13

van een rechtvaardige maar vergevensgezinde Rechter vragen. De epidemie die vorig jaar begon en tot op de dag van vandaag voortduurt, is een gelegenheid om te beseffen hoe voorbijgaand, onvolmaakt en beperkt alle “waarden” zijn waarop de mens vertrouwt, waarbij hij de enige echte Steun, de almachtige God, negeert en uit zijn leven verwijdert (Psalm 90 (91)). We hebben veel te leren van deze test voor de mensheid; het zijn onze daden die moeten getuigen van de lessen die we leren en zullen leren van deze universeel opgelegde realiteit. Als christenen zijn we geroepen tot een waakzaam leven waar we altijd op onze hoede moeten zijn (Lukas 21:36; 1 Petrus 5:8). Een leven waarin natuurlijke angst en de bijbehorende paniek ontbreken en waarin de onverschilligheid naar de medemens ontbreekt. Eeuwenlang leren de Bijbel en de Kerk ons dat beproevingen, of ze nu individueel of universeel zijn, met geloof en vertrouwen in God moeten worden aanvaard. De beproevingen die ons overkomen, moeten ons leiden naar het enige middel tot verlossing, berouw en bekering, want “Berouw is de reddingslijn na de schipbreuk” (Cyrillus van Jeruzalem), en “Bekering is genezing voor zielen” (Isaac de Syriër). In deze dagen van crisis zien we wat voor een strijd de mens voert voor zijn tijdelijke aardse leven en hoe bang de mens is om zijn leven te verliezen. Hoe zalig zou het zijn als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn eeuwige ziel. Als de mens net zo ijverig zou zijn voor de verlossing van zijn ziel dan zou die niet bang zijn voor de pandemie die zijn lichaam schaadt maar voor de zonde die zijn ziel infecteert en vernietigd. Berouw en bekering redde de Ninevieten (Jona 3), redde koning David (2 Samuël 2:13) en apostel Paulus (Handelingen 9). Ook wij zullen gered worden als we echt berouw tonen en ons afkeren tegen de overal aanwezige zonde, onverschilligheid, immoraliteit en schaamteloosheid. Laat de tranen van bekering alle ziekten van de ziel en het lichaam uitwissen. Laten we bidden en Gods genade en mededogen smeken voor alle zieken op de wereld, alle geïnfecteerde mensen en voor de gehele mensheid. Evangelie: Mattheüs 22:34-23:39 34 Nadat de farizeeën hadden vernomen dat hij de sadduceeën tot zwijgen had gebracht, kwamen ze bij elkaar. 35 Om hem op de proef te stellen vroeg een van hen, een wetgeleerde: 36 Hij antwoordde: ‘Heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand. 38 37 ‘Meester, wat is het grootste gebod in de wet?’ Dat is het grootste en eerste gebod. 39Het tweede is daaraan gelijk: heb uw naaste lief als uzelf. 40 Deze twee geboden zijn de grondslag van alles wat er in de Wet en de Profeten staat.’ 41Nu de farizeeën om hem heen stonden, Khorhurd 13

14 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication