14

3.4 Premievrije opbouw bij arbeidsongeschiktheid (PVAO) In het huidige stelsel is de WIA (Wet arbeidsongeschiktheid na ziekte) de basisdekking voor werknemers. Als consequent wordt doorgeredeneerd naar een stelsel voor alle werkenden, moet de WIA gelijkgetrokken worden. De werkgever of de werknemer staat het uiteraard vrij om hier aanvullingen op te verzekeren, maar dit valt buiten de tweede pijler pensioenregeling. De tweede pijler pensioenregeling bevat alleen een verzekering ten behoeve van de premievrije opbouw van pensioen in het geval van arbeidsongeschiktheid. Evenals bij het nabestaandenpensioen op risicobasis kan voor de PVAO-risicopremie een doorsneepremie gehanteerd worden die voor alle deelnemers gelijk is, dan wel in bepaalde mate gedifferentieerd worden. Het risico op arbeidsongeschiktheid is immers mede afhankelijk van leeftijd, type werk, geslacht, inkomen, opleiding et cetera. Ook hier geldt dat verevening nodig is voor de factoren waarop niet gedifferentieerd wordt. 4. Het vereveningssysteem In het zorgstelsel is verevening een essentieel onderdeel. Te zien is dat een doorvertaling van dat model naar het tweede pijler pensioen eveneens noodzaak tot verevening geeft. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op deze verevening. 4.1 Vereveningsaspecten bij verplichte pensioenverzekering In de voorgaande hoofdstukken is de pensioenregeling uiteen getrokken naar sparen, overlijdensrisico en arbeidsongeschiktheidsrisico. Langs die lijnen wordt de verevening in dit hoofdstuk behandeld, opdat die kan worden uitgewerkt afhankelijk van de invulling van de verplichte tweede pijler pensioenregeling. Deze invulling betreft onder meer de keuze voor tijdelijke of levenslange nabestaandendekking, ouderdomspensioen in een premieregeling of een uitkeringsovereenkomst en de arbeidsongeschiktheidsdekking. 4.2 Verschillende kansen voor verschillende verzekerden Bij de vormgeving van het zorgverzekeringsstelsel wordt iedereen gelijk behandeld, terwijl de risico’s per individu niet gelijk zijn. Er zijn duidelijke verschillen tussen groepen van individuen als het gaat om de jaarlijkse overlijdenskans - en daarmee de uiteindelijke levensverwachting - en de jaarlijkse kans om arbeidsongeschikt te worden. Dit heeft uiteraard invloed op de benodigde premie. Van oudsher wordt rekening gehouden met verschillen naar leeftijd en geslacht. Daarvoor is ruimschoots informatie voor handen. In toenemende mate wordt ook gekeken naar sociaaleconomische verschillen, zoals inkomen, postcode, beroep of de sector waarin men de werkzaamheden uitvoert. Het CBS heeft verschillen in kaart gebracht. Ten aanzien van arbeidsongeschiktheid speelt deels eenzelfde correlatie tot inkomen als bij overlijdenskansen, maar speelt nadrukkelijker de correlatie tot de aard van de werkzaamheden een rol. Een verkenning van een pensioenstelsel op basis van het zorgmodel 14

15 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication