maart 2021
Colofon Khorhurd is een maandelijkse uitgave van Armeense Apostolische Kerk Surp Hoki dat wordt samengesteld door AJO Amsterdam. Khorhurd streeft ernaar de gelovigen te informeren over de Heilige Liturgie, kerkgeschiedenis en symbolen. De algemene kennis te verbreden en de preken toegankelijk te maken voor alle kerkgangers. Dit redactieteam is opgericht door gelovigen voor gelovigen. ‘Wij zijn allen gedoopt in één Geest en zijn daardoor één lichaam geworden, wij zijn allen van één Geest doordrenkt, of we nu Joden of Grieken zijn, of we nu slaven of vrije mensen zijn.’ (1 Korintiërs 12:13) Voor vragen, suggesties en/of bijdragen kun je contact opnemen via khorhurd@ajo-amsterdam.nl. U kunt Khorhurd ook online lezen www.onlinetouch.nl/khorhurd Redactie Seda Abgarian Noeshik Afsar Armenuhi Alaverdyan Grigor Ayvazyan Adrine Bandari Laetitia Demirbacak Serge Demirbacak Masis Kazorian Raffi Kazorian Ani Manukjan Ana Mgrdichian Vasil Paklarian Carlos Samuel Vormgeving Shake Moutafian 2 Khorhurd
I nhouds o p g ave Boodschappers van God Jona 4 Kerkelijke objecten Kshots 5 Preken Preek 7 maart 2021 Preek 14 maart 2021 Preek 21 maart 2021 Preek 28 maart 2021 Vraag en antwoord Wat zijn de eigenschappen van de Heilige Drie-eenheid? 6 9 12 16 19
Boodschappers van God: Jona In dit nieuwe hoofdstuk gaan wij je vertellen over de belangrijke personen uit de Bijbel. Hierin gaan wij bespreken wie zij zijn, waar zij in de bijbel voorkomen, wat zij hebben gedaan en wat we hiervan kunnen leren. In deze editie wordt Jona besproken. Jona is één van de profeten die moest getuigen over het woord van God. Je kunt Jona terugvinden in het Oude Testament bij het boek ‘Jona’. Het boek is, in tegenstelling tot de boeken van andere profeten, een levensverhaal en niet een profetie. Een profetie is een uitspraak over een gebeurtenis dat gaat plaatsvinden in de toekomst. In de Oude Testament gaan profeties meestal over de komst van Jezus Christus. Jona was een Joodse profeet die in opdracht van God naar Nineve moest gaan om de menigte te vertellen dat zij zich moesten bekeren. Hij was bang om naar Ninevé te gaan, omdat het volk daar barbaars was en niet Joods. Hierdoor is hij van God weggevlucht en is hij met een boot naar Tarsis gegaan. God reageerde hierop met een storm op zee. Hierdoor gooiden de zeelieden Jona van de boot, waardoor er weer rust kwam op zee. Toen Jona van de boot werd gegooid, werd hij opgeslokt door een grote vis, waar hij drie dagen en drie nachten levend in verbleef. Na deze drie dagen werd hij door de vis uitgespuwd. Dit was een les voor Jona, waardoor hij verder ging naar Ninevé om toch de boodschap van God te verkondigen. “Hij predikte en zei: Nog veertig dagen en Nineve wordt ondersteboven gekeerd!” (Jona 3:9). De mensen geloofden in God en begonnen zich te bekeren en gingen vasten. Na deze veertig dagen heeft God de stad met alle inwoners bespaard. Wat kunnen wij nu leren uit dit verhaal? Wij kunnen leren dat wij, gedurende ons leven, altijd een kans hebben om ons te verbeteren en te bekeren. Ook leren we hier dat Ninevé refereert naar onze wereld, die vol Goddeloosheid zit. Ook leren we dat God van iedereen houdt, wat er ook gebeurt. 4 Khorhurd
Kerkelijke objecten: Kshots In dit hoofdstuk gaan we je vertellen over de kerkelijke objecten van de khoran (het altaar). In deze editie hebben we het over de kshots. De kshots (het flabellum) staat bekend als hetgeen dat voor een muzikale toevoeging zorgt gedurende de badarak (kerkdienst). Maar waar staat het symbool voor? En waarvoor gebruiken we het? De kshots wordt gebruikt om een aantal redenen. Ten eerste staat het geluid van de kshots symbool voor het geluid van de vleugels van de Serafims (een type engel). We gebruiken de kshots tijdens de badarak om het geluid van de engelen te representeren. Ten tweede gebruiken we het om de Heilige Liturgie feestelijker te maken. Ten slotte worden wij door de trillingen van de kshots eraan herinnerd dat wij in de aanwezigheid van de almachtige God staan. Op de kshots staat het gezicht van de engel Serafim afgebeeld met daaromheen 6 vleugels. “Elk van hen had 6 vleugels, twee om het gezicht te bedekken, twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen“ (Jesaja 6:2) Serafims zijn de engelen die de hoogste rang hebben onder de engelen. Deze engelen zijn het meest dichtbij God. Serafims aanbidden onophoudelijk God. Een voorbeeld waarbij de kshots wordt gebruikt is bij de hymne Surp, Surp, Surp (Heilig, Heilig, Heilig). De reden dat het hier wordt gebruikt is omdat deze hymne gebaseerd is op de Bijbeltekst Jesaja 6:3: Zij riepen elkaar toe: “Heilig, Heilig, Heilig is de Heer van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit’’ Khorhurd 5
Preek 7 maart 2021 “Ook Ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is.” – Lucas 16:9 De vierde zondag van de Grote vasten wordt de zondag van de rentmeester genoemd, benoemd naar de gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester in Lucas 16:1-13. De gelijkenis van de onrechtvaardige rentmeester vertelt dat een rijke man alle zaken van zijn huishouden aan zijn rentmeester toevertrouwde. Op een dag hoort de man dat zijn rentmeester de eigendommen verkwistte. De huisbaas roept de rentmeester en zegt: “Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” (Lucas 16:2). De rentmeester bedenkt zich wat hij kan doen, zodat de mensen aardig zullen blijven voor hem nadat hij wordt ontslagen en besluit om de schuldenaren te roepen en hun schuld gedeeltelijk te verlichten. De rentmeester was onrechtvaardig maar hij won vrienden door het verspreiden van de eigendommen. De rijke man prees de rentmeester in plaats van boos te worden. Iedereen, ook de rijke man, wist dat wat de rentmeester had gedaan een slechte daad was. Daarom lijkt het vreemd dat de rijke man de rentmeester prees maar hij prees niet zijn wandaden maar zijn wijze van werken. In het volgende deel van de gelijkenis zegt 6 Khorhurd Christus: “Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is” (Lucas 16: 9). Het woord mammon heeft een Assyrische/Aramese oorsprong en betekent eigendom of rijkdom. Dit is de betekenis van de gelijkenis. Om geestelijk wakker te zijn, ieder uur klaar te staan voor de onverwachte komst van de Heer, goede daden niet uit te stellen en niet vrijwillig te zondigen, met de hoop dat men later tot inkeer komt. De Heer noemt iemand die zich zo bewust is ‘een betrouwbare en verstandige rentmeester’ (Lucas 12:42). Deze zondag van de vastentijd spoort aan om trouw te zijn, om verstandig om te gaan met de door God gegeven ‘eigendommen’ – ons leven, intellect, gaven, evenals materiële rijkdom en bezittingen. Iedereen in deze wereld is een door God aangestelde rentmeester; op een dag zal hij verantwoording moeten afleggen aan God voor zijn daden. Het vasten dwingt ons ertoe om barmhartigheid en armoede te combineren als de belangrijkste onderdelen van onze rentmeesterschap, want “Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; maar de barmhartigheid overwint het oordeel.” (Jakobus 2:13).
Evangelie: Lucas 16:1-31 Rijkdom en gerechtigheid 161 10Wie betrouwbaar is in het geringste, is ook Hij richtte zich ook tot zijn leerlingen: ‘Er was eens een rijke man die een rentmeester had en te horen kreeg dat de rentmeester zijn eigendommen verkwistte. 2 De rijke man riep de rentmeester bij zich en zei tegen hem: “Wat hoor ik over jou? Leg verantwoording af van je beheer, want je kunt niet langer rentmeester blijven.” 3 Toen zei de rentmeester bij zichzelf: Wat moet ik doen nu mijn heer mij het beheer afneemt? Werken op het land kan ik niet, en voor bedelen schaam ik me. 4 Maar ik weet al wat ik moet doen om ervoor te zorgen dat de mensen, wanneer ik van mijn beheerderstaak ben ontheven, mij bij hen thuis ontvangen. 5 Een voor een riep hij de schuldenaars van zijn heer bij zich. De eerste vroeg hij: “Hoeveel bent u mijn heer schuldig?” 6 “Honderd vaten olijfolie,” antwoordde de schuldenaar. De rentmeester zei tegen hem: “Hier is uw schuldbewijs, ga zitten en maak er gauw vijftig van.” 7 Daarna vroeg hij aan de volgende schuldenaar: “En u, hoeveel bent u schuldig?” “Honderd balen graan,” luidde het antwoord. De rentmeester zei: “Hier is uw schuldbewijs, maak er tachtig van.” 8 En de heer prees de oneerlijke rentmeester omdat hij slim had gehandeld. De kinderen van deze wereld gaan immers slimmer met elkaar om dan de kinderen van het licht. 9 Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is. De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen. 17 16 Wie zijn vrouw betrouwbaar als het om veel gaat, en wie oneerlijk is in het geringste is ook oneerlijk als het om veel gaat. 11 Als jullie onbetrouwbaar blijken in de omgang met de valse mammon, wie zal jullie dan werkelijk belangrijke dingen toevertrouwen? 12 En als jullie onbetrouwbaar blijken met wat een ander toebehoort, wie zal jullie dan geven wat jullie zelf toekomt? 13 enkele knecht kan twee heren dienen: hij zal de eerste haten en de tweede liefhebben, of hij zal juist toegewijd zijn aan de ene en de andere verachten. Jullie kunnen niet God dienen én de mammon.’ 14De farizeeën, die geldzuchtig waren, hoorden dit alles aan en ze haalden honend hun neus voor hem op. 15 Maar Jezus zei tegen hen: ‘U wilt bij de mensen altijd voor rechtvaardig doorgaan, maar God kent uw hart. Wat bij de mensen in hoog aanzien staat, is een gruwel in de ogen van God. Geen Maar nog eerder vergaan hemel en aarde dan dat er ook maar één tittel van de wet wegvalt. 18 verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel, en ook wie trouwt met een vrouw die door haar man is verstoten, pleegt overspel. 19 Er was eens een rijke man die gewoon was zich te kleden in purperen gewaden en fijn linnen en die dagelijks uitbundig feestvierde. Khorhurd 7
20Een bedelaar die Lazarus heette, lag voor de poort van zijn huis, overdekt met zweren. 21 Hij hoopte zijn maag te vullen met wat er overschoot van de tafel van de rijke man; maar er kwamen alleen honden aanlopen, die zijn zweren likten. 22 heeft gekend; nu vindt hij hier troost, maar lijd jij pijn. 26 Toen Bovendien ligt er een wijde kloof Op zekere dag stierf de bedelaar, en hij werd door de engelen weggedragen om aan Abrahams hart te rusten. Ook de rijke stierf en werd begraven. 23 Toen hij in het dodenrijk, waar hij hevig gekweld werd, zijn ogen opsloeg, zag hij in de verte Abraham met Lazarus aan zijn zijde. 24 Hij riep: “Vader Abraham, heb medelijden met mij en stuur Lazarus naar me toe. Laat hem het topje van zijn vinger in water dompelen om mijn tong te verkoelen, want ik lijd pijn in deze vlammen.” 25 Maar Abraham zei: “Kind, bedenk wel dat jij je deel van het goede al tijdens je leven hebt ontvangen, terwijl Lazarus niets dan ongeluk 8 Khorhurd tussen ons en jullie, zodat wie van hier naar jullie wil gaan dat niet kan, en ook niemand van jullie naar ons kan oversteken.” 27 zei de rijke man: “Dan smeek ik u, vader, dat u hem naar het huis van mijn vader stuurt, 28 want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen.” 29 Abraham zei: “Ze hebben Mozes en de profeten: laten ze naar hen luisteren!” 30 De rijke man zei: “Nee, vader Abraham, maar als iemand van de doden naar hen toe komt, zullen ze tot inkeer komen.” 31 Maar Abraham zei: “Als ze niet naar Mozes en de profeten luisteren, zullen ze zich ook niet laten overtuigen als er iemand uit de dood opstaat.”’
Preek 14 maart 2021 “Men moet altijd bidden en niet de moed verliezen.” – Lucas 18:1 Onze Heer en Verlosser Jezus Christus sprak vaak in gelijkenissen om mensen de goddelijke waarheden uit te leggen. Onze heilige Kerk presenteert vandaag één van Zijn gelijkenissen en heeft deze zondag genoemd naar de gelijkenis – de zondag van de onrechtvaardige rechter. Het evangelie vertelt in Lucas 18:1-8 over een weduwe die voor haar recht continu, zonder haar moed te verliezen, naar de rechter toe ging. Deze rechter was bekend als een onrechtvaardige rechter. Hij vreesde niet voor God en schaamde zich niet voor de mensen. De constante inspanningen van de vrouw werpen uiteindelijk vruchten af. De onrechtvaardige rechter maakte zich alleen druk om zijn eigen rust en zegt: “Ook al heb ik geen ontzag voor God en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen, toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.” (Lucas 18:4-5). Christus vertelt de gelijkenis en concludeert: “Maar als de Mensenzoon komt, zal Hij dan geloof vinden op aarde?” Hij verwijst naar de tweede komst van Christus en de continuïteit en kracht van het geloof van de weduwe. Ofwel de gelijkenis is gewijd aan het gebed. Zoals in andere gelijkenissen gebruikt Christus de uitersten. Christus gebruikt de onrechtvaardigheid van de rechter als tegenovergestelde uiterste van Gods rechtvaardigheid, om te laten zien dat als bij de onrechtvaardige rechter de constante inspanning leidt tot succes, het bij de rechtvaardige Rechter, God, ook tot succes zal leiden. De gelijkenis van vandaag spoort ons aan om over het gebed na te denken. In de klassieke theologie is het gebed opgedeeld in twee soorten. Het individuele en gezamenlijke gebed. Het individuele gebed is het gebed dat ieder voor zich, in zijn hart voert met God en zijn wensen, zorgen en dergelijke deelt met God. Het gezamenlijke gebed heeft zich gedurende eeuwen ontwikkelt en gestructureerd binnen onze kerk. Gezamenlijke gebeden worden iedere dag gevoerd in de kerk. We hebben negen gezamenlijke gebeden (‘zjamergutyun’), de heilige Liturgie en de zes andere sacramenten. Wat is er nodig voor een gebed? • Ten eerste moeten we begrijpen naar wie we bidden. Het evangelie geeft ons een klassiek voorbeeld van een gebed. Het gebed des Heren, dat Christus ons overgeleverd heeft. In het onze Vader, is het duidelijk aan wie het gebed gericht is, de Vader. • Ten tweede is het belangrijk om te begrijpen waarvoor we bidden. In het ‘Onze Vader’ is het duidelijk waarvoor wij bidden. We vragen om Zijn Koninkrijk en van het fysieke enkel het noodzakelijke, ons dagelijks brood. • Ten derde moeten we beseffen dat we tijdens Khorhurd 9
ons gebed God niet kunnen testen. Voor het gebed is toewijding, eerlijkheid en volledige vertrouwen in God noodzakelijk. • Ten vierde vereist bidden continuïteit. We moeten continu blijven bidden, zoals de weduwe continu was in haar verzoek. • Ten vijfde moeten we beseffen dat niet alles waarvoor we bidden werkelijkheid hoeft te worden. Soms vragen we continu iets aan God en worden we ten onrechte teleurgesteld als het niet gebeurt en denken we dat God niet naar onze gebeden luistert. Iedere keer als we streven dat God onze wensen vervult duwen we onszelf naar de zonde van trots, want we denken dat God onze wens niet kan negeren en ongehoord laten maar dit is niet zo. God weet wat wij nodig hebben, hoeveel wij nodig hebben en hoe wij het nodig hebben. Met deze gelijkenis wil Christus ons deze boodschappen over het gebed overbrengen: Bid continu, bid naar God, bid toegewijd en eerlijk en bid dat het Koninkrijk der hemelen een aanwezigheid wordt in jullie leven. Evangelie: Lucas 17:20 – 18:14 De komst van de Mensenzoon 20 Tegen de leerlingen zei hij: ‘Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die dag niet meemaken. 23 22 Want zoals de bliksem licht Dan zullen de mensen tegen jullie zeggen: “Kijk daar!” of: “Kijk hier!” Maar doe dat niet en schenk er geen aandacht aan. 24 geeft wanneer hij van de ene naar de andere kant van de hemel flitst, zo zal de Mensenzoon verschijnen. 25 Maar eerst moet hij veel lijden en door deze generatie verworpen worden. 26 ze aten, ze dronken, ze En zoals het eraantoe ging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: 27 huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. 28 Of zoals het eraantoe ging in de dagen van Lot: ze aten, ze dronken, ze kochten, ze verkochten, ze plantten, ze bouwden; 29 maar op de dag waarop Lot wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. 30 Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard. 31 Wie op Toen de farizeeën Jezus vroegen wanneer het koninkrijk van God zou komen, antwoordde hij hun: ‘De komst van het koninkrijk van God laat zich niet aanwijzen, 21 en men kan niet zeggen: “Kijk, hier is het!” of: “Daar is het!” Maar weet wel: het koninkrijk van God ligt binnen uw bereik.’ 10 Khorhurd die dag op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om zijn bezittingen te gaan halen, en wie op het land is moet niet naar huis terug willen gaan. 32 Denk aan de vrouw van Lot! 33Wie probeert zijn leven veilig te stellen zal het verliezen, maar wie het verliest zal het behouden. 34 Ik zeg jullie, die nacht zullen er twee in één bed liggen: de een zal worden meegenomen, de ander achtergelaten. 35 twee vrouwen die samen aan het malen zijn, Van
zal de een worden meegenomen, de ander worden achtergelaten.’ 36 Ze vroegen hem: “Waar, Heer?” Hij antwoordde: “Waar een lijk is, daar zullen de gieren zich verzamelen.” Hij vertelde hun een gelijkenis over de noodzaak om altijd te bidden en niet op te geven: 2 ‘Er was eens een rechter in een stad die geen ontzag had voor God en zich niets aan de mensen gelegen liet liggen. 3 Er woonde ook een weduwe in die stad, die steeds weer naar hem toe ging met het verzoek: “Doe mij recht in het geschil met mijn tegenstander.” 4 Maar lange tijd wilde hij dat niet doen. Ten slotte zei hij bij zichzelf: Ook al heb ik geen ontzag voor God en laat ik mij niets aan de mensen gelegen liggen, 5 toch zal ik die weduwe recht verschaffen omdat ze me last bezorgt. Anders blijft ze eindeloos bij me komen en vliegt ze me nog aan.’ 6 Toen zei de Heer: “Luister naar wat deze rechter zegt, al minacht hij ook het recht. 7 Zal God dan niet zeker recht verschaffen aan zijn uitverkorenen die dag en nacht tot hem roepen? Of laat hij hen wachten? 8 Ik zeg jullie dat hij hun spoedig recht zal verschaffen. Maar als de Mensenzoon komt, zal hij dan geloof vinden op aarde?“ De erfgenamen van het koninkrijk van God 9 Met het oog op sommigen die zichzelf rechtvaardig vinden en anderen minachten, vertelde hij de volgende gelijkenis. 10 ‘Twee mensen gingen naar de tempel om te bidden, de een was een farizeeër en de ander een tollenaar. 11 De farizeeër stond daar rechtop Khorhurd 11 181 en bad bij zichzelf: “God, ik dank u dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn, en dat ik ook niet ben als die tollenaar. 12 Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af.” 13 De tollenaar echter bleef op een afstand staan en durfde niet eens zijn blik naar de hemel te richten. In plaats daarvan sloeg hij zich op de borst en zei: “God, wees mij zondaar genadig.” 14 Ik zeg jullie, hij ging naar huis als iemand die rechtvaardig is in de ogen van God, maar die ander niet. Want wie zichzelf verhoogt zal vernederd worden, maar wie zichzelf vernedert zal verhoogd worden.’
Preek 21 maart 2021 De periode van de Grote vasten duurt voort, en volgens de door de kerk ingestelde orde, wordt vandaag de ‘Zondag van de komst’ genoemd. De boodschap van de dag is om na te denken over de komst van de Heer. Het wordt in het evangelie van Mattheüs beschreven als “de dag van het oordeel” (Mattheüs 11:22). De apostel Petrus noemt het “dag der bezoeking” (1 Petr. 2:12). En de apostel Paulus noemt het: “de dag van de toorn en van de openbaring van het rechtvaardig oordeel van God.” (Romeinen 2:5). Dit is hoe de Heer Zijn wederkomst beschrijft: “Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. Dan zal Hij Zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij Zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere.” (Mattheüs 24:29-31). En de glorieuze komst van Christus en de glorieuze uiteindelijke overwinning over het kwaad zal worden gevolgd door het Laatste Oordeel, waarin de Rechtvaardige Rechter alle generaties van Adam zal oordelen, van de eerste tot de laatste. Dit zal het laatste, onveranderlijke oordeel zijn, waarin het vonnis ofwel eeuwige gelukzaligheid of eeuwige straf voor eenieder zal betekenen. 12 Khorhurd De wederkomst van de Heer is de onbreekbare belofte van de verrezen Heer, in de hoop waarvan elke ware christen leeft en zijn weg naar God bouwt. In de geloofsbelijdenis zeggen we dat we: we geloven dat Hij zal wederkomen in hetzelfde Lichaam in heerlijkheid van de Vader om te oordelen over de levenden en de doden en aan Zijn rijk komt geen einde. We leven allemaal tussen de eerste en de tweede komst van de Heer. We leven met de vruchten en gaven van Zijn eerste komst en bereiden onze eigen vruchten voor om tijdens Zijn tweede komst, tijdens het Laatste oordeel, te presenteren. Levend in deze wereld, zal elk rationeel wezen op een dag ontdekken dat de wereld om hem heen een waanvoorstelling is en vergankelijk. “Lucht en leegte, alles is leegte.” (Prediker 1:2) zegt wijze Salomon. En in dit onvolmaakte leven raken we vaak ervan overtuigd dat niets waaraan we ons vastklampen zeker is. Noch onze gezondheid, noch onze jeugd, noch onze rijkdom, noch onze macht, noch onze geliefde en ongeliefde mensen. En plotseling, in deze constant veranderende en wankele werkelijkheden, wordt er iets duidelijk geschetst dat zeker is voor elk van Adams miljarden nakomelingen. Het is de grens die het aardse leven van de eeuwigheid scheidt, hoe hard we ons ook proberen te verstoppen in gezondheid of jeugd, tot de wederkomst van de Heer is de dood de enige vaste gebeurtenis in ons leven die iedereen zeker te wachten staat. Daarom moeten we ons aardse leven wijden aan daden die God welgevallig zijn en die voor ons zullen spreken op de Dag des Oordeels, en om de genade
van een rechtvaardige maar vergevensgezinde Rechter vragen. De epidemie die vorig jaar begon en tot op de dag van vandaag voortduurt, is een gelegenheid om te beseffen hoe voorbijgaand, onvolmaakt en beperkt alle “waarden” zijn waarop de mens vertrouwt, waarbij hij de enige echte Steun, de almachtige God, negeert en uit zijn leven verwijdert (Psalm 90 (91)). We hebben veel te leren van deze test voor de mensheid; het zijn onze daden die moeten getuigen van de lessen die we leren en zullen leren van deze universeel opgelegde realiteit. Als christenen zijn we geroepen tot een waakzaam leven waar we altijd op onze hoede moeten zijn (Lukas 21:36; 1 Petrus 5:8). Een leven waarin natuurlijke angst en de bijbehorende paniek ontbreken en waarin de onverschilligheid naar de medemens ontbreekt. Eeuwenlang leren de Bijbel en de Kerk ons dat beproevingen, of ze nu individueel of universeel zijn, met geloof en vertrouwen in God moeten worden aanvaard. De beproevingen die ons overkomen, moeten ons leiden naar het enige middel tot verlossing, berouw en bekering, want “Berouw is de reddingslijn na de schipbreuk” (Cyrillus van Jeruzalem), en “Bekering is genezing voor zielen” (Isaac de Syriër). In deze dagen van crisis zien we wat voor een strijd de mens voert voor zijn tijdelijke aardse leven en hoe bang de mens is om zijn leven te verliezen. Hoe zalig zou het zijn als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn eeuwige ziel. Als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn ziel dan zou die niet bang zijn voor de pandemie die zijn lichaam schaadt maar voor de zonde die zijn ziel infecteert en vernietigd. Berouw en bekering redde de Ninevieten (Jona 3), redde koning David (2 Samuël 2:13) en apostel Paulus (Handelingen 9). Ook wij zullen gered worden als we echt berouw tonen en ons afkeren tegen de overal aanwezige zonde, onverschilligheid, immoraliteit en schaamteloosheid. Laat de tranen van bekering alle ziekten van de ziel en het lichaam uitwissen. Laten we bidden en Gods genade en mededogen smeken voor alle zieken op de wereld, alle geïnfecteerde mensen en voor de gehele mensheid. Evangelie: Mattheüs 22:34-23:39 34 Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. 35 Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 36 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 37 ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Dat is het grootste en eerste gebod. 39Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ 41Nu de farizeeën om hem heen stonden, Khorhurd 13
stelde Jezus hun deze vraag: 42‘Wat denkt u over de messias? Van wie is hij een zoon?’ ‘Van David,’ antwoordden ze. 43 Jezus vroeg: ‘Hoe kan David hem dan, geïnspireerd door de Geest, Heer noemen? Want hij zegt: 44 “De Heer sprak tot mijn Heer: ‘Neem plaats aan mijn rechterhand, tot ik je vijanden onder je voeten heb gelegd.’” 45 hoe kan Hij dan Zijn Zoon zijn?’ 46 Als David hem dus Heer noemt, En niemand was in staat hem een antwoord te geven, noch durfde iemand hem vanaf die dag nog een vraag te stellen. Wee de schriftgeleerden en de farizeeën 231 Daarna richtte Jezus zich tot de menigte en tot zijn leerlingen 2 en zei: ‘De schriftgeleerden en de farizeeën hebben plaatsgenomen op de stoel van Mozes. 3 Houd je dus aan alles wat ze jullie zeggen en handel daarnaar; maar handel niet naar hun daden, want ze doen zelf niet wat ze jullie voorhouden. 4 Ze bundelen alle voorschriften tot een zware last en leggen die de mensen op de schouders, terwijl ze zelf geen vinger uitsteken om die te verlichten. 5 Al hun daden zijn erop gericht om door de mensen gezien te worden. Ze verbreden immers hun gebedsriemen en maken de kwastjes aan hun kleren langer, 6 ze verlangen een ereplaats bij feestmaaltijden en in synagogen, 7 en hechten eraan op het marktplein eerbiedig te worden begroet en door de mensen rabbi te worden genoemd. 8 En noem Jullie moeten je niet rabbi laten noemen, want jullie hebben maar één meester, en jullie zijn elkaars broeders en zusters. 9 niemand op aarde vader, want jullie hebben 14 Khorhurd maar één vader, de Vader in de hemel. 10 Laat je ook niet leraar noemen, want jullie hebben maar één leraar, de Messias. 11 De belangrijkste onder jullie zal jullie dienaar zijn. 12Wie zichzelf verhoogt zal worden vernederd, en wie zichzelf vernedert zal worden verhoogd. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie versperren de mensen de 13 toegang tot het koninkrijk van de hemel. 14 Jullie gaan er zelf niet binnen, maar laten ook degenen die er willen binnengaan niet toe. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bereizen landen en zeeën om één enkele proseliet te winnen, en wanneer je hem eenmaal voor je gewonnen hebt, wordt hij dankzij jullie tot een hellekind in het kwadraat. 15 16Wee jullie, blinde leiders, jullie zeggen: “Wanneer iemand zweert bij de tempel, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij het goud van de tempel, is aan die eed gebonden.” 17 Dwaas zijn jullie en blind, wat is nu van meer waarde: het goud of de tempel die het goud geheiligd heeft? 18 zweert bij het altaar, is dat niet geldig. Alleen wie zweert bij de offergave die daarop ligt, is aan die eed gebonden.” 19 Wie dus zweert bij En wie Zo zeggen jullie ook: “Wanneer iemand Blind zijn jullie, wat is nu van meer waarde: de offergave of het altaar dat de offergave heiligt? 20 het altaar, zweert daarbij en bij alles wat daarop ligt. 21 En wie zweert bij de tempel, zweert daarbij en bij degene die hem bewoont. 22 zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij hem die daarop gezeten is.
Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie geven tienden van munt, dille en komijn, maar veronachtzamen wat in de wet zwaarder weegt: recht, barmhartigheid en trouw, terwijl men het een zou moeten doen zonder het andere te laten. 24 23 Blinde leiders zijn jullie, die uit hun drank de muggen ziften, maar een kameel wegslikken. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, de buitenkant van bekers en schalen spoelen jullie af, maar de binnenkant blijft vol roofzucht en onmatigheid. 26 25 Blinde farizeeër, spoel eerst de binnenkant van de beker om, dan wordt de buitenkant vanzelf ook schoon. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie lijken op witgepleisterde graven, die er vanbuiten wel fraai uitzien, maar vol liggen met doodsbeenderen en andere onreinheden. 28 27 Zo lijken ook jullie voor de mensen uiterlijk op rechtvaardigen, terwijl jullie innerlijk vol huichelarij en wetsverachting zijn. Wee jullie, schriftgeleerden en farizeeën, huichelaars, jullie bouwen grafmonumenten voor de profeten en versieren de graven van de rechtvaardigen, 30 29 zouden wij ons niet zoals zij schuldig hebben gemaakt aan de moord op de profeten.” 31 Daarmee erkennen jullie zelf dat jullie kinderen zijn van hen die de profeten vermoord hebben. 32 Maak de maat van jullie voorouders dan maar vol! 33Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna? Dat is de reden waarom ik profeten en wijzen en schriftgeleerden naar jullie zal sturen. Jullie zullen sommigen van hen doden, kruisigen zelfs, en anderen in jullie synagogen geselen en van stad tot stad vervolgen. 35 34 Al het onschuldige bloed dat op aarde is vergoten zal jullie worden aangerekend, vanaf het bloed van Abel, de rechtvaardige, tot het bloed van Zecharja, de zoon van Berechja, die jullie vermoord hebben tussen het heiligdom en het brandofferaltaar. 36 alles neerkomen. 37 Ik verzeker jullie: op deze generatie zal dit Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild. 38 eenzaam aan haar lot overgelaten. 39 en jullie zeggen: “Als wij geleefd hadden in de tijd van onze voorouders, jullie: vanaf nu zullen jullie mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: “Gezegend hij die komt in de naam van de Heer!”’ Khorhurd 15 Jullie stad wordt Ik verzeker
Preek 28 maart 2021 Vandaag viert onze kerk een van de mooiste feestdagen: Palmzondag oftewel de blijde intocht van Christus in Jeruzalem. Geprezen en dank aan de Almachtige Heer, zegening in de hoogten, want in elke situatie is Zijn vaderlijke liefde en zorg onafscheidelijk van zijn trouwe kudde. “Blijf kalm! Ik ben het, wees niet bang”, was te horen in de duisternis van de nacht (Matteus 14:27) toen de Heer de boot van de doodsbange leerlingen naderde door de krachtige golven van het Meer van Galilea. “Vrede zij met u, Ik ben het, wees niet bang”, zei Hij terwijl Hij zijn leerlingen gemoedsrust en kalmte bracht, die doodsbang en verloren waren door de vervolging van hun landgenoten en Romeinen, die hun toevlucht hadden gezocht onder de muren van de Bovenkamer (Lucas 24:36). “Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader schenkt jullie het koninkrijk” (Lucas 12:32), zeiden de heilige lippen van de Heiland. Eeuwenlang horen de christenen in alle uithoeken van de aarde deze aanmoedigende woorden in hun ziel voor de nodige moed. Een van de kerkvaders heeft gezegd: “Niemand op deze wereld is gelukkig behalve degene die de poorten van zijn ziel wijd heeft geopend en God in zichzelf heeft aanvaard. De ongelovige voelt zich wanhopig als die eenzaam is. En hij die God in zijn ziel heeft aanvaard, voelt zich zelfs in de woestijn niet eenzaam. Niemand sterft de eeuwige dood behalve degene in wie God stierf”. 16 Khorhurd De boodschap van de viering van vandaag nodigt ons uit om na te denken over welke positie ieder van ons inneemt als we Christus ontmoeten die aan de poorten van ons eigen Jeruzalem (ons ziel) ons opwacht. De heilige evangelisten zeggen dat veel mensen God volgden in zijn laatste drie jaar van Zijn aardse leven. Duizenden gingen met Hem mee om diverse redenen die alleen bij zichzelf en bij God bekend waren: de een met de bedoeling iets te leren, de ander met de verwachting van een wonder en de ander weer met de bedoeling een verraderlijke val te zetten voor onze geliefde Meester. Maar de glorieuze ontvangst die de mensen aan de Heer Jezus toonden aan de poorten van Jeruzalem was ongekend. Het wonderbaarlijke nieuws van de opstanding van Lazarus werd toegevoegd aan de wonderen en genezingen die al hadden plaatsgevonden en straalde als een sprankje hoop voor de mensen die door tegenspoed werden onderdrukt. Het Joodse volk verwelkomde de verwachte Messias met een koninklijk ontvangst, hun eigen kleren aan Zijn voeten spreidend, met palmtakken Hem begroetend en Hosanna roepend. Echter waren hun verwachtingen van de Messias, de Verlosser, van wereldse aard en door de arrestatie en het lijden van Christus weten we allen wat er een paar dagen later met Hosanna gebeurde. Tot op de dag van vandaag blijven de eens zo trouwe mensen van God schreeuwen “kruisig hem.” Wat roepen wij elke dag, elk moment bij iedere daad, van het
nemen van een of andere beslissing? Christus wacht op de reactie van onze ziel. Laten we de Heiland met geloof, nederigheid en vreugde in onze ziel aanvaarden, laten we onze wil onvoorwaardelijk in overeenstemming brengen met de heilige Wil van de Allerhoogste en ons leven overgeven aan Zijn zorgzame zorg. De Heer Jezus ging Jeruzalem binnen om de oudste en ergste vijand van de mensheid, de dood, te bestrijden. Hij ging Jeruzalem binnen om de dood van ieder van ons te bestrijden, en behaalde een glorieuze overwinning ten koste van Zijn heilig Bloed, in het licht van een wonderbaarlijke opstanding. Christus zou voor de hele mensheid vechten, voor ieder van ons, om ons onze mantel terug te geven die we verloren hadden door voor het verloren leven buiten de poorten van het paradijs te kiezen. Christus zou vechten om ons de onsterfelijkheid terug te geven die we verloren toen we de Bron van leven opgaven. Christus zou vechten om ons de grote eer van de menselijke schepping terug te geven waarvoor we geschapen waren, voordat we in de handen van het kwaad terecht kwamen. De weg naar het Koninkrijk der hemelen is open, het enige obstakel op die weg dat van tijd tot tijd voor ons opkomt, zijn wijzelf met onze vicieuze en zondige levens. Door redelijk en deugdzaam gedrag moeten we de Heer bewijzen dat Zijn gevechten en Zijn offers niet tevergeefs zijn geweest. We dragen dankbaar de hoge eer en roeping om de kinderen van de almachtige God te zijn. Evangelie: Mattheüs 20:29-21:17 29 Toen ze uit Jericho vertrokken, volgde hem een grote menigte. 30 Men Er zaten daar twee blinden langs de weg die, toen ze hoorden dat Jezus voorbijkwam, begonnen te roepen: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 31 snauwde hun toe dat ze hun mond moesten houden. Maar ze riepen nog harder: ‘Heer, Zoon van David, heb medelijden met ons!’ 32 Jezus bleef staan, hij riep hen en vroeg: ‘Wat wilt u dat ik voor u doe?’ 33 Ze antwoordden: ‘Heer, open Jezus kreeg medelijden en raakte hun ogen aan. Meteen konden ze weer zien en ze volgden hem. Intocht in Jeruzalem 211 Toen ze Jeruzalem naderden en bij Betfage op de Olijfberg kwamen, stuurde Jezus er twee leerlingen op uit. 2 Zijn opdracht luidde: ‘Ga naar het dorp dat daar ligt. Vrijwel direct zullen jullie er een ezelin zien, die daar vastgebonden staat met haar veulen. Maak de dieren los en breng ze bij me. 3 onze ogen!’ 34 En als iemand jullie iets vraagt, antwoord dan: “De Heer heeft ze nodig.” Dan zal men ze meteen meegeven.’ 4 ‘Zeg tegen Sion: “Kijk, je koning is in aantocht, hij is zachtmoedig en rijdt op een ezelin en op een veulen, het jong van een lastdier.”’ De leerlingen gingen op weg en deden wat Jezus hun had opgedragen. 7 6 Ze brachten de ezelin en het veulen mee, legden er mantels op en lieten Jezus daarop plaatsnemen. 8 Vanuit de Khorhurd 17 Dit is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat gezegd is door de profeet: 5
menigte spreidden velen hun mantels op de weg uit, anderen braken twijgen van de bomen en spreidden die uit op de weg. 9 De talloze mensen die voor hem uit liepen en achter hem aan kwamen, riepen luidkeels: ‘Hosanna voor de Zoon van David! Gezegend hij die komt in de naam van de Heer. Hosanna in de hemel!’ Toen hij Jeruzalem binnenging, raakte de hele stad in rep en roer. ‘Wie is die man?’ wilde men weten. 11 10 14Toen kwamen er in de tempel blinden en verlamden naar hem toe, en hij genas hen. 15 De hogepriesters en de schriftgeleerden zagen welke wonderen hij verrichtte en hoorden de kinderen in de tempel ‘Hosanna voor de Zoon van David!’ roepen, en ze waren hoogst verontwaardigd. 16 Ze gingen Uit de menigte werd geantwoord: ‘Dat is Jezus, de profeet uit Nazaret in Galilea.’ 12 Jezus ging de tempel binnen, hij joeg iedereen weg die daar iets kocht of verkocht, gooide de tafels van de geldwisselaars en de stoelen van de duivenverkopers omver 13 en riep hun toe: ‘Er staat geschreven: “Mijn huis moet een 18 Khorhurd hem vragen: ‘Hoort u wat ze zeggen?’ En Jezus antwoordde hun: ‘Jazeker! Hebt u dan nooit gelezen: “Door de mond van kinderen en zuigelingen hebt u zich een loflied laten zingen”?’ 17 huis van gebed zijn,” maar jullie maken er een rovershol van!’ Zo liet hij hen staan, en hij ging de stad uit, naar Betanië, waar hij de nacht doorbracht.
Vr aag en antwoord Om de eigenschappen van Heilige Drieeenheid te begrijpen is het eerst belangrijk om te weten wat de Heilige Drie-eenheid betekent. Het wordt ook wel de Triniteit genoemd. “Want drie zijn er die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord en de Heilige Geest; en deze drie zijn één.” (1 Johannes 5:7) De Vader, Zoon en Heilige Geest hebben allemaal hun eigen eigenschappen, maar zij blijven samen één God. Om de Drie-eenheid uit te leggen vraag ik je naar Mattheüs 3:16-17 te lezen. Daar staat: “Zodra Jezus gedoopt was en uit het water omhoogkwam, opende de hemel zich voor hem en zag hij hoe de Geest van God als een duif op hem neerdaalde. En uit de hemel klonk een stem: Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde.” Wij zien hier alle drie de vormen van God voorbijkomen. De Vader is de kern van ons geloof en Hij bestaat uit liefde. Wij kunnen Hem niet zien, maar toch weten wij dat Hij er is. “Alles is uit hem ontstaan, alles is door hem geschapen, alles heeft in hem zijn doel. Hem komt de eer toe tot in eeuwigheid. Amen.” (Romeinen 11:36) Wat zijn de eigenschappen van de Heilige Drie-eenheid? Jezus Christus (de Zoon) is God in menselijke vorm. Hij is door de Vader naar de aarde gestuurd, heeft ons Gods woord gebracht en Hij heeft ons verlost van onze zondes. “en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.” (Romeinen 3:24-26) De Heilige Geest woont in de harten van de gelovigen en is er om ons te heiligen. Hij is er om ons de weg te wijzen in heel de waarheid. Hij geeft ons kracht en bemoedigt ons. Hij inspireert ons om zoals Jezus Christus te zijn in deze wereld. “Zo is de liefde bij ons werkelijkheid geworden, en daardoor kunnen we op de dag van het oordeel vol vertrouwen zijn, want hoewel wij nog in deze wereld zijn, zijn we als Jezus.” (1 Johannes 4:17) Khorhurd 19
Akhtala klooster - Pghindzavank, Lori, Armenië
1 Online Touch