo soepel mogelijk verlopen? • Hoe wordt de kans op budgetoverschrijdingen verkleind? • Wat is de rol van de leverancier? Kom 8 oktober naar het congres ICT & Overheid en u vindt op al deze vragen een antwoord! Meer informatie en aanmelden op ictenoverheid.nl Binnenlands Bestuur volgt de richtlijnen van de overheid (1,5m afstand). 8 oktober 2020 kasteel De Schaff elaar Barneveld

LAURENS VAN PUTTEN / H.H. BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: MARTIN HENDRIKSMA FOTO: GINOPRESS / H.H. RUIMTE ACHTERGROND 29 Landsdeel Oost-Nederland leverde deze maand als eerste zijn omgevingsagenda af. Het is de schakel tussen nationale en regionale opgaven, een document dat omgevingsvisies koppelt aan concrete programma’s. ‘Dit wordt de nieuwe manier van werken.’ OMGEVINGSAGENDA GEEFT RUIMTELIJKE FOCUS OOST VOORUIT MET EERSTE ROUTEBOEK Ondergelopen straat deze maand in Groenlo, Achterhoek Als eerste heeft Oost-Nederland zijn ruimtelijke spoorboekje gereed, zeg maar gerust spoorboek. Zesentachtig pagina’s telt de vorige week als pilot gepresenteerde ‘Omgevingsagenda Oost-Nederland’. Een ‘kernteam’ van bijna veertig medewerkers schreef er de afgelopen twee jaar in gezamenlijkheid aan, afkomstig van onder meer rijk, provincies, regio’s, gemeenten en waterschappen. Om samen in kaart te brengen wat Oost-Nederland nou typisch tot Oost-Nederland maakt en wat er de komende twee decennia moet gebeuren voor een ‘duurzame, vitale en krachtige ontwikkeling’ van het gebied. Een mijlpaal, lijkt het. Al zie je door de vele ruimtelijke plannen en programma’s nut en noodzaak van deze nieuwe stap in het ruimtelijk domein makkelijk over het hoofd. De omgevingsagenda is de schakel tussen nationale en regionale opgaven, een document dat omgevingsvisies koppelt aan concrete programma’s. Zo vormt de agenda de leidraad én de Haarlemmerolie voor de toekomstige inrichting van elk van de vijf landsdelen. ‘Tot die tijd maakten we onze regionale agenda’s zelf en legden ze vervolgens neer bij het rijk’, vertelt Maarten Veeger, directeur strategie bij de gemeente Zwolle. ‘Deze hebben we als decentrale overheden voor het eerst echt samen met het rijk gemaakt.’ Hoe doe je dat? Al was het maar om te voorkomen dat, zoals critici vreesden, de integrale provinciale omgevingsvisies in de agenda werden uitgestort en, voilà, klaar

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 30 ACHTERGROND RUIMTE was Kees. ‘In het begin is het een breed proces geweest’, zegt Veeger, betrokken namens Regio Zwolle. ‘In drie of vier werksessies namen we de eerste aanloop, tezamen met de stedendriehoek Apeldoorn, Deventer, Zutphen en de regio Twente.’ Ook private partijen en maatschappelijke organisaties praatten mee. ‘De opzet was aanvankelijk inderdaad vrij breed’, zegt Veeger lachend, ‘maar daardoor het resultaat ook.’ ‘Al die partijen…’, reageert dijkgraaf Hein Pieper van Waterschap Rijn en IJssel. ‘Je moet inderdaad voorkomen dat het een Poolse Landdag wordt. Na dat breed ingezette begin moesten we goed trechteren. Daarin hebben wij als regionale bestuurders het voortouw genomen. Ik zag ons als de hubs in die brede stroom van debat.’ NIET HEEL DYNAMISCH Een van de regionale bestuurders die bij het debat aanschoof was Gelders gedeputeerde Peter Kerris (ruimtelijke ordening, PvdA). Bij zijn aantreden in juni 2019 sprong hij voor wat betreft de omgevings agenda op een al rijdende trein. Alleen: zo hard reed die trein toen niet. ‘Op dat moment was het proces niet heel dynamisch en onduidelijk qua karakter en status’, zegt Kerris. ‘Ik vroeg me af wat de meerwaarde van de agenda was, naast alle al lopende plannen en programma’s.’ Kerris merkte dat alle regio’s hun reeds eerder vastgestelde ruimtelijke stokpaardjes opnieuw liepen uit te venten. Vanuit Zwolle zag Maarten Veeger min of meer hetzelfde gebeuren. Om de zaak vlot trekken en meer focus te krijgen werd vanuit de stuurgroep geopperd de directeuren bij elkaar te roepen. ‘Om zo te bepalen: wat voor materiaal ligt er nu? Worden er voldoende keuzes gemaakt?’ Vanaf dat moment kwam volgens Veeger de noodzakelijke aanscherping tot stand. ‘Dat was een belangrijke stap in het proces om van breed en algemeen naar scherp en specifiek te komen.’ Tijdens zogenaamde ‘versnellingsweken’ werd vervolgens per regio een specifieke opgave centraal gesteld en verder uitgewerkt. Lastige gesprekken soms, erkent Kerris. ‘We hebben hier nog zo veel méér ambities, hoorde je daar dan vaak terug. Maar je moet als regio keuzes maken, aansluiting zoeken bij de bestaande rijksprogramma’s.’ Veeger beaamt de gang van zaken. ‘Als je niet uitkijkt, blijf je alles benoemen wat belangrijk is. En dan heb je zomaar zo’n vijftien opgaven per regio. Het rijk heeft ons goed geprikkeld om tot een of twee hoofdopgaven per gebied te komen. Daar mogen wij als regio’s ook van leren. Wees Binnenstad van Zwolle, met op de achtergrond het stadsstrand ‘ Je moet voorkomen dat het een Poolse Landdag wordt’ selectief. Kies echt. Want als je niet kiest, dan wordt er vóór je gekozen – of niet.’ VLIEGWIEL Het strenge selectieproces leidde tot acht omgevingsopgaven, verdeeld over de diverse regio’s van Oost-Nederland. Acht profielen waar de betreffende gebieden de komende twintig jaar samen met het rijk mee aan de weg kunnen timmeren. De ‘internationale en bereikbare technologische topregio’ (Twente), de ‘dynamische IJsselvallei en Twentekanalen, de duurzame transportcorridor (Rivierenland), enzovoort. Stuk voor stuk moeten ze als vliegwiel fungeren voor het regionale ruimtelijke beleid. Zwolle kreeg het predicaat ‘klimaatbestendige groeiregio’. ‘We hebben eerst gekeken: wat is er nou feitelijk bij ons aan de hand?’, verklaart Veeger die keuze. ‘Niet vanuit de vertrouwde sectorale perspectieven maar vanuit het integrale beeld. Wat is de hoofdopgave voor Regio Zwolle? We gaan de komende decennia fors groeien in de stad en de regio, maar hebben door onze ligging in de IJsseldelta ook een bijzondere wateropgave. Hoe kun je die twee opgaven slimmer met elkaar verbinden – dat is onze leidraad.’ Een visie voor 2040, maar die nu al begint. Veeger: ‘Natuurlijk is deze omgevingsagenda niet bedoeld voor vandaag of morgen. Je moet nu acteren op de corona- en de stikstofcrisis, maar ook een visie voor over tien, vijftien jaar hebben. Wij hebben in Zwolle altijd gezegd: die twee visies moeten onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Je moet op de korte termijn alleen die dingen doen die ook in het langetermijnperspectief passen.’ Ook Hein Pieper ziet ’intelligente verbinding’ als de essentie van de nieuwe agenda. Het hielp, zegt hij, dat het eerste werk aan de omgevingsagenda begon toen landsdeel oost werd getroffen door de extreem droge zomer van 2018. ‘Dat liet meteen goed zien wat voor enorme impact droogte kan hebben. Maak je plannen voor woningbouw, denk dan nadrukkelijk na over wateropvang. Je kunt niet zomaar industrie toelaten in retentiegebieden. Het Rijnwater wordt steeds onvoorspelbaarder. Kijk, het is heel mooi dat er bij Eefde pas een grotere sluis is gemaakt in het Twentekanaal. Dat scheelt dagelijks negenhonderd vrachtwagens op de A1. Maar dan moet er wel voldoende rivierwater worden aangevoerd.’ NETWERK Voor gedeputeerde Peter Kerris is dit ‘de nieuwe manier van werken, al vooruitlopend op de aanstaande Omgevingswet.’ Opgavegericht, flexibel, steeds naar verbinding zoekend. Hij merkte het bij de verstedelijkingsstrategie voor Arnhem-Nijmegen, waar nu niet alleen Binnenlandse Zaken (woningbouw) bij aanschoof, maar ook de ministeries van I&W en LNV voor naar het provinciehuis kwamen. ‘Door deze agenda zijn in Den Haag voor ons veel meer deuren opengegaan. Die gezamenlijkheid, die integrale opgave, is een belangrijke meerwaarde.’ Veeger: ‘Het rijk had al heel natuurlijke contacten met de Metropoolregio Amsterdam. De opgave van Regio Zwolle was

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ACHTERGROND31 ‘Directeuren zijn tussentijds wel bilateraal geïnformeerd’, valt er te lezen, ‘maar het gevoel van gezamenlijkheid en commitment kan pas ontstaan bij fysieke en open ontmoetingen.’ Veeger sluit zich daarbij aan: toen we begonnen in Den Haag veel minder bekend. We hebben de omgevingsagenda goed kunnen gebruiken om de opgave van dit gebied kenbaar te maken bij onze collega’s op de Haagse departementen, wat nu al weer tot concrete werkafspraken heeft geleid. Onderschat de impact niet van het opbouwen van een netwerk als regionale partners van het rijk. Dan heeft zo’n proces niet alleen nu betekenis, maar is het meteen ook een investering.’ Hebben ze, terugkijkend, nog tips voor de vier andere landsdelen die aan het begin van hun omgevingsagenda staan? In een evaluatie op het leerplatform MIRT wordt onder meer gesteld dat ‘een brede vertegenwoordiging van directeuren’ eerder en intensiever bij de agenda had moeten worden betrokken om meteen meer focus te krijgen. COLUMN JAN VERHAGEN ‘De rol van directeuren van rijk, regio, gemeente en provincie is cruciaal.’ Ook worden op het leerplatform zorgen geuit over de betrokkenheid van private partijen en maatschappelijke organisaties. Hoe koppel je die tijdens het hele proces voldoende aan? ‘Ik denk dat het in de hier in de regio nauwelijks heeft gespeeld’, stelt Veeger. ‘Al was de betrokkenheid van ontwikkelaars en woningbouwcorporaties wel wat minder dan we normaal gewend zijn. Zorg er dus voor dat je in het proces meer ruimte hebt om met maatschappelijke partners het gesprek te voeren.’ WEL HEEL SNEL Kerris trekt het probleem nog wat breder: ‘Ik maak me zorgen over de democratische legitimatie van de omgevingsagenda. Nee, het is geen nieuw beleid en sluit op hoofdlijnen aan bij de provinciale omgevingsvisies en gemeentelijke plannen. Maar toch is het van belang dat gemeenteraadsleden en Statenleden er ook hun zegje over kunnen doen. Het ging nu in de afrondende fase wel heel snel allemaal.’ Pieper constateert dat gemeenten en provincies aanvankelijk vooral vanuit hun vertrouwde MIRT-stand opereerden. ‘Ze waren bang dat door de omgevingsagenda de eerder goedgekeurde plannen met bijbehorende budgetten alsnog in gevaar zouden komen.’ Nu de agenda is vastgesteld, ziet hij het gevaar dat het ruimtelijk beleid ‘met nieuwe wetgeving weer wordt dichtgeregeld. Het bestuur gaat te vaak uit van de maakbaarheid van de samenleving. Maar gelijkwaardigheid is wat anders dan gelijkheid. Hou dus ruimte vrij voor een afwijkende lokale invulling.’ Leidt de sterkere ruimtelijke focus van de omgevingsagenda mogelijk ook tot ongewenste blikvernauwing? Kerris maakt zich weinig zorgen. ‘De omgevingsagenda is adaptief en wordt om de twee jaar bijgesteld. We kunnen dus als het moet voortdurend bijsturen. De buitenwereld laat zich niet regelen door papier. Het komt nu aan op de uitvoering.’ UITSTEL Bijna drie maanden geleden zijn de gemeentewet en provinciewet aangevuld. De minister van Binnenlandse Zaken kan de gemeenten en provincies vanwege corona toestemming geven om de jaarrekening van 2019 na 15 juli 2020 vast te stellen. En om de begroting van 2021 na 15 november 2020 vast te stellen. Enkele maanden uitstel kan. Maar dat moet de minister nog wel expliciet besluiten. Dat heeft ze niet gedaan. Dus geen uitstel voor de gemeenten en provincies voor hun begroting en jaarrekening. Niet eens discussie over zo’n uitstel. En dat is raar. Want de minister van Binnenlandse Zaken geeft zichzelf wel voortdurend uitstel. Uitstel van de studie naar de groei van het gemeentefonds in de volgende kabinetsperiode. Eerst moest dat onderzoek al in maart klaar zijn. Want dat onderzoek was nodig voor een ándere studiegroep van het rijk, de ‘Studiegroep begrotingsruimte’. Die Studiegroep begrotingsruimte doet altijd belangrijke voorstellen over hoeveel het volgende kabinet mag uitgeven. Maar de minister gaf zichzelf uitstel – ongeveer negen maanden. Die studie is nu pas in november of december klaar. Uitstel van de beslissing voor meer gemeentelijke belastingen. Met drie jaar. De beslissing daarover had ze vorig jaar al kunnen nemen, maar die beslissing komt pas in 2022. Uitstel van de herverdeling van het gemeentefonds met een jaar. Dus de scheve verdeling blijft een jaar langer in stand. Of nog langer, als tot verder uitstel wordt besloten. Uitstel van de beslissingen over de compensatie die de gemeente krijgen voor de coronakosten. Nog maar voor een deel van die kosten is de compensatie bekend. En van dat deel is meestal alleen nog maar de compensatie voor de eerste maanden bekend. En van die bekende compensatie voor de ‘De minister geeft uitstel – aan zichzelf’ eerste maanden is alleen nog maar het bedrag bekend voor alle gemeenten samen, en niet wat elke gemeente afzonderlijk krijgt. Daardoor kunnen de gemeenten moeilijk een fatsoenlijke voorjaarsnota opstellen. De wijziging van de financiële-verhoudingswet? Uitgesteld. De herziening van het toezicht van de provincies op de gemeentefinanciën. U raadt het al: ook uitgesteld. En beslissingen over de provinciefinanciën? Uitgesteld. Uitstel van de beslissing over de belastingen van de provincies. Uitstel over de herziening van het provinciefonds. De enige besluiten van deze minister over de financiën van de gemeenten en provincies, zijn om zichzelf uitstel te verlenen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 FOTO: ROBIN UTRECHT / H.H. THUISWERKEN SPECIAL 33 IEDEREEN THUIS HUISWERK VOOR GEMEENTESECRETARIS 34 TERUG NAAR KANTOOR ANDERHALVEMETER WERKVLOER 39 SPECIAL THUISWERKEN PAUZE ONDER DRUK THUISWERKEN MOET JE LEREN 41 ZWAAIKANTOOR IS BLIJVERTJE Corona dwingt de meeste ambtenaren vooralsnog tot thuiswerk. Dat betekent nieuwe uitdagingen voor een gemeentesecretaris. Hoe houd je immers controle over een organisatie op afstand? Intussen worden gemeentekantoren met looproutes en herplaatste bureaus aangepast aan de nieuwe realiteit. En de ambtenaar thuis? Die moet leren om tussen de videomeetings voldoende rust te nemen.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 34 SPECIAL THUISWERKEN DOOR: WOUTER BOONSTRA Corona confronteert gemeentesecretarissen met een nieuwe realiteit. In hoeverre is hun rol door het vele thuiswerken veranderd? Welke medewerkers hebben meer aandacht nodig en hoe houden zij verbinding met hun team en de organisatie? We vroegen het aan gemeentesecretarissen Cees Vermeer (Breda) en Beatrijs de Vries (Coevorden). GEMEENTESECRETARIS IN CORONATIJD ‘MENSEN MISSEN DE ONTMOETING’ Hoe je binnen twaalf uur algemeen directeur kunt zijn van een organisatie waar twee derde van de medewerkers thuis aan het werk is. Daarover schreef de Bredase gemeente secretaris Cees Vermeer op de eerste thuiswerkdag van de coronacrisis in zijn eerste coronablog op de site van Binnenlands Bestuur. De eerste thuiswerkdag voor de rest van Nederland tenminste, want Vermeer en zijn Brabantse collega’s zaten toen al een week in die situatie. Inmiddels zijn we (ruim) 25 blogs verder. Vermeer heeft de smaak te pakken. ‘Zo ontdek je tijdens deze crisis weer een nieuwe kant van jezelf’, stelt hij vast. Boegbeeld zijn van de organisatie was hij misschien al, maar dat werd hij de afgelopen maanden des te meer. De hoogste leidinggevende moet zijn ambtenaren helpen ‘focus te houden op de stad en wat daarvoor nodig is’. ‘Via vlogs, blogs, Teams, Zoom, ik ben constant aan het communiceren.’ ENERGIE Vroeger was hij op kantoor, liep hij over de gangen en stond zo in verbinding met zijn mensen. Nu is hij meer met mensen in gesprek, vindt hij, in een-op-een videocalls. ‘Er zijn meer echte verbindingen. Dat valt me op. Betere gesprekken. Je praat dieper met elkaar, over hoe om te gaan met de balans tussen werk en privé, met gezondheid. Je praat over wat er echt moet gebeuren, wat nodig is in de stad.’ Als directeur moet hij het nu meer van vertrouwen hebben. ‘Je bent minder hands-on, stelt waarom en waartoe-vragen.’ Ook spot hij leuke samenwerkingspatronen, zoals het horeca- en terrassenplan, waar de organisatie hard aan heeft gewerkt. ‘Dat hebben de mensen echt zelf georganiseerd. Die ruimte moet je bieden. Iedereen verzamelt zich, vanuit handhaving, ruimtelijke ordening, vergunningverlening; dat is nu gemakkelijk te organiseren.’ Een voordeel van de huidige organisatie, want als je dat per afspraak doet ben je gauw twee weken verder. ‘Je bent met de inhoud bezig. Dat geeft energie. En de gezamenlijke verantwoordelijkheid is groot.’ Hoe is dat in Coevorden? Beatrijs de Vries vindt haar rol niet zo heel veel anders dan anders, afgezien van de context. ‘Vanaf het begin is het een rare crisis, want je zit tegelijkertijd in de ‘warme’ fase en de nafase. Daarom kozen we ervoor zoveel mogelijk in de normale structuren te blijven werken.’ Ze merkt juist ook in deze tijd dat de contacten met maatschappelijke partners en inwoners essentieel zijn, om met elkaar te zien waar extra aandacht nodig is. En waar nodig die extra aandacht te kunnen geven. Als werkgever gaf ze ‘ Gelukkig hebben we korte lijnen met elkaar’ na de persconferentie van premier Rutte van 12 maart de boodschap: werk zoveel mogelijk thuis. Een organisatie op zich. ‘Maar de kracht van deze gemeente is aanpakken. Dat weekend is er flink aangepakt. We hebben iedereen goed geïnformeerd over wat we van hen verwachten en ondersteunende middelen aangeboden. Ook hebben we afspraken gemaakt met mensen waar thuiswerken niet kan. Met leidinggevenden hebben we per team via appgroepen snel al het noodzakelijke geregeld.’ Voordeel daarbij was dat de gemeentelijke organisatie in Coevorden al gebruikmaakte van eigen devices, waar mensen ook thuis mee kunnen werken. ‘Dat is een geluk.’ Buitendienstmedewerkers, (jeugd-)consulenten en het klantcontactcentrum moesten natuurlijk ook op een veilige manier door. Zij kregen veel vragen binnen uit de sectoren waar de corona-maatregelen gelden. ‘Je moet extra zaken regelen, maar we kennen de sleutel

’ SPECIAL 35 ‘Je bent opener met mensen, geeft meer echte aandacht’ personen in de gemeente en kunnen inschatten wat het effect is op onze samenleving en in onze publieke taak; dat is in wezen niet anders. Ik ben er erg trots op dat dat is gelukt.’ WEG GEVONDEN Cees Vermeer Beatrijs de Vries Een aantal mensen uit de organisatie werd afgevaardigd naar de veiligheidsregio. ‘Die zijn daar goed in en hebben er affiniteit mee. Ze hebben bijgesprongen in Assen, zo goed en zo kwaad als het ging. Je maakt daarin afwegingen. Gelukkig hebben we goede, korte lijnen met elkaar. Voor anderen viel het werk even stil. Beleidsmedewerkers en projectmedewerkers die veel in contact waren met inwoners, collega’s of partners moesten een andere manier vinden. Inmiddels heeft iedereen zijn weg gevonden in het gebruik van internetbellen of andere creatieve vormen om door te kunnen.’ Maar in hoeverre is hun rol nou veranderd? Vermeer ziet zijn rol als degene die medewerkers ‘zuurstof geeft’ en die goede voorbeelden uitlicht. ‘Je bent opener met mensen, geeft meer echte aandacht. Je moet meer op iedereen vertrouwen en dat vertrouwen is niet beschaamd.’ Tijdens de schoolsluiting zag hij mensen wel worstelen met de balans tussen werk en privé. ‘Veel mensen zijn hard aan vakantie toe. Je moet begrip hebben voor hun situatie en vooral kijken naar wat ze wel kunnen en daar dan afspraken over maken. Dat geldt ook bij ziek melden: wat kun je nu wel? Het ziekteverzuim loopt trouwens hard terug. Dat komt ook door het afstand houden, denk ik. Alle virussen blijven zo weg.’ ‘Thuiswerkers verbonden houden met de organisatie is erg belangrijk. Daar heb ik wel op gehamerd’, zegt De Vries. ‘Blijf in contact met je team, vooral met mensen waarvan je denkt dat die het wel eens moeilijk kunnen hebben BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

SPECIAL 37 zonder collega’s om zich heen, of met het organiseren van het lesgeven aan kinderen en het eigen werk. Om wie dat gaat is niet vanuit mijn rol te overzien.’ Ze wijst op verschillen tussen teams. ‘Voor beleidsmedewerkers spelen andere vraagstukken dan voor de collega’s van belastingen. De risico’s voor mensen achter de balies zijn weer anders dan voor de collega’s uit de storingsdienst. En waar ga je als jeugdzorgconsulent naartoe en waar niet? Dit kun je alleen goed inrichten vanuit de situatie van mensen waar het over gaat. De ene collega heeft net een operatie gehad en voelt zich kwetsbaar. Je kijkt naar het werk en de persoonlijke situaties.’ ONTMOETINGSPLEK We komen nu in de fase van het op de lange termijn inrichten van het werk volgens de richtlijnen van het RIVM. De Vries: ‘Als het gaat om zoveel mogelijk thuiswerken, ben ik ervan overtuigd dat het ook voor beleidsklussen belangrijk is om collega’s te treffen. Sommigen zeggen: het gemeentehuis wordt de ontmoetingsplek en iedereen werkt thuis. Dat vind ik een mooie gedachte, maar ontmoetingen moeten ook toevallig zijn en niet alleen op afspraak. Je maakt verbindingen tussen taakvelden, dan komt inspiratie los: waar ben jij mee bezig? Er werken hier 300 mensen, allemaal op een verschillend stukje, maar allemaal voor Coevorden. Verbindingen daartussen zijn belangrijk. Wat zijn de gevolgen van de crisis voor het verder ‘ Je moet meer op iedereen vertrouwen’ denken over de toekomst en de rol die we als gemeente spelen?’ ‘Mensen missen de ontmoeting, het gesprek met de benen op tafel’, merkt ook Vermeer. ‘Er zijn wel teams die afspreken om te picknicken of in de tuin gaan zitten met een glas wijn. Of elkaar op afstand treffen. Laatst hadden we onze eerste fysieke vergadering met de afdelingshoofden in drie maanden. Het voelde als jonge koeien in de wei. Je mist dat je elkaar in de ogen kunt kijken en grapjes kunt maken.’ Hij is trots op wat zijn organisatie al improviserend tot stand bracht en roemt het organisatievermogen en de verantwoordelijkheid van zijn mensen. ‘De passie voor de stad. Een goede mix van startende en ervaren mensen. De leidinggevenden met ervaring kunnen beginnende leidinggevenden goed begeleiden. De leidinggevenden hebben ook veel contact met elkaar. Voorheen was bij zo’n overleg soms de helft aanwezig, nu is het bijna 100 procent. Dat is een voordeel.’ Iedereen wordt regelmatig even gebeld, vertelt Vermeer. ‘Sommige mensen bloeien op, anderen hebben het moeilijk. In de privé-situatie, een scheiding, met kinderen. Ik zei meteen: werk thuis, tenzij het niet anders kan. Sommigen gaan dan toch naar kantoor. Die gedijen daar beter.’ De impact van ict moet zeker niet onderschat worden. ‘Ict vormt het zenuwstelsel van de organisatie.’ Vermeer laat mensen zelf de keuze maken of ze weer naar kantoor komen. ‘We kunnen 40 procent van de werkplekken gebruiken en zitten nu onder die norm. De direct leidinggevende maakt de afweging.’ Hij vindt het raar om draaiboeken te gaan opstellen. Het oude kantoorleven komt niet meer terug, denkt hij. ‘Als het te druk is thuis, kun je werken vanuit een hippe koffietent of een bank in het park. Het gemeentehuis is de plek van ontmoeting. Als je binnen twaalf uur thuis kunt werken, kun je ook zelf de keuze terug maken. Je hoeft dat niet op concernniveau te sturen. Mensen hebben de afgelopen maanden laten zien hoeveel verantwoordelijkheid zij zelf kunnen dragen.’ EIGENAARSCHAP ‘We kunnen niet als organisatie bepalen hoe mensen het thuiswerken of weer naar kantoor komen ervaren’, vindt ook De Vries. ‘Leidinggevenden houden een vinger aan de pols.’ Bij beeldvergaderen is de neiging heel snel naar de agenda te gaan. De Vries moet zelf ook opletten wel te blijven vragen: hoe is het? ‘Je kunt even delen dat je er allemaal van baalt.’ Een teamleider stuurt eens een kaartje of organiseert iets gemeenschappelijks. Collega’s bellen elkaar. ‘Werk is meer dan werk. En thuiswerken is heerlijk als je even door wilt, maar nu zit je noodgedwongen thuis. Dat is een groot verschil.’ Wat De Vries interessant vindt, is dat collega’s makkelijker zelf knopen lijken door te hakken. ‘We zetten al een tijd in op het nemen van eigenaarschap door onze mensen: maak je keuzes maar, haal op bij de relevante partijen, leg je overwegingen uit en dan is het aan jou. Soms zijn mensen nog onzeker en willen ze (veel) overleggen, maar nu gaat dat moeilijker. Ze moeten meer zelf beslissingen nemen. Het is mooi om te zien dat de situatie mensen nu dwingt dat op te pakken. Dat willen we graag behouden.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 ILLUSTRATIE: NICO VISSCHER

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 38 SPECIAL THUISWERKEN DOOR: ADRIAAN DE JONGE FOTO: EYEEM GMBH / H.H. Thuiswerken biedt kansen voor nieuwe, gezonde gewoontes, maar brengt ook risico’s met zich mee. Wat zijn die risico’s en hoe kunnen we ze vermijden? ‘Voel je niet schuldig als je even van je bureau wegloopt om de was op te hangen.’ GEZONDHEIDSRISICO’S DOOR THUISWERKEN LEREN GENOEG RUSTPAUZES TE PAKKEN Hoe gaat het met de gezondheid van Binnenlands Bestuur-lezers die al zo’n drie maanden thuiswerken? De reacties op de enquête die Binnenlands Bestuur en de Radboud Universiteit hielden, gaan alle kanten op. Sommige ambtenaren rapporteren meer vrije tijd, meer bezinning, meer rust. Sommigen hebben meer energie aan het einde van de werkdag en kunnen geconcentreerder werken. Maar anderen ervaren juist stress. ‘Het gevoel van eenzaamheid is sterk vergroot. Het gevoel van ontevredenheid over mijn leven ook’, schrijft een lezer bijvoorbeeld. ‘Ik voel me opgesloten’, schrijft een ander. En weer een ander: ‘Taken voor werk en privé lopen tijdens deze crisis volledig door elkaar. Ik kan daar geen structuur in aanbrengen. Dit geeft stress en ik voel me op beide terreinen falen.’ INDIVIDUEEL Dat is dan ook het eerste inzicht over de effecten van thuiswerken op ons welzijn: het verschilt nogal van persoon tot persoon. Marc van Veldhoven, hoogleraar werk, gezondheid en welzijn aan Tilburg University, herkent dat beeld: ‘Het is vooral interessant hoe individueel die patronen zijn. Voor sommigen is het nu makkelijker om een rondje te hardlopen omdat ze niet tot half zeven in de file staan. Anderen hebben het juist drukker omdat ze bijvoorbeeld kinderen moeten bijscholen.’ In een onderzoek naar de voor- en nadelen van thuiswerken schreef hij eerder deze maand: ‘De universele reactie op thuiswerken bestaat niet.’ Ook uit dat onderzoek blijkt een gevarieerd beeld, waarbij verandering de enige constante lijkt. Bijvoorbeeld: 47 procent zegt minder te bewegen, maar 39 procent beweegt juist meer. Bijna alle thuiswerkers maakten dus een verandering door. De verschillen in onze thuiswerk-ervaringen worden deels bepaald door externe omstandigheden. Met name de thuissituatie lijkt een belangrijke factor. Maar ook verschillen in gedrag spelen een rol. Van Veldhoven: ‘Als je iemand bent die een beetje chaotisch is, dan vind je dat telewerken ook moeilijk.’ Hoewel dus niet iedereen met problemen kampt, is er wel een aantal gezondheidsrisico’s waarvoor thuiswerkers extra vatbaar zijn. Ten eerste: te lang doorwerken. ‘Je moet jezelf de rust geven’, zegt Derek Wanrooij, adviseur werk en gezondheid bij de provincie Gelderland. ‘Mijn indruk is dat mensen nu veel meer werken. Ze zijn kritisch naar zichzelf – werk ik wel voldoende? – en pakken daardoor onvoldoende rustpauzes. Terwijl dat heel belangrijk voor je is. Op kantoor doe je dat automatisch, nu we thuiswerken moeten we dat leren.’ ‘Thuis gaan mensen eerder over grenzen heen’, weet ook hoogleraar Marc van Veldhoven. ‘Op kantoor heb je vaak een dagplan‘ Mijn indruk is dat mensen nu veel meer werken’ ning, gestructureerd rond meetings, sociale contacten en gezamenlijke pauzes. Bovendien is er een soort collectieve klok. Als iedereen om half zes naar huis gaat, dan krijg je een cue. En thuis heb je misschien niet eens in de gaten dat het al half zes is.’ SCHERMEN Vooral een overschot aan beeldschermwerk kan schadelijke effecten hebben. Sterker nog: de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) raadt aan om beeldschermwerk te beperken tot maximaal vier uur per dag en af te wisselen met andere taken. Dat is geen overbodige luxe, benadrukt Van Veldhoven: ‘Dat is gebaseerd op hele stapels langlopende, goede

SPECIAL 39 onderzoeken die laten zien dat, als mensen veel meer tijd doorbrengen achter een beeldscherm, dat problemen voorspelt. Zowel lichamelijk als mentaal.’ Ondanks dat is onze schermtijd de afgelopen decennia flink toegenomen. Met de vervanging van offline overleg door videovergaderingen zal die trend de afgelopen maanden ongetwijfeld verder doorgezet zijn. Terwijl juist beeldbellen extra vermoeiend is, waarschuwt Jan van Brero (accountmanager bij IZA, een grote zorgverzekeraar in de publieke sector): ‘We zijn steeds op zoek naar de emoties die mensen hebben, maar via beeld zijn die moeilijker te herkennen. Dat kost dus veel energie.’ EVEN GEK DOEN Ten slotte bestaat het risico dat we door het thuiswerken – omdat we meer werken, of omdat de dagelijkse gewoontes verstoord zijn – te weinig bewegen. Uit onderzoek van het Radboudumc bleek onlangs dat thuiswerkers tot wel twintig procent minder bewegen. Van Veldhoven: ‘Niet bewegen is echt een fors gezondheidsrisico.’ DANKZIJ CORONA MINDER VERZUIM De provincie Gelderland stelde onlangs 1.000 euro beschikbaar voor ambtenaren om een ergonomisch verantwoorde thuiswerkplek in te richten. Dat sloeg aan: van de ruim 1.300 medewerkers maakten 750 gebruik van het budget, meldt Derek Wanrooij, adviseur werk en gezondheid. De tegemoetkoming komt voort uit een wettelijke verplichting, vertelt Wanrooij: ‘De Arbowet is daar heel duidelijk in: je bent er als werkgever verantwoordelijk voor dat mensen een ergonomisch verantwoorde werkplek hebben.’ Het ziekteverzuim bij de provincie is sinds het thuiswerken alleen maar gedaald, vertelt Wanrooij verder. De effecten van de sluimerende gezondheidsrisico’s zijn daarin dus nog niet te zien. Toch ziet ook Wanrooij dat er een groep ambtenaren is die de structuur van het kantoor mist. Waar nodig krijgen mensen toestemming om een of twee dagen op kantoor te werken. En een aantal alleenstaande ouders, die het thuiswerken moeilijk kunnen combineren met zorg voor de kinderen thuis, kregen gedeeltelijk bijzonder verlof. Om die risico’s te beperken hoeven we niet meteen tien kilometer te gaan hardlopen, denkt Van Brero. ‘Ik zou vooral zeggen: bedenk kleine dingetjes. Uiteindelijk telt het op. Doe een squat achter je bureau. Of loop, als het kan, een trap op en af als je naar de wc gaat. Voel je niet schuldig als je even van je bureau wegloopt om de was op te hangen.’ Een andere aanrader van Van Brero: ‘Je kunt je laptop, bij gebrek aan een sta-bureau, ook op een strijkplank zetten.’ En zijn eigen favoriete oplaadmomentje, ontdekt dankzij het thuiswerken: ‘Even gek doen op de trampoline.’ Om variatie, ontspanning en beweging in de werkdag in te bouwen, hebben we structuur nodig – precies datgene waar de lezer aan het begin van dit artikel moeite mee had. Waar die structuur op het kantoor veel meer collectief werd bepaald, zijn we nu op onszelf aangewezen. Het aanbrengen van structuur zal dan ook vooral vanuit het individu zelf moeten komen, zegt Van Veldhoven. Maar er ligt ook een taak voor werkgevers om informatie en training te bieden. ‘Het thuiswerken past goed bij mensen die zichzelf goed kunnen managen. Maar dat kun je ook leren.’ BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

Woorden en daden Dat is wat je als raadslid graag wil. Ervoor zorgen dat zaken echt in beweging komen. De energietransitie vormgeven. De jeugdzorg in jouw gemeente optimaliseren. Je wil er voor jouw kiezer alles uit halen. Goed debatteren en inspirerend spreken in het openbaar, zodat woorden tot daden leiden. Daar zijn trainingen en opleidingen voor. Ontdek de mogelijkheden op lokale-democratie.nl/raadsleden

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: ELISABETH VAN DEN HOOGEN FOTO’S: ROBIN UTRECHT / H.H. THUISWERKEN SPECIAL 41 Beetje bij beetje keren ambtenaren terug naar hun gemeentehuis. Maar wie mag eerst, en hoe druk mag het worden? Ondertussen is de blik ook gericht op de periode na corona, waarin het hybride werken de norm lijkt te gaan worden. EERSTE AMBTENAREN TERUG NAAR GEMEENTEHUIS WENNEN AAN HET NIEUWE KANTOORLEVEN Van het dagelijkse ochtendritueel – koffie drinken met het hele team – is de komende tijd geen sprake op het gemeentehuis van Urk. Het is expliciet verboden. ‘Het is hier een belangrijke traditie, samen koffie drinken, maar het mag echt niet’, zegt Ron Jeltema, de gemeentesecretaris. ‘Ze houden zich eraan, maar het is knap lastig. Zeker als je de samenleving wel al losser ziet worden.’ Urk staat bekend om de familiecultuur, dagelijks gaan de Urkers nog ‘om de kost’: tussen de middag naar huis voor de warme maaltijd. De familiecultuur heerst ook op het gemeentehuis. ‘Ze zitten graag bij elkaar, overleggen graag samen’, vertelt Jeltema. Aan het begin van de lockdown moest de boodschap dan ook best stevig worden aangezet: ‘Jullie moeten nu echt naar huis.’ Blijdschap alom dus, nu de deur van het Urker gemeentehuis weer open is, al is het onder strikte voorwaarden. Heb je al een datum? Wanneer kan ik terug naar kantoor? Het zijn steeds vaker voorkomende vragen, volgens Miranda ten Lande, senior adviseur p&o van de gemeente Enschede. ‘We krijgen signalen van mensen die eenzaam zijn of mensen die de motivatie van collega’s nodig hebben.’ Het is van groot belang dat leidinggevenden contact houden met medewerkers thuis, benadrukt Ten Lande. ‘Daarnaast hebben we het bestaan van het arbeidsomstandighedenspreekuur van de bedrijfsarts nog eens onder de aandacht gebracht voor collega’s die graag vertrouwelijk met een professional willen praten.’ ‘Het sociale contact wordt steeds meer gemist’, zegt ook Ellie Liebregts, de gemeentesecretaris van Nieuwegein. ‘Al zetten we via interne communicatie voortdurend in op verbinding met elkaar.’ De actieve manier waarop medewerkers worden geïnformeerd, met onder meer dagelijks een blog van Liebregts, leverde grote waardering op in een enquête van Effectory onder de medewerkers. In Enschede stimuleert de afdeling p&o de onderlinge verbinding met het digitale platform ‘Stay Connected’ op intranet. Miranda ten Lande: ‘Collega’s kunnen hierop tips en ervaringen delen en samen digitale activiteiten ondernemen.’ PROBLEMATIEK De meeste gemeentehuizen gaan min of meer beperkt open tot 1 september: Voor belangrijke vergaderingen, of voor de noodzakelijke dienstverlening aan de inwoners. Zo hebben Nieuwegein en Zeist ruimtes corona- proof ingericht voor fysiek klantcontact. ‘Dat is bijvoorbeeld nodig voor de sociale dienst of voor medewerkers die bezig zijn met overlastproblematiek’, zegt Ellie Liebregts.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 42 SPECIAL THUISWERKEN Het sociaal team van Zeist houdt nu casuïstiekoverleg in de trouwzaal omdat hun eigen kantoren niet veilig genoeg konden worden gemaakt. Het overleg mag, mits van te voren aangevraagd. In Zeist houdt de werkgroep ‘Anders werken in 2020 en verder’ alle vergaderverzoeken bij. En de werkgroep adviseert over allerlei corona-thema’s: spatschermen, bezoektijden, maximale bezetting in de vitale processen en looplijnen. Die laatste zijn echt nodig volgens gemeentesecretaris René Grotens: ‘We hebben een modern maar knus gebouw. Je botst gemakkelijk tegen elkaar op.’ De ‘verkeersdrukte’ speelt ook een rol in Nieuwegein. ‘Je kunt de kantoortuinen wel weer volledig in gebruik nemen en overal spatschermen hangen, maar dat is niet fijn. En je komt in de knel bij de liften, de trappenhuizen, de toiletten’, zegt Ellie Liebregts. Nieuwegein kiest daarom voor het zoveel mogelijk in acht nemen van de anderhalve meter in het stadhuis en het beperkt plaatsen van schermen. 30 PROCENT Houd de bezettingsgraad laag, het aantal contactmomenten beperkt en zorg voor een goede routing. Michiel Otto, de directeur van HEVO, het bureau voor advies en bouwmanagement in huisvesting en vastgoed, kent de belangrijkste corona-adviezen die hij aan gemeenten geeft uit zijn hoofd. Bij HEVO zelf wordt gewerkt met een app waar‘ Het sociale contact wordt steeds meer gemist’ op je een plek kunt reserveren. ‘Je wilt niet verrast worden door de drukte en door de app weet je of je een veilige plek hebt.’ Groningen heeft een bezettingsgraad van 30 procent’, aldus gemeentesecretraris Christien Bronda. ‘We willen opgaan met andere overheden. En het mag ook niet hoger zijn, als we anderhalve meter afstand willen houden. Dat hebben we berekend met de Social Distancing Calculator. We gaan maatwerk leveren voor de verschillende situaties van medewerkers: per functiegroep, voor medewerkers met kinderen of gezondheidsproblemen. Dat kan bijvoorbeeld in de vorm van roosters.’ Wat in de zomer moet helpen om genoeg ruimte te houden is de vakantie. Ambtenaren zijn gevraagd om toch vooral verlof op te nemen. ‘Gelukkig kunnen we al vakantie vieren in Europa’, aldus Bronda. Urk houdt het ook op 30 procent. Ron Jeltema: ‘De teams maken zelf schema’s en het managementteam houdt de totale bezetting in de gaten. Dat gaat eigenlijk hartstikke goed.’ EIGEN TEMPO Om de zomer gezond en fit door te komen, kunnen ambtenaren van Nieuwegein en Groningen meedoen met een speciaal corona-vitaliteitsprogramma. Nieuwegein kiest voor het programma van het A&O Fonds, over work-life balance in coronatijd, de werking van het immuunsysteem en omgaan met afleiding. In Groningen gaan de medewerkers ‘Vitaal de zomer in’, waarbij ze in eigen tempo kunnen werken aan thema’s als ‘Fysiek Fit’ en ‘In Balans’ en ook onderling ervaringen kunnen delen. Het programma is onderdeel van een onderzoek onder zeven organisaties in Groningen naar de factoren die een rol spelen om mentaal gezond je werk te kunnen doen. ‘Dat is juist nu van groot belang’, aldus gemeentesecretaris Christien Bronda. Rene Grotens, gemeentesecretaris van Zeist, vraagt ook aandacht voor de mentale gezondheid, maar dan voor de fase waarin de medewerkers weer terugkeren naar kantoor. ‘Ga het gesprek met elkaar aan. ‘Hoe heb jij het beleefd? Hoe zit je erin?’ De een heeft een partner die werkloos is geworden, de ander heeft corona in de familie meegemaakt. Als je daarover het gesprek niet voert, krijg je vervreemding.’ Van de ambtenaren in Nieuwegein werkt liefst 80 procent thuis. Liebregts: ‘De behoefte om weer naar kantoor te komen leeft wel bij veel collega’s. Maar we zijn terughoudend, ook vanwege onze voorbeeldfunctie. En misschien hebben we het thuiswerken wel te goed geregeld, wat het werk betreft kan het dus vaak ook.’ HOKKIGER Na 1 september, of na corona, gaan de ambtenaren hybride verder, is alom de verwachting. Het gemeentekantoor blijft de bruisende ontmoetingsplek, denkt Michiel Otto van HEVO. ‘Al zullen mensen efficiënter met hun tijd omgaan. Bij een overleg zal het vaker gebeuren dat de ene helft aan tafel zit en de andere helft online aanschuift. En de kantoren zullen ‘hokkiger’ worden. Er is meer behoefte aan cellen waar je in je eentje kunt deelnemen aan een digitaal overleg.’ Ook Urk bereidt zich met een werkgroep voor op een meer hybride werkvorm. ‘Eerlijk gezegd liepen we hierin niet voorop’, zegt Ron Jeltema. En het eerste vraagstuk ligt er al: ‘Veel mensen hebben aan in het begin van de lockdown hun stoel en computer mee naar huis genomen. We wilden het extra goed faciliteren, vanwege onze verantwoordelijkheid

SPECIAL 43 de nabije toekomst is een nieuwe projectgroep opgericht. Miranda ten Lande: ‘Medewerkers die nu al op kantoor zijn, doen ervaringen op met de aanpassingen. We vragen hen nadrukkelijk hun signalen en vragen te delen met de projectgroep. Zo werken we samen aan een veilige en werkbare kantooromgeving.’ als werkgever. Maar ja, door het hybride werken hebben we nu wel dubbele spullen nodig.’ Dat geldt ook voor Groningen. Christien Bronda ‘Er is bij ons de afgelopen tijd al hard gewerkt aan een goede IT-ondersteuning van het thuiswerken. En we zullen de voorzieningen nog versterken, zorgen dat mensen zo goed mogelijk thuis kunnen werken. Met een goede stoel, een goed scherm en een los toetsenbord.’ Enschede, Groningen, Nieuwegein, Zeist, Urk: In alle gemeenten zijn werkgroepen ingesteld, voor de actuele situatie en voor de langere termijn. Zo had Enschede in het begin van corona een kernteam bedrijfscontinuïteit. Voor de voorbereiding van terugkeer naar kantoor werd de projectgroep ‘anderhalvemeter-kantoor’ gestart. En voor het werken in KIT Groningen heeft zowel het Kernteam Corona, voor actuele vraagstukken en knelpunten, als de werkgroep ‘Slim werken’ die richt zich op de periode na 1 september: hoe kunnen medewerkers weer veilig terugkeren naar kantoor? Christien Bronda weet al te vertellen dat alle medewerkers een ‘kit’ krijgen met onder meer schoonmaakdoekjes voor de flexplekken en handgel. ‘Zo kan iedereen zijn eigen verantwoordelijkheid nemen.’ Want al is alles geregeld – de inrichting, de huisregels, de bewegwijzering, zoals allemaal het geval is bij de gemeente Enschede – het staat of valt met de naleving. Miranda ten Lande: ‘We roepen de medewerkers op om scherp te ADVERTENTIE ‘ Misschien hebben we het thuiswerken wel te goed geregeld’ blijven en ook de collega’s en bezoekers daarbij te helpen. Voor je het weet heb je een ‘oeps-momentje’. Even naar je collega buigen om te helpen met een probleem op het computerscherm en je bent alweer te dicht bij elkaar.’ VERANTWOORD WEER NAAR KANTOOR met de HEVO Smart Workplace-app! • Reserveer vóór vertrek je werkplek, met realtime inzicht in de bezetting. • Voorkom onnodig reizen. • Een gezonde kantooromgeving door monitoring binnenklimaat. • Inzicht in medewerkerstevredenheid en snel bijsturen als de werkomstandigheden onvoldoende zijn. HEVO | EXPERTS IN HUISVESTING EN VASTGOED Specialist in advies (begeleiden fusiegemeenten, opstellen Integrale Huisvestingsplannen, stategisch vastgoedadvies) en bouwmanagement (herbestemming, renovatie, nieuwbouw). Wij geven resultaatsgaranties in onderwijs, zorg, gemeenten, (semi)overheid en commerciële organisaties. Postbus 70501 | 5201 CB 's-Hertogenbosch | (073) 6 409 409 info@hevo.nl | www.hevo.nl | www.rpmbyhevo.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

Datagedreven inzichten voor betere beslissingen Het is voor gemeenten van groot belang om de gevolgen van de crisis in volle omvang te kunnen overzien en op grond daarvan de juiste beslissingen te nemen. Om uiteenlopende scenario’s op te stellen en inzicht te krijgen in de prioriteiten en consequenties, is actuele data noodzakelijk. BMC helpt met het samenbundelen en verrijken van open data, gemeentelijke data en data van maatschappelijke partners. Wilt u grip krijgen op prioriteiten in beslissingen voor de uiteenlopende beleidsdomeinen? Lees hoe wij u kunnen ondersteunen met analyses en oplossingen op basis van onze inhoudelijke expertise op www.bmc.nl/digitaal. Partners in verbetering

OPINIE 45 COMMISSIE-REMKES HELPT GEMEENTEN NIET VOORUIT MOEDIGE WETHOUDERS TREKKEN DE BOUW VLOT Wat schieten de stedelijke gebiedsontwikkeling, woningbouw en infrastructuur op met het eindrapport van de commissie-Remkes? Eigenlijk niets. Wel wijdt Remkes larmoyante woorden aan de bouwsector. Nee, het wachten is op wethouders die het voortouw durven te nemen. FRISO DE ZEEUW De beweging moet van onderop komen De commissie-Remkes erkent dat de stikstofcrisis de bouw – die 0,6 procent van de stikstofuitstoot veroorzaakt – onevenredig heeft benadeeld. Bovendien onderstreept zij dat anticyclisch investeren in bouwprojecten kan bijdragen aan economisch herstel na corona. Het zijn krokodillentranen, want in het eerste advies heeft Remkes bouw en infra volkomen links laten liggen. In het eindadvies komt Remkes met de aanbeveling voor een drempelwaarde voor de bouwfase (en dus niet voor de gebruiksfase). Maar wel op voorwaarde dat de (toch al minimale) stikstofemissie tijdens de bouwfase in de komende tien jaar met 80 procent wordt teruggedrongen. Dat betekent onder meer dat men machines en materieel versneld moet afschrijven. Dure maatregelen waar de natuur niets mee opschiet. De monomane redenering van Remkes gaat zelfs zo ver dat de stikstofreductie een ‘doorslaggevende’ voorwaarde moet worden bij overheidsaanbestedingen. Het kabinet neemt dit advies over. Nou ja, het gaat ‘onderzoek’ doen. We leven nu al langer dan een jaar na de vernietiging van de PAS door de Raad van State. We moeten constateren dat kabinet en provinciebesturen de stikstofcrisis niet doortastend aanpakken. We hebben tot op de dag van vandaag te maken met stagnatie van veel plannen, vooral in Zuid- en NoordHolland en Gelderland. Sommige provincies en omgevingsdiensten zitten ook nog enorm te mierenneuken over de detaillering van de Aeriusberekeningen en compleetheid van de aangeleverde stukken. En de gemeentebesturen? Het regelkader dat rijksoverheid, provincies en jurisprudentie UW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. bieden, bepaalt in hoge mate hun manoeuvreerruimte. Toch zien we opvallende verschillen. Sommige wethouders tonen zich ware angsthazen. Zelfs als overduidelijk geen natuurvergunning nodig blijkt, durven zij pas een bouwvergunning af te geven als de provincie dat met een ‘positieve afwijzing’ zwart op wit bevestigt. Andere wethouders – zoals in Ede, Schagen, Beverwijk – nemen het voortouw en daarmee ook enig risico. Zij zijn creatief met intern salderen, gebruiken de ‘ecologische voortoets’ of vinden een echt ‘natuur-inclusieve’ gebiedsontwikkeling belangrijker dan een micro-stikstofdepositie, vergelijkbaar met een zakje Pokon. Zij riskeren een nijdige provincie of een zeperd bij de bestuursrechter. Zo ontstaat wel jurisprudentie die weer wat juridische helderheid geeft. Nu van Remkes, de rijksoverheid en de provincies niet veel te verwachten valt, moeten we de blik richten op de ‘gebiedsgerichte aanpak’. De beweging moet van onderop komen. Bijvoorbeeld met een regionale depositiebank. In mijn biotoop, Noord-Holland, verkennen we met een aantal gemeenten de opzet van zo’n bank. De ‘inleg’ bestaat uit de weg te nemen stikstofbronnen (waaronder te saneren agrarische bedrijven). Na afroming van 30 procent voor de natuur, zorgen bouwplannen die de gemeenten de komende jaren willen vergunnen voor de ‘uitname’. Binnen deze opzet wordt de instelling van een drempelwaarde van 0,5 mol/ha. per bouwplan haalbaar (bouwfase en gebruiksfase). Betrokkenheid van de regionale natuur-en milieubeweging, ontwikkel- en bouwpartijen en de gereorganiseerde landbouw maken de slagingskans groter. Resumé: wacht niet op de besluitvorming over ‘Remkes’, onderneem zelf actie. FOTO: GOOS VAN DER VEEN / H.H. Friso de Zeeuw, adviseur gebiedsontwikkeling en emeritus hoogleraar TU Delft BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

46 OPINIE PROFITEER VAN TOEGENOMEN VERTROUWEN IN DE OVERHEID CORONACRISIS BIEDT REGIO'S VOLOP KANSEN Nu de ergste gezondheidsgevaren van corona lijken te zijn geweken, moeten gemeenten en provincies zich buigen over de herstelopgave. Laten we we niet automatisch zoveel mogelijk willen terugkeren naar de oude situatie, maar de coronalessen benutten. KEIMPE ANEMA Oplopende werkloosheid, economische krimp en ontwrichting van het maatschappelijke leven door de coronacrisis. In de berichtgeving hierover in de media schemert duidelijk een herstelopgave door die landelijk zijn beslag krijgt in de term ‘herstelbeleid’. Regionaal ziet dit beeld er soms anders uit als we naast de economie ook kijken naar de sociale samenhang. Deze brede blik is belangrijk om herstel- en ontwikkelingsopgaven tijdens en na de coronacrisis integraal te benoemen. Net als in andere regio’s krijgt ook de economie en arbeidsmarkt in Friesland nu klappen te verduren. Wie afgaat op de sociaaleconomische status van inwoners in deze provincie verwacht niet veel goeds. Het gemiddelde opleidingsniveau is lager dan in de rest van Nederland. Er is doorgaans meer werkloosheid en ook het inkomen is lager dan het landelijk gemiddelde. De vorige recessie liet zien dat economisch herstel ook wat langer op zich liet wachten dan in andere delen van het land. ‘Het vertrouwen in de zorg is in Friesland bijna verdubbeld’ FOTO: ANTON KAPPERS / H.H. Desondanks laat eerder onderzoek van vóór de coronacrisis ook zien dat Friesland op veel sociale aspecten juist positief scoort. Er is een grote sociale samenhang, met een hoog aandeel vrijwilligers, mensen zijn tevreden met het leven en zijn gelukkig. Hoe zit dit in coronatijd? In april en mei zijn ruim drieduizend Friese inwoners in een representatief burgerpanel van het Fries Sociaal Planbureau bevraagd naar wat de coronacrisis voor hen betekent. Belangrijkste conclusie? De sociale samenhang blijft onverminderd sterk en inwoners hebben veel meer vertrouwen gekregen in de overheid en de zorg. Opvallend daarbij is dat vertrouwen in de zorg bijna is verdubbeld. Veel inwoners van Friesland (71 procent) geven aan beslist bereid te zijn hun buren te helpen als dat nodig is. Bijna een op de vijf (19 procent) inwoners verleent momenteel mantelzorg. In dit licht lijkt de term herstel misplaatst als gaat om sociale thema’s. Eerder van een uitdaging om de sociale samenhang en het onderling vertrouwen op peil te houden. Natuurlijk zijn er ook kwetsbare groepen die specifiek aandacht vragen zoals mantelzorgers en zelfstandigen. Een sterke sociale samenhang en groot vertrouwen in elkaar is niet alleen fijn voor de inwoners zelf. Dit geeft ook voeding aan beleidsstrategieën. Kan het toegenomen vertrouwen in de zorg in Friesland bijvoorUW OPINIE IN BINNENLANDS BESTUUR? De rubriek opinie staat open voor leesbare, opiniërende bijdragen die betrekking hebben op actuele zaken in het openbaar bestuur. De maximale lengte voor inzendingen is 500 woorden. Inzendingen graag naar info@binnenlandsbestuur.nl o.v.v. ‘rubriek opinie’. Via dit e-mailadres kunt u ook reageren. beeld leiden tot een herwaardering van het werken in de zorg? Niet geheel onbelangrijk voor een provincie waar de zorgsector relatief het grootst is en door de vergrijzing de vraag naar zorgpersoneel blijft toenemen. Dit biedt een kans om de oproep door de landelijke planbureaus tot een omvangrijke bijen omscholingsaanpak op regionaal niveau concreet te maken. Verder onderzoek is nodig, maar binnen Friesland – en ongetwijfeld ook in andere provincies en regio’s – lijken ondanks of juist door de coronacrisis ook kansen aanwezig. In hoeverre is dit wenselijk of haalbaar om hierop in te spelen? Dat is bij uitstek een onderwerp voor het lokaal debat. Keimpe Anema, onderzoeker bij het Fries Sociaal Planbureau BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 DOOR: MICHIEL S. DE VRIES BOEK RECENSIE 47 DE KUNST VAN HET EVALUEREN BELEID TEGEN HET LICHT Het was alweer een tijd geleden dat er een leerboek over beleidsevaluatie was geschreven. Velen kennen het boek van Bressers en Hoogerwerf uit 1995. In het dit voorjaar verschenen boek Beleidsevaluatie in theorie en praktijk van Peter van der Knaap, Valérie Pattyn en Dick Hanemaayer wordt in 400 pagina’s een update gegeven van wat beleidsevaluatie is, welke functies die heeft, en hoe je die evaluaties op verschillende manieren kunt doen. Volgens het nieuwe boek zijn evaluaties beoordelingen van beleid aan de hand van criteria. Ze zijn bedoeld om te informeren, te waarderen, te leren, te verantwoorden, te rationaliseren, te discussieren en te politiseren. Uiteindelijk gaat het erom dat je een idee krijgt van de kwaliteit van beleid en de uitvoering ervan. Zo’n nieuw boek was nodig, gegeven het ontstaan van nieuwe evaluatiemethoden zoals de ‘realistic evaluation’ van Pawson en Tilly waarin vooral veel aandacht is voor de context waarin beleid plaatsvindt en hoe die context van invloed is op de beleidseffecten. Weinig aandacht voor politieke beleidsevaluatie Puntsgewijs worden in dit boek de functies van beleidsevaluatie gegeven, de mogelijke benaderingen ervan, en de tijdstippen waarop het kan worden gedaan: vooraf in de vorm van effectstudies, tijdens de uitvoering in de vorm van monitoring en achteraf in de vorm van een ex-post evaluatie. De laatste hoofdstukken gaan over inhoudelijke eisen aan de evaluatie, de evaluatoren, en de opdrachtgevers; de benutting van evaluatie-onderzoek; en de institutionalisering ervan in met name Nederland en België. Steeds worden daarbij systematisch de te nemen stappen weergegeven. Het is de klassieke wijze van behandeling van het onderwerp die sterke overeenkomsten vertoont met de aanpak in het eerder genoemde boek van Bressers en Hoogerwerf van 25 jaar geleden. Net als in dat boek gaat het de schrijvers van dit nieuwe boek vooral om de technische kant van beleids evaluatie en minder om de politieke kant ervan. Persoonlijk vind ik het een gemiste kans dat daar in dit nieuwe boek zo weinig aandacht voor is. Daar zijn de laatste jaren nou net veel discussies over geweest. Te denken valt aan de beïnvloeding van evaluatieonderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Niettemin is het een bruikbaar boek dat als leerboek zeker zijn weg zal vinden, en zo niet als leerboek dan zeker als naslagwerk. Het is te hopen dat studenten die dit boek voorgeschreven krijgen later ook beter zijn in het formuleren van opdrachten tot evaluatie en het doen van evaluatieonderzoek. CITAAT UIT HET BOEK ‘De rol van een deskundig evaluator binnen het openbaar bestuur kan volgens ons moeilijk worden overschat’ BELEIDSEVALUATIE IN THEORIE EN PRAKTIJK Peter van der Knaap, Valérie Pattyn & Dick Hanemaayer Boombestuurskunde, 2020 402 bladzijden 35 euro ADVERTENTIE Thuishuisproject succesvol tegen eenzaamheid 1.000.000 ouderen ernstig eenzaam Thuisbezoek Meer weten? Laat niemand in eenzaamheid leven! Thuishuis

GET CONNECTED MET ICONNECT BEWONERSPARTICIPATIE UNIEKE SAMENWERKING TUSSEN ZORG EN SPORT Lees meer: www.geticonnect.nl Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/BMC Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/SRO

NIEUW-SCHOONEBEEK: MULTIFUNCTIONELE HERVERKAVELING REGELING EXTERN ADVIES WARMTETRANSITIE Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/ Kadaster GRONDEXPLOITATIES Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/Metafoor Lees meer: www.binnenlandsbestuur.nl/RVO

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 50 PERSONALIA CARRIÈRE DOOR: JOSÉ SALHI Berlinda Aukema is de nieuwe gemeentesecretaris van Oldambt. Zij volgt Herman Groothuis op, die met pensioen gaat. Aukema werkte in managementfuncties in de jeugdzorg, energievoorziening en welzijn. JAN VAN ZANEN Met ingang van 1 juli wordt Jan van Zanen benoemd tot burgemeester van Den Haag. Van Zanen (58) is lid van de VVD. Hij is sinds 2014 burgemeester van Utrecht. Hij volgt Pauline Krikke (VVD, 59) op, die in oktober vorig jaar opstapte. Op dit moment is Johan Remkes waarnemend burgemeester van Den Haag. Van Zanen was eerder burgemeester van Amstelveen, voorzitter van de VVD en wethouder in Utrecht. MICHEL BEZUIJEN De gemeenteraad van Zoetermeer heeft Michel Bezuijen voorgedragen als nieuwe burgemeester. Hij is daarmee de opvolger van Charlie Aptroot (VVD, 69). Bezuijen (VVD, 54) is sinds 2013 burgemeester van Rijswijk. Eerder was hij wethouder en raadslid in Haarlemmermeer. Daarvoor was hij geruime tijd werkzaam bij het Crisis Onderzoeks Team (COT). Tot de installatie blijft burgemeester Jan Pieter Lokker (CDA, 71) de taken waarnemen. YVONNE VAN MASTRIGT In Stadskanaal wordt Yvonne van Mastrigt benoemd tot waarnemend burgemeester. Van Mastrigt (PvdA, 54) was burgemeester in Winsum en Hoogezand-Sappemeer, gedeputeerde in Groningen en waarnemend burgemeester in Hoorn en Stichtse Vecht. Froukje de Jonge (CDA, 54) stopte onlangs als waarnemend burgemeester omdat ze wethouder in Almere werd. Daarvoor was Baukje Galama burgemeester. PETER DEN OUDSTEN Per 1 juli wordt Peter den Oudsten (PvdA, 68) benoemd tot waarnemend burgemeester van Utrecht. Den Oudsten was tot oktober 2019 burgemeester van Groningen. Eerder was hij wethouder in Leeuwarden, burgemeester van Meppel en Enschede. Zowel in Groningen als in Enschede was den Oudsten voorzitter van de Veiligheidsregio. In Utrecht neemt hij waar door het vertrek van Jan van Zanen naar Den Haag. STEFAN KUKS Stefan Kuks is herbenoemd tot watergraaf van waterschap Vechtstromen. De herbenoeming geldt voor een periode van zes jaar. Sinds 1 januari 2014 is hij watergraaf van Vechtstromen. Daarvoor was hij zes jaar watergraaf van waterschap Regge en Dinkel. Landelijk is hij daarnaast voorzitter van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie. Kuks is ook hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Twente. GIOVANNI WOUTERS Met ingang van 1 september is Giovanni Wouters benoemd tot gemeentesecretaris in Gemert-Bakel. Wouters werkte hiervoor onder andere als directeur en loco-secretaris in Helmond en Horst aan de Maas, bij de provincie Noord-Brabant en bij met ministerie van Algemene Zaken. In Gemert-Bakel volgt hij Ad van Oudheusden op. KOMEN & GAAN JAN PIETER VAN DER SCHANS In Ede is Jan Pieter van der Schans (CDA, 28) benoemd tot wethouder. Van der Schans was zes jaar gemeenteraadslid voor het CDA waarvan bijna vijf jaar fractievoorzitter. Hij volgt Willemien Vreugdenhil op die vertrok als wethouder. MIRANDA DE RUITER Miranda de Ruiter-van Hoof is gestopt als CDA-wethouder in Gemert-Bakel. Ze doet dat omdat ‘de thuissituatie daar om vraagt’. Ze was sinds 2014 wethouder. Daarvoor werkte ze in de financiële sector en bij het Bernhovenziekenhuis in Uden. De overgebleven wethouders verdelen haar taken.

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 PERSONALIA 51 INSTROOM JONGEREN LIAN VEENSTRA Lian Veenstra heeft ontslag genomen als wethouder van Stadskanaal. Als gevolg daarvan is de SP opgestapt uit de coalitie. Veenstra verwacht forse bezuinigingen en vindt dit de schuld van de rijksoverheid, die steeds meer taken naar de gemeenten schuift, zonder de benodigde financiële middelen. 2017 43% 2016 43% 2019 40% 2015 39% GERTJAN ROZENDOM Gemeentesecretaris Gertjan Rozendom vertrekt op 1 juli 2020 bij de gemeente Borne. Hij bekleedt de functie sinds 2014, maar werkt al sinds 1989 bij de gemeente. Rozendom kwam eind 1989 in dienst in Borne. Bij de invoering van het dualisme in 2002 werd hij de eerste Bornse raadsgriffier. JONGEREN Door het vergrijzende personeelsbestand van gemeenten is instroom van jongeren nog altijd belangrijk. In 2019 bestond 40 procent van de instroom uit jongeren (tot 35 jaar). Bron: Personeelsmonitor 2019 Dé loopbaanadviseur voor bestuurlijk Nederland FRANK TEN HAVE Frank ten Have (CDA, 60) volgt de aan corona overleden wethouder Hans Horlings op als wethouder van Midden-Delfland. Ten Have was eerder raadslid en wethouder in Voorschoten. Hij was tot voor kort partner bij Deloitte. SIWART MACKINTOSH Siwart Mackintosh (CDA) is benoemd tot wethouder van Kapelle. Hij volgt Evert Damen op. Mackintosh heeft al wat ervaring als wethouder in Kapelle, hij verving Damen vorig jaar een paar maanden. Damen was sinds 2010 wethouder. RAAD VAN STATE Judith Boeree en Dineke de Groot worden staatsraad in buitengewone dienst in de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Boeree is sinds februari 2020 rechterlijk bestuurslid bij de Centrale Raad van Beroep. De Groot is sinds 2012 raadsheer bij de Hoge Raad. Zij is momenteel vice-president in de belastingkamer en per 1 november 2020 beoogd president van de Hoge Raad. De Groot is daarnaast bijzonder hoogleraar Rechtspraak en conflictoplossing aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. KIRSTEN JAARSMA In Krimpen aan den IJssel heeft wethouder Kirsten Jaarsma ontslag genomen. Zij geeft aan dat ze op het punt is gekomen dat ze haar gezondheid prioriteit moet geven. Jaarsma is onder andere portefeuillehouder van jeugd, cultuur, afvalinzameling, volksgezondheid en wonen. OPROEP Tekst en foto’s (high res) voor de rubriek personalia graag sturen naar info@binnenlandsbestuur.nl. Gegevens voor deze rubriek kunnen ook worden gestuurd via www.binnenlandsbestuur.nl/personalia BURGEMEESTERS VACATURE ASTEN Het burgemeesterschap van Asten is vacant per 15 januari 2021. De gemeente heeft circa 16.700 inwoners. De bezoldiging bedraagt € 7.874,98 bruto per maand. U kunt solliciteren tot 8 juli 2020. Zie voor alle informatie de Staatscourant van 17 juni op www.officielebekendmakingen.nl/ Staatscourant. ADVERTENTIE www.transitiumgroep.nl | info@transitiumgroep.nl | 033 30 30 630

BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020 52 PERSONALIA CARRIÈRE IGOR VAN DER VALK Met ingang van 1 september is Igor van der Valk benoemd tot gemeentesecretaris in Lingewaard. Van der Valk is nu nog gemeentesecretaris in Tiel. Hij volgt in Lingewaard Jan Wijnia op, die met pensioen is gegaan. WILL SCHEEPENS Will Scheepens verlaat het openbaar bestuur. Scheepens werkte in Boxmeer. Sinds 1997 heeft hij interimwerk verricht, overwegend als raadsgriffier en griffier in de provincies Limburg, Gelderland en Noord-Brabant. Zijn laatste functie was die van waarnemend gemeentesecretaris in Bergen. MIJNBOUWSCHADE Oud-rechter Rian Vogels gaat de nieuwe Commissie Mijnbouwschade leiden. Die commissie moet het loket vormen voor mensen die schade hebben geleden als gevolg van mijnbouw in Nederland. De andere leden van de commissie zijn Margriet Drijver, die bij woningcorporaties veel ervaring heeft opgedaan met sociaal-maatschappelijke vraagstukken, Siefko Slob en Piet van Staalduinen. Slob is expert op het gebied van bouwconstructies en de ondergrond, Van Staalduinen is expert op het gebied van bouwconstructies en bodembeweging. ONNO VLIEGENTHART Onno Vliegenthart is de nieuwe griffier van Krimpen aan den IJssel. Hij was raadsadviseur/ plaatsvervangend griffier in Woerden. Daarvoor was hij waarnemend griffier in Nederlek en beleidsadviseur sociaal domein in verschillende gemeenten. In Krimpen aan den IJssel volgt hij Marianne Verhoev op. ANNEMIE BURGER Annemie Burger is benoemd tot één van de nieuwe plaatsvervangend voorzitters van de Commissie voor de milieueffectrapportage. Burger is werkzaam als voorzitter van het Audit Committee van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit. Zij was eerder onder meer provinciesecretaris van Noord-Brabant. ANGELIQUE BERG Met ingang van 1 september wordt Angelique Berg directeur van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Ze volgt Tjark Tjin-ATsoi op. Hij maakte de overstap naar bloedbank Sanquin. Berg is sinds 2015 directeur-generaal voor Volksgezondheid op het ministerie van VWS. BRIEVEN OPENBAARHEID VAN WHATSAPP-GESPREKKEN In reactie op de Whatsapp-kwestie van burgemeester Halsema en minister Grapperhaus schreef Michiel Maas in Binnenlands Bestuur nr. 12 dat de Raad van State vorig jaar bepaalde dat chatgesprekken en sms-jes ‘voor de Wob opvraagbaar moeten zijn’ en stelt hij: ‘Alles wat je typt en verstuurt is openbaar.’ Hoewel het allicht feitelijk verstandig is om er rekening mee te houden dat wat je per app/sms/mail verstuurt op straat kan belanden, is het juridisch gezien wat kort door de bocht om te stellen dat als iets onder de Wet openbaarheid van bestuur valt, dit dus openbaar is. Net zoals voor dossierstukken of e-mails gelden voor app-berichten en dergelijke de Wob-bepalingen die ervoor kunnen zorgen dat openbaarmaking mogelijk alsnog achterwege blijft. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State maakte dit in de betreffende uitspraak ook duidelijk: “Moet de minister nu bang zijn dat geen vertrouwelijke berichten meer per sms of WhatsApp kunnen worden verstuurd? Het antwoord daarop is nee. De Wob heeft alleen betrekking op zakelijke en niet op privé-berichten. Daarnaast blijven de weigeringsgronden van de Wob, zoals wanneer het openbaar maken van berichten bijvoorbeeld de privacy schendt of als dit de belangen van de staat schendt, onverkort van toepassing. De aard van een sms of WhatsApp bericht brengt verder mee dat er al snel sprake zal zijn van persoonlijke beleidsopvattingen in het interne debat. Daarvoor kent de Wob een specifieke weigeringsgrond (artikel 11).” Overigens is het voor ministers zo dat in de verhouding met het parlement artikel 68 van de Grondwet verder kan strekken qua verplichting tot informatieverstrekking dan de Wob. Dit is recent uiteengezet door professoren Bovend’Eert, Kummeling, Munneke en Voermans in een notitie over de reikwijdte van artikel 68: het doel van dit artikel is niet openbaarheid van informatie maar het informeren van het parlement, zodat democratische controle op de uitvoerende macht kan plaatshebben (p. 3-4). Langs die weg zou een app-bericht dat op grond van de Wob niet hoeft te worden geopenbaard, dus (eventueel vertrouwelijk/achter gesloten deuren) wellicht alsnog verstrekt moeten worden aan het parlement (p. 4). Los van dit alles is de boodschap van Maas terecht: wen er maar aan dat wat je intypt zeer wel geopenbaard kan worden (los ervan of dit op grond van de Wob moet). Cornelis van der Sluis wees recentelijk in Binnenlands Bestuur in dit licht bovendien terecht nog op een ander belangrijk gegeven: ‘Enige (doorslaggevende) invloed van de politiek-bestuurlijke context en gevolgen kan niet worden uitgesloten.’ Coen Modderman, juridisch adviseur bij Haute Equipe en Thorbecke-fellow aan de Universiteit Leiden

INDEX 53 VACATURES In de vacature- index treft u een selectie aan van de vacatures die deze week zijn opgenomen in het magazine of op de website van Binnenlands Bestuur. BESTUUR EN MANAGEMENT Bestman / Gemeente Beek Brandweer Gooi En Vechtstreek Gemeente Asten Gemeente Gorinchem Gemeente Hengelo Gemeente Molenlanden JS Consultancy / Gemeente Kampen Zeelenberg / Waterschap Vallei en Veluwe BURGER- EN PUBLIEKSZAKEN Gemeente Den Haag FINANCIËN EN ECONOMIE Gemeente Amsterdam Gemeente Harderwijk Gemeente Helmond Gemeente Hengelo Gemeente Hengelo Gemeente Oss JS Consultancy / Gemeente Zoetermeer JS Consultancy / GGD Zuid Limburg Provincie Overijssel Veiligheidsregio Fryslân JURIDISCH Certus Groep / Gemeente Opmeer Gemeente Apeldoorn Gemeente Ermelo Gemeente Hengelo Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard gemeentesecretaris / algemeen directeur directiesecretaris burgemeester lid van de rekenkamercommissie ontwikkelmanager / opdrachtgever directeur bedrijfsvoering afdelingshoofd bedrijfsvoering dijkgraaf teamleider klantenservice Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl controller adviseur onderwijshuisvesting teammanager advies & beleid financiën junior beleidsmedewerker financiën financieel adviseur senior plan- en vastgoedeconoom senior financieel adviseur kwaliteit business controller adviseur concerncontrol afdelingshoofd financiën handhavingsjurist omgevingsbeleid juridisch beleidsmedewerker handhavingsjurist juridisch adviseur sociaal domein juridisch adviseur vastgoed Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl ADVERTENTIES Samenwerkingsverband VOVPR zoekt een Strategisch adviseur Meer informatie op www.binnenlandsbestuur.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

54 INDEX MILIEU BMC Certus Groep / Gemeente Papendrecht Waterschap Aa en Maas OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID Galan Groep / Gemeente Maastricht Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland PERSONEEL EN ORGANISATIE Galan Groep / Gemeente Maastricht Meerinzicht RUIMTELIJKE ORDENING EN VERKEER BMC Certus Groep / Gemeente Opmeer Certus Groep / Gemeente Papendrecht Gemeente Gorinchem Gemeente IJsselstein Gemeente Oss Gemeente Utrecht Stadsbedrijven JS Consultancy / Gemeente Midden-Drenthe Provincie Overijssel Publiek Netwerk / Gemeente Gooise Meren Publiek Netwerk / Gemeente Velsen Waterschap Brabantse Delta SOCIAAL Gemeente Delft Gemeente Den Haag Gemeente Dordrecht Gemeente Harderwijk Gemeente Lopik Gemeente Veenendaal Holland Rijnland Samenwerkingsverband Vovpr OVERIGE Servicecentrum Drechtsteden traineeship OOK UW VACATURE IN BINNENLANDS BESTUUR? BEL 020-5733656 ADVERTENTIE Binnenlandsbestuur.nl afdelingshoofd samenleving advies teamleider klantenservice strategisch adviseur wijken adviseur onderwijshuisvesting (senior) beleidsmedewerker sociaal domein strategisch beleidsmedewerker sociaal domein ambtelijk secretaris / strategisch adviseur jeugd strategisch adviseur Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl adviseur duurzaamheid adviseur milieu beleidsadviseur waterveiligheid manager veiligheid en leefbaarheid beleidsmedewerker crisisbeheersing manager p&o strategisch hrm-adviseur projectleider implementatie omgevingswet beleidsmedewerker omgevingswet & economie adviseur verkeer en vervoer beleidsmedewerker ruimtelijke ontwikkeling / planoloog projectleider ruimtelijke projecten & gebiedsontwikkeling senior plan- en vastgoedeconoom assetmanager wegen teamleider ruimtelijk beleid en projecten beleidsstrateeg provinciale infrastructuur verbindende afdelingsmanager beheer openbare ruimte en gebouwen medior en senior adviseur ruimtelijke ontwikkeliing teammanager bouwen Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl Binnenlandsbestuur.nl pagina 56 Binnenlandsbestuur.nl pagina 54 pagina 54 Binnenlandsbestuur.nl Verbindende Afdelingsmanager Beheer Openbare Ruimte en Gebouwen Koersvast • Betrokken • Zakelijk Medior en Senior Adviseur Ruimtelijke Ontwikkeling Daadkrachtige procesadviseur • Verbindend • Omgevingsbewust Kijk voor meer informatie op www.publieknetwerk.nl BINNENLANDS BESTUUR - WEEK 26 | 2020

Ik werk voor Nederland... ...en voor mezelf Wil jij Nederland én jezelf beter maken? JS Consultancy is de carrièrepartner van professionals voor de publieke zaak. Via ons landelijk netwerk bemiddelen wij op het niveau van directie, management en professionals. Aan de slag op het gebied van BedrijfsAfdelingshoofd Bedrijfsvoering 36 uur | schaal 13 max. € 89.403,- bruto per jaar (incl. IKB) Ervaren manager met generalistische blik op het terrein van de brede bedrijfsvoering. Is goed ingevoerd in financiële sturing. Is coach en sparringpartner voor de medewerkers en stuurt op resultaat. Zet inhoud en visie om in concrete plannen en weet draagvlak te creëren. Is strategische gesprekspartner voor bestuur, directie en MT. Is inspirerend, faciliterend en verbindend. Denkt integraal en stimuleert samenwerking. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 Teamleider Ruimtelijk Beleid en Projecten 36 uur | schaal 12 max. € 80.700,- bruto per jaar (incl. IKB) Coachend en resultaatgerichte leidinggevende die affiniteit heeft met (thema’s binnen) het ruimtelijk domein, waaronder de energietransitie, duurzaamheid en de omgevingswet. Wil meebouwen aan een afdeling en organisatie in ontwikkeling en voelt zich als een vis in het water in een politiekbestuurlijke omgeving. Is pro-actief, verbindend, inspirerend en een netwerker. Interesse? Bel Elsbeth Braam 06 - 333 219 86 voering, Ruimte & Infra of Sociaal Maatschappelijk domein? Onze dienstverlening richt zich op het waarmaken van maatschappelijk resultaat. In samenregie met opdrachtgevers. En samen met jou. Senior Financieel Adviseur Kwaliteit 36 uur | schaal 12 max. € 81.683,- bruto per jaar (incl. IKB) Energieke en verbindende financieel adviseur met een scherp oog voor kwaliteit. Coördinator en aanspreekpunt voor totale proces rondom jaarstukken en jaarrekening. Afstemmen hierover met college en directie. Brede en zelfstandig rol. Stevig adviseur met passie voor innovatie en kwaliteitsverbetering zoals optimalisatie werkprocessen. Goed gevoel voor verhoudingen en belangen. Boegbeeld voor team. Samenwerkingsgericht, politiek sensitief, helicopterview en analytisch. Interesse? Bel Ellen Koster 06 - 101 625 64 Business Controller 36 uur | schaal 11 max. € 71.172,- bruto per jaar Ervaren professional met senioriteit. Levert bijdrage aan organisatieontwikkeling. Zelfstandig, analytisch en thuis voelen in een politiek bestuurlijk klimaat. Overzicht pakken en dit vertalen naar de operatie. Als tolk/vertaler collega’s en afdelingen op dezelfde lijn brengen. Bijdrage leveren aan verdere ontwikkeling van risicomanagement bij grote projecten. Organisatorisch sterk en beschikt over uitstekende adviesvaardigheden. Interesse? Bel Michel Kollau 06 - 511 357 93 Reageer op bovenstaande functies via www.jsconsultancy.nl/vacatures Interim Werving & Selectie

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
Home


You need flash player to view this online publication