19

op één lijn 36 1e uitgave 2010 geen oorspronkelijke WESP-studenten bevinden. Er is al wel een belangrijke doorstroom van OHO jaar 1 (tweede laag) naar OHO jaar 2 (derde laag) en van OHO jaar 2 naar BI. Diverse promovendi van onze vakgroep hebben deelgenomen aan OHO jaar 2 (derde laag) en bijna alle postdocs van onze vakgroep participeren aan BI (vierde laag). Een belangrijke rode draad door de opleidingspiramide wordt gevormd door onze Aiotho’s: basisartsen die hun opleiding tot huisarts combineren met het doen van promotieonderzoek. Dit landelijk initiatief kwam in 1996 in Maastricht als eerste van de grond. zeven Aiotho’s van toen zijn al gepromoveerd huisarts en werkzaam in A12 praktijken of praktijken met een vergelijkbare signatuur, respectievelijk in Elsloo (Loes van Bokhoven), Eindhoven (Rogier Hopstaken), Haelen (Roelf Norg), Amsterdam (katinka Prince en Paul Houben), Leiden (Niels Chavannes) en Australië (Marjolein de vries). De meesten zijn naast hun praktijkwerk nog betrokken bij wetenschappelijk onderzoek, vaak gericht op de implementatie van nieuwe kennis, het geven van nascholing, het verlenen van supervisie aan andere onderzoekers, het schrijven van standaarden en het initiëren van nieuw onderzoek. Daarmee beantwoordt het Aiotho initiatief in belangrijke mate aan haar doelstelling, namelijk het opleiden van jonge mensen tot wetenschappelijk geschoolde huisartsen die in staat zijn om inhoudelijke ontwikkelingen in ons vak te signaleren, initiëren, coachen en uit te dragen. veel Aiotho’s zijn een beetje “eigen kweek”, d.w.z. dat ze in Maastricht geneeskunde hebben gestudeerd en via wetenschaps- (of andere) stages serieuze interesse in het doen van onderzoek in de huisartsgeneeskunde ontwikkelden en al gauw in een van de stafleden een coach vonden. Op prevalentiebasis telt onze vakgroep ongeveer tien Aiotho’s, waarvan de eerste recent cum laude promoveerde nog voordat hij huisarts is (Jochen Cals). Er is onder basisartsen veel belangstelling voor het Aiotho-schap, maar omdat alle onderzoeksgelden (inclusief die voor Aiotho’s) buiten de universiteit moeten worden geworven, zijn de mogelijkheden om Aiotho’s aan te stellen helaas beperkt. Daarnaast gaat een potentiële Aiotho een zwaar traject tegemoet: gedurende ongeveer zeven jaar leert hij of zij niet één maar twee nieuwe beroepen tegelijkertijd, dat van huisarts en onderzoeker. Als het praktijkwerk erop zit ligt het onderzoek te wachten en als de Aiotho lekker aan het onderzoek werkt wachten zijn of haar patiënten op de komst van de dokter. zo’n 25 jaar geleden liep in Maastricht een groep van 20 (toen nog langharige) HOIO’s rond: jonge huisartsen die een eenjarige bijna voltijdse opleiding tot huisartsonderzoeker doorliepen. van deze groep zijn diverse huisartsen gepromoveerd, in Maastricht gebleven en nog steeds actief als universitair huisarts met een substantiële onderzoeksopdracht. Tot dat groepje behoren Yvonne van Leeuwen, Jean Muris, Jelle Stoffers, Ron Winkens en ondergetekende. Ongeveer 18 jaar geleden zijn we in Maastricht opnieuw begonnen met het opleiden van huisartsen (in opleiding) tot onderzoeker, in een eerste versie van OHO (Frank Buntinx en ondergetekende). Inmiddels zijn we diverse OHO-versies verder en heeft ook de EGPRN een definitieve basis in Maastricht gevonden (Jelle Stoffers en Hanny Prick). Tevens komt het allereerste initiatief tot de oprichting van de Brisbane Initiative (BI) uit Maastricht (André knottnerus), terwijl voor de ontwikkeling van Aiotho-programma’s ondergetekende grotendeels verantwoordelijk is. voorts heeft Marjan van den Akker een sleutelrol gespeeld in de vlucht die WESP stages bij onze vakgroep hebben genomen. Tot slot hebben vele anderen bijdragen geleverd als docent, administratief ondersteuner en jurylid in WESP stages, OHO en BI. In die 18 jaar hebben we ook geleerd waar de zwakke plekken in de piramide zitten. Het betreft o.a. haar onzekere financiële basis, de over diverse landen verdeelde ondersteuning en de kwetsbare positie van huisartsen in o.a. Duitsland en Frankrijk. Dit heeft de vakgroep doen besluiten dat 2010 het jaar wordt waarin we gaan proberen om de piramide te professionaliseren. Daartoe hebben Mark Spigt en ondergetekende op dit moment overleg met deskundigen en komen we dit voorjaar met een businessplan. Samenvattend is de ivoren toren definitief om, terwijl we voor het beklimmen van piramides niet meer naar Egypte hoeven te reizen. 19

20 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication