4

op één lijn 62 3e uitgave 2018 Van de voorzitter Gezondheidsakkoord Limburg DOOR JEAN MURIS, VOORZITTER VAKGROEP HUISARTSGENEESKUNDE UM In mijn vorige column ging ik in op de gezondheidsverschillen tussen hoog- en laaggeletterden en ook op het feit dat de gezonde levensverwachting in Limburg gemiddeld drie jaar onder het Nederlandse gemiddelde ligt. Het verschil tussen arme en rijke burgers is nog wranger: de twintig procent inwoners met de hoogste inkomens in Nederland wordt ongeveer negen jaar ouder dan de laagste twintig procent. Heel opmerkelijk, omdat in Nederland de toegang tot medische zorg veel minder inkomensafhankelijk is dan, bijvoorbeeld, in de Verenigde Staten. De oorzaak heeft deels te maken met de prijzen in de supermarkt. Zo was vers fruit in 2017 maar liefst 28% duurder dan in 2007. Suiker, snoep en ijs zijn zelfs goedkoper dan tien jaar geleden. De prijs van groente en fruit is echter niet het enige probleem voor lage inkomens. Mensen met financiële problemen kampen vaak met constante en langdurige stress. En dit type stress heeft een negatief effect op het vermogen om verstandige keuzes te maken. Ongezonde gewoonten zoals roken, alcohol drinken of vet- en suikerrijk eten, helpen op korte termijn om de stress te hanteren: ‘comfort’-food. Die stress gaat zeker bij laagopgeleiden door op het werk; zij ervaren weinig autonomie en dus weinig controle over hun eigen leven. In die situatie is het fijn om ‘s avonds thuis wel te kunnen bepalen wat je eet en drinkt. De huizen van laagopgeleiden staan veelal in wijken met minder groen om in te bewegen en zijn vaker onveilig, waardoor mensen eerder binnen blijven. Bovendien is in achterstandswijken de concentratie cafetaria’s, shoarmatenten en andere fastfoodzaken vaak hoger waardoor de verleiding groter is om voor slecht voedsel te kiezen. Het blijkt dat in wijken met veel woningen met een lage WOZ-waarde ruim twee keer zoveel diabetespatiënten wonen dan in ‘betere’ wijken. Uit onderzoek van de Gezondheidsraad blijkt, dat alleen voorlichting geven niet helpt. Voorlichting houdt geen rekening met persoonlijke omstandigheden en problemen. Mensen die in armoede leven, hebben bijvoorbeeld vaker contact met schuldhulpverlening, opvoedingsondersteuning of jeugdgezondheidszorg. Het is veel zinvoller naar de persoonlijke leefomstandigheden te kijken. De huisarts, getraind in holistische gezondheidszorg en goed contact met het wijkteam, kan hier een prominente rol vervullen in het verduidelijken van de rol van leefomstandigheden, bewegen en voeding. Op landelijk overheidsniveau zouden de verleidingen moeten worden aangepakt waar consumenten de hele dag aan blootstaan. Wat heeft het voor zin om te discussiëren over gezond eten als mensen de hele dag worden geprikkeld tot ongezond gedrag? Denk bijvoorbeeld aan de inrichting van supermarkten met chocola en snoep bij de kassa en cola op de koppen van de schappen. Een herinrichting van de openbare ruimte is de meest voor de hand liggende maatregel: een limiet stellen aan het aantal fastfoodzaken in het centrum van een stad bijvoorbeeld en hoge belasting op ongezond eten (suiker/vettaks). Dat de overheid binnenkort de btw op alle voeding verhoogt, is in dit kader een gemiste kans. Als het tarief alleen voor ongezond voedsel omhoog zou gaan, dan heeft dat direct invloed op het eetpatroon van mensen. De invoering van belasting op suikerhoudende frisdranken in Groot-Brittannië blijkt een groot succes. Is dat betutteling? Ik vind van niet. De omstandigheden van mensen verbeteren, zodat ze zelf gemakkelijker beter keuzes maken, is m.i. niet betuttelend. Betutteling vind ik eerder de neerbuigende houding jegens arme mensen die ongezond gedrag vertonen. Het is duidelijk dat de gewenste aanpak de spreekkamer van de huisarts overstijgt, ondanks de voortreffelijke programma’s zoals Blauwe Zorg, MijnZorg, AndersBeter, Gezonde Basisschool van de Toekomst, LIME, 4Limburg etc. De dit voorjaar actief geworden initiatiefgroep Gezondheidsakkoord Limburg (André Knottnerus is hier lid van), stelt voor om langs een aantal programmalijnen acties in te zetten: gezonde jeugd, gezonde wijk en gezonde en vitale arbeid en arbeidsmarkt. Het initiatief wordt breed gedragen en verdient een eerlijke kans op uitwerking. De slogan ‘Limburg, je zal er maar wonen’, krijgt dan een nog positievere connotatie. 4

5 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication