22

op één lijn 36 1e uitgave 2010 alcohol een sterk stress-bufferende werking heeft waardoor negatieve gevolgen van stress kunnen wijzigen. Het doel van dit proefschrift is om te onderzoeken of een stress-bufferende werking van alcoholgebruik een verklaring kan geven, waarom matige drinkers een lager risico hebben om hart- en vaatziekten te krijgen. Deze vraag is onderzocht op basis van gegevens uit het Leefwijze en Gezondheid Onderzoek (LEGO). De registers van 34 huisartspraktijken uit Limburg en Rotterdam en omstreken werden gebruikt als steekproefkader. De LEGO-studie startte in 1996 toen een baseline vragenlijst werd opgestuurd welke werd gevolgd door vier jaarlijkse follow-up vragenlijsten. In totaal werden 31.349 mannen en vrouwen in de leeftijd van 45 tot en met 70 jaar benaderd bij het begin van de studie (response 51,7%). via de huisartsen werd de medische informatie verzameld. Deze registreerden alle voormalige en tijdens de followup periode (1996 - 2001) voor een huisarts relevant optredende gezondheidsproblemen op de probleemlijsten. Daarnaast rapporteerden de huisartsen alle hartinfarcten en alle sterfgevallen die tijdens de follow-up periode plaatsvonden direct aan de onderzoeksgroep. De vragenlijst bevatte onder andere vragen over gezondheid, leefstijl (bijvoorbeeld, alcoholgebruik), ‘life events’, copingstijlen en sociale steun. Er zijn verschillende resultaten beschreven binnen dit proefschrift een aantal zal hier kort genoemd worden. Ten eerste is er een nonresponse onderzoek uitgevoerd, waarin de relatie tussen responsgedrag en de gezondheidstoestand bij de start en overleving tijdens de follow-up periode van vijf jaar werd onderzocht. De resultaten blijken paradoxaal, aangezien de respondenten minder gezond waren bij de start van de LEGO-studie (coronaire hartziekten kwamen vaker voor bij de respondenten), maar ze hadden echter wel een lager risico om te overlijden tijdens de follow-up periode. Dit zou kunnen wijzen op een selectie-effect, waarbij de “worried ill” sneller geneigd zijn om deel te nemen. “Worried ill” zijn mensen die zich mogelijk meer zorgen maken over hun gezondheid, in dit geval ook minder gezond zijn en als gevolg van hun ‘zorgen maken’ sneller en vaker naar een huisarts gaan. Dit effect zou kunnen betekenen dat de gevonden relaties tussen risicofactoren of risicogedragingen en de uitkomsten van cohortstudies afgezwakt worden. De Lifetime Drinking History (LDH-q) vragenlijst met vragen over de gemiddelde consumptie in verschillende perioden gedurende iemands leven, werd getest in de LEGO-studie. De LDH-q is speciaal ontwikkeld voor de LEGO-studie. Hierdoor konden we de grote groep respondenten ondervragen zonder ze allemaal persoonlijk te hoeven interviewen. De betrouwbaarheid en de validiteit zijn onderzocht in het proefschrift en de LDH-q bleek een bruikbaar instrument te zijn in grote cohortstudies. We vonden een duidelijk verband tussen ‘life events’, een emotiegerichte copingstijl en alcoholgebruik. Een emotiegerichte copingstijl, wordt gekenmerkt door een passieve, berustende en zelfbeschuldigende copingstijl, denk daarbij aan een opmerking zoals “waarom moet mij dat nou weer overkomen”. Het lijkt aannemelijk dat mensen die aangeven een emotiegerichte copingstijl te hanteren, meer alcohol gaan drinken nadat ze een 'life event' mee hebben gemaakt. Er is in dit proefschrift geen stress-bufferende werking van alcoholgebruik gevonden en we hebben dus geen alternatieve verklaring kunnen vinden waarom matige drinkers een lager risico hebben om hart- en vaatziekten te krijgen. Eén van de resultaten die mogelijk interessant is voor een huisarts is, dat mensen die geen goede copingsstrategie hanteren,eerder geneigd zijn om alcohol te drinken als middel om om te gaan met negatieve gebeurtenissen in iemands leven. Deze mensen zouden mogelijk gestimuleerd moeten worden om op een andere manier met de situatie om te gaan. Op basis van een cohortstudie kunnen geen uitspraken gedaan worden over individuele patiënten. zolang de onderliggende mechanismen nog niet volledig duidelijk zijn, is het advies om voorzichtig te zijn met het promoten van matig alcoholgebruik als gezond en als huisarts naar een individuele patiënt te kijken welk advies met betrekking tot alcoholgebruik gegeven moet worden. Promotiedatum: Vrijdag 28 mei 2010 om 11.30 uur in Rotterdam Promotoren: Prof.dr. H.F.L. Garretsen Prof.dr. J.A. Knottnerus Prof.dr. M.J. Drop † Copromotor: Dr. P.H.H.M. Lemmens 22

23 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication