17

1e uitgave 2011 De PIL-studie Onderweg naar gestructureerde evaluatie van polyfarmaciepatiënten DOOR DONNA BOSCH-LENDERS, HUISARTS-ONDERZOEKER EN RICO VAN SCHEIJEN, APOTHEKER-ONDERZOEKER Sinds september 2010 is de vakgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Maastricht gestart met de PIL studie in 25 huisartsenpraktijken in Zuid-Limburg. Met de PIL-studie, Polyfarmacie Interventie Limburg, worden patiënten van 60 jaar en ouder die dagelijks 5 of meer geneesmiddelen moeten gebruiken, in kaart gebracht en geëvalueerd. Polyfarmacie is een toenemend probleem in de huisartsenpraktijk. Patiënten krijgen steeds meer voorgeschreven en er wordt zelden overleg gepleegd tussen de diverse behandelaars. Maar zijn bepaalde doseringen nog wel conform geldende richtlijnen, is het niet verstandig om bepaalde geneesmiddelen eens te staken, of andere medicamenten juist te starten? Het unieke aan de PILstudie is dat er niet alleen naar medicijnoverzichten van huisarts en apotheker wordt gekeken, maar dat er vooral wordt uitgegaan van wat de patiënt zelf daadwerkelijk gebruikt. Zo wordt de zelfzorg medicatie meegenomen in de evaluatie. Ook wordt er actief overlegd met mede behandelende specialisten. Bovendien worden actuele labwaarden, zoals nier- en leverfunctietesten, meegenomen in de evaluatie van het huidige medicijngebruik. Op het moment dat we dit schrijven staat de laatste groep van deelnemende praktijken te trappelen om te starten met de scholingen voor praktijkondersteuners respectievelijk voor huisartsen en apothekers. De twee instroommomenten voor de eerste groepen deelnemende praktijken zijn achter de rug. De scholingen zijn als positief ervaren onder de vorige deelnemers. Het geeft ze handvaten en richtlijnen hoe te kijken naar een polyfarmaciepatiënt, labwaarden te integreren in de beoordeling, en bijwerkingen en interacties sneller te herkennen. De meerwaarde van de intensieve samenwerking tussen huisarts en apotheker moge duidelijk zijn, namelijk de aanvulling van elkaars expertise. Tijdens de interactieve scholingen leren de huisarts en apotheker om volgens 6 stappen een polyfarmaciepatiënt te evalueren, waarbij alle medicatie en labwaarden mee worden genomen. De praktijkondersteuner (POH) bezoekt alle deelnemende patiënten voor deze evaluatie eerst thuis. Dat er in de thuissituatie soms zaken aan het licht komen, die we niet voor mogelijk hadden gehouden, kan iedereen die bij patiënten thuiskomt zich levendig voorstellen. Een slinger door de woonkamer van een blisterrol is wel een heel duidelijk voorbeeld van therapieontrouw. Ook probeert de POH de kennis van de patiënt over zijn geneesmiddelen in kaart te brengen. In sommige gevallen mag de POH bijna een speurtocht door het huis uitvoeren om alle medicijnbewaarplekjes te vinden, van kelder tot slaapkamer en weer terug naar dat bovenste plankje in een keukenkastje. Het kan zo zijn dat eventuele therapieontrouw in de thuissituatie eerder wordt opgebiecht tegenover de POH dan in de spreekkamer. Tijdens de scholingsbijeenkomsten, krijgen POHs een actieve training hoe met deze situaties om te gaan, en hoe ze zoveel mogelijk informatie op tafel krijgen. Voor deze studie zijn alle specialisten (met uitzondering van de kinderartsen) uit het Atrium MC te Heerlen en het Academisch Ziekenhuis Maastricht, voor de start geïnformeerd over de studie en ze doen ook actief mee. Het medicatie-advies, dat huisarts en apotheker samen opstellen volgens het aangeleerde stappenplan, wordt dan ook met behandelende specialisten besproken, zodat een ieder op de hoogte is van eventuele wijzigingen. In de groepen die de eerste patiënten hebben geëvalueerd, blijkt dit makkelijker te verlopen dan in eerste instantie werd gedacht. Specialisten zijn redelijk gemakkelijk te benaderen, en bij vragen over medicatie wordt er over het algemeen ook een goed onderbouwd antwoord gegeven. Wanneer de patiënt vervolgens wordt uitgenodigd op het spreekuur van de huisarts om de eventuele wijzigingen door te spreken, wordt er ook volop aandacht besteed aan eventuele onjuiste of ontbrekende informatie over de gebruikte medicatie. Tijdens het huisbezoek van de POHer zijn deze gegevens aan het licht gekomen en worden in de laatste stap met de patiënt besproken. Vergroten van de kennis over medicatie en de reden waarvoor het wordt gebruikt, verkleint de kans op therapie-ontrouw. Op het moment zijn er 25 deelnemende huisartsen praktijken, waarin in totaal 51 huisartsen werkzaam zijn en 23 praktijkondersteuners. Er zijn 20 verschillende apothekers die meedoen uit 17 apotheken. De PIL-studie is door sommige HAGRO’s met open armen ontvangen, zodat sommige praktijkondersteuners en apothekers meerdere praktijken evalueren. Uiteindelijk hopen we rond de 850 patiënten te evalueren, en met de 700 die we al hebben geïncludeerd, zijn we zeker hard op weg! 17 op één lijn 39

18 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication