17

Door het pensioenstelsel in lijn te brengen met het zorgverzekeringsmodel ontstaat een heterogenere groep in vergelijking met de huidige pensioenpraktijk. De vraag is of dergelijke heterogeniteit kan rekenen op draagvlak, gezien de discussies die binnen het huidige pensioenstelsel reeds worden gevoerd, bijvoorbeeld aangaande het verschil in levensverwachting tussen hoog- en laagopgeleide deelnemers. 6. Conclusies In de discussie rond de toekomst van het Nederlands pensioenstelsel wordt regelmatig verwezen naar het zorgverzekeringsmodel. Dat zou de mogelijkheid creëren voor marktwerking en individuele keuzevrijheid voor pensioenuitvoerder, gecombineerd met een verplichting tot pensioensparen bij deelnemers en acceptatieplicht bij uitvoerders. Hoe dit precies in te vullen blijft in de discussie tot nu toe echter in het midden. Het AG heeft verkend hoe een dergelijk tweede pijler pensioenstelsel er uit komt te zien bij een consequente vertaling van het zorgverzekeringsmodel. De uitkomst van het onderzoek is een pensioenstelsel met een omvangrijk vereveningssysteem. Deze verevening leidt tot een grote mate van solidariteit in de vorm van het delen van ongelijke risico’s tussen verschillende deelnemers, net zoals in het zorgverzekeringsstelsel. Het vereveningssysteem bij pensioen kent echter aanzienlijk meer complexiteit en subjectiviteit dan het vereveningssysteem bij de zorg: · Complexiteit: voor het pensioenstelsel dienen niet één, maar meerdere afzonderlijke vereveningssystemen (namelijk voor zowel OP, NP als PVAO) ontwikkeld te worden. In elk van deze systemen zullen grote bedragen tussen uitvoerders uitgewisseld worden. Dit vereist strak data- en procesmanagement waaraan voor de praktijk grote risico’s en kosten verbonden kunnen zijn. · Subjectiviteit: de uitvoerders zijn voor hun resultaat afhankelijk van aannames bij het vaststellen van de vereveningsbijdrage. De variantie van risico’s zal voor de pensioenmarkt weliswaar kleiner zijn dan binnen de risico technisch meer diverse zorgmarkt. Maar de impact is groter in de pensioenmarkt, omdat aannames moeten worden gemaakt voor een aanzienlijk langere termijn (namelijk tot aan het einde van de overlevingstafels en dus voor de jongste deelnemers al snel 80 jaar de toekomst in). Deze subjectiviteit zal leiden tot scherpe en lastige discussies tussen uitvoerders en het vereveningsfonds. Deze complexiteit en subjectiveit zijn binnen de uitwerking in dit paper alleen uit te sluiten als wordt afgezien van het complete vereveningsmechanisme. Dit betekent echter dat er sprake zal zijn van een pensioensysteem met premiedifferentiatie (c.q. verschil in uitkering) tussen verschillende deelnemers, op basis van geslacht, inkomen, opleiding, postcode, et cetera. Op deze wijze komt het stelsel ver af te staan van dat van de zorgverzekeringen en van een nationaal solidair pensioensysteem. De conclusie is dat een consequente doorvertaling van het zorgverzekeringsmodel naar het pensioenstelsel een aantal knelpunten van het huidige pensioenstelsel wegwerkt. Een punt is wel dat er een aantal nieuwe problemen voor terugkomen: complexiteit, subjectiviteit, heterogeniteit en beperkingen t.a.v. het beleggingsbeleid. De voordelen lijken daarmee niet op te wegen tegen de nadelen. Het is interessant om een aantal facetten uit het zorgstelsel, zoals de verplichte deelname voor alle werkenden, meer uniformiteit in pensioenregelingen en/of een nationaal pensioenstelsel zonder verevening, verder te onderzoeken. Een verkenning van een pensioenstelsel op basis van het zorgmodel 17

Online Touch Home


You need flash player to view this online publication