0

Stationslocaties Nederland 2020/2021

DE VIJF BOUWSTENEN VOOR INTEGRALE EN DUURZAME STATIONSONTWIKKELING ENERGIETRANSITIE SLIMME ONTWERPOPLOSSINGEN OM ENERGIEVERBRUIK TE REDUCEREN EN LOKAAL DUURZAME ENERGIE OP TE WEKKEN CIRCULAIR CREATIEVE IDEEËN VOOR SLIM MATERIAALGEBRUIK, HERGEBRUIK EN RECYCLING KLIMAAT ADAPTATIE REKENING HOUDEN MET OVERVLOEDIGE REGENVAL, LANGDURIGE DROOGTE EN HITTESTRESS SOCIAAL EN WELZIJN DE GEBRUIKER STAAT CENTRAAL IN EEN SOCIAAL INCLUSIEVE STATIONSOMGEVING DUURZAME MOBILITEIT VERDERE VERDUURZAMING MET EVENWICHT TUSSEN BEREIKBAARHEID, ECONOMIE, LEEFMILIEU EN KLIMAAT. Volg ons op:

Voorwoord Hoe ziet het openbaar vervoer er over twintig jaar uit? Het is een vraag waar niet één partij het juiste antwoord op heeft. Ondanks de teruggelopen reizigersaantallen als gevolg van Corona is ProRail ervan overtuigd dat de groeiprognoses op het Nederlandse spoor voor 2030 kloppen: 30 tot 40 procent meer treinreizigers dan nu. Zo laten Leiden, Den Haag, Rijswijk, Delft, Rotterdam en Dordrecht de komende tien jaar opgeteld 75.000 woningen in de directe omgeving van treinstations bouwen. Hoe zullen de mensen die daar gaan wonen zich verplaatsen? Waar gaan zij werken en recreëren? Vragen waar we een antwoord op zullen moeten vinden om te zorgen dat Nederland een volgende generatie mobiel blijft. 30 tot 40 procent meer reizigers dan nu. Het is bijna niet voor te stellen. We zijn met forse investeringen bezig om al dat extra treinverkeer te kunnen laten rijden. Daarvoor hebben we een metroachtige frequentie nodig: elke paar minuten een trein. ProRail is samen met spoorvervoerders bezig met een systeemsprong om dat mogelijk te maken. Denk aan de invoering van het nieuwe Europese treinbeveiligingssysteem ERTMS en een andere energievoorziening om meer treinen te kunnen laten rijden en deze sneller te kunnen laten optrekken. Ook de stations zijn toe aan een systeemsprong. Om al die reizigers op hun bestemming te krijgen, moeten we onze stations vergroten en anders inrichten. Op veel plekken zullen ook nieuwe stations verrijzen. De behoefte aan zogenoemde ‘multimodale knopen’ zal verder toenemen. Dit zijn knooppunten waar alle vervoersvormen zoals fiets, trein, bus, tram en auto samenkomen, zodat reizigers optimaal gebruik kunnen maken van de mogelijkheden. In Zuid-Holland staat het vorig jaar door de gemeente opgeleverde LansingerlandZoetermeer als voorbeeld van zo’n multimodaal station. Op een kilometer of vijftien van Den Haag is het een ideale plek om de fiets - of als het dan echt moet de auto - te parkeren en met trein, tram of bus door te reizen naar de grote stad. Dit ontlast het verkeer in de stad, beperkt de uitstoot van broeikasgassen en houdt daarmee het stedelijk gebied leefbaar. Dergelijke stations zullen de komende dertig jaar op veel plekken verrijzen, als steeds belangrijk wordend, groen alternatief voor de auto. Dat vergt wel een enorme inspanning van alle betrokken partijen. In het OV Toekomstbeeld proberen rijk, provincies, gemeenten en vervoerders samen met ProRail op tal van vlakken de juiste afwegingen te maken. Dat is een ingewikkeld proces, want al polderend moeten we daarvoor in onze glazen bol kijken. Wat verlangt welke stad of regio wanneer van het openbaar vervoer. Welke oplossing is dan het best? Welk station moeten we als eerste aanpakken? Klimaatverandering vergt innovatie, evenals het goed toegang bieden aan ouderen en mindervaliden in een steeds drukker en sneller openbaar vervoer. Onder leiding van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werken de betrokken instanties aan het ‘Toekomstbeeld OV 2040’. Het ministerie formuleerde hiervoor flinke ambities. Het OV moet zijn deel van de mobiliteitsgroei opvangen en in stedelijk gebied - samen met de fiets - het belangrijkste vervoermiddel worden. Het is een enorme opgave, waarin ProRail haar spilfunctie graag vervult. Als COO van de spoorbeheerder ben ik trots dat wij in dat proces onze expertise kunnen bijdragen, om samen met alle stakeholders te komen tot een nog beter OV-netwerk voor een groeiend en duurzaam Nederland. Wij zijn er klaar voor. Ans Rietstra

Deelnemers in deze uitgave www.arcadis.com www.apf-international.nl www.bouwinvest.nl www.prorail.nl www.utrecht.nl www.abcvastgoed.nl www.bouw21.nu www.venhoevencs.nl www.cu2030.nl/zuidgebouw www.helixA2.nl www.principalreeurope.com www.beingdevelopment.com www.kpo.nl www.thecitypost.nl www.cbre.com www.dcvastgoed.com www.denationale omgevingsvisie.nl www.noord-holland.nl www.heerhugowaard.nl www.bouwendnederland.nl www.nsstations.nl www.poortvanhoorn.nl www.purmerend.nl www.amvest.nl www.backerenrueb.nl www.crossmarkbreda.nl www.5tracksbreda.com www.helmond.nl www.sdkvastgoed.nl www.ivbn.nl www.deleeuwenbrug.com SCHIEVESTE www.lichtnl.nl www.cairn-re.com www.spoorbeeld.nl www.nieuwbouwschieveste.nl www.schiedistrict.nl www.goudaspoorzone.nl www.dcbv.nl www.wyne.nl www.diztrikt.nu Stationslocaties Nederland 2020/2021 Magazine Stationslocaties Nederland, jaargang 2020/2021 www.boag.com Redactie en advertentie-exploitatie Jager Media D.A. Arthur Jager Postbus 2711 7301 EE Apeldoorn T 0578 - 62 33 64 M 06 - 223 91 776 E arthur@jagermedia.nl www.dreso.nl www.gilzerijen.nl Journalisten Pieter Pulleman, Marc van Rossum du Chattel en Dianne Huijskens www.jagermedia.nl Presentaties van vestigingslocaties in Nederland (binnenstedelijke (stations)ontwikkelingen, Haven(industrie)terreinen, Logistieke Hotspots en Food Locaties). - Blending Media - Monique Jager Social Media Team - Blending Media www.hori.nl Vormgeving Studio Transparant Fotografie Jager Media , Michiel Kievits, Chiel de Nooyer Het magazine Stationslocaties Nederland wordt duurzaam geproduceerd.

Partners bij ontwikkelen van stationslocaties 6 Coverpresentatie: Stationslocaties Nederland 2020/2021 Central Park Utrecht - Een prachtig modern en duurzaam multi-tenant gebouw, ontwikkelt volgens de huidige normen op een absolute toplocatie! Je kunt er prima werken in een gezonde omgeving en ontspannen in het park, gelegen op 45 meter hoogte. Er zijn nog diverse vloeren met bijbehorende parkeerplaatsen beschikbaar. inhoud 20 35 10 ProRail 14 Platform Utrecht 20 Leidsche Rijn Centrum Utrecht 24 / 66 DC Vastgoed 26 Nationale Omgevingsvisie 30 Provincie Noord-Holland 32 Heerhugowaard 35 Bouwend Nederland / NS 60 74 38 Hoorn 42 Purmerend 44 Arcadis 50 Amvest 52 Crossmark Breda 56 Synchroon 58 Helmond 60 SDK Vastgoed 64 IVBM 68 Licht NL 70 Cairn 72 Spoorbouwmeester 74 Schieveste 78 Gouda 80 WYNE Strategy & Innovation 82 Zwijndrecht 84 BOAG / Drees & Sommer 86 Overzicht stationslocaties Stationslocaties 2020 /2021- 5

Imposant Central Park stralend middelpunt van Utrecht

Stijlvol, imposant, elegant, groen en duurzaam; het zijn typeringen die allemaal toepasbaar zijn op het meest centraal gelegen kantoorgebouw van Nederland: Central Park Utrecht. Opvallend kenmerk: een groot park op 45 meter hoogte in het hart van het gebouw. M Centraal “Wij geloven erg in deze locatie”, zegt Joanne Roozenburg van belegger Bouwinvest, die het gebouw in portefeuille zal nemen. “Een modern multi-tenant gebouw midden in Utrecht, centraal in het land, dat bovendien uitstekend bereikbaar is met openbaar vervoer én auto. Net als Central Park in New York ligt het centraal in de stad. Bovendien heeft het ‘centraal’, op 45 meter hoogte, een park van twee verdiepingen hoog. Bij mijn weten zijn er geen andere gebouweigenaren die twee verdiepingen opofferen voor groen.” Belangrijke rol Bakker: “Utrecht is al decennia de snelst groeiende stad van het land en dat blijft voorlopig zo. Onderdeel van het succes is dat de stad inzet 8 - Stationslocaties 2020/2021 cDonalds Nederland, adviesbureau Zanders, ABN AMRO en IWG behoren bij de eerste lichting huurders. Daarmee is negen maanden voor de oplevering de helft van het gebouw al verhuurd, vertelt Matthijs Bakker van APF International die samen met Angelo Gordon het gebouw ontwikkelt.

op groen en duurzaamheid, zelfs op centrumlocaties als hier. Ook de buitenruimte rondom Central Park krijgt straks veel groen.” Utrecht wil - kort gezegd - het oudere stadscentrum aan het nieuwe deel verbinden. Central Park speelt daarin onder meer met het park ‘op hoogte’ een belangrijke rol, zegt Bakker. “Het park sluit perfect aan op het beeldplan van de gemeente dat verschillende accenten op verschillende hoogtes legt.” Het natuursteen van het Stadsplateau (het hoger gelegen voetgangersgebied dat station Utrecht Centraal, de binnenstad en het Central Business District met elkaar verbindt) loopt van buiten naar de lobby binnenin het gebouw. Matthijs Bakker en Joanne Roozenburg Bijzondere gevel De perfecte ligging op twee minuten van het grootste station van Nederland, de duurzame aanpak, kwalitatieve materialen, een fantastische uitstraling, grote en flexibel indeelbare verdiepingsvloeren; Central Park heeft het. De parkeergarage onder het gebouw is een pluspunt; vanaf de A2 rijd je bijna direct de parkeergarage in. Bakker: “Wat natuurlijk een grote kwaliteit is.” Ook de bronskleurige gevel met veel glas is bijzonder, vertelt hij. “De grote ramen zorgen voor een maximale hoeveelheid daglicht. Bij het ontwerp en de maximale omvang van de ramen is niet alleen rekening gehouden met de belasting van de zon, waardoor een constant en aangenaam binnenklimaat gerealiseerd wordt, maar ook met de zichtlijnen vanuit Central Park. Daardoor heb je altijd een mooi uitzicht.” Gedeelde voorzieningen Central Park telt 23 verdiepingen met een gemiddeld vloeroppervlak van 1.350 m2 en biedt de gebruikers een aantal gedeelde voorzieningen, zoals vergaderruimten en horeca. De technische installaties zijn zo ingericht dat elk gewenst werkplekconcept is uit te rollen. Ook verticale verbindingen tussen meerdere verdiepingen zijn mogelijk. De werkvloeren zijn namelijk voorbereid op de komst van interne verbindingstrappen. Duurzaamheid Central Park is ontwikkeld volgens BREEAM Excellent en voldoet daarmee aan strenge eisen op het gebied van duurzaamheid. Het gebouw heeft onder meer een dubbele bron voor de warmte-koudeopslaginstallatie voor het kantoor en de naastgelegen woningen. Er komen zonnepanelen op het dak en slimme en efficiënte klimaatsystemen. Bouwinvest gaat ook slimme mobiliteitsoplossingen aanbieden aan de gebruikers. “Duurzaamheid zit in ons dna en dit gebouw past daar zeer goed bij”, zegt Roozenburg. Utrecht Central Park wordt in de zomer van volgend jaar opgeleverd. De bouw op ‘de postzegel in de Utrechtse binnenstad’ is een uitdaging, zegt Bakker. “Maar vanwege de perfecte locatie is er nooit discussie over geweest.” Roozenburg: “Ja, je kan zeggen wat je wil, maar de locatie is het grootste USP. Hebben we trouwens het uitzicht al genoemd?” << www.centralpark-utrecht.nl Uw bedrijf in Central Park? Op dit moment zijn er nog diverse vloeren met bijhorende parkeerplaatsen beschikbaar van ca. 1.350 m2 600 m2 je kantoorruimte kan huren waarbij je vanaf ca. Stationslocaties 2020/2021 - 9

Samen stapsgewijs het OV-toekomstbeeld invullen Station Den Haag Centraal. Rob van Esch | Architectuurfotograaf Trein, tram, bus, auto, fiets en wandelaar; het beweegt veelal langs elkaar heen. Letterlijk en figuurlijk. Om de verwachte groei van de mobiliteitsvraag op te vangen is het integreren van deze verschillende mobiliteitsvormen wenselijk. Het faciliteren van de multimodale deur-tot-deur reis en een goede inrichting op en rondom OV-knooppunten is daarvoor noodzakelijk. 10 - Stationslocaties 2020/2021 E en belangrijke actuele vraag is of de voorspelde groei van de reizigersaantallen zich wel doorzet nu er door corona veel dingen anders gaan. We gaan niet meer, of minder vaak, naar kantoor, en als we gaan, doen we dat wellicht op andere tijden. Astrid Bunt, directeur Stations bij ProRail: “We gaan er nu vanuit dat de groei doorgaat, wel iets ingelopen in de tijd en wat meer verspreid over de tijd. Kijk naar het veranderend kantoorgebruik, bijvoorbeeld. Maar de trek naar de stad blijft, de woningbouw neemt toe in de steden. Dat betekent wel iets voor de OV-knooppunten, voor het verblijf in het station en de stationsomgeving.” Meer deelconcepten De trend naar meerdere mobiliteiten op het station blijft. “We verwachten wel meer deelconcepten te zien, dus meer gericht op gebruik dan op bezit. Dat heeft impact op het station en

Infrastructuur en Waterstaat wordt er gewerkt aan het Toekomstbeeld OV 2040. Het ministerie formuleerde hiervoor flinke ambities. Het OV moet zijn deel van de mobiliteitsgroei opvangen en in stedelijk gebied - samen met de fiets – het belangrijkste vervoermiddel worden. Reizigers moeten het OV waarderen met gemiddeld een 8 en de gehele OV-sector moet zero emissie worden en circulair. Nederland moet koploper worden in innovatie en vernieuwing van het OV. Het streven naar een voortdurende verbetering van veiligheid en minder hinder voor de omgeving is en blijft een belangrijke ambitie. Handelingsperspectief Bunt: “Daar moet we samen naar toe bewegen en dat doen we op twee thema’s: aan de ene kant kijken we naar het netwerk van trein, tram, metro en bus en aan de andere kant naar de OV-knooppunten; de stations en haltes.” Voor dit tweede thema werd een handelingsperspectief ontwikkeld: OV-knooppunten van de toekomst. Het handelingsperspectief is bedoeld als instrument om gezamenlijk de huidige en toekomstige situatie van de OV-knoop in kaart te brengen. Daarvoor is het van belang dat betrokken partijen aan één tafel zitten, zodat de relevante gegevens met elkaar gedeeld kunnen worden. Afhankelijk van de grootte en het nationale belang van de knoop is de aanwezigheid van IenW gewenst. Voor de 400 treinstations in Nederland zijn ProRail en NS altijd in beeld en minimaal Zonnepanelen station Helmond. Harry van Noord Astrid Bunt ‘Het is echt wel heel gaaf om eerst samen die ambities te formuleren en om dat nu met elkaar in te vullen’ de inrichting ervan. Tegelijkertijd verandert ook het soort reiziger; tegenwoordig zie je veel meer senioren en mindervaliden in het openbaar vervoer. Een andere trend is de klimaatverandering. Het weer wordt extremer en daar moeten we op inspelen. Waar vang je water op bij hevige neerslag? Is de regenwaterafvoer groot genoeg? Op het vernieuwde station Driebergen-Zeist zit meer infra onder de grond dan erboven. Je moet innovaties uitproberen, adaptiever zijn.” Toekomstbeeld OV 2040 De boodschap is dat je nog beter moet nadenken over de wat verdere toekomst, zegt Bunt. Onder leiding van het ministerie van Stationslocaties 2020/2021 - 11

Incheckpaal Intercity direct op station Rotterdam Centraal. Stefan Verkerk zullen bij de aanpak van een OV-knoop aanwezig moeten zijn de gemeente, de provincie en de regionale vervoerder. Afhankelijk van de locatie is input van partijen vanuit onderwijs, reizigersorganisatie, lokale ondernemers of grote ondernemingen ook wenselijk. Deze aanpak ondersteunt bij het vormen van een integraal beeld hoe de knoop functioneert als fysieke netwerkschakel met verschillende vervoersmodaliteiten, hoe de knoop werkt in de omgeving en als overstappunt, zodat het een aantrekkelijke plek is om te wonen, werken en/ of recreëren. Huidige situatie Het handelingsperspectief gaat stapsgewijs te werk. In de eerste stap wordt de huidige situatie van een knooppunt in kaart gebracht; het aantal gebruikers en reizigers van de knoop en een analyse van de actuele situatie aan de hand van de aspecten plaats, knoop, mobiliteit en mens. Bij plaats kijkt men naar de plek en de functie van de knoop in het netwerk, naar bereikbaarheid en functiemenging, de ligging in de omgeving en de omgevingskwaliteit. Bij de OV-knoop wordt gekeken naar positie en oriëntatie van de knoop, duurzaamheidseisen en veiligheid. Op het aspect mobiliteit worden aanwezigheid en gebruik van de mobiliteiten trein, tram/bus/metro, fiets en auto in kaart gebracht. Op het thema mens gaat het om het type reiziger, de klanttevredenheid en sociale veiligheid. Alle resultaten uit dit onderzoek worden samengevat in een checklist en beoordeeld. Bunt: “Door eerst de huidige situatie zonder toekomstbeelden te beoordelen, wordt 12 - Stationslocaties 2020/2021 zichtbaar of er in één van de vier thema’s plaats, knoop, mobiliteit en mens nu al verbeteringen nodig zijn.” Toekomstbeeld De tweede stap is het vormen van een beeld van de toekomstige knoop. Hierbij wordt gekeken naar de landelijke netwerkuitwerking van trein en bus, metro en tram en het aantal reizigers dat wordt verwacht op de perrons en stijgpunten met effect op de transfer op de OV-knoop. Ook regionale ontwikkelingen, zoals de woningbouwopgave of de inzet van het beleid (bijvoorbeeld het weren van auto’s Station Breda. Rob van Esch | Architectuurfotograaf uit de binnenstad) worden meegenomen. Daarnaast worden algemene trends en ontwikkelingen betrokken, zoals zelfrijdende voertuigen. Daarna volgt het in kaart brengen van de toekomstige situatie van de knoop volgens dezelfde werkwijze als bij het vaststellen van de huidige situatie. Gap “Door de huidige en toekomstige beoordeling te vergelijken zie je een gap voor de toekomst ontstaan. Hierdoor kan een verschuiving plaatsvinden waar de aandacht naar uit moet gaan. Dat geeft aanleiding tot een analyse op

voor de fiets. Ook Maastricht met dat gigantische emplacement in de stad is een complex dossier.” Gaaf “Het is echt wel heel gaaf om eerst samen die ambities te formuleren en om dat nu met elkaar in te vullen. En we zien ook dat het aanslaat; er zijn al gemeenten die uit zichzelf komen vragen of ze hun knooppunt op deze manier kunnen laten analyseren. Ik kom veel bij buitenlandse spoorbeheerders en als ik daar vertel hoe wij al polderend tot een visie komen, is men jaloers. Zo’n langetermijnperspectief hebben en daar samen mee bezig zijn, is wat mij betreft echt iets om trots op te zijn.” Nadenken over de toekomst betekent niet dat er nu niets gebeurt. “Veilig en schoon is een thema waarmee we samen met onze partners nu veel bezig zijn. Dat gaat onder meer over sociale veiligheid – het station als prettige omgeving zonder donkere hoekjes – maar ook over antiterrorismemaatregelen, een nieuwe dimensie voor ons. Vanuit de context leefbaarheid en gezondheid overwegen om AED’s op te hangen, juist ook in de kleinere gemeenschappen. Alle stations krijgen dimbare LED- verlichting, het verbeteren van parkeervoorzieningen voor fietsen staat hoog op de agenda en zijn alle rookzones verdwenen. Duurzaamheid en energiereductie zijn actuele onderwerpen waar we mee bezig zijn. Kortom, er gebeurt van alles op het gebied van vernieuwing, verruiming en vergroting van het comfort.” << Zonnepanelen op station Eindhoven. Stefan Verkerk Station Driebergen-Zeist. Rob van Esch | Architectuurfotograaf kwantiteit en kwaliteit qua service en faciliteiten als gevolg van de verwachte ontwikkelingen.” Vanuit een integrale benadering met alle stakeholders wordt de scope vastgesteld en de uiteindelijke opgaaf voor de knoop. Uit deze scope-bepaling volgen de benodigde verdiepende studies, de mogelijke maatregelen en wordt vastgesteld wie waarvoor het initiatief moet nemen. “Maar dan zit je al in het maatwerk en dat valt buiten het handelingsperspectief.” Al casussen uitgewerkt “Er is al een aantal casussen op deze manier uitgewerkt om inzichtelijk te maken welke soort van knooppunt-opgaven er liggen, wat daarmee moet gebeuren en hoe dat alles vervolgens kan leiden tot een gezamenlijke toekomstvisie. Casussen kunnen groot of klein, complex of relatief eenvoudig zijn. Franeker is bijvoorbeeld relatief eenvoudig; daar gaat het om de perrons die te smal zijn. Station Eindhoven is een meer complexe casus en een continue opgave, met onder meer vastgoedontwikkeling, transferissues en meer ruimte Stationslocaties 2020/2021 - 13

WINNAAR DAK VAN HET JAAR 2019 Het Platform: Gesamtkunstwerk boven het Utrechtse tramspoor

Heleen Wijtmans Marcel Loosen Ton Venhoeven John van Geffen Jan Hillen De tot stand koming van Het Platform in Utrecht was uiterst complex. Een gebouw van 18.000 m2 op een postzegel van 170 m2 . In een drukbevolkt stations gebied met naastgelegen bouwprojecten, met sceptische omwonenden en bovenop een nieuw te bouwen tramstation. “Na elke mijlpaal gingen we weer met volle kracht verder.” Stationslocaties 2020/2021 - 15

Heleen Wijtmans: ‘We wilden het samen doen met de markt, vanuit de kracht van iedere partij’ schrijven. Iedere betrokkene heeft zijn eigen ideeën en door met elkaar in gesprek te gaan, werk je juist samen naar de beste oplossing toe.” Foto’s: Ossip van Duivenbode P rojectmanager Heleen Wijtmans van de gemeente Utrecht legt uit dat de basis van de succesvolle realisatie ligt in de open tender. “We wilden het samen doen met de markt, vanuit de kracht van iedere partij.” Ook de directe omgeving werd actief betrokken in de tender. “Toen ik dat intern voor stelde, vond men dat wel raar, maar veel mensen zaten niet te wachten op zo’n groot gebouw voor hun deur.” Door ze mee te nemen in het hele proces konden ze in een vroeg stadium hun zorgen en wensen meegeven en die werden grotendeels doorgevoerd in het ontwerp. Geïntegreerd woon-werkgebied Het Platform werd dit voorjaar opgeleverd. Het is een geïntegreerd woon-werkgebied – een Micro City – met appartementen, flexibele werkruimte, horeca en commerciële ruimte. Het gebouw ligt pal naast Utrecht Centraal en het nieuwe Hoog Catharijne en óver het busen tramstation van de Uithoflijn (nu Tram 22) heen. Het Platform bestaat uit 201 betaalbare appartementen en twee verdiepingen commerciële ruimte met alle faciliteiten bij de hand. Zo is er een gezamenlijke lounge, werkruimte, groene dakterrassen en een plek om te eten en bezoek te ontvangen. “Dit planconcept hadden wij al bij de eerste uitnodiging voor een marktconsultatie van de gemeente voor ogen en ingebracht. Vervolgens hebben wij rondom deze complexe opgave de juiste netwerkorganisatie opgebouwd,” vertelt de ontwikkelaar van het gebouw, Marcel Loosen van ABC Vastgoed. 16 - Stationslocaties 2020/2021 Schets Utrecht ergerde zich vijftig jaar lang aan Hoog Catharijne en wilde dat nooit meer meemaken, denkt architect Ton Venhoeven. “De stad wilde echt iets goeds neerzetten op deze plek.” Er was geen ‘strakke’ opdracht, maar slechts een schetsmatig plan, vertelt Venhoeven. “We moesten met de omgeving praten en samen zoeken naar oplossingen.” Wijtmans: “Je moet als gemeente niet de oplossing willen voorConstant schakelen De complexiteit van het hele proces was enorm, zegt de architect. “Het was woekeren met de vierkante meters, met de positie van de kolommen. Dan denk je dat je eruit bent, en krijg je te horen ‘zo kan de buschauffeur de tram niet zien’ en dan begint het schuiven opnieuw. Het maakt het wel heel interessant. Iedereen heeft op een bepaalde manier invloed en uiteindelijk kon niemand het zonder de ander.” John van Geffen van abcnova was verantwoordelijk voor het proces- en projectmanagement. De Uithoflijn was zo’n invloedrijke factor, legt hij uit. “Met complexe eisen en veel overlegniveaus. Het was constant schakelen van macronaar microniveau en weer terug. Uitdagend en leuk, maar ook heel zwaar.” Tafelconstructie De gemeente had in eerste instantie een zware betonnen tafelconstructie ontworpen voor boven het tramstation om hier een gebouw mogelijk te maken. ABC Vastgoed dat de ten

Marcel Loosen: ‘‘Een veelzijdig planconcept in een complexe omgeving vraagt een andere organisatie’ der won, stelde echter een slankere tafel met veel minder kolommen voor – als dak voor de Uithoflijn en tegelijk als basis voor Het Platform – die onderdeel werd van het gebouw. Echter, de oorspronkelijke tafelconstructie was al aanbesteed met de Uithoflijn. Wijtmans: “Vervolgens hebben we in zes weken tijd met vijf partijen de aanbesteding omgewerkt. Heel hectisch, heel spannend ook, maar typerend voor de samenwerking. Na één jaar lag er al een definitief ontwerp en ging de eerste paal de grond in. Bijna onmogelijk, maar toch gelukt.” Continu aanpassen Er zijn twee situaties waarin het lastig is om met een hoofdaannemer met een traditionele aanpak te werken, legt Marcel Loosen uit. “Bij de transformatie van een oud, bestaand gebouw en bij complexe, binnenstedelijke vraagstukken. In beide gevallen weet je niet wat je onderweg tegenkomt. We moesten werken in de grootste bouwput van Nederland, waarin gewerkt werd aan de bouw van het Stationsplein met daaronder de grootste fietsstalling van de wereld en waar tegelijkertijd de transformatie van Hoog Catharijne en de aanleg van de Uithoflijn plaatsvond. Dat betekende continu aanpassen van planning, logistiek en methode. Wij hebben vanaf het begin vooral geluisterd; naar de gemeente, naar de omwonenden en andere betrokkenen en zijn vervolgens de dialoog aangegaan en met oplossingen gekomen. Dat was nieuw in 2014.” Regievoerder Bouw21 werkte daarom niet als hoofdaannemer, maar als regievoerder, zegt directeur Jan Hillen: “Traditioneel gaat het bij aanneemprojecten altijd om juridische contracten en geld. Dat is dodelijk voor de samenwerking. Dit project paste precies binnen onze filosofie, waarbij we wel als een aannemer voor de opdrachtgever werkten, maar zonder tegengestelde belangen. Op dit soort locaties kom je altijd wel iets tegen onderweg en dan wil ik niet discussiëren over meerwerk, maar het zo snel mogelijk oplossen met zo min mogelijk impact. Als alle betrokken hetzelfde belang hebben, lost het zichzelf altijd op.” Van Geffen van abcnova denkt dat daarnaast het Micro City-concept bepalend was voor het welslagen van de realisatie. “Iedereen wist dat het een bijzonder project en een bijzonder ontwerp was. Ikzelf putte daar veel inspiratie uit, en anderen ook denk ik. Na elke mijlpaal gingen we weer volle kracht verder. Dat voelde ik sterk.” Samenwerken cruciaal Wijtmans benadrukt dat samenwerken met de juiste partners cruciaal is voor het succes van dit soort complexe projecten. “Vanwege die complexiteit; elke dag is anders, de druk is hoog. Daar moet je wel tegen kunnen en je moet met elkaar in gesprek blijven.” Hillen: Stationslocaties 2020/2021 - 17 “Het begint allemaal met goed luisteren: wat wil men precies? Daarover ga je sparren en dan vind je een oplossing. Het belang van het project stond altijd voorop. Ik ben er trots op dat er geen financiële discussies zijn geweest.” Venhoeven: “We hebben hier echt allemaal een topprestatie geleverd om het voor elkaar te krijgen. Het is een bijzonder boeiend project geworden, een Gesamtkunstwerk. Het gaat de hele wereld over; vanwege het architectonische aspect, maar ook vanwege die complexiteit met dat tramstation eronder.” Van Geffen: “Zoals het destijds is getekend bij de bieding, zo is het ook gerealiseerd. Dat is niet vanzelfsprekend. Daarnaast laat Het Platform zien dat bouwen boven het spoor kan en dat het een kans is voor stedelijke verdichting.” <<

Want to move to a healthier space instead of another office? Te huur vanaf 500 tot 4000 m2 www.helixA2.nl Principal Real Estate Europe is a proud investor in the new Helix building – a sustainable and WELL Silver certified1 office building in the heart of Leidsche Rijn 1 WELL Silver certification from The International WELL Building Institute™. The Helix building is being developed by AM. Issued by Principal Real Estate Limited, 65 Grosvenor Street, London, W1K 3JH, registered in England, No. 05948858, which has approved its contents and which is authorised and regulated by the Financial Conduct Authority (“FCA”). © 2020 Principal Financial Services, Inc. Principal, Principal and symbol design and Principal Financial Group are registered trademarks and service marks of Principal Financial Services, Inc., a Principal Financial Group company. Principal Global Investors leads global asset management at Principal® . Principal Real Estate Investors, including Principal Real Estate Europe, is the dedicated real estate asset management group of Principal Global Investors. AD3553 | 1337879

Middenhuurappartementen in uw stationsgebied? Telefoon 075 – 617 76 50 Mail: info@kpo.nl In het stationsgebied van Zaandam verrijst de stijlvolle Catharinatoren. KPO Planontwikkeling realiseert hier 103 huurappartementen in het middensegment. Het ontwerp is van architect Liesbeth van der Pol van Dok architecten. KPO ontwikkelt nieuwbouw-, transformatie- en restauratieprojecten met focus op de huurder. KPO • is niet gebonden aan een aannemer • werkt met toonaangevende architecten • • luistert naar de markt en kent de markt • heeft oog voor duurzaamheid, energietransitie en moderne mobiliteit Heeft uw gemeente een geschikte ontwikkellocatie in centrum- of stationsgebied? Wilt u meer weten over de realisatie van de Catharinatoren? Bel of mail ons. Wij staan u graag te woord. realiseert woonproducten voor de langere termijn • werkt nauw samen met gemeenten en de uiteindelijke afnemer, zoals een pensioenfonds

Hoogbouw MARK Leidsche Rijn Centrum: Nieuw stadshart krijgt steeds meer vorm Utrecht groeit naar verwachting de komende twintig jaar met ruim honderdduizend inwoners. De ontwikkelingen in Leidsche Rijn Centrum moeten die groei in belangrijke mate faciliteren met nieuwe woningen, retail, horeca, kantoren en maatschappelijke voorzieningen. J een Kootstra, gebiedscoördinator Leidsche Rijn Centrum en projectmanager bij de gemeente Utrecht: “Van oudsher heeft de stad één centrum. Vanwege de groei van de stad willen we dat spreiden en nieuwe knooppunten creëren, doorontwikkelen naar een stad met meerdere centra.” Cultureel hart Leidsche Rijn Centrum is daarvan een voorbeeld met een centrumprogramma van 800.000 vierkante meter dat onder meer voorziet in ruim 5.000 nieuwe appartementen, van sociale huur tot middensegment en dure penthouses. “Leidsche Rijn Centrum is het eco20 - Stationslocaties 2020/2021 nomisch hart van Leidsche Rijn.” De gemeente investeert in de infrastructuur en de openbare ruimte en maatschappelijke voorzieningen, zoals een bibliotheek. “Als je een nieuw centrum ontwikkelt, dan hoort daar ook een cultureel hart bij. Het Berlijnplein maakt deel uit van de cultuur-as van Leidsche Rijn Centrum waar ruim 9.000 m2 moet komen voor culturele activiteiten en creatieve bedrijvigheid. We werken nu toe naar de investeringsbeslissing voor deze ontwikkeling.” Vooruitlopend daarop wordt door de gemeente de Stadstuin gerealiseerd, een fraai park met daaronder werfkelders met onderwijsruimtes en plek voor urban dancegroepen. Jeen Kootstra

Toename in/uitstappers Leidraad bij alle ontwikkelingen in de stad is de visie die Utrecht hanteert: het realiseren van een klimaatneutrale stad en gezond stedelijk leven met een focus op openbaarvervoersknooppunten waar meerdere vervoersmodaliteiten samenkomen. In Leidsche Rijn is dat het geval: Station Utrecht Leidsche Rijn is een Randstadspoorhalte aan de spoorlijn Utrecht richting Den Haag en Rotterdam. Kootstra: “We zien het aantal in- en uitstappers enorm toenemen. Het is een van de snelst groeiende stations van Nederland en met veel potentie. Het station is zo ontwikkeld dat er eenvoudig een intercityperron bij kan.” Helix Gebiedsontwikkelaar AM ziet de potentie van het gebied en ontwikkelde het plan Helix, een multi-tenant kantoorgebouw van 10.000 m2 aan het Reykjavikplein. De bouw startte in februari en ondanks de coronaperikelen verloopt alles volgens planning, vertelt Levi Boerman van AM. “We verwachten nog steeds op 1 mei volgend jaar op te leveren.” Helix is ontworpen als healthy urban living en working space door architect Paul de Ruiter, die bekend staat om zijn oog voor gezondheid en duurzaamheid. Het gebouw wordt opgeleverd met een WELL Gold certificaat. Spiraaltrap Boerman: “Duurzaamheid is een speerpunt van AM. Daarnaast stellen wij de werknemer centraal; hij moet zich thuis voelen in zijn werkomgeving. Het serieus nemen van de gezonde levensstijl van mensen is niet alleen Luchtfoto Leidsche Rijn Centrum Brusselplein AM, Inspiring Space Inspirerende en duurzame leefomgevingen bedenken en ontwikkelen, dat is de passie van AM. Als betrokken gebiedsontwikkelaar plaatst AM maatschappelijke uitdagingen in het hart van het ontwikkelingsproces. AM richt zich op de thema’s ‘Gedurfde duurzaamheid’, ‘Inclusieve stad’, ‘Healthy urban living and working’, ‘Stad- en gebiedmaker’ en ‘Gelukkig leven’. AM ontwikkelt op basis van conceptuele kracht, innovatie en intensieve samenwerking met belanghebbenden. het omarmen van vitaliteitsprogramma’s, maar is ook het creëren van een omgeving waarin mensen gezond blijven: fysiek, sociaal en mentaal. De gebouwde omgeving is onderLevi Boerman deel van de oplossing. Dat doen we door een prettige werkomgeving te creëren, met grote flexibele vloervelden, een goed binnenklimaat en een verbindend element, zoals bij Helix de grote spiraaltrap in het atrium die uitnodigt tot bewegen. Natuurlijk is er een lift, maar die hebben we een beetje verstopt.” Hiermee speelt het ontwerp in op de toenemende behoefte van huurders en gebouweigenaren naar gezond stedelijk werken in een toekomstbestendige omgeving op een goed bereikbare locatie. Duurzame impact Principal Real Estate Europe was al snel enthousiast over Leidsche Rijn Centrum en Helix en kocht het gebouw aan. Tia van Beek van Principal: “Wij zijn een investeerder die graag duurzame impact realiseert conform het ESG (Environment, Social and Corperate governance) investment principe. Deze locatie, dit gebouw en deze huurders voldoen daar in alle opzichten aan. De mixed use-omgeving, het ov-knooppunt, het Well-gecertificeerde kantoorgebouw; als investeerder heb je dit daarom graag in je portefeuille. Deze locatie bewijst zichzelf, ook in de tijd van Corona. De bouwer bleef bouwen, de huurders bleven komen en zijn content; dit is een prachtige plek.” Stationslocaties 2020/2021 - 21

Principal Real Estate Europe Principal Real Estate Europe is onderdeel van de Principal Financial Group, gespecialiseerd in vastgoedinvesteringen. Principal Real Estate Investors beheert en adviseert wereldwijd $ 82,9 miljard aan vastgoedactiva (vanaf 30 juni 2020). De groep is actief in alle vier de kwadranten en biedt mogelijkheden in zowel de publieke als de private investeringskant en zowel in equity als in debt. In Europa opereert Principal Real Estate Europe vanuit kantoren in Londen, Frankfurt, Amsterdam, Parijs, Lissabon, Luxemburg, Madrid en Milaan, met meer dan honderd medewerkers die de onroerendgoedportefeuille in heel Europa beheren. Hotel Aloft Being ontwikkelt in samenwerking met architectenbureau OZ een hotel en een kantoorgebouw aan het Brusselplein. Het 244 kamer tellende hotel Aloft krijgt een WELL Gold Certificering. “Het hotelconcept stelt gezondheid en welzijn centraal,” vertelt Maurits Hattink van Being. “We willen een uitnodigende plek creeren waar bezoekers, medewerkers, buurtbewoners en reizende voorbijgangers gezond en comfortabel verblijven, werken en ontspannen.” Kantoorgebouw Leidsche Werf Vlak naast Aloft verrijst kantoorgebouw Leidsche Werf. Een smart building van 12.500 m2 Tia van Beek met kantoren en horeca, gericht op een optimale gebruikerservaring. Sensoren verzamelen informatie over werkomgeving: van klimatologische omstandig heden tot de bezettingsgraad van vergaderruimtes. Hattink: “Met Leidsche Werf realiseren we een toekomstgericht kantoorgebouw dat inspeelt op de constant veranderende eisen van uiteenlopende gebruikers, functies en activiteiten.” Entree Helix vanuit de Reykjavikstraat. Atrium Helix. Paul de Ruiter Architects Andere ontwikkelingen Behalve de al genoemde ontwikkelingen lopen meerdere woningbouwtenders en gaan binnenkort nog diverse projecten in aanbouw, waaronder diverse appartementengebouwen, eengezinswoningen, scholen en horecainitiatieven- Het ‘verticale dorp’ MARK is ook noemenswaardig met drie hoge torens tot 140 meter. Bij al deze projecten staan de toepassing van duurzame energie, duurzaam materiaalgebruik, circulariteit, duurzame mobiliteit, groen en ecologie centraal. Leidsche Rijn is nog niet af Kootstra: “Leidsche Rijn Centrum is volop in beweging. We kiezen nadrukkelijk voor mooie architectuur, met architecten van naam, waarbij de menselijke maat voorop staat. Bijvoorbeeld door pandsgewijze architectuur, zodat er veel variatie ontstaat en het lijkt alsof dit centrum natuurlijk is gegroeid. Veel mensen denken dat Leidsche Rijn Centrum bijna af is, maar slechts een kwart is opgeleverd. Het gaat wel hard nu: zo’n tachtig procent van het bouwprogramma is nu in ontwikkeling of in aanbouw. Dit soort aantrekkelijke locaties willen we intensiveren, waarbij verblijven en ontmoeten in een hoogwaardig ingericht gebied met duurzame gebouwen centraal staat.” << 22 - Stationslocaties 2020/2021

Being Als onderdeel van een nieuwe generatie ontwikkelaars heeft Being de ambitie om het anders te doen. We ontwikkelen duurzame gebieden die mensen helpen om het beste uit zichzelf te halen. Omgevingen die gemeenschapszin en groei stimuleren, en waar iedereen zich goed voelt, zowel mentaal als fysiek. Dit alles doen we met een lange termijnvisie, zodat het positieve effect ook generaties na ons voelbaar is. Want we zijn overtuigd van het idee dat we allemaal onderdeel zijn van something bigger. Maurits Hattink Luchtfoto Leidsche Werf Aloft, Proloog Stationslocaties 2020/2021 - 23

HET NIEU ICOON VA ZAKELIJ ZWOLLE The City Post is een ontwikkeling van DC Vastgoed

U VA J E UWE AN JK E In het verleden sorteerde de PTT er de post. In de toekomst is het exclusieve kantoorruimte volgens een simpele formule: goed genoeg is niet goed genoeg. Een inspirerende werkomgeving die nieuwe standaarden zet in duurzaamheid, bereikbaarheid en werkplezier. www.thecitypost.nl

De nationale omgevingsvisie Duurzaam perspectief voor onze leefomgeving In Nederland wonen we met ruim 17 miljoen mensen op ruim 41.000 km2. We willen graag dat ons land over 30 jaar nog steeds prettig veilig en gezond is om in te wonen, werken en recreëren. Daarom is het belangrijk nu al na te denken over de keuzes die daarvoor nodig zijn. De overheid heeft hiervoor onlangs een nieuwe aanpak gepresenteerd: de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). De uitdagingen waar we voor staan, de keuzes die we moeten maken staan in de NOVI beschreven. D e vraagstukken zijn groot en vaak met elkaar verweven. Denk aan het bouwen van een miljoen nieuwe woningen, ruimte voor opwekking van duurzame energie, aanpassing aan een veranderend klimaat, ontwikkeling van een circulaire economie en omschakeling naar kringlooplandbouw. Ze vragen meer ruimte dan zomaar beschikbaar is in ons land. Niet alles kan, en niet alles kan overal. In de Nationale Omgevingsvisie beschrijft het Rijk hoe Nederland een veilig, gezond en welvarend land kan blijven, ook voor toekomstige generaties. Door een nieuwe manier van Credits: Siebe Swart / Hollandse Hoogte kijken, het slim combineren van functies en een opgave- en gebiedsgerichte aanpak krijgt het scala van belangen en claims een plek binnen de schaarse 41.000 vierkante kilometer die Nederland telt. Minister Ollongren: “De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) gaat over de vraag hoe we de beschikbare ruimte in Nederland morgen en overmorgen zo goed mogelijk blijven benutten. Daarbij moeten we rekening houden met klimaatverandering, energietransitie, transitie naar kringlooplandbouw, circulaire economie, bereikbaarheid en woningbouw. Dat lukt alleen als we dat in samenhang doen. Het Rijk neemt de regie, maar we geven ze vervolgens vorm samen met provincies, steden en maatschappelijke organisaties.” Afwegingsprincipes Omgevingskwaliteit staat in de NOVI centraal, dat wil zeggen: gezondheid, milieu en duurzaamheid. In de NOVI staan vier prioriteiten met richtinggevende keuzes (zie figuur 1). Keuzes worden gemaakt op basis van drie afwegingsprincipes: 1) combineren van functies gaat voor enkelvoudige functies; 2) kenmerken en identiteit van een gebied staan centraal; 3) afwentelen wordt voorkomen. 26 - Stationslocaties 2020/2021 Figuur 1: Prioriteiten van de NOVI

Afwegen met de NOVI. Credits: in60seconds: infographic Belangrijkste keuzes Woningbouw in gezonde en groene steden Tot 2030 moeten er ongeveer 1 miljoen woningen gebouwd worden. Dit zal grote impact hebben op de ruimtelijke ordening. In de NOVI wordt een perspectief geschetst voor de verdere ontwikkeling van het Stedelijk Netwerk Nederland. Een goed bereikbaar netwerk van steden en regio’s waarbij het potentieel van heel Nederland benut wordt. Verstedelijking gebeurt zoveel mogelijk binnen bestaand stedelijk gebied, klimaatbestendig en open ruimten tussen de steden houden hun groene karakter. De nieuwe woningen moeten betaalbaar en goed bereikbaar zijn. Keuzes voor verstedelijking: zoekgebieden voor grootschalige ontwikkellocaties Er zijn veertien gebieden geïdentificeerd waar het Rijk samen met andere overheden meer regie wil nemen op grootschalige woningbouw en bereikbaarheid, waaronder: • Metropoolregio Amsterdam (MRA): de acht regionale ‘sleutelgebieden’ die de MRA heeft vastgesteld, waaronder Havenstad en Almere (waarbij de locatie Kronenburg nog nadere besluitvorming vraagt); • Metropoolregio Utrecht (MRU): Utrecht stationsgebied, Merwedekanaalzone, Utrecht Science Park/Rijnsweerd, en A12-zone (breed); • Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH): Den Haag CID/Binckhorst, Rotterdam Stadionpark en A16-zone, overige zone Verstedelijkingsalliantie Zuid-Holland; • Metropoolregio Eindhoven (MRE): Spoorzone Eindhoven (waaronder Eindhoven Internationale Knoop XL, Strijp S en Strijp T); • Stad Groningen: Suikerfabriekterrein en Eemskanaalzone; • Arnhem-Nijmegen: Nijmegen Kanaalzone en Nijmegen Stationsgebied. Toekomstverkenningen naar de integrale verstedelijking in ontwerpstudie ‘ De stad van de toekomst’ van de Bond Nederlandse Architecten (BNA) Impressie van Haven-Stad, Amsterdam (Team INcity) Impressie van het CID, Den Haag (Team The Socio-Technical City) Stationslocaties 2020/2021 - 27

Toekomstverkenningen naar de circulaire economie in ontwerpstudie ‘De Regio van de Toekomst’ van de Beroepsvereniging van Nederlandse Stedebouwkundigen en Planologen (BNSP) en de Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur (NVTL). Vintage Verstedelijking: Circulaire maakindustrie aan de Schieoevers in Delft. (Team Defacto) Dat vergt grote investeringen in openbaar vervoer, veilige fiets- en wandelpaden, meer groen, ontmoetingsruimte en wateropvang in de stad, en goede verbindingen met recreatiegebieden in de nabijheid van de stad. Met deze aanpak van verstedelijking wordt niet alleen het woningaanbod verbeterd, maar ook de leefomgevingskwaliteit in de stad. Bouwen nabij het spoor We staan voor een enorme woningbouwopgave. Maar als er woningen gebouwd worden, moet je ook kunnen garanderen dat er een OVen fietsverbindingen zijn. Stationsgebieden zijn dan interessant. Mensen willen graag binnenstedelijk wonen en door ruimte boven en naast het spoor te benutten creëer je ruimte die er eerst eigenlijk niet was. Naast de voordelen, spelen er hier ook uitdagingen. O.a. ten aanzien van betaalbaarheid versus te realiseren vierkant meters, maar ook ten aanzien van een gezonde leefomgeving (geluid, veiligheid irt goederenvervoer, groen in de stad). Duurzame energie inpassen met oog voor omgevingskwaliteit Er zijn op dit moment al keuzes nodig om de klimaatdoelstellingen in 2050 te kunnen halen. Om het ruimtebeslag van de duurzame energieopwekking op land te beperken, zet de NOVI in op een zo groot mogelijk aandeel van wind op zee, een geclusterde inzet met een hoog rendement van wind op land en een voorkeur voor zonne-energie op daken. De NOVI stuurt op vestiging van energie-intensieve bedrijven bij aanlandpunten van windenergie van zee. De visie kiest ook voor concentratie van logistieke functies op bestaande bedrijventerreinen 28 - Stationslocaties 2020/2021 of in clusters langs corridors, en een selectief vestigingsbeleid voor datacentra. Ruimte voor overgang naar een circulaire economie De economie van de toekomst is duurzaam, circulair, kennisintensief en internationaal concurrerend. Dat betekent het drastisch verminderen van schadelijke uitstoot, afval en gebruik van fossiele grondstoffen. Het Rijk investeert hierin, faciliteert met kennis en onderzoek, zet in op verandering van productieprocessen en stelt eisen aan het gebruik van duurzame energiebronnen en circulaire grondstoffen. Windmolens op de Noordzee Credits: Mischa Keijser De uitdaging is de transitie naar een duurzame economie in ons land succesvol te laten samengaan met behoud en ontwikkeling van onze sterke internationale concurrentiepositie. Dit zonder problemen te verplaatsen naar andere gebieden of af te wentelen op toekomstige generaties. Dat is noodzakelijk voor welvaart, werkgelegenheid en welzijn in de toekomst. De inrichting van de leefomgeving moet een aantrekkelijk vestigingsklimaat zoveel mogelijk bevorderen. Behoud van de huidige ruimte voor haven en industriegebieden en inzet op optimale (internationale) bereikbaarheid zijn van belang. Bovendien geeft een aantrekkelijke leef- en woonomge

Credits: West 8 Urban Design & Landscape Architecture ving voor de werknemers Nederland een goede positie in de internationale concurrentie. Een aantrekkelijke omgevingskwaliteit vraagt goede inpassing van bedrijven, logistieke functies en datacentra. Verrommeling en versnippering willen we voorkomen. We concentreren bijvoorbeeld logistieke functies op bestaande bedrijventerreinen of langs corridors. Landgebruik meer in balans met natuurlijke systemen De klimaat- en de stikstofproblematiek maken duidelijk dat onze natuur, het landschap en de ontwikkeling van de landbouw onder druk staan. Het landgebruik moet in balans zijn met natuurlijke systemen. Bijvoorbeeld door kringlooplandbouw. Zo wordt een goede bodem- en waterkwaliteit en biodiversiteit bevordert. Laaggelegen gebieden langs de kust zullen door zeespiegelstijging en bodemdaling in toenemende mate met verzilting te maken krijgen. In delen van het veenweidegebied is verhoging van het waterpeil op termijn noodzakelijk om de bodemdaling te stoppen. In sommige gebieden kan dat betekenen dat het logischer is om alternatieven voor de huidige wijze van landbouw te bedenken, of de keuze te maken om duurzame energie te produceren in plaats van voedsel. Waar precies en op welke wijze wordt afgestemd met de betrokken regio’s en gebruikers. Uitvoering geven aan de NOVI Samen met de NOVI wordt een uitvoeringsagenda gepresenteerd. Hierin is beschreven hoe het Rijk, samen met alle betrokken overheden en andere partijen, uitvoering zal geven aan de Nationale Omgevingsvisie. Per prioriteit worden programma’s en instrumenten benoemd. Bijvoorbeeld: Programma Energiehoofdstructuur, Programma Gezonde Leefomgeving en het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Doorvertaling van de NOVI naar regionale aanpakken wordt beschreven in Omgevingsagenda’s en regionale verstedelijkingsstrategieën. Elke twee jaar wordt inzichtelijk gemaakt wat de ontwikkelingen zijn, wat de voortgang van de uitvoering is en of aanpassingen in beleid en aanpak noodzakelijk zijn. Samenwerking noodzakelijk De wensen die we als Nederland hebben voor onze leefomgeving en de kansen en knelpunten die er zijn, raken iedereen. Gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk zijn samen verantwoordelijk voor de fysieke leefomgeving. Sommige belangen en opgaven overstijgen het lokale, regionale en provinciale niveau en vragen om nationale aandacht. Voor een aantal belangen is het Rijk zelf eindverantwoordelijk. Maar voor een groot aantal nationale belangen zijn dat de medeoverheden. De opgaven waar we voor staan kunnen alleen als één overheid samen met de samenleving aangepakt worden. Belangrijk is dat de op te lossen vraagstukken centraal staan en de kenmerken en kwaliteiten van het gebied centraal staan. Ook met oog voor de maatschappelijke initiatieven die er al zijn. Zo krijgt het brede scala aan belangen en claims een plek binnen de schaarse 41.000 vierkante kilometer die Nederland telt. Omgevingswet De NOVI is een instrument van de nieuwe Omgevingswet en loopt vooruit op de inwerkingtreding van die wet. Vanwege het uitstel van de inwerkingtreding van de Omgevingswet komt de NOVI als structuurvisie uit onder de bestaande Wet ruimtelijke ordening (Wro). Zodra de Omgevingswet in werking is getreden, zal deze structuurvisie gelden als de Nationale Omgevingsvisie, zoals in de nieuwe wet is bedoeld. << Stationslocaties 2020/2021 - 29

Van Maak Plaats! naar plek van ontmoeting De provincie Noord-Holland levert een flinke bijdrage aan het aanjagen en ondersteunen van de ontwikkeling van stationsgebieden. Dat blijkt uit een panelgesprek met zes betrokkenen. In dat gesprek keken we terug op tien jaar knooppuntontwikkeling en vooruit naar trends en verwachtingen. N oord-Holland kent zestig stations en vier grote busstations. Het provinciebestuur heeft sinds 2010 met succes beleid gemaakt om de ruimte rondom OV-knooppunten beter te benutten. De maatschappelijke ontwikkelingen staan niet stil, nieuwe thema’s komen op de voorgrond bij knooppuntontwikkeling. Anders denken De beleidsaandacht voor knooppunten is niet iets van de laatste tien jaar. Maar in de samenleving is er in die periode volgens Gerretsen een grote omslag geweest. Vroeger maakte het voor de verkoop van woningen weinig uit of er OV in de buurt was. “Dat was vooral een beleidsambitie. Inmiddels is het helemaal andersom. Grote delen van de bevolking willen wonen in de nabijheid van goed hoogwaardig openbaar vervoer. Daarbij is het mode om meer in een stedelijke setting te wonen. Dat komt ook omdat we anders zijn gaan leven, wat onder andere mogelijk is geworden door ICT-ontwikkelingen.” Ook gemeentes zijn anders gaan denken, de ontwikkeling van knooppunten staat meer op de kaart. Chorus: “Het is vanzelfsprekend geworden dat het prachtige locaties zijn waar je allerlei activiteiten kan ondernemen. Daarvoor lag de nadruk vooral op uitleglocaties, bouwen in de wei. Destijds vonden gemeentes stationsgebieden maar ingewikkeld.” In Purmerend was de omslag drie jaar geleden, toen geen verkeersplan maar een mobiliteitsplan werd opgesteld. Cohen: “De kern is dat we willen bevorderen dat mensen zelf de keuzevrijheid hebben hoe ze het beste kunnen reizen.” Door het verknopen van modaliteiten worden de keuzemogelijkheden vergroot en wordt de inrichting van openbare ruimte belangrijker. Voor de provincie was een verhoogde aandacht voor duurzaam ruimtegebruik een van de belangrijkste drijfveren voor een omslag in denken. Iconische referenties Het nieuwe denken heeft tot resultaat geleid, er zijn concrete plannen en visies voor de stationsgebieden Heerhugowaard, Zaandam Kogerveld, Castricum, Haarlem en Hoorn. Meijer: “In Hoorn en Haarlem zijn we bijvoorbeeld bezig met het ontwikkelen van een integraal plan met partijen als NS, ProRail en de gemeente. En in Castricum wordt op dit moment het station ingrijpend verbouwd. Maar het kost veel tijd om te komen van visie naar uitvoering.” Gemeentes die hun stationsgebied willen aanpakken kijken al snel naar iconische referenties, zoals Rotterdam en Arnhem Centraal. Dan heb je het over investeringen van honderden miljoenen. Het panel meent dat je meer kan bereiken met kleine ingrepen. Stapel: “Elke gemeente hoopt natuurlijk dat zij ook in aanmerking komen voor zo’n grote verbouwing. Maar daarvoor zijn er teveel gegadigden. De sleutelprojecten, de verbouwing van de grote De basis voor het knooppuntgericht denken van de provincie Noord-Holland werd gelegd met de publicatie van MAAK PLAATS! in oktober 2013. Die publicatie werd gemaakt in samenwerking met de vereniging Deltametropool. Het boekwerk bood een leidraad voor de verdere uitwerking van de knooppuntstrategie van Noord-Holland, maar kan natuurlijk ook behulpzaam zijn in andere regio’s. Meer info op: noord-holland.nl en deltametropool.nl 2014 Studie Onder Weg! 2014 Knooppuntenloket 2010 2011 2012 2013 2010 Structuurvisie NoordHolland 2040 2016 10-minuten fi etsisochroon als secundair invloedsgebied OV-knooppunten toegevoegd 2016 Monitor OVknooppunten (1e editie) 2014 2015 2016 2013 Start Pilot Zaancorridor. 2013 Studie MaakPlaats! Werken aan knooppuntontwikkeling in Noord-Holland. Gebruik van het vlindermodel, met daarin de samenhang tussen knoop- en plaatswaarde. 2017 Start Schipholcorridor 2017 Investeringsbudget OVknooppunten 17 miljoen 2017 2016 Start corridordialoog Kennemerlijn 2017 Pilot Buitenpoorten met studie Buitensporen, onderdeel ‘Spot On’ en Landschapstriennale 30 - Stationslocaties 2020/2021

Paul Gerretsen Jane Fain Deelnemers: • Paul Gerretsen – agent Vereniging Deltametropool • Jane Fain – senior beleidsmedewerker, directie OV en Spoor van het ministerie van IenW • Rosa Stapel – stedenbouwkundige en adviseur bij De Zwarte Hond en College van Rijksadviseurs • Paul Chorus – senior beleidsadviseur programma OV-knooppunten, Provincie Noord-Holland • Joktan Cohen – directeur Ruimtelijk Domein, gemeente Purmerend • Corine Meijer – programmamanager OV-knooppunten, provincie Noord-Holland stations, waren zes keer tweehonderdvijftig miljoen euro. Nu past tweehonderdvijftig keer zes miljoen beter om de brede beweging van aandacht voor stationsgebieden te ondersteunen.” Meerwaarde Het panel vindt samenwerking in stationsgebieden essentieel, een integrale aanpak levert meerwaarde op. Dat kan een stijgende vastgoedwaarde, maatschappelijke meerwaarde, een hogere werkgelegenheid of een duurzamere omgeving zijn. Waarbij het zaak is dat de regie op de juiste plek blijft. Fain zet een kanttekening bij de kosten en baten: “Iedereen voelt dat grote projecten als Rotterdam Centraal goede investeringen zijn geweest, maar we kunnen het helaas maar beperkt onderbouwen met data.” Stapel: “Maatschappelijke baten kun je in beeld brengen, ze komen wel degelijk hoog uit, kijk naar de A2-tunnel in Maastricht, Maar ze landen niet netjes evenredig bij de investeerders.” Voor de toekomst ziet het panel dat mobiliteitsknooppunten zullen veranderen. Fain: “Het verandert van een mobiliteitsmachine naar een verblijfplaats, een plek waar je elkaar graag ontmoet.” Daarnaast benadrukt ze dat knooppunten de functie van een hub krijgen, waar je overstapt op deelmobiliteit, zoals deelauto’s. “Ik denk ook dat je dat in de toekomst allemaal in één app kan boeken.” Rosa Stapel Paul Chorus Joktan Cohen Corine Meijer Klimaatadaptief Meijer wijst er op dat gemeentes ook meerdere duurzaamheidsopgaven kunnen realiseren bij goed functionerende knopen. Bijvoorbeeld door de stationsomgeving groen in te richten, dat wil zeggen klimaatadaptief en natuurinclusief. En met meer ruimte voor schone en actieve mobiliteit zoals voetganger en fiets, en minder voor de auto. En dus geeft het panel aan dat woningbouw rond knooppunten een goede optie is. Er is een tekort aan woningen voor mensen die geen huis met eigen tuin willen maar juist in het centrum van de stad willen wonen, dichtbij een knooppunt. In Purmerend zien ze dat de belangstelling voor wonen bij knooppunten toeneemt. Cohen: “Het is naast OV-knooppunt, ook de toegang tot groen in de omgeving, tot werken en faciliteiten als winkeltjes en theaters.” Fain: “Ik wil de provincie Noord-Holland een compliment maken op dit dossier. Zij zijn een voorbeeld voor andere provincies. Qua beleid en plannen zijn ze heel actief. Ook op het gebied van dataverzameling en het delen van kennis loopt Noord-Holland voorop.” En daar is het gehele panel het mee eens. << 2018 Subsidie Castricum 2018 Omgevingsvisie NH2050: clusteren rond OV-knooppunten als algemeen ontwerpprincipe 2017/2018 Belevingsonderzoek (kwaliteit leefomgeving) 2018 2019 Kennisportaal OVknooppunten inclusief Vlindermodel 2.0 (interactief) en planviewer 2019 2018/2019 Pilot Klimaatadaptatie en OV-knooppunten 2019 Subsidie Heerhugowaard 2019 Start 2019 Hoornse Lijn 2019 Start Gooicorridor 2019 Uitvoeringspilot Buitenpoort Santpoort Noord Stationslocaties 2020/2021 - 31 2020 OV-fonds: integraal fonds voor OV/ Ketenreis/OV-knooppunten 20 miljoen 2020 Parkeeronderzoek Noord-Holland 2020 2020 Subsidie Kogerveld 2020 Handboek Buitenpoorten

Het nieuwe Stationsgebied Dijk en Waard ‘Een logische versnelling’ De gemeenten Heerhugowaard en Langedijk trekken gezamenlijk op bij de herontwikkeling van het Stationsgebied in Heerhugowaard. Logisch, want het stationsgebied ligt vanaf 1 januari 2022 in het centrum van de nieuwe gemeente Dijk en Waard. De fusieplannen zijn onlangs goedgekeurd door de Ministerraad. “En die nieuwe gemeente krijgt een modern OV-knooppunt. Dat is een aantrekkelijk vooruitzicht voor allerlei nieuwe ontwikkelingen”, zeggen de wethouders Monique Stam (Heerhugowaard) en Nils Langedijk (Langedijk). Een artisiteke impressie van het toekomstige Stationsgebied Dijk en Waard. Bron: Kuiper Compagnons H et Stationsgebied Dijk en Waard wordt een gebied waar wonen en werken gecombineerd worden met gezondheids- en onderwijsvoorzieningen. En dat in een prettige en veilige omgeving. “En we beginnen niet op nul”, zegt wethouder Stam. “In het gebied wordt nu ook al gewoond en gewerkt. Er zijn al onderwijsinstellingen zoals het Horizoncollege, een praktijkschool, Bouwen techniekcampus ESPEQ en (vele) bovenregionale zorgvoorzieningen. Dat willen we uitbreiden.” 32 - Stationslocaties 2020/2021 De Zaancorridor De Zaancorridor, de spoorlijn van Amsterdam naar Heerhugowaard, is onderdeel van het Provincieprogramma OV-knooppunten. Het plan is om woningen, kantoren, scholen, (maatschappelijke) voorzieningen en winkels te concentreren rondom de NS-stations en goed te spreiden langs het spoortraject. Gedeputeerde Cees Loggen, provincie Noord-Holland: “De gemeente Heerhugowaard heeft de plannen voor het stationsgebied voortvarend uitgewerkt en daarbij intensief samengewerkt met de provincie, NS, ProRail en bewoners. Dit heeft geleid tot mooie en ambitieuze plannen. Met nieuwe woningen en voorzieningen krijgt het station een bovenregionale functie en past het daardoor ook goed binnen het OV-knooppuntenbeleid van de provincie Noord-Holland. Ook hier trekken we samen op: met NS, ProRail en de gemeenten veranderen we stationsgebieden tot aantrekkelijke locaties om te wonen, werken en verblijven”.

Ontwikkelingsstrategie De gemeenteraad van Heerhugowaard stelt in 2020 het masterplan voor het stationsgebied vast. Dat borduurt voort op een eerdere structuurvisie die al haar vruchten heeft afgeworpen. Stam: “Met onze ambitie voor een gebied met hoogwaardige architectuur en innovatieve bedrijvigheid is onlangs een modern oogcentrum (Oogcentrum Noordholland, red.) geopend en Henselmans Bouw en Ontwikkeling start binnenkort met de bouw van appartementencomplex De Groene Trede. Dat wordt een gebouw, de naam zegt het al, met een groene uitstraling en een mix van betaalbare huur- en koopwoningen.” Voor het herontwikkelgebied, dat een straal heeft van 1.200 meter rondom het NS-station, heeft de gemeente acht versnellingslocaties aangewezen voor woningbouw. Die woningbouw past ook prima in de ambitie van gemeenten in de regio Noord-Holland Noord om op termijn 40 duizend nieuwe woningen te bouwen, met name rondom OV-knooppunten. Wethouder Stam merkt op dat ontwikkelaars door hebben dat er in de Regio Alkmaar versneld tot ontwikkeling gekomen kan worden. De binnenstedelijke projecten die nu in aanbouw zijn en de vele nieuwe posities die in Heerhugowaard zijn ingenomen laten dat zien. “Een logische versnelling”, stelt wethouder Stam, “want naast het marktpotentieel van onze mooie omgeving en een stad vol voorzieningen zijn er nauwelijks milieutechnische belemmeringen om te ontwikkelen.” Wethouder Monique Stam en dr. Rob Wouters bij de nieuwbouw van het Oogcentrum Noordholland Verbinding met Stadshart Sinds begin deze eeuw werkt de gemeente ook aan een modern Stadshart. Een gebied op loopafstand van het station met onder andere een groot overdekt winkelcentrum, een horecaboulevard en woningbouw. Hier staat ook het gemeentehuis. Dit Stadshart heeft nu nog een onduidelijke en ‘rommelige’ verbinding Pal naast het NS-station bouwt Henselmans Bouw en Ontwikkeling ‘De Groene Trede’: unieke woon-werk lofts en moderne nieuwbouw appartementen met vrij uitzicht op het Rijk der Duizend Eilanden. Bron: Breebaart Korver BNA B.V.. Nieuwe gemeente Dijk en Waard De ontwikkelingen in het stationsgebied en de bestuurlijke samenwerking met Heerhugowaard stemmen wethouder Nils Langedijk van buurgemeente Langedijk positief. “De verbetering van bereikbaarheid, het intensiever gebruik van het station en het toevoegen van woningvoorraad biedt kansen voor onze beide gemeenten.” Wethouder Nils Langedijk: “Voor Langedijk denk ik aan de economische spin-off van meer reizigers voor horeca en het Museum Broekerveiling. Investeringen voor behoud en beheer van het naastgelegen iconische, maar bedreigde, landschapsreservaat Oosterdel. En een verbeterde bereikbaarheid van en naar onze gemeente voor inwoners en bezoekers.” met het stationsgebied. Monique Stam: “We gaan nadenken over een aantrekkelijke, misschien wel spectaculaire verbinding van het Stationsgebied met het Stadshart.” Aantrekkelijke ligging Anders dan veel andere stationsgebieden ligt dat van Dijk en Waard ook heel dichtbij belangrijke ontsluitingswegen. “Natuurlijk hopen we dat mensen zoveel mogelijk met de trein zullen reizen. Je zit bijvoorbeeld in drie kwartier in Amsterdam. Maar de bereikbaarheid per auto is ook uitstekend. De provinciale weg N242 ligt in het verlengde van de A9 en grenst Stationslocaties 2020/2021 - 33

aan het gebied en richting Hoorn is er sinds kort de vernieuwde N194/Westfrisiaweg.” Ondertunneling Een verbeterde aansluiting van het stationsgebied in de regionale wegenstructuur is een belangrijk deelproject waar onlangs besluitvorming over was: er komt een ongelijkvloerse kruising met het spoor. Die belangrijke investering van de gemeente en het rijk is onderdeel van de ontwikkelingsstrategie. Stam: “wij laten zien dat we investeren en we zien dat de markt nu snel volgt. Een vliegwieleffect.” Voor de bezoekers, inwoners en ondernemers zelf zal de tunnel die onder het spoor wordt aangelegd een uitkomst zijn. Nu staan er vooral in de spits lange rijen voor de spoorbomen en staat de verkeersveiligheid voortdurend onder druk. Samenwerking Met de ontwikkelingen in het stationsgebied wordt de woningnood verlicht en de lokale én regionale economie versterkt, staat in het masterplan. En dat doet de gemeente in samenwerking met de provincie en spoorpartijen. De eerste overeenkomst met ProRail is al getekend en contracten met ontwikkelaars zijn gesloten. Want het zijn natuurlijk de ontwikkelaars, bewoners, scholen en ondernemers die het nieuwe stationsgebied mede vorm geven. De gemeeente gaat de samenwerking intensiveren onder de noemer ‘developing apart together’. “Het betekent dat we altijd proberen ‘initiatieven’ te ontwarren van elkaar, autonoom tot ontwikkeling te laten komen. Versnellen. En dat kan bij ons. Maar op de thema’s klimaatadaptatie, collectieve energieoplossingen, parkeren, woningbouw programma en gebiedsbranding willen we samen met de markt de ontwikkelingsstrategie uitbouwen”, aldus wethouder Stam. “Restwarmte van de HVC en onze coöperatieve Waerdse Energie Circuit zijn bijvoorbeeld troeven.” Wethouder Stam vervolgt: “We gaan de komende tijd werken aan gebiedsbranding, want we maken feitelijk versneld een totaal nieuw gebied. De initiatieven die nu al gerealiseerd worden zijn van hoge en hoogstedelijke kwaliteit en we werken momenteel aan een gebouw dat als een landmark voor het gebied moet dienen. In mijn ogen moet dat project nóg eens een boost geven aan het wonen en werken in ons Stationsgebied Dijk en Waard.” Het unieke van dit OV-knooppunt is dat die stedelijkheid op nabijheid van Alkmaar, Hoorn en ook Amsterdam en Haarlem, hand in hand gaat met een uniek ommeland. De vele verhuisbewegingen laten zien dat NoordHolland Noord in trek is. Wethouders Stam en Langedijk: “want waar vindt je nu nog mooie betaalbare woningen, bij een NS-station met goede verbindingen, met voorzieningen, stad en dorp én natuur en recreatie nabij? Bij ons in Dijk & Waard natuurlijk!” << ‘Lapis Lazuli’, M.J. De Nijs Projectontwikkeling B.V.: 207 appartementen en commerciële ruimten aan het Stadsplein bij winkelcentrum Middenwaard. Bron: Kraaijvanger Architects

Het belang van goed en ook bereikbaar openbaar vervoer neemt nog steeds toe en is een belangrijke factor bij stedelijke nieuwbouwplannen. Voorzitter Maxime Verhagen van Bouwend Nederland en directeur Stations en lid van de RvB van NS Anneke de Vries in gesprek over bouwen boven en bij het spoor, het gemak van de reiziger en de noodzaak om samen te werken. Tilburg / SDK Vastgoed ‘Nu is het moment om de hub functie van stations te realiseren’ “A ls ik mijn fiets wil parkeren op station Leiden, dan moet ik drie stallingen af om een plekje te vinden. Dat kost veel tijd”, begint Verhagen. Hij benoemt ook zijn voor(20 minuten fietsen) en natraject (20 minuten wandelen) op zijn woon-werkroute. Alle onderdelen van de reis met het OV bij elkaar genomen kan hij ‘net zo goed met de auto in de file gaan staan’, probeert hij De Vries uit te dagen. Enorme ambitie De Vries pareert met een lach: “We hebben natuurlijk een enorme ambitie als het gaat om het aanbieden van fietsparkeren en fietsdeelconcepten vanuit NS Stations. Vanuit de rol van exploitant hebben wij belangrijke partijen zoals ProRail en de gemeenten nodig om dat met elkaar te realiseren en dat kost vaak jaren. Maar ik vind dit wel een mooie start van dit gesprek. Ik zit al heel lang in de vastgoedontwikkeling en van oudsher was de vraag bij woningbouw altijd: hoe kom ik er met de auto en waar kan ik parkeren? Nu, met de nationale Omgevingsvisie (NOVI) en de Woondeals zie je dat het steeds meer gaat over hoe je er met het OV kunt komen.” Kunnen kiezen Verhagen: “Het is inderdaad belangrijk om de stedelijke knooppunten te koppelen aan de OV-stroom. Het gevecht om de locaties is gaande; iedereen wil in de stad of Randstad wonen. Maar als je met het OV binnen een uur op je bestemming in de Randstad kunt komen, dan maakt het minder uit waar je woont.” De Vries: “Ik denk dat beide nodig is: op en nabij het station en buiten en aan de rand van de stad. De stations moeten goed bereikbaar zijn, waardoor ze als locatie een belangrijk onderdeel worden van het OV-netwerk. Want je wilt dat mensen kunnen kiezen waar ze wonen en makkelijk gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer.” Gemak van de reiziger Verhagen: “Goede bereikbaarheid is hoe dan ook nodig, met fiets, met de auto en met het OV. Het is en-en, niet of-of, wat je nogal eens ziet in de politiek. De Vries: “Als je het hebt over nieuwbouw of investeringsplannen, dan moet je vanaf het begin nadenken over fiets, trein, metro, bus en auto. Het infranetwerk moet op orde zijn. In nieuwe woonwijken moeten goede fietsfaciliteiten vanaf Stationslocaties 2020/2021 - 35

het begin worden mee ontwikkeld. We moeten nadenken over hoe je er komt en hoe je overstapt. Het mag dan geen probleem zijn om je fiets weg te zetten. Het gemak van de reiziger is de cruciale factor in de modal split van auto naar openbaar vervoer, dit geldt zowel voor de regionale stations als in de grote steden. Dus als je een nieuwe werk- of woonlocatie plant en wilt bouwen, moet je dat aspect meenemen en het OV concurrerend aanbieden. Dat is ook hoe we de laatste jaren veel mensen uit de auto en in het OV hebben gekregen.” MaaS De Vries noemt MaaS, Mobility as a Service, als een belangrijk hulpmiddel om het gemak van de reiziger te vergroten. MaaS, ofwel: multimodaal reisadvies op maat, gaat over het plannen, boeken en betalen van al het mogelijke vervoer via apps. Een app maakt bijvoorbeeld beschikbare parkeerruimte inzichtelijk terwijl de reiziger onderweg is naar het station, geeft informatie over de aansluiting op het volgende openbaarvervoermiddel of biedt mogelijkheden voor het boeken van een deelfiets of -auto. De Vries: “Iedereen is Anneke de Vries: ‘Bouwen bóven het spoor, zoals in Breda succesvol is gedaan, is voor mij een nieuwe vorm van landaanwinning’ leden die ontwikkelen. Helemaal als die meedoen met de ambities van de NOVI-alliantie, waarin markt en overheden samen werken.” Maxime Verhagen: “Bij het ontwikkelen van bouwlocaties is er geen eensluidend beleid’ inmiddels gewend aan apps op zijn smartphone en door al die soorten reisinformatie beschikbaar te maken in de openbare ruimte ontzorg je de reiziger. Op dat vlak is nog veel winst te behalen. Dat integreren van ‘mobiele info’ in het stadsweefsel, daarvoor hebben we elkaar nodig.” Gemiste kans Verhagen blikt nog even terug op de uitkomsten van Prinsjesdag, dat een week eerder plaatsvond. “Ik zie voor een deel een mooi breed pakket gericht op het stimuleren van woningbouw, waarbij ingezet wordt op een grotere rol voor het Rijk. Een gemiste kans ligt er op het gebied van infrastructuur. Er worden wel werken naar voren gehaald, maar er zit niets nieuws bij en er is geen cent extra voor lokale infra. Veertig procent van de gemeenten geeft aan te willen bezuinigen op het onderhoud aan lokale infra. Terwijl; iedere euro die je in infra investeert levert tot drie euro elders in de economie op. Die investering betaalt zich dus terug. Ik hoop dat bij het Nationaal Groeifonds deze vormen van infrafinanciering aan de orde komen. Er zijn projecten genoeg om dat geld in te investeren, zoals de Lelylijn, Randstadrail en het doortrekken van de NoordZuidlijn.” De Vries: “Persoonlijk denk ik wel dat de bouw aan de slag blijft. Mede omdat ze noodzakelijk zijn voor de maatschappelijke opgaven als energietransitie, woningbouw en de mobiliteitsvraag. Als ik kijk naar Bouwend Nederland dan zijn er ook veel 36 - Stationslocaties 2020/2021 Landaanwinning Er zijn inmiddels meerdere geslaagde voorbeelden van bouwen nabij of zelfs boven het spoor. Zit er muziek in die ontwikkeling? Verhagen: “De ruimte is er wel op veel plekken, kijk maar naar Utrecht, Amersfoort of Eindhoven. Maar je moet wel de nodige innovaties hebben daarvoor en dat vraagt om een gezamenlijke visie van alle betrokken partijen en een sterke samenwerking. Bij innovatie hoort namelijk ook continuïteit; je moet iets meerdere jaren kunnen toepassen om je investering terug te verdienen.” De Vries: “Bouwen bóven het spoor, zoals in Breda succesvol is gedaan, is voor mij een nieuwe vorm van landaanwinning. Dat is iets wat we in Nederland natuurlijk al heel lang doen: zoeken naar innovatieve oplossingen om op nieuwe plekken te kunnen bouwen. Als je het zo beziet, is het ook logisch dat bouwen boven het spoor om vernieuwende oplossingen vraagt en dat die ook geld kosten.” Vertrouwen De Vries: “Natuurlijk, de trein moet veilig kunnen rijden. En daar zal ProRail condities voor opstellen. We moeten dit altijd samen doen. Breda

elkaar eens terwijl we nu al 350.000 woningen tekortkomen. Vanuit dat tekort is het overigens wel interessant om naar andere manieren van landaanwinning te kijken en bouwen boven het spoor is er daar zeker één van.” De hub-functie realiseren De Vries: “En als je dan naar andere locaties kijkt, dan moet je – zoals gezegd - voor passend OV zorgen. Maar samen die innovatie opzoeken; dat blijft bovenaan staan. En er is al veel gerealiseerd de laatste jaren. Je moet ook niet alleen naar woningen kijken als het om ontwikkelen in spoorzones gaat, maar ook naar andere functies én naar alle vervoersmodaliteiten en hoe die bij elkaar komen. Die hub-functie realiseren; dit is wel het moment om dat te doen.” Lorentz Leiden / van Wijnen En er zijn prachtige stations(omgevingen) gerealiseerd de laatste jaren. Maar waarom zou je de lucht boven het spoor niet benutten? Er zijn innovaties nodig bij de stations, denk aan spooroverbouwingen, ontwikkelingen vlak naast de rails, of groen over het spoor om wijken met elkaar te verbinden. Ik heb alle vertrouwen in de bouwwereld in Nederland als het daarom gaat. Hoe zie jij dat Maxime?” Verhagen: “Ook hier is het een en-en-verhaal. Alleen bouwen boven het spoor is niet voldoende; je kunt ook natuurinclusief bouwen aan de rand van de stad. Voor alles geldt dat het belangrijk is om een gezamenlijke visie te ontwikkelen met alle partijen; hoe maak je het rendabel, welke innovaties zijn er nodig? Een aannemer investeert niet als hij geen continuïteit krijgt en als er iets is dat met pieken en dalen gaat, dan is het de bouw wel.” Geen eensluidend beleid Verhagen vervolgt: “Maar het gaat ook om continuïteit in personeel. In de vorige crisis zijn 120.000 mensen ontslagen, mensen die we nu tekortkomen. En dan is er nog het stikstofprobleem, waardoor we op bepaalde locaties niet mogen bouwen. Als we niet oppassen, wordt dat de volgende dip. Je ziet ook dat er bij het ontwikkelen van bouwlocaties geen eensluidend beleid is; Rijk, provincie en gemeente zijn het vaak niet met Cartesiusdriehoek Utrecht Purmerend / VenhoevenCS Verhagen: “Als je ziet dat een stad een belangrijkwekkende hub is, waar je al die belangrijke vervoersmodaliteiten bij elkaar brengt, dan vraagt dat ruimte. Deels onder de grond, deels boven het spoor. Er moet voldoende ruimte zijn voor de fiets, maar ook het fietspad ernaartoe moet in orde zijn. Woningbouw moet inderdaad hand in hand gaan met een combinatie van functies en dat vraagt om meer landelijke regie. Dat wil het Rijk ook; het gaat om een totaalvisie. Je moet niet in deelbelangen vallen.” << Stationslocaties 2020/2021 - 37

Knooppuntontwikkeling in Hoorn ‘Unieke kansen voor ontwikkelaars en beleggers’ De Poort van Hoorn, met op de achtergrond de historische binnenstad, de ontwikkellocatie Pelmolenpad en het stadsstrand. 38 - Stationslocaties 2020/2021

De Stad van de Gouden Eeuw gaat een nieuwe fase in. Hoorn gaat de komende jaren ‘meer stad’ worden. Dat betekent groeien en op de juiste plekken ook stedelijker worden. Met een nieuwe stadswijken, het grootste stadsstrand van Nederland en een 21e eeuws mobiliteitsknooppunt voor Hoorn en de regio Westfriesland. Meer stad worden De ambitie om meer stad te worden gaat vooral landen in het gebied van 1.200 meter rond het OV-knooppunt van Hoorn, de Poort van Hoorn. Dit is het mobiliteitsknooppunt van de regio Kop van Noord-Holland, met ca. 300.000 inwoners. Dagelijks maken duizenden reizigers en bezoekers gebruik van dit gebied, met directe verbindingen van en naar de Randstad. Bashara: ‘Juist in dit gebied is er veel ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe en aantrekkelijke stedelijke woon-werkmilieus, op steenworp afstand van een multimodaal mobiliteitsknooppunt, de prachtige historische binnenstad én het grootste stadsstrand van Nederland dat voor onze kust wordt aangelegd.’ Samenwerking met NS en Provincie Noord-Holland Hoorn werkte de afgelopen periode de ambities voor de gebiedsontwikkeling in de Poort van Hoorn uit, samen met de Provincie Noord-Holland, NS Stations en ProRail. Bureau SITE Urban Development begeleide dit proces. Geurt van Randeraat, directeur van SITE: ‘De hoofdambitie van de ontwikkelpartners is om van de Poort van Hoorn een aantrekkelijke bestemming en verblijfsmilieu te maken. Daarnaast moet je als bezoeker meteen het gevoel krijgen dat je in Hoorn bent. En tot slot maken we een optimaal functionerend multimodaal knooppunt.’ Hoorn legt het grootste stadsstrand van Nederland aan. Stationslocaties 2020/2021 - 39

Kwaliteit Kwaliteit is het sleutelwoord,’ gaat Samir Bashara verder. ‘Rondom het stationsgebied is er veel onbenutte ruimte. We willen de kwaliteit van de binnenstad doortrekken naar dit gebied. Door het busstation en parkeerplaatsen te verplaatsen naar de noordkant, waar nu een groot P&R terrein is, ontstaat hier ruimte om een enorme kwaliteitsimpuls te geven. In de openbare ruimte, maar ook in de bebouwing. ‘We willen in dit gebied minimaal 1.000 woningen toevoegen. Een prachtig voorbeeld is het Pelmolenpad. Dat is nu nog een groot parkeerterrein, grenzend aan het station en op nog geen 5 minuten lopen van de winkels, horeca, musea en het toekomstige stadsstrand. Hier is ruimte voor een nieuwe stadse woonwijk. ‘En ook direct rond het station is volop ruimte voor dit soort hoogwaardige ontwikkelingen,’ vertelt Bashara. Woningbouwimpuls In september werd bekend dat de gemeente Hoorn kan rekenen op een bijdrage van circa 7,5 miljoen euro vanuit de Woningbouwimpuls van het Rijk. Bashara is: ‘Deze bijdrage is een belangrijke bevestiging en stimulans voor de huidige koers voor de ontwikkeling de Poort van Hoorn en de ambitiesprong die Hoorn als stad wil maken. Met deze bijdrage kunnen we de bouw van minimaal 1.000 woningen in de Poort van Hoorn versnellen.’ Doel is om in 2023 te starten met de bouw van de eerste woningen. Bereikbaarheid Voor de vele reizigers en bezoekers is de Poort van Hoorn de entree van de stad. De Poort van Hoorn moet dan ook het visitekaartje van de stad worden en de rode loper naar de binnenstad. Vincent de Heer (stationsontwikkelaar NS Stations): ‘Aan de noordkant van het station kom je de stad binnen. Aan deze kant gaan we de mobiliteitsfuncties, zoals het busstation en het parkeren van auto’s en fietsen zoveel mogelijk concentreren. Maar wel op zo’n manier dat het ook een aangenaam verblijfsgebied wordt. Door de vervoersstromen (trein, bus, auto en fiets) dicht bij elkaar te brengen en tegelijkertijd goed te scheiden, zorgen we voor een snelle en comfortabele overstap voor reizigers en bezoekers, én een betere bereikbaarheid van en naar Hoorn en de regio. Door ook het parkeren goed op te lossen, is ook hier volop ruimte voor een aantrekkelijk stads woon-werkmilieu.’ Costa del Hoorn Ondertussen legt Hoorn het grootste stadsstrand van Nederland aan. Dit ligt aan het Markermeer en de binnenstad, en op steenworp afstand van het station. Het project maakt onderdeel uit van de dijkversterking tussen Hoorn en Amsterdam. ‘Er komt een groot strand, met een mooi wandelen fietspad langs het water en met een fijn horecapaviljoen, waar je straks met je voeten in het zand lekker een kopje koffie of een borreltje kunt doen. Een beetje het gevoel van de Costa del Hoorn,’ lacht Bashara. ‘Dit is een prachtige toevoeging voor onze stad en toekomstige bewoners van de Poort van Hoorn.’ Van plannen naar realisatie In maart startte stedenbouwkundig bureau Karres en Brands met het maken van een stedenbouwkundig ontwerp. ‘Een zeer inspirerend proces,’ aldus Bashara. ‘We zijn al heel lang bezig met de ontwikkeling van dit gebied, maar nu komen we echt in de fase dat we ook beelden krijgen bij onze ambities. Zo komt onze ambitie tot leven. Dat geeft veel energie en enthousiasme en helpt ook om het gesprek te voeren met de stad en Impressie stedenbouwkundig ontwerp Poort van Hoorn: een nieuw stuk stad langs het stadstrand en de binnenstad 40 - Stationslocaties 2020/2021

Impressie Museumstoomtram ‘promenade’ in het noorderlijk Stationsgebied ontwikkelpartners. Karres en Brand kijkt ook weer met frisse blik naar het gebied, wat ook weer verbeteringen oplevert voor het ontwerp. Met hun filosofie (first life, then buildings) hebben zij veel aandacht voor de belevingswaarde van het gebied. Met straatjes en pleintjes die het naast een functioneel gebied juist ook een fijne plek maken. Het ontwerp wordt dan ook enthousiast ontvangen.’Verwachting is dat de gemeenteraad in december 2020 het stedenbouwkundig ontwerp kan vaststellen en de financiën vrijmaakt voor de volgende fase: de bestemmingsplannen en de voorbereidingen voor de realisatie. Markt ontdekt Hoorn Naast de intensieve samenwerking met NS Stations, ProRail en de provincie is de gemeente Hoorn ook volop in gesprek met marktpartijen. ‘We merken dat ontwikkelaars en beleggers Hoorn ontdekt hebben als aantrekkelijke woonstad dicht bij de Randstad,’ vertelt wethouder Bashara. ‘Denk aan het plan ‘TOREN’, met ruim 200 appartementen bij het station. Een project dat echt iets nieuws toevoegt aan onze stad, stadser wonen dan we gewend zijn . Dat enthousiasme is aanstekelijk. Partijen zijn altijd welkom om met ons mee te denken over hoe wij onze ambities kunnen verwezenlijken. Alle lichten staan wat ons betreft op groen!’ Unieke ontwikkelkansen in Hoorn Van Randeraat: ‘Er liggen unieke ontwikkelkansen in Hoorn. Een gebied met zoveel onbenutte ruimte, tegen een fantastisch mooie historische binnenstad aan, in de buurt van allerlei prachtige venues en voorzieningen, op steenworp afstand van het nieuwe stadsstrand en ook nog op maar 30 minuten reizen van Amsterdam Centraal. Ik ken op dit moment weinig gebieden in Nederland die ontwikkelaars en beleggers zó veel te bieden hebben.’ << Stationslocaties 2020/2021 - 41 Meer informatie? Kijk op www.poortvanhoorn.nl of neem contact op met Peter Entius (gemeente Hoorn), via poortvanhoorn@hoorn.nl of 0229-252200. Woningmakers Het afgelopen jaar is Hoorn ook gestart met de ‘Woningmakers’, een samenwerkingsverband van partijen die betrokken zijn bij bouwplannen in Hoorn. Binnen dit verband werken de gemeente, woningcorporaties, ontwikkelaars, makelaars en woningbouwadviseurs samen om het woningtekort terugdringen. Samen bouwen zij de komende jaren honderden woningen. ‘Door samen de problemen van de woningmarkt goed te analyseren, kunnen we samen ook werken aan oplossingen,’ legt Marjon van der Ven (wethouder Stadsontwikkeling en Wonen) uit. ‘We willen allemaal zo snel mogelijk zoveel mogelijk woningen bouwen. Daar hebben we elkaar bij nodig. Het vraagt om daadkracht, ook snelheid en flexibiliteit van de gemeente bij procedures. Goede afstemming tussen de verschillende projecten en het aanbod is ook cruciaal. De beschikbaarheid van personeel en materialen is bijvoorbeeld een probleem. We kúnnen simpelweg niet alle woningen tegelijkertijd bouwen. Door samen een realistische planning te maken met een gelijkmatige productie door de jaren geen af te stemmen, kunnen we sneller meer woningen bouwen dan dat we ieder voor zich gaan.’

Daadkrachtig Purmerend maakt zevenmijlsstappen in ontwikkeling naar ‘complete stad’ Purmerend staat aan de vooravond van een grote sprong voorwaarts. De stad wil de komende decennia groeien van 80.000 naar 100.000 inwoners en zal een ware transformatie ondergaan: van een voornamelijk suburbane woonstad naar een compacte en complete stad, die zelfstandig functioneert en veel te bieden heeft. Met een flinke hoeveelheid werkgelegenheid, een nieuw type hoogstedelijk woonmilieu, 10.000 extra woningen, toenemend toerisme en een uitstekende bereikbaarheid. 42 - Stationslocaties 2020/2021 H et stationsgebied wordt de verpersoonlijking van dit nieuwe Purmerend: een levendige plek waar, in combinatie met de historische binnenstad, verbinding en ontmoeting een cruciale rol spelen. Wie nu de trein neemt naar Purme rend arriveert op een station uit de jaren 80, een periode die niet echt uitblinkt binnen de vaderlandse architec tuur. De eerste indruk van de stad is het uitzicht op een supermarkt, een snackbar en een parkeerterrein. Niet bepaald een aantrekkelijke binnenkomer, beaamt ook wethouder Thijs Kroese. “Terwijl je met een paar minuten lopen in onze mooie, historische binnenstad bent of op de Waterlandlaan, met

rijke voorzieningen daar meer en beter bij de binnenstad gaan betrekken. Door er een levendige, groene laan van te maken, met veel ruimte voor voetgangers en fietsers, lagere parkeernormen en extra voorzieningen. Er komen 1.800 nieuwe woningen en 25.000 m2 aan kantoorruimte. Het wordt een bruisende plek die wonen, werken en recreëren combineert. Met een wezenlijk ander karakter dan de 600 jaar oude binnenstad met haar winkels en horecaplein als huiskamer van Purmerend. De kunst is om de verbinding tussen deze twee verschillende stadsdelen op een mooie manier te maken.” Begin 2020 stemde de Raad unaniem in met de visie op het nieuwe stadsdeel en nu al zijn de eerste ontwikkelingen van het nieuwe stationsgebied zichtbaar. De huidige parkeerplaats tussen het station en de historische binnenstad gaat ondergronds, waardoor er ruimte ontstaat voor een nieuw, levendig stadsplein. Sleutelgebied binnen MRA Het stationsgebied en bedrijventerrein De Koog aan de noordzijde van Purmerend zijn door Metropoolregio Amsterdam (MRA) tot sleutelgebied benoemd. Deze multimodale OV knooppunten van de toekomst bieden volop kansen om de mobiliteit in het gebied verder te optimaliseren. Met het mogelijk doortrekken van de NoordZuid lijn vanuit Amsterdam, de centrale ligging van Purmerend aan de Hoornse lijn en hoogwaardig openbaar vervoer via de weg is Purmerend een belangrijk knooppunt in het noorden van de MRA. voorzieningen als een poppodium, bioscoop, bibliotheek, zwembad en stadhuis.” Station als aantrekkelijke toegangspoort Door het ‘omklappen’ van het stationsgebouw en de perrons, wordt deze ‘stadsentree’ in de toekomst omgetoverd naar een mooie toegangspoort tot de stad. Het station komt hiermee direct aan de Waterlandlaan te liggen en krijgt een veel centralere plek in de stad. “Het wordt echt een scharnierpunt. Door het busstation eraan te koppelen groeit het uit tot een multimodaal OV knooppunt, dat deel uitmaakt van het ‘daily urban system’ binnen de Metropoolregio Amsterdam”, aldus Kroese. Metamorfose stationsgebied Ook de Waterlandlaan krijgt in de toekomst een ware metamorfose. “Het is nu nog een soort autobaan door de stad, die voor 80% uit asfalt bestaat. We willen al die belangGroei van toerisme Kroese ziet ook mooie kansen om het toerisme in en rond Purmerend verder te laten groeien. En zodoende ook, buiten de spits om, een meer continue treinreizigersstroom te garanderen. “Als we hier straks een schitterend nieuw station hebben, dan fungeert dat ook als een poort naar waardevol groen en toeristische attracties”, vertelt een enthousiaste wethouder. “Toeristen komen per trein aan, huren hier een e-bike en zijn binnen 20 minuten op fantastische plekken, zoals de dijk van Volendam, de Zaanse Schans, werelderfgoed Beemster of de natuurgebieden zoals het Wormerveld, Jisperveld en het Twiske. Bij terugkomst kunnen ze onze prachtige, historische binnenstad bezoeken en er een hapje eten. Om vervolgens te overnachten in een hotel in Purmerend of Amsterdam.” Extra werkgelegenheid, goede bereikbaarheid Naast de binnenstad is ook De Koog een sleutelgebied in de verdere groei van de stad. Er zijn plannen dit bedrijventerrein om te vorThijs Kroese men naar een werk-woon gebied. Er wordt, in samenwerking met diverse scholen, een innovatiecluster opgezet, om de verdere groei van E-sports in dit gebied te stimuleren. “Die ontwikkeling neemt een enorme vlucht”, aldus Kroese. “Door meer werkgelegenheid en onderwijs op het gebied van IT en creative tech in Purmerend zelf te creëren, kunnen we een tegenspits op gang brengen in de Hoornse spoorlijn. We zien in de toekomst ook mogelijkheden voor het toevoegen van een nieuw, regionaal station aan de noordzijde van onze stad. De bedrijventerreinen aldaar worden dan ook via OV goed bereikbaar voor mensen uit de Metropoolregio Amsterdam die in Purmerend komen werken.” En nu doorpakken! Binnen de gemeente Purmerend werden de afgelopen tijd veel gesprekken gevoerd over de visie op hoogbouw, dichtheid en mobiliteit. De wethouder merkt dat dat geleid heeft tot een nieuw soort bewustwording. “De stad lijkt klaar voor deze schaalsprong. In visies kun je niet wonen, met alleen praten over leuke plannen kom je er niet. Er is nu echt draagvlak om verder door te pakken. En dat doen we ook! Wij hebben in het afgelopen jaar al 1.000 woningen vergund. Momenteel hebben we nog eens 4.000 woningen in contract, van de ruim 10.000 die we hebben voorzien om de woningnood tegen te gaan. Wij hebben een helder verhaal in wat we willen. Vastgoed partijen en beleggers vinden in Purmerend een gemeente die bereid is de nek uit te steken en zich flexibel op te stellen op momenten dat dat gewenst is. Wij blijven niet steken in de papieren plannetjes, wij gaan het gewoon doen!” << Stationslocaties 2020/2021 - 43

Meerwaarde halen uit je station: de integrale aanpak Stationsomgevingen zijn onophoudelijk in beweging. Ze ontwikkelen van functionele plek tot verblijfsgebied, waarvan steeds meer reizigers en omwonenden gebruikmaken. Tegelijk kent het station en haar omgeving veel eigenaren. Met zoveel kapiteins op één schip kan het lastig zijn om de juiste koers richting een toekomstvast stationsgebied te varen. Tom Kramer en Pim van de Kragt van Arcadis helpen die koers uit te zetten: “Als de partijen er niet uitkomen kruipen wij in de rol van mediator.” D e ontwikkeling of herontwikkeling van een station is een dankbare klus, het biedt partijen de kans om een groter gebied een kwaliteitsimpuls te geven. Gemeentes pakken de openbare ruimte aan, projectontwikkelaars zien kansen op naastgelegen percelen. Benader alles vanuit één opgave en je stimuleert een gebied om zich helemaal te ontplooien, vindt Arcadis. Station Groningen; Aanbestedingsontwerp ‘The Cloud’ van Arcadis Architecten, Cross Architects, BAR-code. 44 - Stationslocaties 2020/2021

Verbinding van de oude en nieuwe tunnel op Station Eindhoven Centraal. Spoorboekloos reizen Pim van de Kragt is projectmanager bij Arcadis. Hij was betrokken bij de herontwikkeling van station Driebergen-Zeist: “De aanleiding voor de ontwikkeling was PHS, het Programma Hoogfrequent Spoorvervoer: zo vaak een trein laten rijden dat de reiziger zonder spoorboekje op pad kan.” In dit project zaten ook twee gemeentes, die het gebied rond het station wilde aanpakken. Ook de provincie had wensen. “De provinciale weg kruiste er het spoor. De spoorbomen waren vaker dicht, dan open. Dat leverde economische schade op door tijdverlies.” Het was dus logisch om deze partijen in een vroeg stadium bij elkaar te brengen. Tom Kramer is architect: “Station DriebergenZeist is een prachtig voorbeeld van een integrale aanpak. Hier lag een ruimtelijke uitdaging om met meer voorzieningen en grotere infrastructuur tot een logisch geheel te komen. We noemen het een landgoedstation, het ligt tussen vijf landgoederen in. De omgeving is de inspiratie voor het ontwerp. Architectuur en landschapsontwerp smeden hand in hand de stationsonderdelen tot een samenhangend geheel. Die overkoepelende aanpak passen we ook toe bij de ontwikkeling van andere gebieden zoals Station Nijmegen.” Een gedragen ontwerp Een project als dat van Driebergen-Zeist zou zonder integrale aanpak veel minder kans van slagen hebben. Van de Kragt: “Je begint met een probleem, of nee, je begint met een vraagstuk. Daar moet je in een vroeg stadium alle stakeholders in de juiste volgorde bij betrekken. Zo kan je ze met een goeie afweging van alle belangen de juiste keuzes laten maken.” Kramer vult aan: “Zo krijg je een gedragen ontwerp. Je begint met een nagenoeg leeg tekenbord. Als je knelpunten tegenkomt los je die gezamenlijk op, of je accepteert samen dat ze er zijn.” Het belangrijkste voordeel van een integrale aanpak is het creëren van draagvlak. Kramer: “Neem bijvoorbeeld de nieuwe stationspassage van Eindhoven. We hebben onderzocht waar hij kon komen: naast, in of door het monumentale station. Die opties hebben we met alle partijen afgewogen. Uiteindelijk was er consensus, terwijl dat op voorhand niet voor elke partij de beste oplossing was.” Tom Kramer Pim van de Kragt Beleving Kramer schetst het voorbeeld van een reiziger die forenst. Op de fiets rijdt hij over het stationsplein van de gemeente, zodra hij de stalling in rijdt is hij te gast bij NS, om vervolgens op het perron van ProRail uit te komen. Voor de reiziger is dat één beleving. Om te zorgen dat het met meerdere partijen ook één beleving wordt is afstemming nodig, de integrale aanpak. In Driebergen-Zeist was de capaciteit op het spoor het initiële vraagstuk, ProRail wilde meer reizigers kunnen vervoeren. Van de Kragt: “Maar ik kan lang doorgaan met het Stationslocaties 2020/2021 - 45

Stationsplein Landgoedstation Driebergen-Zeist. opsommen van alle aanvullende problemen. Daarom moet je zo’n project zien als een spinnenweb. Waarbij elke knoop van draden een echt knooppunt is. En als je aan één draad trekt, dan trek je al die knooppunten mee. Zo zien wij een station voor ons, bijna elke ingreep raakt veel partijen.” Hapklare delen De integrale aanpak heeft veel voordelen, maar er zijn ook voorbeelden te bedenken waar die aanpak niet het gewenste resultaat opleverde. Van de Kragt: “Er zijn absoluut risico’s als een project door verschillende oorzaken te groot wordt. In dat soort gevallen moet je het project in hapklare stukken verdelen waarbij vooraf samen het gemeenschappelijk doel wordt bepaald, een ruimtelijke visie wordt neergezet Fietsenstalling Station Driebergen-Zeist. en er een gedragen overkoepelende regisseur wordt aangewezen. Zo kan je heel bewust stappen zetten binnen de deelopgaven met het gezamenlijke doel voorop.” De integrale aanpak geeft meer grip op de ruimtelijke samenhang en op de projectbeheersing, zoals tijd, geld, kwaliteit en draagvlak: je kan werk met werk maken. Van de Kragt: “Deze aanpak heeft meer praktische voordelen, het kan zorgen voor minder overlast voor de reiziger door logica tijdens de bouwfase.” Een volgend voordeel is dat het eindproduct beter wordt. Kramer: “Als je projecten op elkaar aansluit ontstaat er bijvoorbeeld meer overzicht, en worden voorzieningen beter gevonden. Als je alleen op je eigen postzegel kijkt zie je niet wat je daarnaast raakt.” Serious Gaming Met een dergelijke aanpak moet je vroeg beginnen. Probeer je in een later stadium projecten in elkaar te schuiven, dan wordt het kostbaar. Daarom benadert Arcadis alle stakeholders in het beginstadium. “Dan moet je verder kijken dan alleen de partijen die betrokken zijn, zoals grondeigenaren, de gemeente en provincie. Je moet ook denken aan de welstandscommissie of Bureau Spoorbouwmeester.” Van de Kragt: “Gebruikers en omwonenden betrekken we ook al snel bij het project. Daarmee maken we gebruik van allerlei nieuwe technieken, zoals apps of Serious Gaming. Bewoners krijgen een VR-bril en kunnen door verschillende toekomstbeelden wandelen. Op basis van die ervaring kunnen ze beter kiezen uit de diverse opties en wordt weerstand weggenomen. Je moet ook niet te snel willen gaan, dan mislukt het. Stapje voor stapje voortgang maken.” << Pim van de Kragt Projectmanager bij Arcadis pim.vandekragt@arcadis.com Tom Kramer Architect bij Arcadis tom.kramer@arcadis.com Arcadis Nederland Piet Mondriaanlaan 26, postbus 220, 3800 AE Amersfoort 088-4261261 www.arcadis.com 46 - Stationslocaties 2020/2021

Duurzaamheid verdient alle aandacht Het denken over duurzaamheid staat al decennia op de agenda. Als het aan Roline den Hartog en Marjolijn Versteegden van Arcadis ligt, krijgt het de komende jaren een nog prominentere rol: “Het is allemaal niet zo ingewikkeld en duur. Als je duurzaamheid maar vanaf het begin van je project meeneemt.” Het is tijd voor verandering, en dat geldt ook voor stations en hun omgeving. Het moet duurzamer. R oline den Hartog is architect bij Arcadis. Zij legt uit dat duurzaamheid een containerbegrip is: “Bij Arcadis gebruiken we vijf pijlers: klimaatadaptatie, circulariteit, energietransitie, duurzame mobiliteit en sociaal welzijn. Bij alles wat wij doen willen we bijdragen aan een prettige, veilige en aangename wereld. Als je aan alle vijf de pijlers volledig wilt voldoen heb je mogelijk geen goed en betaalbaar ontwerp meer. Dus je kijkt per locatie welke pijler je goed in een ontwerp kan borgen en wat de meeste impact heeft.” Roline den Hartog Marjolijn Versteegden Station Bijlmer Arena Commercieel directeur Marjolijn Versteegden vindt dat duurzaamheid vooral gekenmerkt wordt als een gebouw toekomstbestendig is en het recht doet aan de milieu-impact die de materialen en de energie zouden kunnen hebben. Versteegden: “Wij hebben in 2008 station Bijlmer opgeleverd. Alles is zo degelijk ontworpen dat het er nog steeds als nieuw uit ziet, dat vind ik een duurzaam gebouw.” Station Bijlmer, ontwerp van Arcadis Architecten en Grimshaw & Partners Architects, opgeleverd in 2008 en tot op heden een station met hoogwaardige uitstraling. Stationslocaties 2020/2021 - 47

Volgens Arcadis moet je duurzaamheid vanaf de eerste stap in een project omarmen. Tijdens de maakfase moet je kritisch nadenken over het gebruik van energie en materialen. Den Hartog: “We spreken over de drie principes van circulair grondstoffengebruik. Ten eerste: beperk het gebruik. Maar als je de grondstoffen toch gebruikt, gebruik dan een duurzame versie. En als je toch iets anders gebruikt, gebruik het dan slim; efficient en hoogwaardig.” Toch gaat het niet alleen om de maakfase, het beheer en de exploitatie zijn minstens even belangrijk. Durven doen Duurzaamheids-denken is geen modegrill. Volgens Den Hartog wordt er al sinds het verschijnen van het Brundtland-rapport in 1987 over nagedacht. Den Hartog: “Wat mij betreft zou duurzaamheid een hoofdrol moeten spelen, zo ver is het nog niet, maar het speelt wel een belangrijke bijrol. Bij Arcadis zitten we op een kantelpunt, ik vermoed dat we binnenkort tegen klanten zeggen dat we onze projecten altijd duurzaam willen invullen.” Volgens Versteegden heeft Arcadis daarvoor de eerste stappen gezet: “We vinden het belangrijk dat we in alle projecten, ook ongevraagd, nog duurzamere oplossingen kunnen adviseren. Wij vinden dat onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.” Toch willen de dames het duurzaamheidsdenken eenvoudig houden. Den Hartog: “Je moet het niet zoeken in ingewikkelde visies. Vaak zit het in hele praktische zaken, is het een kwestie van doen en durven en van durven doen.” Een praktisch voorbeeld is zoiets alledaags als regen. Daarin is het denken van Arcadis de afgelopen twintig jaar ingrijpend veranderd. Den Hartog: “Vroeger legde je een straatkolk aan en die sloot je aan op het riool en weg was het regenwater. Tegenwoordig kijken we naar mogelijkheden om water te bufferen, om er later bomen mee water te geven. We passen meer groen toe en halfverharding.” Ontwerp van de nieuwe westelijke entree van Station Naarden Bussum. Duurzame ontwerpoplossingen; buffering en infiltratie van hemelwater door middel van een wadi in het stadspark. Parkzone met regenwaterbuffer Ook bij het hergebruik van materialen is er een omslag zichtbaar. “Een goed voorbeeld is ons ontwerp voor de nieuwe westelijke entree van Naarden-Bussum. Bij de inrichting van het entreegebied zijn de straatstenen hergebruikt. En we wilden een bijzondere natuursteen gebruiken, het bleek dat er elders in de gemeente natuursteen werd weggehaald. Voor de infiltratie Station Eindhoven Centraal. PV-cellen geïntegreerd in het zelfdragende glazenplafond. 48 - Stationslocaties 2020/2021

Robuuste ruwbouw Versteegden: “We verwachten in de nabije toekomst veel van City Analytics, een platform waar data in staat. We lezen een station in, en kunnen zien hoe het gesteld is met de luchtkwaliteit, met hittestress, en geluids- en wateroverlast. Op basis daarvan maken we ons ontwerp. Vervolgens zie je welke impact je ontwerp op dat soort factoren heeft.” Steward Bran Model; de levensduur (in jaren) van de ‘schillen’ van een stationsgebouw en stationsomgeving. van het regenwater hebben we het ballastbed van het oude spoor hergebruikt. Ook is een groene parkzone aangelegd, dat gebruikt wordt als wadi, een regenwaterbuffer. Daarnaast geeft dit de stationsomgeving natuurlijk ook een mooie en groene uitstraling. Wat weer bijdraagt aan het sociaal welzijn.” Stations zijn koploper bij de energietransitie, nagenoeg alle nieuwe stations krijgen zonnepanelen op het dak. Den Hartog: “En ook geothermie is aan een opmars bezig. Bij Amsterdam Centraal ligt een enorme warmte-koudeopslag. En die heeft een overcapaciteit, dus daar kan je ook andere dingen op aansluiten.” Andere ontwikkelingen zijn afhankelijk van hoe mobiliteit zich ontwikkelt. Zo kan de hyperloop grote invloed hebben, net als zelfrijdende deelauto’s. Zelfs corona heeft invloed. Den Hartog: “Een deel van de werknemers blijft thuis werken, in de ochtendspits blijft het minder druk. De capaciteit wordt berekend op piekmomenten, dit bepaalt de breedte van passages en trappen. Als blijkt dat prognoses omlaag gaan, dan verandert er wat in het ontwerp. Uiteindelijk zullen we op een andere manier naar stations en hun omgeving gaan kijken.” En dan de onzichtbare ontwikkelingen. Den Hartog: “Duurzaam heid is ook dat je de betonconstructie en fundering heel robuust bouwt, zodat je daar later op door kan bouwen. De buitenste schil, zoals de gevelbeplating gaat vaak minder lang mee. En een systeemplafond van een winkel gaat er soms na vijf jaar weer uit.” Versteegden: “De circulaire gedachte is dat je bouwt voor de doorlooptijd van een functie. De ruwbouw van een station bouw je voor honderd jaar, en dan hoop je dat je met aanpassingen aan het gebouw het zo lang laat functioneren.” Tenslotte de schoonheid, want een architect wil toch vooral iets moois neerzetten. Den Hartog: “Duurzaam en mooi bouwen zijn wat mij betreft niet strijdig met elkaar. Natuurlijk zijn er uitdagingen. Zonnepanelen moet je goed inpassen, zoals bij het station Eindhoven. Daar heeft mijn collega Luc Veeger een volledig glazen dakconstructie ontworpen, in dat glas zitten zonnepanelen verwerkt, super mooi.” << Marjolijn Versteegden Commercieel directeur / architect bij Arcadis marjolijn.versteegden@arcadis.com Roline den Hartog Architect bij Arcadis roline.denhartog@arcadis.com Arcadis Nederland Piet Mondriaanlaan 26, postbus 220, 3800 AE Amersfoort 088-4261261 www.arcadis.com Stationslocaties 2020/2021 - 49

Backer+Rueb place to be voor creatief Breda Impressie van het nieuwe plan voor Backer+Rueb Waar vroeger tramtreinstellen, stoomketels en roltrappen – to name a few – de fabrieksgebouwen van Machinefabriek Backer en Rueb verlieten, krijgt nu het Bredase Creative District steeds meer vorm. De schetsen van het stedenbouwkundige plan zijn positief ontvangen en over circa twee jaar kan naar verwachting de bouw van de appartementen, stadswoningen, werkateliers en kantoorunits beginnen. M aar liefst tienduizend vierkante meter in het plan van totaal 4,5 ha is bestemd voor ‘niet-wonen’ en dan vooral voor creatieve bedrijvigheid, legt projectdirecteur Leonore Reijnen van ontwikkelaar en belegger Amvest uit. “Uniek voor Breda.” Creatieve spirit Die insteek op creatieve ondernemers is verklaarbaar, want in het verlengde van het terrein, richting station, bevinden zich al de culturele hotspots Klavers Jansen, Electron en Podium Bloos. Reijnen: “Het Backer+Rueb-plan richt zich op creatieve ondernemers die verder willen groeien en daarbij een eigen kantoorruimte of werkplaats nodig hebben.” Ontwikkelingsmanager Christel van Bekkum: “Het proeflokaal BRACK dat in de westelijke fabriekshal zit, draait goed en past in de thematiek. Er is al 50 - Stationslocaties 2020/2021 een goede samenwerking met het Bredase Stadsarchief en de culturele organisaties van Blind Walls Gallery en Breda Photo. Dus die creatieve spirit is al volop aanwezig.” Reuring Centraal in de plannen staan de drie oude fabriekshallen en het kantoorgebouw van de oude machinefabriek. Het kantoorgebouw is al enkele jaren in gebruik door kleine ondernemers en dat blijft zo. De grote hal naast het kantoor wordt een openbare straat en vormt de verbinding met het water. Hier is ook ruimte voor kleinere evenementen. Het kantoor krijgt een passage naar deze hal. Van Bekkum: “Zodat er ook echt wat gebeurt in het gebied.” De kleinere hal krijgt gemeenschappelijke ruimtes en co-working. In de andere hal op de kop van het terrein is met de aanwezigheid van het proeflokaal annex brouwerij al de

De Lamontal, een van de hallen die blijft staan en wordt ingepast in het nieuwe plan © Artstudio23.com nodige reuring. In deze hal is nog ruimte voor kantoorunits. Van Bekkum: “In de tussenvelden komen de woningen en appartementen. Langs het water is plaats voor horeca, eventueel gecombineerd met ambachten. Op de kop achter het proeflokaal komt een park.” Industriële uitstraling De circa 450 geplande woningen zijn heel divers met sociale huurappartementen, studio’s in het middenhuursegment en lofts, appartementen en stadswoningen. Van Bekkum: “Het wordt een plek met een industriële uitstraling waar iedereen zich thuis voelt.” Tussen de Speelhuislaan en de kade van de Blecrumhaven komt een slentergebied met straatjes en groene binnenhoven. Het hele gebied wordt autovrij en groen ingericht. Bewoners en bezoekers kunnen hun auto kwijt in twee parkeergarages. Met een mobiliteitsplan wil Amvest het gebruik van (deel) fietsen, deelauto’s en openbaar vervoer stimuleren. Backer+Rueb wordt klimaatadaptief en krijgt een duurzaam energiesysteem. Door de inrichting met veel groen moet het er ook in warme periodes aangenaam zijn. Regenwater wordt zo lang mogelijk vastgehouden in het gebied. Het proces van afkoppeling, buffering en afvoer van regenwater wordt zoveel mogelijk zichtbaar gemaakt in de openbare ruimte. Wil om mee te denken Amvest begon in 2017 met de eerste plannen voor het gebied. Vanaf het begin werden omwonenden en belangstellenden betrokken in de planvorming. Onder meer de kernwaarden van het gebied werden op deze manier vastgesteld, vertelt Reijnen. “Zoals lef, levendigheid, speelsheid en connected. Dat is nog steeds de leidraad in de ontwikkeling.” Eerder ‘De creatieve spirit is al volop aanwezig’ dit jaar vonden nog enkele interactieve webinars plaats met geïnteresseerden. Een van de dingen die naar voren kwam is de wens om ook kleinere woningen te realiseren. Reijnen: “Er is veel belangstelling voor onze plannen. Er is veel wil om mee te denken en ook de gemeente is enthousiast en denkt actief mee. De gemeente heeft bijvoorbeeld begin september een tijdelijke voetgangers- en fietsbrug over de haven gelegd om een betere verbinding met de stad tot stand te brengen.” Reijnen: “De visie van Amvest is om met al onze ontwikkelingen een fijn thuis te creëren. Dat doen we het liefst in een wat grotere integrale gebiedsontwikkeling zoals hier in Breda omdat je dan meer kwaliteit en variatie kan toevoegen. Bij het Backer+Rueb-plan komt dit allemaal bij elkaar. Wat hier gaat gebeuren is exemplarisch voor waar Amvest voor staat, met een mix van functies op het gebied van wonen, verblijven, werken en recreëren.” << Voor nadere inlichtingen: www.backerenrueb.nl Tentoonstelling van Breda Photo in de Backer+Rueb hal © Artstudio23.com Stationslocaties 2020/2021 - 51

Breda zoekt de verbinding Station Breda met uitzicht op het nieuwe gerechtsgebouw Breda tilt zijn stedenbouwkundige ontwikkelingen naar een hoger niveau. Dat doet de stad door gebiedsontwikkeling te koppelen aan sociaaleconomische uitdagingen en door samen te werken met provincie en landelijke overheid. “De potentie van Breda is waanzinnig”, zegt wethouder Paul de Beer. 52 - Stationslocaties 2020/2021

M et het gereedkomen van het nieuwe station is de traditionele barrière van het spoor midden in de stad verdwenen. De Noordelijke Rondweg vormt nu de drempel tussen de binnenstad en de noordelijke wijken Haagse Beemden en Hoge Vucht. Crossmark Breda, het ontwikkelgebied dat Stationskwartier en Havenkwartier omvat, ligt tussen de noordelijke wijken en het stadscentrum en speelt een belangrijke rol in het realiseren van nieuwe verbindingen tussen de stadsdelen. Strategische allianties Breda wil het verbeteren van de leefbaarheid en veiligheid in wijken met een sociaaleconomische uitdaging koppelen aan de grote gebiedsontwikkelingen, zoals Crossmark Breda. Het station is daarin al een belangrijke schakel, meer naar het westen richting Havenkwartier en rivier De Mark biedt het water kansen voor een verbindende stad langs het water. Programmamanager Crossmark Breda Jeroen Hoefsloot: “Maar leefbaarheid en veiligheid gaat over meer dan het slechten van fysieke barrières. Daarom zijn we tegelijkertijd bezig met het vormen van allianties met de provincie en met Den Haag om samen te kijken naar een strategisch programma op sociaaleconomisch gebied, met oog voor de onderlinge relaties en parallel aan de stedenbouwkundige ontwikkelingen. Dus: hoe kan een gebiedsontwikkeling bijdragen aan de leefbaarheid en veiligheid van wijken?” Met die integrale strategische gebiedsontwikkeling is Breda koploper, zegt wethouder De Beer. “We hebben recent Kamerleden op bezoek gehad en ook minister Ollongren komt poolshoogte nemen.” Groeiruimte Projectmanager Nora van de Griend: “We vliegen het ook aan vanuit de regio; hoe kunnen de regionale gemeenten elkaar aanvullen met hun ontwikkeling van woon- en werkmilieus, van meer dorps tot hoogstedelijk?” Hoefsloot: “We werken aan een verstedelijkingsakkoord met Tilburg. De stedelijke regio Breda-Tilburg wil zich ontwikkelen tot een knooppunt van betekenis in de Noord West-Europese Deltametropool. Het is buiten de Randstad een van de snelst groeiende regio’s voor wonen en werken in een attractieve omgeving. Hoe kun je de sterke punten van beide steden complementair laten zijn en dat richting Den Haag inzetten als het gaat om het verkrijgen van middelen, ter ondersteuning van de gewenste Brack in de voormalige fabriekshallen van Backer & Rueb Het Spoorpark: langs de hele lengte van het spoor komt een groen park Stationslocaties 2020/2021 - 53

Wethouder Paul de Beer: ‘Breda heeft een uniek vestigings milieu met een waanzinnige potentie voor het ontwikkelen van woon-werkmilieus’ Hele grote ambitie Dat ondertunnelen is natuurlijk een hele grote ambitie, beseft Van der Heijden. “Maar het geeft wel de denkrichting aan van de stad en het schept kwaliteit voor de discussie over de verbindingen. Als je vanuit die gedachte verder denkt, brengt dat allerlei nieuwe zienswijzen en mogelijkheden. Als de brug over De Mark verdwijnt creëer je nieuwe opties voor een stad aan het water. De Mark inzetten om vanuit de stad verbinding te maken met de Haagse Beemden borduurt voort op de ontstaansgeschiedenis van de stad. Je kunt de stad weer aan elkaar hechten dankzij de rivier en zijn oevers. Bovendien is het inzetten van het water interessant bij het klimaatadaptief maken van de stad en de energietransitie (aquathermie).” Vertrouwen Het historisch centrum en het Crossmarkbinnenstedelijke transformaties?” Het Bredase station mét HSL-aansluiting speelt een cruciale rol in de regionale ontwikkeling, zegt de programmamanager. “Qua mobiliteit, qua stedenbouwkundige ontwikkelingen op het gebied van wonen, werken – denk: ‘internationale kantoren’ – , recreatie en als hotspot voor toegepaste creativiteit en innovatie; er is hier veel groeiruimte.” Ontvlechten De eerdergenoemde Noordelijke Rondweg is onderwerp van studie, zegt senior stedenbouwkundige Onno van der Heijden. De weg verstouwt nu per etmaal 48.000 motorvoertuigen en dat aantal groeit volgens onderzoek naar 60.000. Van der Heijden: “Eén van de mogelijkheden is om de weg ‘naar beneden te brengen’; half-verdiept, in een open bak of als volledige tunnel. Zo kun je doorgaand verkeer en bestemmingsverkeer ontvlechten en sluit je het historisch centrum en de noordelijke wijken beter op elkaar aan. Het wordt gemakkelijker om door de stad te bewegen.” gebied zijn samen 336 ha groot. Daarvan is 150 ha nu in ontwikkeling. Een groot deel van het Bredase woningbouwprogramma valt erin. De Beer: “Er is geen stad in Brabant die zo mooi kan verstedelijken als Breda, aan het water en nabij het spoor. Het vormt een uniek vestigingsmilieu met een waanzinnige potentie voor het ontwikkelen van attractieve woonwerkmilieus. De allianties met andere overheden zorgen daarbij voor vertrouwen naar beleggers en marktpartijen.” Van de Griend: “Daarbij is het wel een uitdaging om alle onderdelen op een goede manier bij elkaar te brengen. Neem innovatieve mobiliteit; welke In het Havenkwartier is een tijdelijke brug aangelegd om de verbinding tussen de verschillende gebieden te maken 54 - Stationslocaties 2020/2021

Luchtfoto van de Bredase spoorzone met op de voorgrond het Havenkwartier Het nieuwe Gerechtsgebouw vormen zijn er, wat is geschikt en hoe financier je dat? Dat kunnen wij als gemeente niet alleen en daarvoor heb je de kennis van marktpartijen nodig.” De Beer wijst naar de brug die sinds begin september de twee gebieden aan weerszijden van de insteekhaven met elkaar verbindt. “Een mooi voorbeeld van een nieuwe verbinding. Nu is het zaak om het verfijnen van het stedelijk weefsel verder vorm te geven en van losse wijken naar samenhangende stadsdelen te gaan.” << Meer informatie W www.crossmarkbreda.nl crossmarkbreda crossmarkbreda E crossmarkbreda@breda.nl Jeroen Hoefsloot Programmamanager Crossmark Breda jm.hoefsloot@breda.nl T 076-5294028 Stationslocaties 2020/2021 - 55

UNIEK CONCEPT VOOR CENTRUM BREDA Het stationsgebied Breda is binnen een paar jaar een unieke ontwikkeling rijker. De plannen voor 5TRACKSBreda rijpen al een tijd, maar medio 2021 begint de bouw. In het complex, dat uit drie markante gebouwen bestaat, worden meerdere functies samengevoegd voor een nieuwe manier van wonen en werken. Een symbiose die voor iedereen winst moet opleveren. “W e zijn eindelijk zover,” klinkt het blij uit de mond van Natalie Neary, projectontwikkelaar bij Synchroon. Vol trots toont ze een aantal mooie artist impressions van Breda in de toekomst. “In het project zitten unieke ideeën verwerkt. De driehoek is een terugkerend element. De driehoekige gebouwen hebben een atrium. Dat moet een ontmoetingsplek worden, een soort huiskamer. Mensen gaan niet meer naar hun werk om geconcentreerd bezig te zijn. Op je werk ontmoet je mensen. En dat kan in het atrium, met een uitstekende kop koffie en uitzicht op het groen.” Want minstens even indrukwekkend is de gigantische daktuin boven op de parkeergarage voor 262 auto’s. “Vanwege de grootschalige opzet en gevarieerde beplanting met onder meer grote bomen spreken we niet van een daktuin maar van het Coulissenpark.” Het park is onderdeel van het project, de toekomstige gebruikers zullen het zelf onderhouden. Het wordt bijna één hectare groot, midden in de stad en zal voor iedereen toegankelijk zijn. ATRIUM ALS GEZELLIGE ONTMOETINGSPLEK Het uitgangspunt voor het ontwerp is verbonden zijn of ‘connected’. Dankzij de ligging naast het Centraal Station is 5TRACKS Breda niet alleen sterk verbonden met de dynamiek van de stad en het stadsleven, maar ook met de Randstad, de Benelux en zelfs de rest van de wereld, zo stelt de projectont56 - Stationslocaties 2020/2021

wikkelaar. Tegelijkertijd brengt de verbinding met het groen van het Coulissenpark ontspanning en rust. Het complex is bedacht vanuit de Mixed-use-gedachte, verschillende functies worden er samengebracht: wonen, werken, een park, winkels, horeca en een hotel met 174 kamers. Dat gebouw wordt de entree voor het hele gebied. Neary: “Voor het hotel hebben we al een gegadigde, een mooi internationaal label dat perfect past bij het internationale zakenmilieu van 5TRACKS en bij de geweldige reputatie van Breda als stad voor toerisme.” Er komen in totaal 168 woningen. Neary: “In Breda zijn dit soort courante woningen zeer gewild.” In de plinten is er ruimte voor retail en voorzieningen. Haar collega Roderick van Houwelingen vult aan: “Gebouwen beleef je toch meestal vanaf straatniveau, dus een goede invulling van de begane grond is essentieel voor het succes van een project. Voor de invulling van de plinten denken we bijvoorbeeld aan een healthy grab & go bar, een city gym, een goed restaurant, maar ook een fietsenspeciaalzaak of een conceptstore met lokale producten, fashion of meubelen. Dit soort bedrijven maken integraal deel uit van het geheel en maken het leven van gebruikers gemakkelijker.” TUSSEN STATION EN RECHTBANK En dan is er nog 15.450 m2 aan kantoorruimte, verdeeld over twee gebouwen. Van Houwelingen: “We mikken op het flexibele-officeconcept. Kleine units voor zzp-ers of kleine bedrijfjes, ingenieurs, assurantietussenpersonen, mediabedrijven en dergelijke. We denNatalie Neary en Roderick van Houwelingen Zo heeft de kantoorruimte het WELL-certificaat, het eerste dat zich richt op de gezondheid en het welzijn van gebruikers van een gebouw. Van Houwelingen: “WELL neemt zeven aandachtsgebieden onder de loep, waaronder vitaliteit. In dit kantoor kom je bijvoorbeeld eerst de imposante trap tegen en daarna pas de lift. Dat stimuleert mensen om trap te lopen, want beweging is gezond.” KWALITATIEF AANBOD De ontwikkeling van het project heeft enige tijd gekost, maar nu komt het moment dat er daadwerkelijk gebouwd gaat worden met rasse schreden naderbij. De belangstelling voor het project is al die tijd groot, maar omdat er nog geen concrete opleverdatum was, is die belangstelling niet omgezet in contracten. Dat gaat nu veranderen. Neary: “Wij zijn het antwoord op de vraag naar kwalitatief aanbod in Breda. Het is een on-Bredaas, groot project. Wij zijn de enige met kwalitatieve nieuwbouw direct bij het station, strategisch gelegen midden in de Benelux tussen Rotterdam en Brussel. De belangstelling zal van binnen en buiten Breda komen.” Uiteraard is er aandacht voor duurzaamheid, met bijvoorbeeld een warmte-koude-opslag. Neary: “We zijn heel trots op het retentie-dak. In de bodem van het park zitten opvangbakken waarin 8 cm water kan worden vastgehouden. Bij een stortbui raakt het riool niet overbelast, en er is ook steeds voldoende water voor de planten in de tuin. Het hele systeem is computergestuurd. Als er veel regen voorspeld wordt, dan loost het dak automatisch van te voren een deel van het water om ruimte te maken voor die hoosbui.” << Belangstelling gekregen? Kijk op www.5TracksBreda.com ken dat het ook heel interessant kan zijn voor juridische dienstverleners, zoals advocatenkantoren. We zitten namelijk direct naast de rechtbank.” Neary: “Ze kunnen optimaal profiteren van de gemeenschappelijke voorzieningen, waaronder het eerdergenoemde atrium. Dat is een indrukwekkende entree, ontmoetingsplek en vergaderruimte in één. Het geeft kleine bedrijfjes de allure van een groot bedrijf, terwijl je ook nog eens minder meters hoeft te huren.” 5TRACKS Breda biedt ook ruimte aan corporate huurders die een hele of halve vloer nodig hebben en een goede bereikbaarheid met de auto en het OV belangrijk vinden. Ook hier komt het basisconcept van verbonden zijn terug. Bijvoorbeeld in de centrale rol van het atrium als ontmoetingsplek en de schaalgrootte: drie ruime opgezette lagen met kantoorruimte in plaats van een hoge kolos. In het verlengde hiervan en vanwege de veranderde rol van het kantoor wordt er veel aandacht besteed aan gezondheid en veiligheid. Stationslocaties 2020/2021 - 57

Helmonds Stationskwartier hard op weg naar dé ‘Place to be’ Mooie en betaalbare appartementen in leegstaande kantoorpanden, een groeiende retail, een snelfietspad naar Eindhoven met een gloednieuwe fietsbrug over het kanaal en frequente bus- en treinverbindingen met de regio: het Stationskwartier in hartje Helmond is volop in ontwikkeling en hard op weg een dynamische, hippe woon- en werkomgeving te worden voor jong en oud. “D it gebied heeft de laatste jaren echt een geweldige metamorfose ondergaan”, straalt wethouder Erik de Vries. “Neem het oude UWV kantoor, dat zo’n tien jaar leeg stond en nu is omgetoverd tot een wooncomplex met 95 appartementen. Datzelfde gaat eind 2020 gebeuren met het voormalig belastingkantoor vlakbij het station.” De regio Helmond-Eindhoven kampt met een enorm woningtekort. “Wij kiezen er bewust voor om nieuwe woningen vooral in het centrum te realiseren, in plaats van nog een extra uitbreidingswijk te bouwen”, aldus de wethouder. “Helmond is de tweede stad van de Brainport regio en naast Eindhoven de enige plek om te verstedelijken. Daar willen wij graag onze bijdrage aan leveren.” Goede mix van jong en oud Voor wonen in het centrum van de stad kijkt de gemeente Helmond vooral naar twee doelgroepen: mensen aan het begin en aan het einde van hun wooncarrière. “Jongeren zijn op zoek naar betaalbare één- of tweepersoons appartementen, willen een levendige woonomgeving, met de stadse voorzieningen binnen handbereik”, vertelt De Vries. “Deze jonge generatie is ook veel minder auto-gebonden en hecht grote waarde aan een station op loopafstand of oplossingen in de vorm van deelfietsen en deelauto’s. Daar gaan we zeker op inspelen. Een andere doelgroep zijn de ouderen die een mooi en comfortabel appartement in diverse prijssegmenten zoeken. Dichtbij winkels, horeca, cultuur en openbaar vervoer. Zo krijgen we een goede mix in de bewoning en wordt het centrum voor jong en oud een aantrekkelijke plek om te vertoeven, met volop reuring en bedrijvigheid. In tegenstelling tot voorheen toen het, met alleen maar winkels en kantoren, na 5 uur ’s middags uitgestorven was. We zitten nu echt middenin die transitie van ‘place to buy’ naar ‘place to be’.” Dynamisch stedelijk werkmilieu Met de ontwikkeling van het Stationskwartier, waar op architectonisch gebied groots en hoger uitgepakt kan worden, komt de gemeente Helmond tegemoet aan de nieuwe behoefte naar een stedelijk werkmilieu. De Vries: “Jonge innovatieve startup bedrijven, kunstenaars, accountancy of IT gerelateerde business 58 - Stationslocaties 2020/2021

Huis voor de Stad, architect Kraaijvanger “Al die bouwbedrijvigheid van de laatste jaren, fantastisch! Dát is wat je wil zien bij een stadin ontwikkeling!” willen graag midden in de stad zitten. Het Stationskwartier is daar uitermate geschikt voor. Wij willen hier, net als Strijp-S in Eindhoven of de Spoorzone in Tilburg, een dynamische en levendige werk- en woonomgeving gaan creëren. Een broedplaats voor creativiteit, innovatie en samenwerking. Uiteraard wel passend bij de schaalgrootte van Helmond.” Huis voor de Stad, een ontmoetingsplaats Ook het nieuw te bouwen stadhuis van Helmond komt midden in het Stationskwartier te liggen, op de route van het station naar het centrum. Nu werken de gemeenteambtenaren en het college van B&W vanuit vier verschillende locaties in de stad, wat hoge kosten met zich meebrengt. Deze vier gebouwen krijgen een andere bestemming of worden (deels) gesloopt. Zo wordt ’t Cour, waar B&W nu zetelen, omgebouwd tot een wooncomplex. Het nieuwe ‘Huis voor de Stad’, met een ruim plein ervoor, zal zoveel meer zijn dan alleen een stadhuis. Het wordt een laagdrempelige plek waar mensen elkaar kunnen ontmoeten, in een mooie, open ruimte op de begane grond. Ook de politie gaat zich in het Stationskwartier vestigen. Het nieuwe districtskantoor komt pal naast het Huis voor de Stad. “We hopen dat er nog veel van dit soort mooie ontwikkelingen zullen volgen, we hebben er hier de ruimte en de mogelijkheden voor!”, aldus een trotse wethouder. Eyecatcher Loods20 Een ander project om trots op te zijn is Loods20, op een steenworp afstand van het station. Dit voormalige Van Gend en Loos gebouw is gerenoveerd en huisvest sinds oktober 2020 het orgelmuseum en het EDAH museum. De Vries: “Dit is ook weer Stationslocaties 2020/2021 - 59 zo’n fantastische eyecatcher geworden! Hierdoor is het gebied echt veranderd van een nogal vervallen bende naar een heel aantrekkelijke en mooie omgeving.” Oog voor groen Er wordt niet alleen volop gebouwd en gerenoveerd in de stad, er is ook aandacht voor voldoende groen. In de zomer van 2020 werd het nieuwe Burgemeester Geukerspark geopend, met het erdoorheen slingerende riviertje de Aa. De vele water- en speelelementen maken dit park ook voor gezinnen een geweldige plek om te ontspannen. Aan de rand van het park wordt wooncomplex De Weef gerealiseerd, dat door zijn prachtige architectuur in een golfbeweging de overgang van het park naar het centrum symboliseert. Een golfbeweging, die er hopelijk ook voor zal zorgen dat het oude, grauwige imago dat Helmond als industriestad ooit had, ten positieve verandert. Iets wat deze stad, met haar geweldige renovatieprojecten en moderne nieuwbouw, echt verdient. << www.helmond.nl EU Architecture and Urbanism

SDK Vastgoed: ervaren speler in herontwikkeling stationslocaties Gebiedsontwikkelaar SDK Vastgoed (VolkerWessels) speelt een grote rol bij de herontwikkeling van in het oog springende stationslocaties in Brabant: Strijp-S in Eindhoven, de Spoorzone in Tilburg, Spoorzone (EKP) en het Paleiskwartier, beiden in ‘s-Hertogenbosch. Met decennialange ervaring in binnen- en buitenstedelijke ontwikkelingen weten zij als geen ander wat belangrijk is in dit mooie vak: een heldere visie en een lange adem, om zo gebiedsontwikkeling tot volle wasdom te laten komen. Maar ook flexibel mee buigen met veranderingen in de markt. EKP / SDK Vastgoed Z e noemen zichzelf ook eigenwijs met een kritisch randje. Een eigenschap die er volgens directeur Ferdinand Gremmen voor zorgde dat SDK Vastgoed eind 2019 de tender won voor het ontwikkelen van het EKP terrein in ’s Hertogenbosch. Want ongevraagd behield SDK Vastgoed in haar visie het aanwezige onderwijs, dat geen onderdeel uitmaakte van de tender. In de uitwerking van de plannen wordt de bebouwing hiervoor volledig gerenoveerd en dient als basis voor de verdere ontwikkeling van het gebied. 60 - Stationslocaties 2020/2021 EKP nieuwe buur van Paleiskwartier ’s Hertogenbosch EKP (Expeditie KnoopPunt, de werktitel voor dit terrein) ligt naast het Paleiskwartier, tegen het Centraal Station aan. Het daar gevestigde voormalige postsorteercentrum van PostNL zal, op initiatief van SDK Vastgoed, definitief onderdak gaan bieden aan de Kunstacademie AKV St. Joost, die er nu al een aantal ruimtes in gebruik heeft. “Wil je gebiedsontwikkeling goed laten slagen, dan moet je diverse doelgroepen een plek geven”, vertelt Gremmen. “Van de oudere doelgroep, verknocht aan de

Ferdinand Gremmen Mark Janssens - Parkeerplaatsen: 425 - Opdrachtgever en ontwikkelaar: SDK Vastgoed - Website: www.ekp-denbosch.nl stad, tot studenten en ondernemers. Zo’n student moet er niet alleen komen om lessen te volgen, maar moet er ook kunnen wonen. Voor afgestudeerden moeten er mogelijkheden zijn om zich als ondernemer verder te ontwikkelen. Binnen de Kunstacademie hebben we daarom diverse atelierruimtes voorzien en er is door het gebied heen ruimte voor follies. Maar EKP biedt ook onderdak aan andersoortige ondernemingen en startups. Voor veel werkgevers zijn stationslocaties ideale werkplekken: goed bereikbaar voor hun personeel met een gegarandeerde mobiliteit tussen de stedenknooppunten. Het EKP terrein krijgt Strijp-S / SDK Vastgoed een aantrekkelijke mix van wonen, werken, studeren, creatieve bedrijvigheid en culturele events. En zal derhalve op elk uur van de dag bruisen van activiteit. Vanaf 2023 nemen de eerste bewoners hun intrek en opent ook de Kunstacademie haar deuren.” EKP - 4,5 hectare - Looptijd: 2020-2028 - Appartementen: ca. 820 - Kantoor-en werkruimte: ca. 4.000m2 - Voorzieningen: 8.500m2 ca. 2.000m2 horeca onderwijs en Strijp-S profiteert van goed benutte tijdelijkheid In 2001 werd gestart met de herontwikkeling van het oude Philips terrein in Eindhoven: Strijp-S. In de eerste planning zou het gebied in 2018 klaar zijn. Maar de financiële crisis in 2008 stak daar een stokje voor. Achteraf gezien noemt Gremmen dat een zegen voor de verdere ontwikkeling, omdat daardoor de tijdelijkheid van het gebied nog veel beter benut werd. “Juist het verschijnen van tijdelijke restaurantjes, ateliers en een urban scene met uiteenlopende activiteiten op het gebied van werken, winkelen en recreëren maakte Strijp-S tot een interessant en spannend gebied, dat door bezoekers en gebruikers omarmd werd.” De helft van de plannen voor Strijp-S is gerealiseerd. Het zal nog 10 tot 15 jaar duren voordat het uitontwikkeld is. “Er gaat nog zoveel veranderen op Strijp-S”, aldus Gremmen. “Maar voor hetgeen dat vanuit tijdelijkheid is gerealiseerd, blijft aandacht en wordt daar waar mogelijk behouden. Dát is het milieu geworden, waar we zaken als wonen en werken aan toevoegen. En waar de aanvankelijke startups hun plek als scale-ups kunnen behouden.” Stationslocaties 2020/2021 - 61

Om de diversiteit in het aanbod goed te bewaken, is binnen Strijp-S een plintenregisseur aangesteld. “Er zijn zoveel partijen betrokken bij het creëren van Strijp-S dat het belangrijk is een goede verdeling te maken in wat we waar willen gaan ontplooien. De jonge generatie, die midden in het gedruis van de stad wil zijn, geeft de voorkeur aan een levendige buitenruimte boven het traditionele huisje, boompje, beestje concept. De plint krijgt zo een steeds belangrijkere functie als ontmoetingsgebied en moet voor ieder wat wils bieden.” Strijp-S - 27 hectare - Looptijd: 2002-2035 - Appartementen en woningen: 3.500 tot 4.000 - Kantoor- en werkruimte: 100.000m2 - Voorzieningen: 60.000m2 - Parkeerplaatsen: 4.500 - Opdrachtgevers: VolkerWessels/SDK Vastgoed, Trudo, Woonbedrijf, Gemeente Eindhoven - Gedelegeerd ontwikkelaar: SDK Vastgoed - Website: www.strijp-s.nl BLOK61 Strijp-S / SDK Vastgoed LocHal Spoorzone Tilburg / SDK Vastgoed 62 - Stationslocaties 2020/2021

De aantrekkingskracht van Spoorzone Tilburg MT-lid Mark Janssens is nauw betrokken bij de ontwikkeling van de Spoorzone in Tilburg. Dit voorheen afgesloten NS gebied bij het Centraal Station, waar treinen en locomotieven werden onderhouden, werd in 2011 openbaar. Janssens: “De infrastructuur in het gebied werd aangepast, waardoor het station twee zijdes kreeg. Door de ontwikkeling van het spoorzonegebied zijn de noordelijke en zuidelijke kant van de stad nu goed met elkaar verbonden. De combinatie wonen, werken, cultuur en horeca maakt van de Spoorzone echt een aantrekkelijk en levendig gebied.” Industrieel erfgoed werd gerenoveerd en kreeg een nieuwe bestemming. De LocHal is daar een prachtig voorbeeld van. Janssens is voorstander van het behoud van industrieel erfgoed, maar het behouden moet geen doel op zich worden. “Werkomgevingen kun je prima realiseren in gerenoveerd erfgoed, met behoud van de ziel van het gebouw. Voor woonomgevingen is dat lastiger. Met wooncomplex Clarissenhof hebben we hoogwaardige en duurzame nieuwbouw gerealiseerd. En onlangs is gestart met de bouw van wooncomplex De Brabander, met 162 huurappartementen in verschillende prijssegmenten. Zo zijn we altijd op zoek naar de goede balans tussen oud en nieuw.” Plan-t is het meeste recente pareltje in de Spoorzone Tilburg, dat eind september 2020 werd opgeleverd. Een nieuw multi-tenant kantoorgebouw met een enorme aantrekkingskracht. Optimaal bereikbaar door de nieuwe infrastructuur en de ligging direct aan het station. “Het gebouw is ontworpen om mensen te verleiden juist dáár te willen werken”, vertelt Mark Janssens. “Huurders kiezen zelf Clarissentoren Spoorzone Tilburg / SDK Vastgoed uit verschillende indelingen en inrichtingen. Op de schitterende begane grond zijn veel voorzieningen voor algemeen gebruik, zoals een kapper, een sportschool, een chill-room en een vernieuwend horecaconcept, met o.a. een dependance van sterrenrestaurant Monarh.” Plan-t biedt plek aan zo’n 30 huurders. Er zijn nog enkele units beschikbaar. << Spoorzone Tilburg - 13 hectare - Looptijd: 2010-2030 - Appartementen en woningen: 2000 - Kantoor-en werkruimte: 50.000m2 - Voorzieningen: 40.000m2 - Parkeerplaatsen: 1.800 - Opdrachtgevers: VolkerWessels, Gemeente Tilburg - Gedelegeerd ontwikkelaar: SDK Vastgoed - Website: https://www.spoorzonetilburg.nl Stationslocaties 2020/2021 - 63

Sámen werken aan De Ideale Stad De internationale trend van demografische groei en verstedelijking is ook in Nederland duidelijk zichtbaar. Hierdoor wordt ruimte niet alleen steeds schaarser, ook ontstaan er een tal van complexe uitdagingen. O m steden leefbaar en aantrekkelijk te houden is een gedeelde lange termijn visie op wonen, werken, winkelen, Leisure én bereikbaarheid key. Daarnaast moet er, voor een belangrijk deel ingegeven door de afspraken in het Klimaatakkoord, in rap temp verduurzaamd worden. Maar ook de toenemende hittestress in steden is een steeds belangrijkere factor waar we sámen iets mee moeten. Voor institutionele beleggers en andere maatschappelijk betrokken investeerders biedt dit interessante investeringskansen, mits er met overheden samengewerkt kan worden mét oog voor elkaars (on)mogelijkheden. Onmisbare samenwerkingspartners Namens deze institutionele beleggers- pensioenfondsen en levensverzekeraars- managen de leden van IVBN omvangrijke vastgoedportefeuilles. IVBN-leden zijn professionele vastgoedondernemingen in de vorm van (al of niet beursgenoteerde) vastgoedfondsen en vermogensbeheerders. Zij werken al decennialang op verantwoorde wijze mét en vóór pensioen- en levensverzekeringsgeld zodat ook starters, mensen met een middeninkomen, mensen in sleutelberoepen en senioren prettig kunnen wonen, werken, winkelen en verblijven in onze steden. Met dit “maatschappelijke bestemde kapitaal” faciliteren IVBN-leden dus belangASR Dutch Core Residential Fund en ASR Dutch Mobility Office Fund - Het groene multifunctionele plan Wonderwoods aan de Jaarbeursboulevard in Utrecht heeft twee torens van 90 en 70 meter hoog waarin plaats is voor wonen, werken, ontspanning en vermaak. De torens worden gekenmerkt door veel groen. Elisa Bontrop rijke doelstellingen van de Rijksoverheid, provincies en gemeenten. Ruimte is schaars en daarom denken IVBN-leden in samenwerkingsverband (pro)actief na over de ontwikkeling van gemengde gebieden. Sterke wijken zijn voor gemeenten een belangrijk middel om te sturen op (lokale) trends en ontwikkelingen en (zeker ook!) uitdagingen. Dit intrinsieke streven naar bijdragen aan oplossingen voor complexe opgaven komt voort uit hun bestaansrecht: zorgen voor stabiel financieel én maatschappelijke rendement ten behoeve van uitkeringen van pensioenen en verzekeringen. Denken in “hokjes” werkt niet meer, ook niet binnen de Nederlandse vastgoedmarkt. Onze samenleving vraagt om aantrekkelijke en leefbare steden en wijken met een gevarieerd en bereikbaar aanbod. Constructieve lange termijn partnerships Sterke binnensteden en wijkcentra met een relevant vastgoedaanbod zijn cruciaal voor de inclusiviteit en aantrekkelijkheid van steden. Ingegeven door disruptieve maatschappelijke ontwikkelingen (bevolkingsgroei, oplopend tekort aan woningen, groei van eenpersoonshuishoudens en 75+’ers), technologische vooruitgang en de toenemende noodzaak om in te kunnen spelen op onvoorziene omstandigheden, kunnen we stellen dat de (inter) nationale vastgoedmarkt een belangrijke transitiefase doormaakt. Wanneer we uitdagingen die voorliggen gezamenlijk en op basis van gelijkwaardigheid aangaan, ligt hier wel degelijk een duurzame toekomst in het verschiet. Dit vraagt per stad en per wijk om maatwerk, gebaseerd op een gedeelde lange termijn visie van alle betrokken ketenpartners. Ook moeten we uitgaan van de premisse dat uitdagingen ook kansen bieden. Wat deze kansen precies zijn verschilt natuurlijk per locatie. Dat houdt in dat de samenstelling van deze partnerships op lokaal niveau moet worden bepaald en ingevuld. De leden van IVBN gaan lange termijn partnerships met gemeenten en andere ketenpartners aan. Naast vastgoedpartijen, bedrijven, retailers en zorginstellingen kunnen 64 - Stationslocaties 2020/2021

Amvest Residential Core Fund - In totaal circa 360 huurappartementen, 36 parkeerplaatsen en commerciële ruimte op de begane grond aan de Van Sijpesteijnkade in het stationsgebied van Utrecht. dit ook andere (maatschappelijke en commerciële) partijen zijn die misschien niet eerder aan de betreffende lokale gebieden en/of problematiek zijn gelinkt. Denk bijvoorbeeld aan werkgevers van mensen in sleutelberoepen die mee kunnen denken over het ‘woonvraagstuk’. Aanpassen aan (snel veranderende) omstandigheden De steden van de toekomst zijn sterke, multifunctionele steden. Aangezien ruimte steeds schaarser wordt en de wereld steeds dynamischer (denk ook aan de impact van onvoorziene ontwikkelingen als Covid-19), wordt van zowel overheden als de betrokken ketenpartners een anticiperend aanpassingsvermogen verlangd. Voor de meest aantrekkelijke en dikbevolkte binnenstedelijke gebieden betekent dit dat vastgoed steeds intensiever, maar ook flexibeler zal worden gebruikt. Dit zijn bijvoorbeeld goed bereikbare stationslocaties waarbij meerdere functies in één gebouw samenkomen, de zogenaamde mixed-use gebouwen. Denk aan (middenhuur)woningen, kantoorruimten, winkels, voorzieningen en horecagelegenheden. Dit zijn bij uitstek locaties waar bedrijven gehuisvest willen zijn omdat het ze helpt talent aan te trekken. En plekken waar talent wil werken omdat ze onderdeel willen uitmaken van de dynamiek die hier geboden wordt. Een visie op de stad, de kenmerken van de directe omgeving en doelgroepen zijn essentieel. Buiten de grote stationslocaties kunnen dit ook passende woonobjecten zijn voor senioren die winkels, sociale ontmoetingsplekken, voorzieningen, uitvalswegen en/ of OV- punten dicht in de buurt willen hebben. Deze locaties bieden ook senioren de mogelijkheid om zo lang mogelijk met voldoening, hetzij zelfstandig of ondersteund door goede zorgmogelijkheden, onderdeel uit te maken van de maatschappij. The big picture IVBN-leden vervullen een prominente (trekkers)rol als het gaat om het investeren in ideale steden. In combinatie met een goed voorzieningenniveau, zetten zij in op een toekomstbestendige mix van wonen, werken, winkelen en andere vrijetijdsbesteding. Het CBRE Dutch Office Fund - Het WTC in Utrecht is een dynamisch zakencentrum, met een interessante mix van grote en kleine bedrijven. Het moderne, gezonde en duurzame kantoorgebouw biedt een inspirerende werkomgeving in het hart van Nederland, met een hoogwaardig aanbod aan diensten en een eersteklas uitstraling op internationaal niveau. Bouwinvest Dutch Institutional Office Fund - Central Park is een nog te realiseren kantoorgebouw met 22 verdiepingen direct aan het centraal station van Utrecht en naast het stadskantoor. Niet alleen vanwege de centrale ligging en het duurzame karakter heeft het gebouw de naam ‘Central Park’ gekregen, want middenin het gebouw wordt over twee verdiepingen een parkachtige omgeving gerealiseerd. één valt niet meer los te zien van het ander. Steden ontwikkelen zich tot levensloopbestendige gebieden met dito vastgoed voor iederéén. Grote, maar ook kleinere stationslocaties worden steeds belangrijkere ‘hubs’, waar mensen zo goed mogelijk gefaciliteerd worden doordat verschillende functies samen komen. Voor institutionele beleggers is een voorspelbare lange termijn horizon echter wel cruciaal. Dit betekent dat zij alleen mógen investeren als de ‘spelregels’ langjarig bekend zijn. Met andere woorden, er moet sprake zijn van een gezond investeringsklimaat. Tussentijdse wijzigingen in overheidsbeleid kan ertoe leiden dat pensioen- en levensverzekeringsgeld uit de markt wordt geduwd. Dit is dan ook de reden dat leden van IVBN alleen investeren op basis van constructieve lange termijn partnerships. Vrijwel op alle onderdelen zijn afspraken met IVBN-leden mogelijk, zolang overheden en andere ketenpartners ook een duit in het zakje doen. Ook betrokken vastgoedpartners kunnen het immers niet alleen. << Stationslocaties 2020/2021 - 65

Het meest iconische kantoorgebouw van Deventer Next level ondernemen op een toplocatie Werken in De Leeuwenbrug Deventer betekent niet alleen een representatieve werkomgeving in het hart van de stad. U heeft ook de beschikking over de vele zakelijke faciliteiten in het gebouw; zoals een sfeervolle koffi ebar op de begane grond, diverse vergaderzalen en een fi tnessruimte. Het trein- en busstation van Deventer ligt letterlijk náást het gebouw. Met de trein liggen plaatsen als Amsterdam, Enschede, Arnhem en Zwolle op maximaal een uur reizen. De Leeuwenbrug is een ontwikkeling van DC Vastgoed

Stef van der Zee (Oostkracht 10) Ondernemer en huurder in De Leeuwenbrug Deventer “Hier kan ons bedrijf verder groeien” “Als ondernemer wil je groeien. Daar biedt De Leeuwenbrug volop mogelijkheden toe. De inrichting van onze kantoorruimte hebben we creatief mogen invullen. Wij hebben gekozen voor een industrieel ontwerp met veel groen. Bijzonder is de ‘zeecontainer’ in het midden van de ruimte. Een plek waar je samen even kunt overleggen. Boven ons hangen klimaatpanelen. Qua uitstraling past dat ook veel beter bij ons dan van die saaie systeemplafonds. De klimaatpanelen zorgen enerzijds voor individuele belichting. Anderzijds zorgen ze voor een goede klimaatbeheersing. Perfecte ligging “Met het station ernaast, het centrum voor de deur en een ruime parkeergarage eronder is De Leeuwenbrug is de ligging voor ons perfect. Het moderne en representatieve pand voelt gewoon als een jas.” Benieuwd naar de mogelijkheden? Leeuwenbrug 85, 7411 TH Deventer www.deleeuwenbrug.com T. 085 - 07 04 127 E. info@deleeuwenbrug.com

creëert warme en doeltreffende stationsverlichting Licht is belangrijk en doet veel met een mens. Het heeft een grote impact op de samenleving en hoe mensen functioneren. Het op de juiste manier inzetten van licht kan zorgen voor veiligheid, gezelligheid, productiviteit, creativiteit en duidelijkheid. De lichtmeesters van LICHTNL in Barendrecht weten daar alles van. In opdracht van NS en ProRail verzorgen zij op veel stations in Nederland de verlichting. Kathedralen van licht Verlichting in stations moet aan een aantal strikte eisen voldoen. “Wij moeten ons houden aan de RLN norm die ProRail stelt”, vertelt lichtadviseur Ali Haider, die in de afgelopen decennia het grootste deel van zijn werkzame leven doorbracht in en rond stations. “In die RLN norm liggen zaken vast als levensduur van de armaturen, slagvastheid (is een armatuur voldoende vandalisme proof), waterdichtheid, lichteisen, garantie-eisen en lichtniveaus. Rondom die normen ontwerpen wij lichtplannen die goed aansluiten bij de functie van een station. De grote stations in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Arnhem worden kathedralen genoemd. Daar is veel beweging en dus ook veel licht nodig. Maar als je bij een klein stationnetje in Friesland te veel licht plaatst, dan kunnen omwonenden gaan klagen dat ze vanuit hun huiskamer in een lichtbak kijken. We zijn er in Nederland heel goed in om de hemel te verlichten, terwijl het licht alleen maar daar nodig is waar de actie plaats vindt. In onze duurzame lichtplannen houden wij daarom altijd rekening met zo weinig mogelijk lichtvervuiling en lichthinder.” 68 - Stationslocaties 2020/2021 Stations met warme, huiselijke sfeer Nu veel stations een transformatie doormaken van doorgangshuis naar verblijfplaats, veranderen ook de eisen die aan de verlichting gesteld worden. “Waar voorheen grote lichtbakken met felle TL- en PL-buizen de boel verlichtten, heeft ProRail nu gekozen voor een standaard warm-witte kleur (3000 Kelvin)”, vertelt directeur Theo van der Velden. “Dit geeft een warme, huiselijke sfeer. Op sommige stations, zoals in Leeuwarden, wordt dat effect nog versterkt door armaturen in de vorm van grote, staande schemerlampen.” Toepassen van nieuwe technieken Voor een ander station in het noorden van het land, GroningenCentraal, ligt momenteel een ontwerp klaar, waarin Human Centric Lighting wordt toegepast. Dit is licht dat, gedurende de Ali Haider

tions in Den Haag en Arnhem deze omslag nog maken. Van der Velden legt uit: “LED verlichting heeft kleinere armaturen dan de vroegere verlichting. ProRail wil in bestaande stations geen bouwkundige aanpassingen hiervoor maken. Wij moeten er dus voor zorgen dat we met het nieuwe, kleinere LED armatuur het bestaande gat afdekken. Bijvoorbeeld door er een grotere, metalen plaat achter te maken. Op een creatieve manier spelen we zo een beetje om de armaturen passend te maken. Bij grote renovaties waar alles op de schop gaat of bij nieuwbouw speelt dit uiteraard niet.” dag, qua kleur en intensiteit wordt aangepast om zo de natuurlijke lichtdynamiek van buiten na te bootsen. Daarnaast worden op steeds meer stations sensoren ingebouwd in de armaturen, die daglicht en beweging detecteren en op basis daarvan het licht op- en afschalen. Haider noemt als voorbeeld de tunnel bij station Dordrecht en de perronverlichting op station Driebergen-Zeist. Bijsturen in ontwerpfase Voor station Bleiswijk-Zoetermeer maakte LICHTNL het complete lichtplan. “Daar zijn we helemaal vanaf de tekentafel bij betrokken geweest”, vertelt Theo van der Velden. “Op ons advies heeft de architect een paar kleine aanpassingen gemaakt in het ontwerp van het plafond, waar de armaturen qua breedte en hoogte precies in een houten lamel moesten passen. Wat zij aanvankelijk wilde, was technisch niet helemaal mogelijk. Doordat we vanaf het begin mee aan tafel zaten, konden we goed adviseren en tijdig bijsturen. Na de ontwerpaanpassing hebben we samen met de fabriek een heel nieuw armatuur ontwikkeld, met minimale blindstukken, dat perfect paste. Elke keer als ik op de A12 onder het station doorrijd, dan denk ik vol trots: ‘Dat is toch maar mooi ons project!’” Overgang naar LED verlichting Zo’n vijf jaar geleden is ProRail begonnen met het vervangen van bestaande verlichting op stations door LED. Inmiddels moeten alleen de stations in Noordoost Nederland en de grote staNieuw verlichtingsconcept voor emplacementen Emplacementen zijn plekken waar treinen geparkeerd staan en onderhoud plaatsvindt. Ze worden meestal verlicht met hoge masten. LICHTNL ontwierp een nieuw verlichtingsconcept dat ervoor zorgt dat ook in de nauwe, schaduwrijke paden tussen de treinen in, voldoende licht is om de onderhoudsmonteur goed zijn werk te laten doen. Ali Haider: “We hebben een systeem ontwikkeld met spandraden van oersterke Keflar kabel. Die spannen we tussen de bestaande portalen, waar de hoogspanningsleiding aan hangt. Recht boven de paden. Aan die spandraden bevestigen we de armaturen. Zo komt het licht precies waar je het nodig hebt. Zodra er een trein aankomt, gaat het licht branden.” Dit verlichtingsconcept is inmiddels toegepast op de emplacementen in Hoorn, Alkmaar, Den Bosch, Enkhuizen en Groningen. Betere perronverlichting voor slechtzienden In september 2020 startte ProRail, in samenwerking met Stichting Koninklijke Visio, een pilot met het spandraadverlichtingsconcept van LICHTNL op een perron van station Weesp. “Voor mensen met een visuele beperking is een gelijkmatige verdeling van het licht op een perron heel belangrijk”, aldus van der Velden. “Met deze techniek kunnen we om de vier meter een armatuur ophangen, in plaats van de huidige masten die op 16 meter afstand van elkaar staan. Toegegeven, je hebt meer armaturen nodig, maar het vermogen is veel kleiner dan dat van een mastarmatuur. De eerste reacties van Visio over deze pilot zijn positief, dus wie weet wordt dit in de toekomst op meer stations toegepast.” << www.lichtnl.nl Stationslocaties 2020/2021 - 69

Pharos Hoofddorp Gezonde en inspirerende werkomgeving De gezondste werkplek Nederland creëren en een community die voor de huurders een meerwaarde oplevert, dat is de ambitie die Cairn Real Estate heeft met het kantoorgebouw Pharos nabij station Hoofddorp. “Thuiswerken op kantoor, dat is de sfeer van Pharos.” “W e verhuren geen vierkante meters kantoorruimte, maar kubieke meters gezonde werkomgeving”, zegt Frederick van Gulik van Cairn. “Het gaat om het DNA van het gebouw: een gezonde werkomgeving in al zijn facetten en dat is meer dan alleen een kantoorvloer.” Visie De visie op een gezonde werkomgeving werd ruim twee jaar geleden al ontwikkeld, vertelt Van Gulik. “De zienswijze en de wijze waarop het gebouw is ingericht sluit natuurlijk erg goed aan op de recente ontwikkelingen in relatie tot Covid-19. In feite waren we onze tijd vooruit, hoewel we het virus en het effect ervan natuurlijk niet zagen aankomen.” Pharos bestaat uit een hoogbouw van 19 verdiepingen en een laagbouwdeel van vijf etages. Het pand is afgelopen jaar grondig gerenoveerd en gemoderniseerd waarbij de kern- en ruwbouwwerken van de laagbouw zo goed als afgerond zijn en de nieuwe plattegronden tot leven komen. Bij de renovatie zijn hoofdzakelijk gezonde en duurzame materialen gebruikt en is er veel groen in de gezamenlijke ruimtes. De vloeren van de laagbouw zijn verbreed en meten nu circa 2.500 m2 elk. De oplevering van de totale renovatie vond medio oktober 2020 plaats. Work life in balance “De rol van de omgeving waarin mensen werken, is de afgelopen jaren steeds belangrijker geworden. Onderzoek toont aan dat er een direct verband bestaat tussen gezondheid en welzijn en productiviteit. Onze ambitie voor Pharos is dan ook altijd geweest om niet alleen een levendige, inspirerende en hoogwaardige werkomgeving te creëren voor onze huurders en hun bezoekers, maar ook om een gebouw te creëren dat gericht is op de gezondheid en het welzijn van haar huurders”, legt Van Gulik uit. “Onze huurders streven er in het algemeen naar om hun werknemers te inspireren op basis van ‘live to work’ en niet ‘work to live’. Bij Pharos noemen we dat ‘work life in balance’! Deze thema’s zijn tegenwoordig nog belangrijker dan voorheen.” Bij de renovatie van het gebouw komen deze onder meer tot uiting in het gebruik van hoogwaardige binnenverlichting, het gebruik van geïoniseerde lucht in het gebouw om de luchtkwa

Frederick van Gulik Business center Van Gulik signaleert een tegengestelde beweging in de markt. “Thuiswerken zal tot op zekere hoogte een permanent karakter krijgen binnen organisaties. Tegelijkertijd moet je de lay-out van de kantoorvloer anders indelen omdat je onderling meer afstand moet houden. Dus, thuiswerken leidt tot minder vierkante meters en meer afstand houden juist tot meer. Dan is ons concept een uitkomst, omdat de hele 19e verdieping is ingericht als algemene ruimte die ziet op het (in)formeel vergaderen en werken. Je kunt erheen om te relaxen, even apart te zitten of even ongestoord te werken. Er zijn flexplekken, meeting rooms en board rooms, die geboekt kunnen worden met de Pharos-app. Er is ook een restaurant en een bar. Het is dé plek waar huurders elkaar kunnen ontmoeten, en waar ze kunnen verzamelen en werken gedurende de dag. Pharos is als thuiswerken op kantoor, dat is de sfeer hier.” liteit te verbeteren en het creëren van hoogwaardige buitenruimte. “Door de samenwerking in het gebouw met Cape Karpa die de focus legt op lokale, gezonde en seizoensgebonden voeding en Frame Office als hospitality- en serviceprovider helpen zij ons om deze doelen te bereiken.” Sensoren en app in samenwerking met Healthy Workers Onderdelen van het gezonde binnenklimaat zijn een aan de daglichtcyclus aangepaste verlichting en een luchtzuiveringsinstallatie die geïoniseerde lucht inbrengt. Verschillende sensoren verzamelen daarnaast – anoniem – gegevens over onder meer CO2-gehalte, temperatuur, licht en beweging. Met een app die is ontwikkeld door Healthy Workers, kunnen werknemers onder meer aangeven hoe zij zich voelen, waaraan ze zich storen, of ze het te warm of te koud hebben en of ze bijvoorbeeld meer of minder planten zouden willen. “Die harde en softe data combineren we in een dashboard en dat geeft inzicht in de prestatie van de kantoorvloer. En daarop kun je dan vervolgens weer sturen. Het is een tool die wij de huurders aanreiken en die erg wordt gewaardeerd.” Concept slaat aan Naast een aantal kleinere units van 2 tot 8 werkplekken die worden aangeboden door Frame Offices, biedt Pharos kantoorvloeren vanaf 875 m2 . “Stel dat je duizend vierkante meter nodig hebt, dan is één unit voldoende, want met de grote hoeveelheid aan gedeelde ruimtes en faciliteiten is het mogelijk een deel van de ruimtebehoefte op te vangen en in te vullen.” Het concept met focus op gezondheid, interactie en inspiratie slaat aan, zegt Van Gulik. “In de hoogbouw hebben we al mooie bedrijven mogen verwelkomen die bewust voor het gezonde concept hebben gekozen, zoals de Japanse farmaceut Takeda, luchtvaartorganisatie IATA, de IT-bedrijven Nutanix en EPAM, outdoor media advertising agency Clear Channel en HR-organisatie Olympia.” Op dit moment is er nog een aantal volledige kantoorvloeren van 2,500 m2 beschikbaar. Pharos ligt net naast Hyde Park, dé nieuwe groene stadswijk in ontwikkeling met koop- en huurwoningen voor diverse doelgroepen en designarchitectuur, en met veel aandacht voor de publieke ruimte. Aan de andere kant bevindt zich businesspark 20/20, wereldwijd het eerste cradle tot cradle businesspark. “Wij geloven erg in de locatie vlakbij het station. Daarnaast is Pharos ook goed bereikbaar met de auto. Het is een plek die de moeite waard is om naartoe te komen. Pharos speelt in op de nieuwe manier van werken en is future proof.” << Welcome with a smile Five star hospitality services provided by Frame Offices Book extra services in the Pharos app More value for money through smarter use of space Stationslocaties 2020/2021 - 71

Het stationskwartier als nieuw type hoog-intensieve stadswijk Het nieuwe type 24-7 stedelijk milieu dat ontstaat rondom de grote stations in Nederland is in niets meer te vergelijken met de situatie van zo’n 20 jaar geleden. Schimmige tunnels en groezelige achterstandswijken, die ooit de verbinding vormden tussen station en stadscentrum, hebben plaats gemaakt voor grootse architectuur, waar gewoond, gewerkt, gewinkeld en gerecreëerd kan worden. Met bereikbaarheid als belangrijke verbindende factor. Een bereikbaarheid die naar de toekomst toe goed bewaakt moet worden, aldus Bureau Spoorbouwmeester. Oprukkende stad versus multimodaliteit De traditionele betekenis van een station is in de laatste jaren snel aan het veranderen. Spoorbouwmeester Eric Luiten ziet twee interessante dynamieken: “Vroeger was een station een gebouw op een zichtbare locatie in de stad met een herkenbare architectuur. Door allerlei vastgoedontwikkelingen wordt het station nu steeds meer door de stad ingenomen en omcirkeld. Grote stedelijke voorzieningen als ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, culturele voorzieningen, horeca en grote wooncomplexen krijgen steeds vaker een plek rondom die stations. Daarnaast zien we een snelle doorontwikkeling van stations tot integrale knooppunten, waar verschillende modaliteiten samenkomen en elkaar versterken. Met een nationaal, regionaal en lokaal bereik. Van intercity naar OV-fiets. Breda is een interessant voorbeeld: daar is een soort driedimensionale vervoersmachine neergezet, die ook nog eens een spraakmakend gebouw heeft opgeleverd. Met een geweldige uitstraling naar het centrum maar ook naar de achterzijde van het station. Daar gaat de ontwikkeling verder met grote wooncomplexen, maar ook bijvoorbeeld een prachtig gebouw voor de rechtbank.” In co-creatie verder ontwikkelen Weinig stadsgebieden worden zo intensief verdicht als de stationswijken. Bureau Spoorbouwmeester pleit ervoor de investeringen rondom multimodaliteit enerzijds en stadsontwikkelingen anderzijds slimmer en beter op elkaar af te stemmen. “Langzaamaan begint het besef te ontstaan dat die twee enorm afhankelijk zijn van elkaar”, vertelt Miguel Loos, adviseur Architectuur en Stedenbouw. “Er is nu 72 - Stationslocaties 2020/2021 een soort simultaan denken aan het ontstaan over knooppunt- én gebiedsontwikkeling, met name voor complexe gebieden als de stationswijken. En daar roeren wij ons in. Partijen komen steeds vaker samen om in co-creatie tot een optimaal proces te komen. Enerzijds zijn dat de gemeentes en de vastgoedontwikkelaars, anderzijds ProRail, NS en soms het Rijk. Vanuit een gezamenlijke ambitie voor zo’n gebied kan dan zowel vastgoed als multimodaliteit verder ontwikkeld worden.” Walkable city De openbare ruimte in een nieuwe stationswijk onderscheidt zich enorm van de traditionele openbare ruimte in de stad, waar, door de wegenstructuur, de auto vaak een dominante factor is. Loos: “In de stationswijk wordt de auto geweerd. Parkeerplekken verdwijnen, voetgangers en fietsers krijgen ruim baan. We zien de ‘walkable city’ ontstaan, een stuk stad dat door de schaarse ruimte op een heel andere, compleet nieuwe manier wordt ingericht. Het wordt steeds meer een driedimensionale bewogenheid van programma’s en functies die aan elkaar geschakeld moeten worden. Iets totaal anders dan dat we gewend zijn in de traditionele stedenbouw.” Het station als eindbestemming Door het toevoegen van wonen, werken en onderwijs worden de stationslocaties een eindbestemming in plaats van alleen een plek waar je overstapt om naar je huis, werk of De voor voetgangers ontworpen nieuwe publieke passage onder station Tilburg verbind samen met de daarop aansluitende, groen ingerichte openbare ruimte alle modaliteiten en functies in het dynamische stationskwartier. Foto’s: Jannes Linders

Het heringerichte Anna van Burenplein naast Station Den Haag CS biedt reizigers, passanten en stadsbewoners tussen alle hoogbouw een nieuw hoogwaardig en karakteristiek verblijfsplek aan. opleiding elders in de stad te gaan. Forensen of studenten die uit de trein stappen en met een paar minuten lopen hun bestemming bereiken, hoeven verder helemaal niet meer in de stad te komen. Deze dynamiek is al goed herkenbaar in Utrecht, maar ook Rotterdam en Den Haag groeien steeds verder in die richting. Loos: “Werkgevers in diverse sectoren hebben ontdekt dat deze tendens aantrekkelijk is voor hun werknemers. In plaats van achteraan de file aan te sluiten, kunnen zij met het OV snel op hun werkplek zijn.” Recht doen aan eigen identiteit Bureau Spoorbouwmeester signaleert ook hoe, naast de gemeenschappelijke kenmerken van stationswijken, de differentiatie zich verder doorzet. Luiten: “Grotere stations krijgen verschillende bedoelingen voor de reizigers, met vaak twee heel verschillende adressen aan beide zijden. Neem Hollands Spoor met de voorkant naar een volkswijk en de achterkant naar de Hogeschool. Of station Leiden met aan de ene kant het oude stadscentrum en aan de andere kant het universitair medisch centrum. Dat zijn mooie differentiaties die we met de inrichting, oriëntatie en aansluiting van het station op de omgeving ook willen honoreren. Zo ontstaat een interessant, specifiek stedelijk profiel dat lang niet overal hetzelfde is.” Groot versus klein De dynamiek van intensivering op de grote stations in de steden gaat gepaard met een terugloop van reizigers op de kleinere stations in de meer landelijke gebieden. Bureau Spoorbouwmeester vindt het een belangrijke opgave om deze stations levensvatbaar te houden, zodat bewoners aangesloten blijven op de bereikbaarheid van het landelijke netwerk. De vaak prachtige, monumentale stationsgebouwen in de kleinere kernen hebben hun oorspronkelijke functie verloren. “Wij voelen verantwoordelijkheid voor dat stukje erfgoed en proberen te helpen functies voor zo’n gebouw te vinden die lokaal betekenis hebben”, vertelt Eric Luiten. “Bijvoorbeeld door er een tentoonstellingsruimte van te maken of een stationswinkeltje in te richten. Waar we stations in de grote steden levendig maken door formalisering, kwaliteitsverhoging en styling gebeurt dat in de kleinere stations veel Eric Luiten Miguel Loos meer via informalisering en lokalisering. Zo wordt de collectie van stations in Nederland heel divers.” Ruimte voor later De mobiliteitsbehoefte in Nederland zal in de toekomst verder groeien en verder veranderen. Bureau Spoorbouwmeester maakt zich hard om voldoende ruimte over te laten om die verdere groei te faciliteren. “Als we alle ruimte op laten slokken door vastgoed, dan zetten we de knooppunten klem en worden toekomstige ontwikkelingen heel duur. Rails liggen al honderd jaar op dezelfde plek, die leg je niet zomaar ergens anders neer. Daarom moeten we nu corridors vrijhouden om in de toekomst eventueel nieuw spoor toe te voegen. Dat is een interessante puzzel die met veel partijen gelegd moet worden.” << Stationslocaties 2020/2021 - 73

SchieDistrict geeft Schiedam een nieuw aanzicht Schiedam faciliteert ambitieuze plannen voor het SchieDistrict, het gebied rondom station Schiedam Centrum en de A20. Belangrijke factor in het geheel is het plan Schieveste, de nieuwe woonwijk tussen snelweg en station. Daarnaast worden via (her)nieuwde erfpacht twee bedrijventerreinen gerevitaliseerd en maakt Schiedam zich sterk voor het upgraden van de OV-knoop. D e plannen van ontwikkelaar OCS werpen een nieuw licht op mogelijkheden voor de locatie Schieveste, die eerst bestemd was voor kantoren, vertelt wethouder Fahid Minhas. “Het is een hoogwaardig plan voor wonen, werken en voorzieningen. Dat plan hebben we omarmd”, zegt Minhas. “De gemeente wil grote stappen zetten op het gebied van wonen, werken, economie, mobiliteit, duurzaamheid en veiligheid. Het doel is een sociale en economische opwaardering voor de stad en zijn inwoners op gang te brengen.” 74 - Stationslocaties 2020/2021 Dynamische stedeling OCS staat voor Ontwikkelcombinatie Schieveste en is een samenwerkingsverband van Synchroon, Van Omme & De Groot, VolkerWessels Vastgoed en Dura Vermeer, vertelt ontwikkelmanager Marc van Os. “De locatie is ultiem verbonden met de rest van de zuidelijke Randstad door middel van een intercitystation, bus- en tramlijnen, de nabijgelegen Rijkswegen A4, A13 en A20 en er is zelfs een vliegveld om de hoek.” De doelgroep voor het nieuwe woongebied is getypeerd als de dynamische stedeling die veel onderweg is en een druk sociaal leven heeft, denk: student of net afgestudeerd, een- of tweepersoonshuishoudens en jonge gezinnen. Wooncarrière maken binnen Schieveste is straks mogelijk. Van Os: “Schieveste is er zeker voor de Schiedammer, maar zal ook de woningzoekende van daarbuiten aanspreken. Schieveste is bijvoorbeeld geschikt voor studenten of voor degene die een basis in de Randstad zoekt en vanuit daar erop uit trekt..” Enfilade Centraal in het gebied tussen de robuuste gebouwen komt de Enfilade, een parkachtige groenstrook waarin mensen zich prettig voelen maar die ook belangrijk is voor het opvangen, vasthouden en langzaam afvoeren van hemelwater. Minhas: “Het wordt veel groener dan we gewend zijn en dat kan omdat

Fahid Minhas Marc van Os we op dit OV-knooppunt durven af te stappen van de standaard-parkeernorm. Deze doelgroep maakt volop gebruik van het OV en concepten als deelfiets en deelauto.” Van Os: “Het parkeren houden we bij de woningen weg en doen we in zogenoemde parkeerhuizen. In de loop van de ontwikkeling zullen we nader onderzoeken of het wellicht met nog minder parkeerplaatsen af kan.” De realisatie start naar verwachting eind volgend jaar, na het afronden van inspraakprocedures en MER. Verstedelijking op OV-knooppunt Schieveste staat als voorbeeld van verstedelijking op een OV-knooppunt inmiddels goed op de kaart. Niet alleen het Rijk maar ook partijen als NS, RET en ProRail herkennen de opgaven en kansen die hier liggen. Woningbouw zoals op Schieveste maar ook op andere locaties rondom het station én de ingezette herstructurering van het bedrijventerrein boven rijksweg A20 vergroten immers de vervoersvraag. Om de bereikbaarheid van deze ontwikkelingen te ondersteunen, is een stevige upgrade van het station Schiedam-Centrum tot een integrale overstapterminal noodzakelijk. Upgrade station Het station en het stationsgebied zijn nauw verbonden met de plannen van OCS. Station Schiedam Centrum heeft als integraal OV-station een zware regionale functie en verdient wel een stevige upgrade, legt Minhas uit. “Het is redelijk verouderd en samen met de Metropool Rotterdam Den Haag onderzoeken we gezamenlijk met NS, RET en ProRail de renovatie- en uitbreidingsmogelijkheden. De Ontwikkelcombinatie Schieveste bestaande uit: Marco Dijkshoorn (Van Omme & De Groot), Job Posner (Synchroon), Hans Borsje (VolkerWessels Vastgoed) en Marc van Os (Dura Vermeer). Van link naar de rechts op de foto Stationslocaties 2020/2021 - 75

Dit is Schiedam Schiedam is een levendige en authentieke stad van makers en doeners. Strategisch gelegen op de universitaire kennis-as van Leiden, Delft en Rotterdam. Omringd door vaar- en rijkswegen, spoorlijnen, intercitystation en Rotterdam The Hague Airport. Met toptalenten en kennis binnen bereik. Schiedam is groot in historie, ambitie en diversiteit. Heeft alles te bieden. Het grootste bedrijventerrein van West-Europa, de innovatieve Schiedamse haven aan de Maas, als onderdeel van wereldhaven Rotterdam. Dé kansrijke toplocatie met netwerken om te ontwikkelen en groeien. transfers tussen trein, metro, tram en bus moeten een stuk beter evenals de kwaliteit van de stationshal en de reizigerstunnel. We willen de hele stationsomgeving verbeteren, ook aan de voorzijde. Daarover zijn we met verschillende vastgoedeigenaren in gesprek.” Bedrijventerreinen Minhas: “De woningbouw in Schieveste is de spil in het geheel, maar de herstructurering van de bedrijventerreinen Spaanse Polder en ’s Gravelandsepolder hoort er zeker ook bij. Die willen we toekomstbestendig en duurzaam maken. Beide terreinen zijn al supergoed bereikbaar en nieuwe bedrijven melden zich ‘Schieveste is één integraal plan dat aan alle kanten klopt’ 76 - Stationslocaties 2020/2021

al terwijl bestaande bedrijven aangeven dat ze willen nieuwbouwen.” Bijdrage Rijk De benodigde geluidsmaatregelen vergen een flinke investering. Daarnaast wil de gemeente een hoogwaardige openbare ruimte creëren met wandel- en fietsroutes die moeten aansluiten op de andere gebieden in Schiedam. Ook een tunnel onder het spoor halverwege Schieveste staat op het wensenlijstje. Voor het uitvoeren ontving Schiedam een bijdrage van achttien miljoen euro van het Rijk uit de Woningbouwimpuls om de ontwikkelingen te versnellen. Dat het Rijk zo’n forse bijdrage levert, toont volgens Minhas dat er vertrouwen is. “Gemeente en marktpartijen dragen overigens ook hun steentje bij.” Van Os: “Schieveste is een marktinitiatief; het is een fors plan met een dito ambitie. We trekken samen op met de gemeente, ieder vanuit zijn disciplines. Ik vind het wel heel stoer dat de gemeente dit omarmt en faciliteert.” Minhas: “De kracht van deze ontwikkelcombinatie is dat het één integraal plan is dat ze indient en; een plan dat aan alle kanten klopt. Ik heb er alle vertrouwen in. Het hele gebied wordt beter en over tien, vijftien jaar ziet heel Schiedam er anders uit.” << Gebiedsontwikkeling SchieDistrict Steeds duidelijker wordt zichtbaar hoezeer schaalsprongen op het gebied van wonen (verdichten), economie (werken en een leven lang ontwikkelen) en mobiliteit (bereikbaarheid met alle (deel)modaliteiten) nodig zijn om verstedelijking, betere leefbaarheid en maatschappelijke inclusie op een duurzame manier te realiseren. Daarom werkt Schiedam sinds juli 2018 aan de gebiedsontwikkeling SchieDistrict. Hiertoe behoren de deelgebieden Schieveste, het station SchiedamCentrum, de bedrijventerreinen Spaanse Polder en ´s-Gravelandse polder, de Kop van Singel, de Peperkliplocatie en de corridors in en naar het gebied. www.schiedistrict.nl www.nieuwbouwschieveste.nl www.schiedistrict.nl SCHIEVESTE Stationslocaties 2020/2021 - 77

Wonen en werken in de Goudse Spoorzone Gouda bouwt aan de toekomst! In het gebied rondom het station, komen woningen en voorzieningen voor iedereen die wil wonen, werken en ontspannen in een moderne omgeving. De Goudse Spoorzone ligt centraal en is optimaal bereikbaar. Via het spoor, met de fi ets en over de weg. Het gebied is goed verbonden met de regio én de grote steden in de Randstad. De Spoorzone wordt de komende jaren getransformeerd tot moderne, nieuwe entree van Gouda. Er komen ongeveer 1000 woningen voor elke portemonnee, in combinatie met kantoren, woonwerk-units, maatschappelijke (zorg)functies, dienstverlening en onderwijs. Gouda is ambitieus, maar toont ook lef en daadkracht: in het afgelopen jaar zijn in hoog tempo echt ‘meters’ gemaakt met de ontwikkeling van de Spoorzone. In delen van het Spoorzone-gebied staan nu nog verouderde kantoren en logistieke bedrijfslocaties. De gemeente wil hier graag een gemengd stadslandschap van maken. Een gebied met allure, wat tegelijk een impuls geeft aan het terugdringen van het woningtekort in Gouda. Omdat huishoudens steeds kleiner worden, wonen er gemiddeld minder mensen in een woning en is er een grote behoefte aan extra woonruimte. De focus in de ontwikkeling van de Goudse Spoorzone ligt daarom mede op kleinere en betaalbare woningen. Zodat meer huidige inwoners, waaronder jongeren, in de stad kunnen blijven wonen. En Gouda ook in de toekomst vitaal blijft, met voldoende inwoners en goede voorzieningen. Wethouder Rogier Tetteroo (ruimtelijke ordening, bouwen en wonen) kan niet wachten om te gaan beginnen. “We pakken met de Spoorzone de woningnood aan, knappen locaties op en creëren hoogwaardige vestigingslocaties voor bedrijven. Met deze ontwikkeling geven we de werkgelegenheid een boost. Er is straks plaats voor drieduizend nieuwe Gouwenaren. Daar zijn ook voorzieningen voor nodig, dus daar liggen beslist kansen.” Wethouder Michiel Bunnik (fi nanciën, economie en grondzaken): “Gouda ligt centraal in de andstad en heeft goede verbindingen over weg, water en spoor. Met het hoge voorzieningenniveau ult Gouda een centrumfunctie voor omliggende gemeenten. De transformatie van de one maakt Gouda nog aantrekkelijker als vestigingsstad voor bedrijven en geeft een boost aan de stedelijke economie.” o aan de s Wethou andsta

Natuurinclusief in de Spoorzone A1-locatie Eén van de deellocaties in het project is ‘Spoorzone A1’. Het gebied ligt in het westen van de Spoorzone en ten noorden van het spoor. Het terrein is onbebouwd en aanvankelijk zouden hier kantoren komen. Vanwege de grote vraag naar woningen in de regio, heeft Gouda besloten om hier een twist aan te geven. M3 Architecten en Wibaut BV, twee ontwikkelende partijen, zijn die uitdaging aangegaan en maakten een plan met een ideale combi van ‘wonen & werken’. Op het oostelijk deel van deze locatie realiseert Wibaut een 1828 vestiging. Hier komen circa 220 sociale huurwoningen voor jongeren in de leeftijdscategorie van 18 tot 28 jaar. Meer informatie is te vinden op 1828.nu. Nog eens ongeveer 200 woningen worden aan de westkant van deze deellocatie ontwikkeld door M3 Architecten: dit worden koop én (sociale) huurwoningen in verschillende prijsklassen. Er is in deze plannen veel aandacht voor de kwaliteit van de binnen- en buitenruimte en duurzame toepassingen, zoals natuur-inclusiviteit en de biodiversiteit. Zo wordt de Spoorzone niet alleen een stedelijk woongebied maar ook een fraaie groene toegang tot Gouda. Fraai wonen in het Burgemeesterkwartier (Blokker-locatie) Op het terrein van het oude distributiecentrum van Blokker, midden in de Spoorzone, komen 600 tot 650 vrije sector koop appartementen. Het plangebied heeft de mooie naam ‘Burgemeesterkwartier’ gekregen en de plannen omvatten grondgebonden woningen, sociale en middeldure huurwoningen en ongeveer 2000m2 commerciële functies. White House Development uit Gouda ontwikkelt dit gebied en zij werken samen met Mei Architecten en landschapsarchitect Felixx om van dit gebied een fraaie woonomgeving te maken. Met veel groen en aandacht voor duurzame details: auto’s blijven bijvoorbeeld aan de randen van het gebied, zodat je met recht kunt spreken van autoluw wonen. En er wordt volop ingezet op deelmobiliteit. Inmiddels heeft gemeente Gouda met White House Development, in een samenwerkingsovereenkomst, de randvoorwaarden voor de planuitwerking afgesproken. Het ontwerp van het plangebied wordt momenteel verder uitgewerkt. Er is nog wel een bestemmingsplanwijziging nodig om de toekomstige woonfunctie mogelijk te maken. Begin 2021 zal een anterieure overeenkomst tussen Gouda en de ontwikkelaar gesloten worden. Dit is de opmaat tot een aanpassing van het bestemmingsplan. Vervolgens is de planning om in het laatste kwartaal van 2021 de woonbestemming te verkrijgen. Visual Prominent bij het station: Spoorzonelocatie C1 Deellocatie C1 (kavel 2) heeft een prominente plek aan de oostelijke zijde van de Spoorzone, tussen het nieuwe pand van RABO en de Goudse Cinema. Dit gebied is nu onbebouwd en had aanvankelijk een kantoorbestemming. Net als bij de A1-locatie is, mede vanwege de grote vraag naar woningen, besloten om hier circa 150 sociale huurwoningen te realiseren. Het bestemmingsplan is hierop inmiddels aangepast. De Goudse woningcorporatie Mozaïek Wonen zal dit plan verder ontwikkelen en de grond in eigendom overnemen van de gemeente. De woningen worden ontworpen voor verschillende doelgroepen binnen de sociale sector, zoals jongeren en vitale senioren. Architectenbureau “Studio Leon Thier” werkt het ontwerp verder uit. Het ontwikkelgebied ligt op loopafstand van het station en dat maakt dit plan een toplocatie voor mensen, die voornamelijk reizen met het openbaar vervoer. Net als in andere ontwikkelingen staan wooncomfort, duurzaamheid en de kwaliteit van de buitenruimte in de plannen centraal. In de plint komen maatschappelijke functies en stedenbouwkundig wordt aangesloten bij de naastgelegen gebouwen: de plint van het nieuwe gebouw krijgt dezelfde hoogte als de huidige kantoorgebouwen. goudaspoorzone.nl

Treinstations als nieuwe verbinders De herpositionering van stationsretail Tony Wijntuin, WYNE Strategy & Innovation In het artikel Retail op Stationslocaties dat in de uitgave van Stationslocaties Nederland 2018/2019 is verschenen is uitgebreid ingegaan op de dynamiek van horeca en retail op treinstations. De vraag is toen gesteld wat- vanuit het perspectief van de aanbiedende partij- de meerwaarde van stationsretail is. Geldmachine, kwaliteitsbooster of imagobouwer? Een vraag die nu twee jaar later vanuit een andere context wordt beantwoord. Hoe staat het er nu voor? De ontwikkelingen in horeca- en retailland hebben niet stil gestaan, aangejaagd of gevolgd door onder andere verandering in consumentengedrag en technologie. Ontwikkelingen die om een snelle reactie van de markt vragen en die maximaal zijn versneld door de Coronacrisis. Met momenteel 55 tot 60% minder reizigers op de NS stations hoeft je geen rekenwonder te zijn om te kunnen beredeneren dat dit fors inhakt op de retail en horeca op treinstations. De omzetten van de exploitanten staan onder druk en in het verlengde daarvan- door het gebruik van omzethuren- de huuropbrengsten voor de NS als verhurende partij. Hoe lager de omzet, door de terugval in traffic, hoe lager dus huur. De verwachting is dat de NS vijf jaar nodig heeft om te herstellen van de impact van Corona. Spoorzone Tilburg (bron Zecc) Het station als nieuwe verbinder Waar de voorkant van het treinstation traditioneel dé entree naar de binnenstad is, was ’achter het station’ vaak een plek waar de gemiddelde stationsgebruiker niet graag kwam. Met de gebiedsontwikkeling van deze achterkanten is dit beeld hard aan het veranderen. Met als voorbeelden de rauwe industriële spoorzone van Tilburg die een ongekende metamorfose heeft ondergaan, de plannen voor de ‘nieuwe Europese stadswijk aan het water’ in de Bredase spoorzone of de grootschalige ontwikkeling van de Amsterdamse IJ-oever. Waardemodel stationsretail (bron WYNE) Kortom, het verdienmodel van de stationsretail (lees retail en horeca) staat onder druk en de vraag is hoe om te gaan met de grote uitdaging die dit met zich meebrengt voor zowel de NS als verhurende partij als de partijen die de NS faciliteert in de exploitatie van deze voorzieningen. Ontwikkelingen die allen met een mix van wonen, werken, recreëren, cultuur, leisure, horeca en retail stuk voor stuk inzetten op het creëren van dynamiek op hun locatie en nieuw elan voor hun omringende omgeving. De lelijke achterkanten worden getransformeerd naar aantrekkelijke plekken met een diversiteit aan gebruikers en bezoekers. Dankzij deze spoorzone-ontwikkelingen komen stations terecht in een nieuw rol, namelijk dat van centrale verbinder tussen binnensteden en vernieuwende mixed-use locaties. Herpositionering van stationretail De nieuwe rol van stations biedt ook nieuwe kansen. Zeker nu met het wegvallen van een aanzienlijk deel van de treinreizigers dat als “captive audience” niet anders kan dan via het station te reizen. Naast deze groep is er nog een grote potentiële groep indirecte stationsgebruikers, namelijk de “targeted audience”. De groep die niet per se het station hoeft te bezoeken tenzij zij worden verleid en goede redenen krijgen aangeboden om dit wel te doen. Deze nieuwe doelgroep kan worden aangeboord door de huidige stationsretail te herprogrammeren van “geldmachine” naar “imago bouwer”, inclusief de bijbehorende uit breiding en herpositionering van het aanbod. Stationsretail 80 - Stationslocaties 2020/2021

Ten gunste van maatwerk, vernieuwing en couleur locale die voor onderscheidend vermogen, aantrekkingskracht en lokale inbedding moet zorgen. De recente opening van Coffeelab in station Eindhoven is een mooi voorbeeld van een lokale held die voor nieuw elan zorgt in het treinstation. Verder moeten voor de transformatie van treinstations van alleen een locatie waar je op reis gaat naar een plek waar je naast reizen ook graag verblijft meer functies dan alleen retail of horeca worden toegevoegd. Waarom zou een station geen plek zijn waar je kan recreëren, een concert bezoek of na het werken een hot yoga klasje bijwoont en daarna nog even snel een lekkere maaltijd afhaalt voor een etentje thuis? Lil’ Amsterdam Centraal Station (bron Tycho’s Eye Photography) Jewel Changi Airport Singapore (bron Darren Soh) moet hiermee veel meer de functie van smaakmaker en verleider krijgen in plaats van sec generator van huuropbrengsten. Het feit dat het laatste zoals hiervoor aangehaald sowieso onder druk staat kan in plaats van een bedreiging als kans worden aangegrepen. Als extreem voorbeeld van deze shift in denken kan Jewel Changi Airport in Singapore worden genoemd. Een belevings- en winkelcentrum dat naast reizigers expliciet inzet op het aantrekken van niet-reizende bezoekers uit de directe omgeving van de luchthaven. De grootste winst in de herpositionering van stationsretail kan worden geboekt door het aantal generieke ketens dat nu het karakter van treinstations domineert te verminderen. Equal Yoga (bron socialmediamen.nl) Met de eerste StationsHuiskamer op Rotterdam Centraal is een paar jaar geleden een eerste stap gemaakt in het nieuwe denken ten aanzien van stationsvoorzieningen. Een verrassend eenvoudig maar zeer aantrekkelijk verblijfsconcept dat nog steeds staat als een huis. Met Lil’ Amsterdam op station Amsterdam Centraal is door te experimenteren met een onderscheidend platform voor lokale en startende Amsterdamse ondernemers weer een belangrijke volgende stap gezet in de herdefinitie van stationsretail. De vraag die nu wordt gesteld is welke andere stations werk durven te maken van een grootschalige herpositionering van hun voorzieningenaanbod en welke smaakmakende ondernemers en organisatie daaraan meehelpen? << Stationslocaties 2020/2021 - 81

Zwijndrecht zoekt lef en creativiteit voor nieuw Stationskwartier De gemeente Zwijndrecht staat aan de vooravond van een grootscheepse opwaardering van zijn spoorzone. Het masterplan is geschreven en de gemeente staat in de startblokken. “Wij willen aan de slag”, zegt verantwoordelijk wethouder Jos Huizinga. S amen met buurgemeente Dordrecht en de provincie Zuid-Holland werd een ambitiedocument ontwikkeld om in een straal van één kilometer rondom de stations woningen toe te voegen en zodoende het draag vlak voor openbaar vervoer te vergroten. In het plan is veel aandacht voor onderwerpen als groen, duurzaamheid, energietransitie, nieuwe mobiliteitsconcepten en een mix van wonen en werken. Wethouder Huizinga: “Het moet een bruisend en afwisselend geheel worden: wonen, werken en recreëren en met voldoende voorzieningen. En dat op één van de best bereikbare locaties in de zuidelijke Randstad.” Samen sterker De ontwikkeling van de spoorzone gebeurt samen met buurman Dordrecht en is een voorbeeldproject van de groeiagenda, legt Huizinga uit. In totaal gaat het tot 2030 om 25.000 nieuwe Het nieuwe Zwijndrecht www.diztrikt.nu 82 - Stationslocaties 2020/2021

woningen. “9.000 daarvan ontwikkelen we in de spoorzone die daarmee één van de icoonprojecten is.” Zwijndrecht en Dordrecht willen daarnaast ook 30.000 nieuwe arbeidsplaatsen creëren. “Grote ambities, maar daar houd ik wel van. Samen met provincie en Dordrecht en ondersteund door de Woondeal-afspraken kunnen we dat realiseren.” Er is een stuurgroep waarin beide gemeenten en de provincie de besluiten nemen. “Samen sta je simpelweg sterker.” Buiten de geijkte paden DiZtrikt is de nieuwe naam voor het Zwijndrechtse deel van de spoorzone, waarbij de Z symbool staat voor Zwijndrecht. Huizinga: “DiZtrikt gaat buiten de geijkte paden, zowel in naam – we wilden het niet Spoorzone 078 noemen – als in aanpak. We hadden bijvoorbeeld heel snel een samenwerkingsovereenkomst met wooncoöperatie Woonkracht10. Dat laat zien dat er daadkracht en veel wederzijds vertrouwen aanwezig is. Nu zijn we zover dat we de markt de kans geven om mee te doen. Om mee te denken en binnen het raamwerk dat er ligt samen verder te ontwikkelen. Onze visie is niet in beton gegoten; als we over vier jaar anders denken over bijvoorbeeld de energietransitie of mobiliteit, dan moeten we het op dat onderdeel opnieuw vormgeven.” Enorm uitdagend In DiZtrikt is ruimte voor circa 800 huur- en koopwoningen, inclusief sociale woningbouw. DiZtrikt moet ook bijdragen aan een meer evenwichtige bevolkingssamenstelling en daarom is er in de plannen ook ruimte voor woningen in het duurdere segment. Huizinga: “De duurzaamheidsagenda, de energietransitie, mobiliteit en bereikbaarheid, verschillende typen woningbouw; alles komt hier samen en dat maakt het enorm uitdagend. De markt reageert heel positief op onze plannen.” Impressie Stedelijke ontwikkeling in het groen Miriam Bode, programmamanager Spoorzone: “Er zijn nu veel grote, brede wegen in het gebied. Die willen we aanpakken ten gunste van fietsen en lopen met ruimte voor het OV, met minder aandacht voor de auto en met meer groen. We noemen dat groen-stedelijke ontwikkeling. Het gaat erom dat we een vertaalslag weten te maken richting klimaat en werken en wonen in gemengde wijken. De nieuwe banen moeten bijvoorbeeld mede ontstaan omdat het gebied ook ruimte biedt aan werkplekken voor zzp’ers en kleinere bedrijven in gemengde gebouwen. Denk aan levendige plinten in de gebouwen, woningen met bedrijf aan huis. Van alles wat.” Kansen DiZtrikt biedt grote kansen; vanaf station Zwijndrecht is het eerstvolgende station in Wethouder Jacqueline van Dongen (leefomgeving, wonen, klimaat), Miriam Bode (programmamanager Spoorzone) en wethouder Jos Huizinga (ruimtelijke ontwikkeling en grote projecten) Rotterdam slechts tien minuten verderop en ook Brabant is goed bereikbaar met de trein. Behalve het spoor, zijn er verbindingen met de waterbus richting Dordrecht en Rotterdam. Er zijn plannen om de oude spoorverbinding Leiden – Dordrecht nieuw leven in te blazen als lightrail-verbinding. Bode: “En het gaat hier ook om een heel mooi achterland, met onder meer de Biesbosch, het rivierfront en diverse recreatiegebieden in de Zwijndrechtse Waard.” Geliefd Wethouder Jacqueline van Dongen (Wonen): “We vragen om lef en creativiteit. Dit soort gebieden zijn heel geliefd. Dat is terecht, vanwege ligging en bereikbaarheid. Maar het vraagt ook sociologische samenhang. Dus niet denken vanuit de bakstenen, maar vanuit de mensen. De compactheid van het gebied is een kracht om het mooi en duurzaam in te richten met mogelijkheden om buiten te verblijven en te ontmoeten, met ruimte voor de fietser en de voetganger. Dat past ook in de trend waarin we meer voor elkaar moeten en willen zorgen. Het masterplan daagt daarop ook uit.” Huizinga tot slot: “DiZtrikt is het nieuwe Zwijndrecht, stoer, eigentijds, maar toch vertrouwd. Een open gemeente waar mensen elkaar ontmoeten, waar veel voorzieningen zijn en waar het fijn wonen, werken en leven is. Zwijndrecht wil nu aan de slag. Doe mee en daag ons uit.” << Gemeente Zwijndrecht Melissa Blanken info@spoorzone.nl www.DiZtrikt.nu Stationslocaties 2020/2021 - 83

en verder ... Zo‘n 100 medewerkers in Nederland maken met elkaar vastgoed toekomstbestendig. BOAG en Drees & Sommer hebben medio 2020 hun krachten gebundeld. Het resultaat is één sterk advies- en projectmanagementbureau dat bedrijven, instellingen, beleggers en overheden ondersteunt in alle facetten van vastgoed. Door middel van toekomstgericht advies en zowel strategische als pragmatische ondersteuning in de realisatie van een vastgoedproject biedt de organisatie oplossingen voor succesvolle gebouwen, vastgoedportefeuilles met een hoog rendement, toekomstgerichte advisering, effectieve infrastructuur en leefbare steden. Wereldwijd adviseert Drees & Sommer in interdisciplinaire teams opdrachtgevers uit de meest uiteenlopende sectoren. Economie, functionaliteit en ecologie zijn daarbij onafscheidelijk: in alle diensten denkt en handelt Drees & Sommer duurzaam met oog voor alle factoren die daarbij komen kijken. Dit is wat Drees & Sommer betitelt als ‘the blue way’. WE ARE JOINING FORCES www.boag.com www.dreso.nl

foto: NS Stations/ProRail E is Een gebouw transformeren tot toekomstbestendig vastgoed terwijl het volop in gebruik is, dat is een vak. De uitdaging is des te groter voor locaties met een publieksfunctie en diverse gebruikersgroepen, zoals een NS-station. Controle over een dergelijk complex project bestaat alleen wanneer de communicatie optimaal is. Een uitdaging zoals BOAG en Drees & Sommer die regelmatig met beide handen aanpakken en tot een succesvol einde brengen. ‘M ooi voorbeeld’, zo zegt Managing Director Ton Heijmans, ‘is de transformatie van Amsterdam CS van verouderd monumentaal station naar een stationslocatie die voldoet aan de eisen van vandaag; een veelomvattende opgave om 20.000 m2 nieuw stationsgebied te realiseren door renovatie, restauratie en nieuwbouw in een omgeving waarin dagelijks 275.000 passanten ongehinderd en veilig wilden reizen, de bevoorrading van tientallen winkels niet in gevaar mocht komen, de schoonmaak ongestoord doorgang moest vinden en waar een verkeersroute vlak langs en over het bouwterrein liep. En dát terwijl in de directe omgeving van het werkgebied diverse nevenprojecten gelijktijdig in uitvoering waren, waaronder de bouw van het nieuwe busstation en de Noord/Zuidlijn. Een opgave waar, naast technische kennis en ervaring ook coördinatie en communicatie essentieel waren.’ Veiligheid en logistiek waarborgen De opdracht van NS Stations aan BOAG behelsde directievoering en toezicht op het project, zowel in de voorbereiding als in de uitvoering. Bij een project van deze complexiteit, met zoveel stakeholders, is continu schakelen en communiceren van cruciaal belang gedurende het hele traject. Om de veiligheid en de stationslogistiek te waarborgen, was een continue informatiestroom nodig tussen de aannemer, BOAG, het stationsbeheer en de ondernemers. ‘We hebben in dit project nauw samengewerkt met NS. Met elkaar zijn we gekomen tot een plan van aanpak dat alle betrokken partijen omvatte, dus ook de partijen die in de directe omgeving van het station bouwwerkzaamheden uitvoerden. Om processen te kunnen managen moeten de grote lijnen te allen tijde duidelijk zijn. Bijsturen deden we in kleine teams. Deze werkwijze heeft geleid tot de realisatie van een technisch en qua randvoorwaarden zeer complex werk met behoud van een hoge eindkwaliteit, binnen redelijke tijdskaders en binnen budget. Bijna 90% van de reizigers geeft het verblijf in de nieuwbouw een 7 of hoger! We zijn trots dat wij hieraan hebben kunnen bijdragen’, besluit Heijmans. Gebundelde krachten bij vastgoedvraagstukken Meer weten over de aanpak van BOAG en Drees & Sommer bij vastgoedvraagstukken in een intensief gebruikte omgeving? Bezoek www. boag.com en www.dreso.nl. BOAG en Drees & Sommer hebben medio 2020 hun krachten gebundeld. Het resultaat is één sterk advies- en projectmanagementbureau dat bedrijven, instellingen, beleggers en overheden ondersteunt in alle facetten van vastgoed. Door middel van toekomstgericht advies en zowel strategische als pragmatische ondersteuning in de realisatie van een vastgoedproject biedt de organisatie oplossingen voor succesvolle gebouwen, vastgoedportefeuilles met een hoog rendement, effectieve infrastructuur en leefbare steden. << Stationslocaties 2020/2021 - 85 manag

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Spoorzones steeds vaker de verbindende factor 400 treinstations telt Nederland, groot en klein. Stations die steeds meer een multimodaal vervoersknooppunt worden én die bovendien steeds vaker een aantrekkelijk woon- en werkgebied vormen die stadsdelen met elkaar verbindt. De achterliggende jaren investeerden NS Stations, ProRail, gemeenten, projectontwikkelaars, bouwers en OV-aanbieders al in een flink aantal stations en dat proces gaat door getuige de voorbeelden in dit magazine. Thema’s als multi use, duurzaamheid, bereikbaarheid en duurzame mobiliteit en het station als aantrekkelijk verblijfsgebied zijn leidend in de (ver)bouwplannen. Hierna leest u een overzicht van een aantal actuele ontwikkelingen in Nederlandse stationsgebieden die elders in dit magazine niet aan de orde zijn gekomen. In spoorzone ’s-Hertogenbosch komt alles samen In het gebied Spoorzone ’s-Hertogenbosch komt veel samen. Zo zie je hier cultuur en industrieel erfgoed, vervoersknooppunt en natuur, aanwezigheid van jonge mensen en nieuwe werkgelegenheid. En nieuwe stedelijke woonvormen. We maken gebruik van het succes van de binnenstad en vergroten dit naar de Spoorzone: de verbrede binnenstad. Waarbij er veel aandacht is voor ontwikkelingen op het gebied van duurzame mobiliteit: van e-bike tot zero emissie bus. Het station en de directe omgeving zijn hierin een belangrijk knooppunt. De Spoorzone vormt zo het vertrekpunt voor een nabije, bereikbare stad. Daarnaast wordt in de Spoorzone het bedrijfsklimaat versterkt, met het innovatiedistrict in het Grasso/ Grenco terrein als kernpunt. We gaan voor een gezonde arbeidsmarkt met ruimte voor data en nieuwe technologieën. Onderwijs, overheid en bedrijfsleven werken samen en delen kennis. Daadkracht en ruimte om te experimenteren zijn in dit gebied belangrijke pijlers. En dit alles zo duurzaam mogelijk. 86 - Stationslocaties 2020/2021

Omgeving Eindhoven Centraal klaar voor metamorfose Een nieuwe woon-, werk, verblijf en leefwijk met het centraal station als hart van de Brainportregio Eindhoven. Met 55 hectare gaat het om een van de grootste binnenstedelijke gebiedsontwikkelingen van Nederland. Tot 2040 verandert deze stenige omgeving met wegen en kantoren in een nieuwe stuk centrum. Nu woont er niemand en straks ongeveer 15.000 Eindhovenaren. De plannen gaan de komende maanden langs college en raad van Eindhoven voor groen licht. In deze nieuwe ontwikkeling staat de mens centraal. En veel aandacht voor groen, duurzaamheid en klimaat en ruimte voor langzaam verkeer. Eindhoven wil als vijfde stad en tweede economie van Nederland groeien om haar positie als wereldspeler van kennis, design en technologie te handhaven en versterken. Dat zie je straks ook terug in dit gebied. Want Eindhoven is in trek bij zowel binnen- als buitenlandse kenniswerkers. Dat levert ook nu al flinke druk op de woningmarkt. En veel vraag naar woonruimte voor elke portemonnee met nadruk op sociale en middeldure woningen. Door de woondeal met Den Haag bouwt Eindhoven tot 2024 al 15.000 woningen. Dat zijn er 3000 per jaar. Een deel daarvan komen aan de zuidkant van het station. In de Tilburgse Spoorzone gebeurt iets bijzonders Op de plek die ooit de werkplaats was van de Nederlandse Spoorwegen, ontstaat een compleet nieuw stadsdeel van zo’n 75 hectare groot. Tilburg heeft ‘de Spoorzone’ ontdekt, ontwikkeld én omarmd. Met succes, in de Spoorzone is en wordt gebouwd, gewoond en gewerkt. Parels als de LocHal, Plan-t of het Clarissenhof bevestigen de meerwaarde van dit gebied. En er wordt nog steeds geïnvesteerd. Onder meer door de gemeente en door VolkerWessels. In het hart van de Spoorzone zit een nieuwe dynamische ontmoetingsplaats voor bedrijven en organisaties; Plan-t. Een multifunctioneel werkgebouw met veel faciliteiten en een vernieuwende visie op samenwerken. Flexibiliteit, duurzaamheid en transparantie zijn het uitgangspunt dat Plan-t geschikt maakt voor uiteenlopende concepten. Het volgende stokpaardje van de Spoorzone staat letterlijk in de steigers. MindLabs wordt direct naast de prijswinnende LocHal de nieuwe blikvanger van de Spoorzone. In de zomer van 2020 is gestart met de bouw van deze innovatieve hotspot waar onderwijs, onderzoek en ondernemerschap samenkomen en vooral samenwerken aan de toekomst. Stationslocaties 2020/2021 - 87

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Roosendaal ambieert extra station Knap Etten-Leur knapt op Het stationsgebouw en de perrons van station Etten-Leur werden eerder dit jaar opgeknapt. Het gebouw kreeg een nieuwe entree, een bloemenkiosk en een koffiebar. De gemeente zorgt voor de opwaardering van het stationsplein; er komen nieuwe paarkeerplaatsen bij en een nieuwe fietsenstalling. Het aantal fietsenplekken gaat van 1370 naar 1705. Aan het plein komen huurflats voor jongeren met een grootte van veertig tot vijftig vierkante meter. Er tegenover komen vijftien koopappartementen in het gloednieuwe wooncomplex Carré 45. Die variëren in grootte van 80 vierkante meter tot penthouses van 159 vierkante meter. Op de begane grond hiervan komt kantoorruimte. De gemeente Roosendaal en het bestuur van het Bravis Ziekenhuis hebben gezamenlijk een visie opgesteld voor de 42 hectare die men gaat ontwikkelen in het agrarische gebied Bulkenaar. Twaalf hectare wordt gereserveerd voor het ziekenhuis en eventuele zorgpartners. De rest wordt ingevuld met een landschapspark en een aansluiting op rijksweg A58. En er wordt een locatie tussen de snelweg en de groene buffer gereserveerd voor de mogelijke komst van een HUB waar verschillende vervoersstromen samen kunnen komen. Dus niet alleen aan parkeerplaatsen, maar ook aan een fietsenstalling, een busstation en wellicht in de toekomst ook een treinstation. Het ziekenhuis heeft een regiofunctie en zal extra reizigers genereren, maar ook voor de bewoners van Roosendaal en de regio kan een treinstation op deze locatie betekenis hebben. Stationspark Deurne valt in de prijzen Coöperatie Stationspark Deurne zag eind 2014 het levenslicht. Nu bijna zes jaar later ziet het stationsgebied van het Peeldorp er een stuk vrolijker uit. Bloemen, plantenperkjes, een watertappunt, een fietspomp, graffiti-kunstwerken, moestuintjes naast het spoor en historische fotoprints op elektriciteitskasten en het transformatorhuisje. De coöperatie Stationspark Deurne heeft de afgelopen zes jaar niet stilgezeten. De troosteloze ambiance op en rondom het station is veranderd in een sfeervol gebied waar het goed vertoeven is. Grondlegger van de coöperatie en kartrekker van de vele projecten is Deurnenaar Michel Lintermans. Hij benadrukt dat het doel van de coöperatie breder is dan alleen het verfraaien van het stationsgebied. Het heeft ook een maatschappelijke functie. Zo werkt de coöperatie samen met Deurnese scholen, verenigingen en zorginstanties. Sinds kort is er ook een verbinding met zorgboerderij De Lindehoeve. Deelnemers met een beperking kunnen in de moestuin en de werkplaats terecht voor dagbesteding. Het werk van de coöperatie is ook buiten Deurne niet onopgemerkt gebleven. Stationspark Deurne heeft meerdere prijzen in de wacht gesleept, waaronder de Pluk van de Pettefletprijs van het radioprogramma Vroege Vogels en De Natuur- en Milieufederaties. En ook in Groot-Brittannië is Deurne in beeld. Daar kreeg Stationspark Deurne een belangrijke maatschappelijke spoorwegprijs vanuit de organisatie Acorp, een nationale organisatie van treinstations. Lintermans pleit voor een soortgelijke organisatie in Nederland zodat er ook in ons land meer aandacht komt voor de inrichting van de stationsgebieden en zo kunnen profiteren van de positieve ervaringen in Deurne. 88 - Stationslocaties 2020/2021 Amersfoort ontwikkelt 20 ha Vorig jaar is in Amersfoort het masterplan gereed gekomen voor De Wagenwerkplaats, een nieuw bruisend stadsdeel waar veel plek komt voor wonen, cultuur en andere stedelijke dynamiek. Het gebied is circa 20 hectare groot en ligt ten westen van het station Amersfoort en ten noorden van het spoorwegemplacement. Het masterplan gaat uit van de bouw van meer dan 650 woningen, waarvan minimaal 30% sociale huurwoningen. Er komen ongeveer 90% appartementen. De overige woningen zijn stadswoningen, beneden-en bovenwoningen, maisonnettes en/of grondgebonden woningen. Voor het hele gebied is circa 26.000 m2 ruimte voor kantoren, horeca, evenementen, sport en andere stedelijke, gemengde functies. De Wagenwerkplaats is een van de vijf gebieden die samen de gebiedsontwikkeling Langs Eem en Spoor vormen. Dit is een unieke woon-werk-recreatieplek, grenzend aan de binnenstad. De andere vier gebieden zijn: Trapezium, Eemplein, De Nieuwe Stad en Kop van Isselt waarbij samenhang en diversiteit tussen deze gebieden een speerpunt in de ontwikkeling is.

LOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES Stationslandgoed Driebergen-Zeist Station Driebergen-Zeist is veranderd van verkeersknelpunt in een compact, veilig en duurzaam OV-knooppunt. De overweg zorgt niet langer voor files en onveilige situaties. Het spoor kreeg meer capaciteit en er zijn meer fietsenstallingen en parkeerplaatsen gekomen. De herontwikkeling is aangegrepen om het groene karakter van het gebied verder te versterken. Het station ligt namelijk midden in een aantal bekende landgoederen. Daarom is het stationsgebied vormgegeven als een stationslandgoed met ontwerpelementen van de Engelse landschapsstijl. Gorinchem De komst van station Gorinchem Noord is belangrijk voor de MerwedeLingelijn én de gemeente Gorinchem. Wanneer de bouw kan beginnen, is echter nog onduidelijk. Eerst moeten er een oplossing gevonden worden voor de geplande spoorovergang. Die kan namelijk niet op de bedachte locatie komen vanwege aangescherpte veiligheidsregels. Station Gorinchem-Noord wordt volgens de plannen een halte met zij-perron waarop twaalf zitplaatsen komen voor wachtende reizigers. Voor fietsen komen er 112 klemmen en 46 kluizen te staan. Het nieuwe station telt straks 46 parkeerplaatsen. Groen viaduct voor LansingerlandZoetermeer Station Lansingerland-Zoetermeer brengt trein, RandstadRail, bus, auto en fiets bij elkaar waarmee het gebied Rotterdam-Gouda-Den Haag beter bereikbaar wordt. Het verkeersknooppunt is vormgegeven als een groen viaduct van ruim 40 meter breed en 190 meter lang. Het brugdek functioneert als de halte van de lightrail en als traverse voor voetgangers en fietsers. Kenmerkend is het vele groen; met zo’n 150 bomen, uiteenlopende beplanting en gras is een ‘laan’ gecreëerd bovenop het viaduct. Het station is zo ontworpen dat het zonder al te grote ingrepen is uit te breiden als de verdere groei van de vervoersbewegingen in de regio daarom vraagt. Leiden krijgt duurzaamste kilometer De gemeente Leiden werkt aan een metamorfose van zijn stationsgebied. Er komen nieuwe woningen, goed bereikbare kantoorruimten, horeca en extra fietsenstallingen. Aan de stadskant, tegenover het station, bouwt de gemeente aan Lorentz. Dit project bestaat uit huurwoningen, kantoren, winkels en een fietsenkelder. De eerste fase betreft twee woontorens met kantoren en winkels op de begane grond en een fietsenkelder. Fase 2 is een gebouw met alleen kantoren. Andere nieuwbouwprojecten zijn De Geus met een grote bioscoop en woningen en Octagon met een hotel en woningen. Daarnaast werken in Leiden 29 partijen samen aan de ‘duurzaamste kilometer van Nederland’: de versnelling van de verduurzaming van het Stationsgebied en de naastgelegen Schipholweg. Over vier jaar moet het project gereed zijn. Stationslocaties 2020/2021 - 89

STATIONSL IONS Creatieve transformatie in spoorzone Dordrecht Dordrecht groeit. De stad wil de komende jaren 10.000 extra woningen realiseren. Veel van die woningen komen in de Dordtse Spoorzone. een gebied langs en rondom het spoor waar volop kansen liggen voor innovatieve bebouwing of creatieve transformatie van bestaande gebouwen. Een prachtig voorbeeld van zo’n transformatie is te vinden vlak naast station Dordrecht. Hier ontwikkelt Nieuw Thureborgh B.V. het project ‘Thureborgh campus, met ca. 450 woningen voor studenten en jongeren. De vraag naar deze woningen neemt toe. Onder meer doordat Dordrecht in diezelfde Spoorzone ook de campus Leerpark ontwikkelt, waar onderwijs en bedrijfsleven samenwerken om jongeren voor te bereiden op de arbeidsmarkt van de toekomst. De komst van nieuwe hbo-opleidingen geeft het Leerpark nog meer aantrekkingskracht op studenten. Met het nieuwe woningaanbod blijven de studenten en jongeren aan de stad verbonden. Dat geldt ook voor studenten die niet in Dordrecht studeren. De hoogwaardige spoorverbinding met Rotterdam – in een Energieneutraal station voor Delft Station Delft is 5 jaar geleden helemaal vernieuwd en geïntegreerd in het nieuwe stadskantoor van de gemeente. De sporen en het perron zijn ondergronds gegaan in een spoortunnel van ruim twee kilometer lang. In die spoortunnel is een tweede tunnelbuis gebouwd. Daarin worden twee extra sporen aangelegd. Tegelijkertijd wordt een nieuw perron gerealiseerd en aangesloten op de stationshal. Het gebied rond station Delft Campus (voorheen Delft Zuid) wordt de komende jaren ontwikkeld tot een veilig en modern OV-knooppunt dat de TU Delft, Voorhof, Tanthof, Schieoevers en zelfs Midden-Delfland gaat verbinden. De gemeente wil de bereikbaarheid, verblijfskwaliteit, uitstraling, mobiliteit, sociale veiligheid en verbindingen in het gebied verbeteren. Ook komen er circa 15.000 woningen, voorzieningen en bedrijven. Samen met gebiedsontwikkelaar BPD werkt Delft aan de gebiedsvisie, die is naar verwachting in de zomer van 2021 klaar. De visie is straks de basis voor verdere plannen in het stationsgebied, waaronder het stationsplein en de Noordkavel. Op de Noordkavel komt een gebouw met verschillende functies, zoals woningen, werkplekken en voorzieningen. Station Delft Campus wordt het eerste energieneutrale treinstation van Nederland met een kap met zonnepanelen. Het spoor wordt verdubbeld van twee naar vier sporen. Ook komt er een fiets- en voetgangerstunnel. In 2023 moet het station af zijn. 90 - Stationslocaties 2020/2021 kwartier sta je middenin de havenstad – maakt Thureborgh ook voor hen straks een ideale thuisbasis. Thureborgh past in de gebiedsontwikkeling rondom station Dordrecht. Aan de zuidkant stap je vanuit het station direct het naastgelegen Weizigtpark in. De entree krijgt een volledige facelift, dankzij een nieuwe verhoogde fietsenstalling. De ontsluiting van het gebied wordt verbeterd en logischer. Kortom, de Spoorzone Dordrecht ontwikkelt zich volop. En we nodigen iedereen uit om daar aan bij te dragen! Den Haag ziet groen van ambitie Den Haag wil de komende jaren een aantal woontorens bouwen rond de stations Den Haag Centraal, Hollands Spoor en Laan van NOI om de verwachte groei van de bevolking op te vangen. Begin september werd het vernieuwde station Den Haag Hollands Spoor en de bijbehorende nieuwe fietsenstalling voor 2.500 fietsen geopend. De reizigerstunnel is verlengd waardoor ook het nieuwe stadsdeel Laakhavens een eigen ingang krijgt. Aan die kant komt een volwaardige stationsentree met een ruim plein en een grote fietsenstalling. Op het voorplein en in het station is verder extra winkelruimte gemaakt. Rond station Den Haag Centraal wordt het groen verbeterd in de Koekamp en uitgebreid door overkappingen over de A12. Het Koningin Julianaplein krijgt een paviljoen en er komen nieuwe woontorens. De nieuwe fietsenstalling is al open en biedt plek aan 8.000 fietsen, waarvan 700 ov-fietsen. Het hele gebied krijgt een nieuwe uitstraling. Het park Haags Bos, de Koekamp en het Malieveld worden groener en sluiten straks beter op elkaar aan. De gemeente en Staatsbosbeheer werken hiervoor samen.

LOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES Ede-Wageningen verbindt Station Ede-Wageningen wordt compleet vernieuwd. Ook het omliggende gebied wordt flink aangepakt. Er komt een P+R met ruim 500 parkeerplaatsen en een fietsenstalling met ongeveer 1.800 plaatsen. Daarnaast komt er een bewaakte stalling voor ongeveer 6.000 fietsen. Op het station zijn goede informatievoorzieningen, een divers aanbod van stationsvoorzieningen (waaronder winkels) en comfortabele wachtruimtes. Ook worden de overstaptijden verkort. De werkzaamheden starten volgend jaar. Spoorzone Ede verbindt straks twee woonwijken. Twee tunnels voor Nunspeet Station Nunspeet ligt aan de spoorlijn Amersfoort – Zwolle. De Nunspeetse stationsomgeving krijgt een facelift waarbij de huidige spoorwegovergang plaats maakt voor twee afzonderlijke tunnels: één onderdoorgang voor gemotoriseerd verkeer en één voor langzaam verkeer met hierbij ook een toegang tot het perron. De verwachting is dat de bouw eind 2024 gereed is en dat beide tunnels het jaar daarop gebruiksklaar zijn. Nijmegen uitgebreid op de schop Nijmegen is een belangrijk knooppunt op het drukke traject Schiphol - Utrecht - Nijmegen. Het station krijgt een derde perron en er komen meer liften en (rol)trappen om overstappen eenvoudiger te maken. De reizigerstunnel wordt verlengd. De gemeente, ProRail, NS en de Provincie Gelderland werken samen om het stationsgebied verder te ontwikkelen tot een comfortabel, overzichtelijk en handig OV knooppunt. Aan de westzijde komt een nieuwe toegang tot het station, een beheerde fietsenstalling voor 3.000 plaatsen en een Kiss en Rideplaats. Aan de westzijde legt de gemeente ook een nieuwe snelfietsroute aan en past het de omringende infrastructuur aan voor een betere bereikbaarheid van het station. Voor de centrumzijde onderzoekt de gemeente hoe het de looproutes tussen het station en de binnenstad kan verbeteren. Ook de stationshal en de directe omgeving maken deel uit van de studie. Glocal City District in Rotterdam In Rotterdam ontwikkelt het gebied rondom station Rotterdam Centraal zich tot een Glocal City District; een mix van het ‘lokale’ en het ‘wereldse’. Lokale smaakmakers hebben hun plek naast grote internationale bedrijven. De komende jaren komen nieuwe initiatieven van de grond die het Rotterdam Central District verder versterken als (internationale) toegangspoort tot de binnenstad van Rotterdam. Zo realiseert Maarsen Groep tegenover het station het complex The Modernist. Het ontwerp bevat een levendige plint met daarboven vier lagen kantoren en twee woontorens. En pal naast het station komt Tree House van ontwikkelaar Provast. Het nieuwe gebouw krijgt een kwalitatief woningaanbod, flexibele kantoren en ook een cultuurplatform en horeca. Ontwikkelingen zijn er ook in Rotterdam Oost. Station Rotterdam Alexander is ingrijpend verbouwd. Zowel trein als metro zitten nu onder één dak waardoor reizigers snel en comfortabel kunnen overstappen. Het nieuwe stationsgebouw heeft een moderne en open uitstraling. Gemeente Rotterdam ziet kansen om het gebied rondom het OV-knooppunt verder te ontwikkelen tot hét centrum van Rotterdam Oost. Samen met partners in het gebied wordt gewerkt aan een breed gedragen plan voor deze zogenoemde Alexanderknoop. Het doel is een levendig centrum met sterke woon-, werk-, winkel- en vrijetijdsfuncties in een groene en klimaatbestendige omgeving. Stationslocaties 2020/2021 - 91

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Rijzende ster Hoofddorp Aan de oostrand van de stad ligt het treinstation Hoofddorp aan de Schiphollijn. In het stationsgebied vinden verschillende ontwikkelingen plaats. Hyde Park betreft de ontwikkeling van meer dan 3.800 premium appartementen en studio’s in een uniek stadspark. Toparchitecten creëren hier een hypermodern stedelijk gebied van ongekende allure. Hyde Park is gesitueerd op het huidige bedrijventerrein Beukenhorst-West. Hierbij worden de oude kantoorpanden gesloopt en wordt er in fases nieuwe woningen gebouwd. Hyde Park wordt in fases gebouwd en de bouw start eind 2020. Cairn Real Estate maakt(e) van het kantoorgebouw Pharos nabij het station de ‘gezondste werkplek van Nederland’. Pharos bestaat uit een hoogbouw van 19 verdiepingen en een laagbouwdeel van 5 etages. Het pand is afgelopen jaar grondig aangepakt waarbij de kern- en ruwbouwwerken van de laagbouw zo goed als afgerond zijn en de nieuwe plattegronden tot leven komen. Bij de renovatie zijn hoofdzakelijk gezonde en duurzame materialen gebruikt en is er veel groen in de gezamenlijke ruimtes. De vloeren van de laagbouw zijn verbreed en meten nu circa 2.500 m2 elk. Ook vlakbij station Hoofddorp: Schiphol Trade Park, het meest duurzame en innovatieve bedrijventerrein van Europa. Met name bedrijven uit sectoren als logistiek, high tech, fashion, life sciences en food & flowers voelen zich hier thuis. In Hoofddorp-Beukenhorst-Zuid, op 5 minuten van Schiphol Airport, ligt de inspirerende, gezonde en productieve werkomgeving Park 20|20, de eerste fullservice Cradle to Cradle®-geoptimaliseerde werkomgeving. De gebouwen op Park 20|20 zijn zo ontworpen dat zij eenvoudig uit elkaar te halen zijn. Park 20|20 biedt talrijke faciliteiten en goede service, is WELL-gecertificeerd en de groene omgeving, het water en diverse ontmoetingsplekken zorgen voor een ideale sfeer. Hilversum gaat aan de slag Het Stationsplein en directe omgeving is Hilversum al jarenlang een doorn in het oog. Om die reden zijn in de afgelopen jaren plannen gemaakt om het gebied grondig op de schop te nemen. Na een zorgvuldig proces van inspraak door burgers en vele professionele stakeholders werd een stedenbouwkundig plan gemaakt waarin een totale metamorfose van het stationsgebied wordt geschetst. Er komt een nieuwe structuur van straten en pleinen die het stationsgebied beter en logischer verbindt met het centrum. Op het Stationsplein komt ruimte voor wonen (min. 200, max. 325 woningen), ondernemerschap en recreëren. Groen in de vorm van bomen en water(opslag) zijn nadrukkelijk aanwezig in de openbare ruimte. Op het Stationsplein komt verder een nieuw busstation en een grote ondergrondse fietsenstalling. Het huidige station wordt verbouwd tot een ‘alzijdig station”, met een volwaardige entree aan beide zijden van het spoor. Voor het gehele gebied wordt ingezet op hoogwaardige architectuur. Het bestemmingsplan waar de raad nu mee heeft ingestemd, is een planologische-juridische uitwerking van dit stedenbouwkundig plan. Eerst volgt nu de ontwerpfase. Naar verwachting gaat medio 2022 de eerste schop de grond in. De gemeente hoopt dat de totale vernieuwing in 2028 is afgerond. 92 - Stationslocaties 2020/2021

LOCATI OCATIES Toekomstvisie voor station Haarlem Centraal Het stationsgebied van Haarlem gaat op de schop. Met 10.000 nieuwe woningen wordt het drukker in de stad met meer mensen, meer verkeer en meer bedrijvigheid. Tussen 2020 en 2040 wordt daarom gebouwd aan het stationsgebied van de toekomst. Gemeente Haarlem en provincie Noord-Holland werken samen met partners toe naar een toekomstbestendig OV-knooppunt. Een plek waar het naast aangenaam reizen ook aangenaam is om te verblijven, wonen en werken. Het gebied krijgt een uitstraling die aansluit bij de mooie historische binnenstad. Kortom: een gebied waar Haarlemmers trots op mogen zijn! De gemeente en provincie hebben samen met partners, stakeholders, experts en inwoners de ambities in kaart gebracht en dit vertaald naar een toekomstvisie voor het gebied. Deze visie dient als kompas voor alle ontwikkelingen die hier gaan plaatsvinden. Zaanstad maakt het waar Zaanstad groeit en daarom startte de gemeente in 2015 MAAK. Zaanstad. Onderdeel daarvan is de verbetering en ontwikkeling van een levendig, veilig en bereikbaar centrumgebied. Het stationsgebied maakt hier een belangrijk onderdeel van uit. Met de nieuwe spooroverbouwing over het spoor bij station Zaandam komt er een transfer voor voetgangers en fietsers die het centrum verbindt met de westzijde. Daarnaast worden er winkels toegevoegd aan deze spooroverbouwing, zodat het een prettig verblijfsgebied wordt. Er is een nieuwe fietsenstalling gekomen voor circa 1.400 fietsen. De stationshal heeft een nieuwe entree gekregen en de hal is aangepast aan de eisen van nu. Amsterdam vernieuwt op alle fronten Station Amsterdam Amstel is inmiddels voorzien van een nieuw busstation. Er is een nieuw tramperron met keerlus voor trams aangelegd en er is een nieuwe fietsenstalling onder het station gerealiseerd. Het Rijksmonument uit 1939 functioneert nog steeds prima, maar het aantal bezoekers is de afgelopen jaren enorm toegenomen. Daarnaast zijn de voorzieningen in de stationshal gedateerd en aan vervanging toe. De stationshal krijgt daarom een nieuwe indeling. De verlaagde plafonds worden verwijderd waardoor de oorspronkelijke inval van het daglicht wordt hersteld. Daarnaast worden alle winkelcasco’s gerenoveerd en voorzien van nieuwe puien. Vanuit de nieuwe fietsenstalling onder het station komt er een rechtstreekse trap naar de stationshal. Om de toegankelijkheid van het perron te verbeteren zal er ook een nieuwe trap naar perron 1 komen. Ook worden beide perrons opgeknapt en heringericht met onder andere nieuw meubilair en overstapkubussen voor de metroreizigers. Station Amsterdam Zuid is het snelst groeiende station van Nederland en moet een compact OV-terminal worden waar alle vervoersmodaliteiten samenkomen. Het station krijg een vijfde én zesde spoor en nieuwe overkappingen. Om reizigers goed en aangenaam op te vangen komen er twee stationspassages. De huidige Minervapassage wordt heringericht en verbreed met aan beide kanten winkels en voorzieningen. De Brittenpassage wordt nieuw gebouwd en krijgt aan één zijde winkels. De metrostations komen straks centraal te liggen tussen de beide passages in. De perrons bieden toegang tot beide passages om het aantal reizigers goed te verdelen over het station. De verbouwing van Station Amsterdam Zuid is onderdeel van het project Zuidasdok. In dit grootste infraproject van Nederland worden naast het openbaar vervoer, de autowegen, de openbare ruimte en het fietsparkeren aangepakt. Wat werd en wordt er niet aangepakt in, aan en rond het station Amsterdam Centraal? Ook de komende jaren wordt er doorgewerkt aan het vernieuwen en verbeteren van het station en het stationsgebied. Bij Station Noord, beginpunt van de Noord/ Zuidlijn, komen 4 woontorens. Van de 1.000 woningen zijn er ongeveer 450 woningen bestemd voor sociale huur, ongeveer 370 woningen voor middeldure huur en ongeveer 180 woningen voor de vrije sector. Ook de openbare ruimte rondom het station wordt aangepakt, met onder meer veel groen en drie nieuwe bruggen. In 2021 start de vernieuwing van station Lelylaan. Het station wordt een aansprekende en levendige plek in de omgeving. Het project bestaat uit een nieuwe overdekte fietsenstalling, een tramkeerlus met nieuwe haltes en aanpassingen aan het stationsgebouw en de openbare ruimte. Stationslocaties 2020/2021 - 93

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Meer ruimte in Naarden-Bussum ProRail, NS en de gemeente Gooise Meren werken samen aan hete verbeteren van station Naarden-Bussum. Het monumentale station wordt toegankelijker en ruimer. Er komt een extra brede doorgang van de hal naar perron 1, dat ook wordt verbreed, zodat er meer ruimte voor reizigers ontstaat. De huidige fietsenstallingen worden verplaatst en krijgen een plek naast het perron. Er komen groenbakken en nieuw perronmeubilair. Er komt een nieuwe ingang aan de westzijde van het station. Het aantal sporen is ter plaatse teruggebracht van 5 naar 2 om de doorstroming te bevorderen. Een onderdoorgang onder het spoor nabij de Karnemelksloot in Naarden zorgt ervoor dat de noord en zuidkant van het Naardermeer verbonden worden. Lelystad pakt knelpunten aan De gemeente Lelystad wil een aantal knelpunten aanpakken en wil toe naar een stationsgebied waar iedereen makkelijk kan komen. De visie voor de vernieuwing van het stationsgebied is dit jaar gereed gekomen. Uit diverse bijeenkomsten met betrokkenen, zoals ondernemers en inwoners, blijkt dat de stationsomgeving in combinatie met het Stadshart veel potentie heeft. In de visie komen verschillende ontwikkelingen op het gebied van verkeer, parkeren, wonen en werken samen met als doel een stationsgebied dat goed bereikbaar is, meer woningen, bedrijvigheid en groen heeft en waar je je fiets makkelijk kunt parkeren. Het stationsgebied wordt zo samen met het Stadshart dé entree voor belangrijke bestemmingen in de stad en de regio. In de visie wordt het centrum vooral voor bestemmingsverkeer, komt er een eiland busstation met een andere aanrijd- en wegrijdroute, komen er betere en nieuwe verbindingen voor voetgangers en fietsers en wordt ingezet op meer woningen en bedrijvigheid. De Spoorzone Lelystad is een van de negen sleutelprojecten van Metropoolregio Amsterdam (MRA). Vernieuwing Station Almere Station Almere Centrum is toe aan een grondige vernieuwing, die past bij deze tijd en de wensen van de reiziger van vandaag. De gemeente Almere, Provincie Flevoland, ProRail en de NS zijn de samenwerking aangegaan om in de periode tot 2022 het station en de stationsomgeving ingrijpend te verbouwen. De werkzaamheden zijn 5 oktober begonnen. De inzet is om de toegankelijkheid, de kwaliteit en belevingswaarde van het station Almere Centrum en de directe omgeving - inclusief het bus-, stations- en Mandelaplein - te verbeteren. De stationsomgeving krijgt een duurzame metamorfose naar een uitnodigende en sfeervolle entree van de stad, met voldoende capaciteit en voorzieningen voor het groeiend aantal reizigers uit de stad, de regio en ook van ver daarbuiten. De ontwikkeling van het stationsgebied eindigt niet in 2022. Ook daarna werkt de gemeente verder aan de ontwikkeling van het Stationskwartier, het grotere gebied om het station. Er worden woningen gerealiseerd voor studenten, starters, senioren en gezinnen en er is een economisch programma waarbij mixed-use het uitgangspunt is. In de plannen zijn ook nieuwe voorzieningen op het gebied van sport, cultuur, entertainment en horeca opgenomen. Uiteindelijk wordt dit het Hart van de stad én het economisch knooppunt van de stad en de regio. 94 - Stationslocaties 2020/2021

LOCATI OCATIES Slimme binnenkomer Deventer: De Kien In de eigenzinnige Hanzestad Deventer vinden ondernemers, onderwijs en overheid elkaar om het stationsgebied een impuls te geven door onder meer vastgoed te ontwikkelen en samen een masteropleiding ICT te ontwikkelen: De Kien (Stadscampus Deventer). In de zone rondom het Stationsplein, Handelskade en Verzetslaan zit een unieke combinatie van IT-, techniek- en researchgerichte adviesbureaus actief in het sociaal en ruimtelijk domein. Deze informatie- en kennisindustrie is goed voor meer dan 20% van de banen in Deventer. Tevens heeft Deventer met een vestiging van Saxion Hogescholen en ROC Aventus twee onderwijsinstellingen in huis die zich met opleidingen en onderzoek richten op deze vakgebieden. Door de optimale bereikbaarheid van het gebied aan de rand van de historische binnenstad zijn deze instellingen hier geconcentreerd. De Kien ligt bij de toegang tot de historische binnenstad die zich kenmerkt door een sterk cultureel aanbod en veel culturele makers. De komende 10 jaar zal de Kien zich gaan ontwikkelen tot een bruisend en dynamisch stedelijk milieu, waar elke student en professional wil werken, wonen, studeren en leven. Het zijn deze creatieve stedelingen die ruim baan krijgen in De Kien. Talentontwikkeling, ontmoeting en kennisdeling staan hierbij centraal. Spoorzone Zwolle volop in beweging De Spoorzone in Zwolle is een unieke plek. Strategisch gelegen voor heel Nederland. Elk uur komen en vertrekken er treinen uit maar liefst acht richtingen. Steeds meer mensen ontdekken het stationsgebied. Het is het innovatieve hart van Regio Zwolle. Dé plek voor innovatieve voorlopers die willen experimenteren, ontmoeten en waarde creëren. Het is niet alleen een gewilde leer- en werkplek, maar ook een geliefde woonplek. Er worden daarom duizenden nieuwe woningen gebouwd. Ook komt er meer ruimte voor technische en creatieve makers. En dat vraagt samen om een comfortabel, fijn en prettig station met alle functionaliteiten die de instappers, uitstappers en overstappers nodig hebben op weg naar hun volgende bestemming. Want het stationsgebied is zonder twijfel een ankerpunt voor de hele regio. De Spoorzone is dan ook volop in beweging. Het afgelopen jaar is er een ondergrondse klimaatadaptieve fietsenstalling gebouwd en is de verbouwing van het stationsgebouw gestart. Ook komt er een iconische loopbrug over het spoor, deze passerelle verbindt de historische binnenstad met de nieuwe Spoorzone. Stationslocaties 2020/2021 - 95

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Centrumkwadraat vergroot de kwaliteit van Enschede Extra spoor voor Emmen In het kader van het Spoorplan Noord-Nederland wordt bij station Emmen Zuid over een lengte van 600 meter het spoor verdubbeld. Treinen uit beide richtingen kunnen elkaar straks passeren bij het station, waardoor de dienstregeling kan worden verbeterd. Treinreizigers zijn daardoor straks minder lang onderweg tussen Emmen en Zwolle. Ook krijgt het station een tweede perron. Vanuit de onderdoorgang komen er trapopgangen naar de beide perrons. Het nieuwe perron krijgt een wachtruimte in dezelfde stijl als de wachtruimte op het huidige perron. Centrumkwadraat in Enschede is één van de grootste projecten voor het realiseren van woningen, bedrijven en voorzieningen van Oost-Nederland. De ligging in de binnenstad en direct rond het station maakt Centrumkwadraat tot een unieke kans voor een toevoeging van aantrekkelijke woningen, doorgroeiende bedrijven om zich te vestigen én voorzieningen om de binnenstad verder te completeren. Het sociale en middenhuur segment van de ongeveer 800 woningen in eerste fase van Centrumkwadraat leveren een belangrijke bijdrage aan de belangrijke opgave om kenniswerkers (blijvend) te binden. Centrumkwadraat wordt niet ontwikkeld volgens een strak masterplan. Per locatie wordt gekeken naar kansen en samenwerkingsmogelijkheden. Eén ding wordt wel van de partners gevraagd: de wil om van elke locatie iets bijzonders te maken. 96 - Stationslocaties 2020/2021

LOCATI OCATIES Forse ingrepen in Groningen Onder de naam Groningen Spoorzone ondergaat station Groningen de komende jaren een metamorfose. Om tegemoet te komen aan de wensen van reizigers en om uitbreiding van het treinverkeer mogelijk te maken zijn forse ingrepen nodig. Het station gaat ruimte bieden aan meer treinen en voor het eerst aan doorgaande regiotreinen. Reizigers hoeven dus minder over te stappen. Er komt een voetgangerspassage onder de sporen door. Parallel aan deze passage wordt een fietstunnel aangelegd. Onder passage en tunnel komt een fietsenstalling voor zo’n 6000 fietsen. Het busstation, nu aan de noordzijde van het station, verhuist naar de zuidzijde. Via een busonderdoorgang rijden de bussen straks naar de zuidzijde. Daar komt een nieuw busstation waar alle bussen halteren. Reizigers bereiken dit busstation via de voetgangerspassage. Het opstelterrein voor de treinen is verplaatst. Daardoor komt aan de zuidzijde 35.000 m2 vrij voor een nieuw stuk stad. Als de bouw van het nieuwe station klaar is, naar verwachting in 2023, start de gemeente Groningen met de gebiedsontwikkeling. De ambitie is een mix van wonen en bedrijvigheid in een aantrekkelijk verblijfsklimaat met veel groen. Ook komt er een nieuw plein met restaurantjes en cafés. Investeren en ondernemen in Leeuwarden Op een uurtje rijden van de randstad, gelegen in een groene en waterrijke omgeving vindt u Friesland. De ideale provincie voor vernieuwing en groei. Hier is nog ruimte om te ondernemen en vindt u talentvolle en betrokken medewerkers. Leeuwarden, de hoofdstad van Friesland, kenmerkt zich door een prachtig stationsgebied. Met als blikvanger Plensa’s fontein Love, is dit dé hoogwaardige entree van de stad. Op loopafstand van het station vindt u grote financiële werkgevers. In het gebied zijn onder andere kantoren van Achmea, ING, Aegon, de Friesland en het CJIB gevestigd. Naast de aanwezigheid van grote financiële werkgevers is Leeuwarden ook een echte studentenstad; jaarlijks studeren er 33.000 studenten op mbo, hbo en wo niveau. De mogelijkheden in Leeuwarden zijn oneindig. Of u nu op zoek bent naar een mooie en betaalbare bedrijfslocatie of een investeringskans, hier wordt de rode loper uitgelegd. Gemeente Leeuwarden faciliteert bedrijven en investeerders door mee te denken en te verbinden. Stationslocaties 2020/2021 - 97

STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONSLOCATIES | STATIONS Roermond bereikt eerste mijlpaal De eerste mijlpaal van het project Stationsomgeving in Roermond is een feit. Wethouder Rens Evers meldde dit ‘coronaproof’ eind augustus via een vlog. “Het komt allemaal samen op het busstation”, aldus de wethouder, “niet alleen de reizigers, ook alles dat belangrijk is op een mooi en toekomstgericht busstation. “De perrons en wachtruimte zijn vergroot voor extra veiligheid en als er in de toekomst meer bussen bij moeten, dan kan dat. Het ontwerp verwijst naar de heerlijke ligging van onze stad aan het golvende water van de Roer en de Maas. De materialen van het oude busstation zijn zoveel mogelijk hergebruikt terwijl de plaatsing (eind oktober) van 20 bomen en ander groen, het busstation een prettige sfeer geeft.” “Maar er is meer op het busstation, ook al is het niet direct te zien. We hebben een uniek systeem voor de begeleiding van blinden en slechtzienden naar Nederland gehaald. Wayfinding, zo heet het systeem dat in Barcelona en New York uitstekend werkt, geeft via de telefoon gesproken informatie over de plek waar de bus staat, hoe mensen ernaartoe moeten lopen en wat de vertrek- en aankomsttijden zijn. Het systeem werkt naast de standaard toegankelijkheidszaken. In de periode tot 1 november wordt het getest en ingeregeld, daarna zal het operationeel zijn. Ook voor de stalling van fietsen is veel ruimte, bewaakt en onbewaakt. Kortom; het nieuwe busstation is een waardig onderdeel van de ontwikkeling van de Roermondse stationsomgeving tot een belangrijk regionaal mobiliteitsknooppunt.” Arnhem doet het Maastricht renoveert stationsgebouw De afgelopen jaren is erin Maastricht een nieuw busplatform aangelegd voor betere overstap van- en naar bussen. Daarnaast beschikt het station ook over een gloednieuwe fietsenstalling. Het stationsgebouw is een monumentaal pand uit 1913. Vorig jaar werd gestart met een grootscheepse renovatie waarin oude elementen werden teruggebracht. Ramen die ooit zijn dichtgemaakt, worden weer open gemaakt om meer licht binnen te laten en oude elementen worden weer blootgelegd. Ondertussen wordt ook de winkelruimte opnieuw ingedeeld. Daardoor verhuizen sommige winkels naar andere een ruimte. Er loopt een onderzoek naar de breedte van de passerelle en de mogelijkheid om de twee stadsdelen ter hoogte van het station met elkaar te verbinden. 98 - Stationslocaties 2020/2021 Vlakbij het nieuwe station Arnhem Centraal dat 5 jaar geleden werd opgeleverd krijgt het project DOEN gestalte. DOEN Stationsgebied Arnhem gaat over het renoveren van SPW30 (Stationsplein West 30) om ruim 500 rijksambtenaren te kunnen huisvesten. Door de renovatie moet een prettige, veilige en gezonde werkomgeving ontstaan voor de gebruikers. De opknapbeurt gaat verder dan alleen het oplossen van het huisvestingsprobleem. Het pand zal ook een impuls geven aan de omgeving en stedenbouwkundig iets kunnen betekenen voor de omgeving en voor de stad Arnhem. Stations en perrons zijn rookvrij Vanaf 1 oktober zijn alle stations en perrons volledig rookvrij. De afgelopen maand zijn alle rookfaciliteiten op de perrons verwijderd. ProRail en NS willen hiermee bijdragen aan een rookvrije generatie.

Stationsomgeving Rijen: station verbindt straks spoor, dorpslint en bedrijvenpark De gemeente Gilze en Rijen, de provincie Noord-Brabant en het Rijk investeren samen 59 miljoen euro in de aanpak van de overwegen en stationsomgeving in Rijen. Met dat geld worden onder meer spoorwegovergangen ongelijkvloers gemaakt door middel van twee onderdoorgangen en wordt de stationsomgeving sterk verbeterd. Het station wordt beter bereikbaar door twee nieuwe zijperrons. Het monumentale stationsgebouw blijft behouden en biedt ruimte aan ondernemers. Wie over enkele jaren uit de trein stapt op NS-station Gilze-Rijen loopt ongehinderd het dorp of het bedrijvenpark Haansberg in. Bedrijvenpark Haansberg is een van de grootste bedrijventerreinen in de regio Midden-Brabant. Een onderdoorgang biedt toegang tot de perrons en vormt straks de verbinding voor de aan beide zijden van het spoor gelegen dorpskern Rijen. De onderdoorgang versterkt ook de verbinding tussen het bedrijventerrein en het winkelhart van Rijen. De nieuwe snelfietsroute F58 Breda-Tilburg loopt straks parallel aan het spoor en komt ook langs het station. Wethouder Sandra Diepstraten: “Dit creëert nieuwe sociale en economische kansen. Een verbeterde stations omgeving maakt het voor gezinnen aantrekkelijk om in onze gemeente te wonen en te forensen of te werken. De verbetering en de investeringen van alle partijen betekenen een forse impuls voor Rijen.”

Energy is everywhere Bouwen met verstand vraagt om installatieontwerpen met visie. Energie acquireren, conserveren, economiseren & recycleren. Zo maakt Hori Sustainable Solutions elk gebouw optimaal duurzaam. Hori Sustainable Solutions - Engineering excellence Hori Sustainable Solutions B.V. I Stationslaan 10 I 3701 EP Zeist, Nederland I t +31 (30) 691 28 28 I info@hori.nl I www.hori.nl

1 Online Touch

Index

  1. 1
  2. 2
  3. 3
  4. 4
  5. 5
  6. 6
  7. 7
  8. 8
  9. 9
  10. 10
  11. 11
  12. 12
  13. 13
  14. 14
  15. 15
  16. 16
  17. 17
  18. 18
  19. 19
  20. 20
  21. 21
  22. 22
  23. 23
  24. 24
  25. 25
  26. 26
  27. 27
  28. 28
  29. 29
  30. 30
  31. 31
  32. 32
  33. 33
  34. 34
  35. 35
  36. 36
  37. 37
  38. 38
  39. 39
  40. 40
  41. 41
  42. 42
  43. 43
  44. 44
  45. 45
  46. 46
  47. 47
  48. 48
  49. 49
  50. 50
  51. 51
  52. 52
  53. 53
  54. 54
  55. 55
  56. 56
  57. 57
  58. 58
  59. 59
  60. 60
  61. 61
  62. 62
  63. 63
  64. 64
  65. 65
  66. 66
  67. 67
  68. 68
  69. 69
  70. 70
  71. 71
  72. 72
  73. 73
  74. 74
  75. 75
  76. 76
  77. 77
  78. 78
  79. 79
  80. 80
  81. 81
  82. 82
  83. 83
  84. 84
  85. 85
  86. 86
  87. 87
  88. 88
  89. 89
  90. 90
  91. 91
  92. 92
  93. 93
  94. 94
  95. 95
  96. 96
  97. 97
  98. 98
  99. 99
  100. 100
Home


You need flash player to view this online publication