8

Een belangrijke aanname daarnaast is dat de concurrentiepositie van de pensioenuitvoerders niet mede bepaald mag worden door de samenstelling van het deelnemersbestand. Dit botst namelijk met het uitgangspunt dat iedere deelnemer moet worden geaccepteerd. 3.2 Sparen voor ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen 3.2.1 Inleiding Dit paper heeft als vertrekpunt dat gespaard wordt voor ouderdomspensioen en dat voor het nabestaandenpensioen zowel opbouwbasis als risicobasis mogelijk is. Het sparen voor ouderdomspensioen en voor nabestaandenpensioen bevat grotendeels dezelfde elementen. Het spaarelement is een belangrijk verschil met het zorgstelsel. Dit betekent dat moet worden bepaald wat met de opgebouwde waarde gebeurt op het moment dat een deelnemer overstapt naar een andere pensioenuitvoerder. Wanneer sprake is van waardeoverdracht moet worden bepaald op welke voorwaarde deze waardeoverdracht plaatsvindt. 3.2.2 Product Het pensioen kan in de tweede pijler pensioenregeling zowel vanuit een premieovereenkomst als vanuit een uitkeringsovereenkomst vormgegeven worden. Bij een premieovereenkomst wordt de inleg gedefinieerd tot uiteindelijke pensionering. Op het moment van pensionering moet worden beoordeeld hoe het opgebouwde kapitaal zich vertaalt in een te verkrijgen pensioen. Bij een uitkeringsovereenkomst wordt de uitkering gedefinieerd en vindt de verbinding tussen premie en uitkering direct plaats op het moment van premiebetaling. Het verschil in vormgeving leidt er toe dat bij een uitkeringsovereenkomst geregeld moet worden of het een harde pensioenaanspraak is, zoals bij verzekerde uitkeringen, of een zachtere pensioenaanspraak, zoals bij pensioenfondsen. Dit verschil heeft invloed op de beleggingsmogelijkheden en het verwerken van de jaarlijkse overlijdenskansen en de levensverwachting. Een stelsel waarin sprake is van harde en zachtere pensioenaanspraken, heeft als nadeel dat verschillen ontstaan tussen verschillende soorten uitvoerders. De opbouw van pensioen is gerelateerd aan de pensioengrondslag: het inkomen uit arbeid in het betreffende jaar, gemaximeerd op een wettelijk voorgeschreven “tweede pijler pensioengrens1” minus een wettelijk voorgeschreven franchise (het deel van het inkomen waarover geen pensioen wordt opgebouwd, omdat al AOW wordt ontvangen). Bij de zorgverzekeringen geldt dat iedereen, die zich bij dezelfde verzekeraar verzekert, dezelfde premie betaalt voor de basisverzekering en daarvoor ook dezelfde zorgdekking krijgt. Een strikte vertaling naar pensioen betekent een gelijke premie en gelijke pensioenuitkering voor alle deelnemers bij dezelfde pensioenuitvoerder, alles in procenten van het pensioengevend inkomen. Bij een uitkeringsovereenkomst gaat dit bijna vanzelf, maar bij een premieovereenkomst vraagt dit een uniforme vertaling van uiteindelijk opgebouwd kapitaal naar het daarvoor te verkrijgen pensioen. Concreet betekent dit dat er kan worden uitgegaan van twee verschillende mogelijke producten (zie figuur 3, pagina 9), te weten: - uitkeringsregeling: een gelijke premie per pensioenuitvoerder die resulteert in een 1 Vergelijkbaar met de aftoppingsgrens. Een verkenning van een pensioenstelsel op basis van het zorgmodel 8

9 Online Touch Home


You need flash player to view this online publication