10

op één lijn 37 2e uitgave 2010 Coschap Huisartsgeneeskunde onder druk “HAG hotline, U spreekt met Wil Keulers” DOOR WIL KEULERS, HUISARTS NP EN HAB BIJ DE COSCHAPPEN “Het ergste vind ik wanneer een huisarts me niet eens terugbelt” Wil Keulers Inleiding redactie In Randwijck kennen we Wil en collega Mieke Winten als het HAG-dreamteam. Samen ‘streden’ ze om de prijs voor beste Huisartsbegeleider van het jaar 2008-2009 met fantastische punten. Dat ze hoog gewaardeerd worden door de co’s, is overduidelijk. Elke 10 weken trekken ze op maandagmorgen ten strijde richting de onderwijsruimtes aan ‘de overkant’. Elke 10 weken start een nieuwe groep co’s met het coschap Huisartsgeneeskunde. Wie Wil of Mieke als HAB heeft, krijgt in no time te horen wat het vak inhoudt, en ook alle vooroordelen over het vak worden meteen de provincie uitgeholpen. Zo doe je dat. Aan de kant van de studenten zit het dus wel goed, maar hoe staat het aan de kant van de praktijken, de huisartsen? We realiseren ons dat we steeds meer vragen van de toch al actieve kern van opleiders, maar hoe zit het met de huisartsen die nog geen co’s ontvangen? Waar knelt het en vooral: hoe lossen we de knelpunten op? Om de onderste steen boven te krijgen kreeg Wil ook een wervingstaak erbij. Hoe dat gaat en of het leuk is vroegen we aan hem zelf. Al jaren moeten hemel en aarde bewogen worden om voldoende opleidingsplaatsen voor coassistenten Huisartsgeneeskunde te vinden. Dit coschap van 10 weken neemt in de artsenopleiding in Maastricht een belangrijke en gewaardeerde plaats in, en terecht. Immers, Huisartsgeneeskunde is een specialisatie en alleen al om die reden verdient het een plek in de reeks verplichte coschappen die deel van de opleiding uitmaken. Iedere student moet kennismaken met de eerstelijn en met de huisartsenpraktijk in het bijzonder. Niet iedere arts in opleiding hoeft te kiezen voor het huisartsenvak, maar ze dienen wel te weten wat het vak inhoudt, hoe de eerstelijn georganiseerd is, hoe er gewerkt wordt, wat de (on)mogelijkheden zijn, wat het specifieke karakter is van het vak en hoe het staat met de wetenschappelijke onderbouwing. We nemen een duidelijke en niet weg te denken positie in binnen de Nederlandse gezondheidszorg en we zijn betaalbaar en onmisbaar, ook niet onbelangrijk ten tijde van bezuinigingen en kostenbeheersing. Helaas neemt het aantal opleidingsplaatsen voor co’s in absolute zin af. Niet alle studenten kunnen rekenen op doorstroming, simpelweg omdat er gewacht moet worden op een plek bij een gemotiveerde huisarts (!). Kunt u zich het voorstellen dat u destijds in uw eigen opleiding vertraging zou hebben opgelopen om deze reden? Nee toch? Dat er geen plek is, heeft in veel gevallen een heldere logistieke reden hebben: andere collega’s zijn erbij gekomen (denk aan de komst POH) en daarbij hebben ook zij stagiaires. En wat als de numerus fixus verdwijnt? Niet voor niets experimenten we nu al met duoschappen waarbij 1 plek wordt gedeeld door 2 co’s. Indien fysiek nodig, dan kunnen we ook nog de co’s opdelen over de week. We zijn flexibel maar de rek lijkt eruit. Bovenstaande maakt een ultieme wervingspoging nodig. Het secretariaat probeert momenteel alle ‘witte vlekken’ goed in beeld te krijgen. Het mag een medische aandoening lijken, maar dat is het niet. We bedoelen met witte vlekken die praktijken waarvan nog geen enkele huisarts deelneemt of heeft deelgenomen in het verleden. Aan mij de taak om 10

11 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication